• No results found

Prijsindices: Kosten stijgen sneller dan opbrengsten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Prijsindices: Kosten stijgen sneller dan opbrengsten"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

PRIJSINDICES: KOSTEN STIJGEN SNELLER DAN OPBRENGSTEN

Jan Bolhuis

Het LEI verzamelt al over een lange reeks van jaren prijzen van land- en tuinbouwproducten en van produc-tiemiddelen. Een belangrijk deel van de maandprijzen wordt berekend aan de hand van de prijsinformatie die wekelijks of maandelijks door de toeleverende en verwerkende industrie wordt verstrekt. Verder wordt voor het berekenen van de maandprijzen gebruikgemaakt van de wekelijkse noteringen van de agrarische mark-ten en beurzen. De gemiddelde maandprijzen worden onder meer gebruikt voor het berekenen van prijsindices van land- en tuinbouwproducten en productiemiddelen, die iedere maand aan Eurostat worden geleverd. Eurostat gebruikt de prijsindices om de prijsontwikkelingen en de effecten hiervan op de inkomens in de land- en tuinbouw te analyseren.

Basisjaar gewijzigd

De berekende indices van de maandprijzen zijn gebaseerd op de gemiddelde jaarprijs van het basisjaar. Het basisjaar wordt om de vijf jaar aangepast. Vanaf 2004 worden de prijzen geïndiceerd op het prijsniveau van kalenderjaar 2000. De waarde van de verschillende producten en productiemiddelen wordt ontleend aan de Nationale Rekeningen van het CBS in het basisjaar. De totale productiewaarde van de Nederlandse land- en tuinbouwproducten bedroeg in 2000 ruim 17 miljard euro. Meer dan de helft daarvan is afkomstig uit de plantaardige sector, waaraan met name de tuinbouwsector met de opbrengsten van bloemen, groenten en boomkwekerijproducten een belangrijke bijdrage levert. In de dierlijke sector leveren de opbrengsten uit melk en vleesvarkens verreweg het grootste aandeel.

De waarde van de productiemiddelen (exclusief arbeid) bedroeg in 2000 ruim 11 miljard euro. De belang-rijkste kostenposten zijn diervoeders, investeringen in machines en gebouwen en energiekosten.

Ontwikkeling kosten vanaf 1995

Het prijsindexcijfer van de kosten is vanaf 1995 tot en met 2003 gestegen naar 120. De stijging van de kosten blijft hiermee iets beneden het niveau van de inflatie (123). Dit is voor een groot deel te danken aan de gunstige prijsontwikkeling op de veevoedermarkt (figuur 1). Het prijsindexcijfer van energie is daarente-gen fors gestedaarente-gen. Deze ontwikkeling wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aardgasprijs voor de tuinbouw. De algemene kosten en de kosten van de inventaris vertonen een sterke overeenkomst met de ontwikkeling van de inflatie.

80 100 120 140 160 180 200 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 index (1995=100) energie veevoer algemeen inventaris totaal

Figuur 1 Prijsindices van een aantal goederen en diensten, 1995=100

(2)

Actuele informatie over land- en tuinbouw

LEI, Agri-Monitor, mei 2004 pagina 2

Ontwikkeling opbrengsten vanaf 1995

Het prijsindexcijfer van de opbrengsten is vanaf 1995 tot en met 2003 gestegen tot ruim 111 en blijft hier-mee aanzienlijk achter bij de kostenstijging. Het beeld wordt wel enigszins vertekend doordat in een aantal sectoren in de landbouw de directe inkomenstoeslagen, zoals de toeslag per hectare in de graanteelt of de toeslag per dier (slachtpremie voor runderen), niet in de opbrengstprijzen zijn meegenomen. De ontwikkeling van het prijsindexcijfer van vleesvee wordt grotendeels bepaald door de prijsontwikkeling in de varkenssec-tor en slechts in geringe mate door de rundvleessecvarkenssec-tor. Zoals in figuur 2 valt af te lezen, kan het oplopende prijsindexcijfer voor land- en tuinbouwproducten vooral worden toegeschreven aan de prijsontwikkeling in de tuinbouwsector. Met name de prijzen van bloemen- en boomkwekerijproducten en de groenteprijzen verto-nen een stijgende tendens. Het zijn echter ook vooral deze sectoren die te maken hebben met de forse stijging van de energieprijzen.

80 90 100 110 120 130 140 150 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 index (1995=100) groente bloemen vleesvee melk totaal

Figuu 2 Prijsindices van een aantal land- en tuinbouwproducten, 1995=100r

Vooruitzichten 2004

Op basis van de nu beschikbare informatie zal het prijsindexcijfer van de kosten dit jaar een verdere stijging laten zien. Vooral de prijzen van de veevoeders zullen de index verder opstuwen. De index van de opbreng-sten laat zich wat moeilijker voorspellen. Een belangrijk deel van de plantaardige producten is nog in productie. De dierlijke sector toont een gemengd beeld. De afzet van zuivelproducten verloopt moeizaam, waardoor de melkprijs verder zal dalen. De opbrengstprijzen van vleesvee zullen waarschijnlijk op een iets hoger niveau liggen dan vorig jaar.

Meer informatie:

Een deel van de maandprijzen wordt maandelijks gepubliceerd op de website van het LEI (onder 'statistie-ken'). De maandelijkse prijsindexcijfers zijn te vinden op de website van het CBS, www.statline.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dat deze produktiemethoden ook buiten Japan, namelijk in de Verenigde Staten, bruikbaar zijn én tcegepast worden, wordt bevestigd door Florida en Kenney (1991), terwijl Mueller

Indien TPG er voor kiest alle vermogenscomponenten toe te rekenen aan het voorbehouden postvervoer, moet bij de toerekening van de kosten die samenhangen met het gebruik van

Een tweede ongunstige factor was dat door de dagorganisatie van het eenmansbedrijf de inschuurmogelijkheid onder wat minder gunstige weersomstandigheden ('s morgens voor 10 uur of

 Droog schraalland omvat droge graslanden met lage open vegetatie die gedomineerd worden door kenmerkende soorten en vegetaties van heischraal grasland, kalkgrasland, droog

- 1668: Het buitenste deel van de stam geeft goed fineer, even goed als van goede Euramerikaanse klonen (zie later).. Over het algemeen is het fineer beter dan dat van

After satisfactory alignment of the individual lamination discs and clamping spacers, the mandrel is used to hold and set up the assembly for the secondary

South Africa’s current tax regime, as applicable to the mining industry, provides for three fiscal instruments, including royalties payable in terms of the Mineral and

The analytical method development includes addition of 1-methyl-3- phenylpropylamine as a primary IS to standard solutions as well as to urine samples, followed