• No results found

Stadslandbouw Almere kan niet zonder boeren (Interview met Jan Eelco Jansma)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stadslandbouw Almere kan niet zonder boeren (Interview met Jan Eelco Jansma)"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6 Z A T E R D A G 2 4 M A A R T 2 0 1 2

r e g i o n o o r d

Almere is een stad in ontwikke-ling. Nieuwe woonwijken gaan ten koste van kostbare landbouwgrond. Volgens Jan Eelco Jansma van Wageningen Universiteit is stads-landbouw een alternatief: „Van volkstuin tot grootschalige voed-selproductie, stadslandbouw biedt kansen voor ondernemers.”

O

p papier is Almere Oosterwold al ‘af’. Onder de werknaam ‘Agromere’ werkten de afgelopen paar jaar onder-zoekers van Wageningen UR, ambte-naren van gemeente Almere, enkele ondernemers uit de omgeving, natuur-organisaties en projectontwikkelaars aan een nieuwe, duurzame stadswijk. Stadslandbouw is een belangrijke com-ponent van het nieuwe concept, het vormt het uitgangspunt bij de plannen voor de nieuwe wijk. „Normaal bestaat een woonwijk uit ongeveer 2000 huizen op 250 hectare”, vertelt Jan Eelco Jansma van Wageningen UR. „Bij stadslandbouw komen die 2000 huizen op 70 hectare, waarbij de overige ruimte (180 hectare) wordt ingevuld door boerenbedrijven.”

Jansma ontwikkelde twaalf stan-daard bedrijfstypen die zouden pas-sen in het concept van stadslandbouw. „Een akkerbouwbedrijf zou bijvoorbeeld granen voor bier en brood kunnen

ver-bouwen, een glastuinbouwbedrijf kan zorgen voor energie van de wijk en een bedrijf met vollegrondsgroenten kan een winkel in Almere beleveren”, legt Jansma uit. „Ook is een landgoed denkbaar, vee-houderijbedrijven en bedrijven die zich richten op zorg, educatie of recreatie. Ook combinaties van de verschillende takken zijn mogelijk.”

Via een internetpoll is inwoners van Almere in 2007 gevraagd of ze zouden willen wonen bij een stadsboerderij. Dat leverde volgens Jansma een heel positief geluid op van de ruim 500 Almeerders die zich uitspraken in de poll. „Ze zien het zitten, het heeft voor de buurt toege-voegde waarde”, vat Jansma de uitkom-sten van de enquête op internet samen. „Nu blijven de Almeerders in de stad en de boeren zijn gericht op Zeewolde. De gescheiden functies ‘stad’ en ‘platteland’ mogen wat de deelnemers aan de enquê-te betreft meer door elkaar gaan lopen.”

aan de keukentafeL Een collega van Jansma had vorig jaar samen met een ambtenaar van Almere vertrouwelijke gesprekken ‘aan de keukentafel’ met 15 boeren in het gebied Almere Oosterwold over de ont-wikkelingsrichting van het gebied. „We vroegen hen naar hun mening over de plannen voor Almere Oosterwold”,

ver-telt Jansma. „Een deel van de onderne-mers had de nodige vragen en maakte kanttekeningen bij de ideeën voor stads-landbouw. Maar er waren zeker ook ondernemers die er open voor stonden, die positief reageerden.”

In november 2011 organiseerde de gemeente een informatieavond over Oosterwold, waar circa 30 ondernemers uit het gebied bij aanwezig waren. „Op een open en kritische manier werd er

geluisterd door de boeren”, zegt Jansma. „Ze zijn die avond aan het denken gezet: Wat kan ik er mee als ondernemer, wat zijn mijn kansen?”

Hoe snel de ontwikkelingen gaan in Oosterwold, hangt voornamelijk af van de politieke besluitvorming over het gebied. Almere Oosterwold is onder-deel van een rijksopgave, het Rijk Regio programma Amsterdam-Almere-Mar-kermeer (RRAAM). Dat betekent dat

naast de provincies Flevoland, Utrecht en Noord-Holland ook de gemeenten Alme-re en Zeewolde hun zegje moeten doen over het programma.

Boeren nodig

Dat de wijk ‘organisch’ gevormd moet worden, daarover is Jansma ondanks de financiële crisis positief. „In Almere staan mensen nog in de rij om via particulier opdrachtgeverschap een eigen woning te bouwen”, aldus de onderzoeker.

Interessant is dat voor het slagen van het concept, naast politieke en financiële medewerking, de boeren uit het gebied nodig zijn. „Dat besef is aanwezig bij de gemeenten”, weet Jansma. „Dat een initiatiefnemer het beste samen met de boer of boeren in het gebied een deel van de nieuwe wijk kan ontwikkelen.”

Voor ondernemers die meer wil-len weten over de mogelijkheden van stadslandbouw is het Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere opgezet. Om alle initiatieven die er zijn van elkaar te weten en samenhang te verkrijgen in wat er rond Almere gebeurt op dit terrein. Jansma: „Als je alles wat er al op kleine schaal aan stadslandbouwinitiatieven gebeurt bij elkaar optelt, kom je tot iets waar je niet meer omheen kunt.”

www.os-almere.nl

Jan Eelco Jansma aan de rand van Almere. A r c h i e f f o t o F o t o b u r e a u Ti e r n e g o

‘Stadslandbouw Almere kan niet zonder boeren’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Lastly, it became apparent during our preliminary studies that new algorithmic and interface developments will not be enough, which is why we will team up with teachers to develop

a) We gaan op zoek naar wetenschappelijke studies waarin afwegingen tussen verschillende handreikingen worden gemaakt en naar de handreikingen zelf. b) We verzamelen

Op grond van artikel 2.10 Wabo moet de aangevraagde omgevingsvergunning, voor zover deze betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a Wabo,

By comparing speech features to a subjective report of stress, this study defined and evaluated an acous- tic profile of stress characteristics in speech.. The acoustic profile

Het artificieel grondwater dat de bakken bevloeit, verandert van samenstelling. Vooral de nitraat en ammoniumconcentraties verschillen van de beginsituatie. Er is te veel nitraat

This paper examines whether the primary objectives of employment creation and poverty alleviation, as defined, were indeed achieved in the execution of infrastructure projects in

It is obvious from the literature that cleavage is possible ro the blastocyst stage without serum, and that the amount of protein synthesis before the eight-cell stage is

The photon count-to-flux conversion is based on the UVOT calibration (Sect. A power-law spectral index Γ UV was derived for each epoch and is reported in Table 6. The results