• No results found

Partij van de Brave Beginselen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Partij van de Brave Beginselen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Van de grote politieke partijen in Nederland voert de PvdA veruit de meest gepolijste verkie-zingscampagnes. Geen van de andere partijen steekt in haar campagnes zo veel geld en pro-beert zo systematisch te peilen, met behulp van focusgroepen, wat er onder de bevolking leeft. Het succes dat de PvdA ermee boekt is wisselend, maar de partij doet in elk geval haar uiterste best dé catch-all-party van ons land te zijn.

Dat een partij die bij voorkeur een boodschap uitdraagt waarvan zij denkt dat deze datgene be-vat wat de kiezers willen horen, zich toch veel moeite getroost de eigen beginselen door te lich-ten en te herformuleren, wekt bevreemding maar stemt tevens tot vreugde. Wie de politiek niet gereduceerd wil zien tot een markt waar deelbelangen worden uitgewisseld, of opgesta-peld, dient eraan te hechten dat de voornaamste partijen zich nog altijd laten inspireren door be-ginselen die getuigen van hun visie op mens en maatschappij. Wil de Nederlandse politiek voor de burgers aantrekkelijk blijven én goed functio-neren, dan is een eerste vereiste dat er politici optreden die niet enkel luisteren maar die ook iets te zeggen hebben.

Van mij zal niet worden verwacht dat ik het concept-beginselmanifest van de PvdA beoordeel op zijn sociaal-democratische gehalte. Wel is het zinnig, nu ¬ onder andere in het vorige

num-mer van dit tijdschrift ¬ naar voren wordt ge-bracht dat het manifest sociaal-liberaal zou zijn, iets op te merken over het liberale gehalte. Bo-vendien kan het verhelderend zijn om de begin-selendiscussie in PvdA-kring te plaatsen naast die in mijn eigen partij, de vvd. Met dat laatste begin ik.

Bij alle verschil tussen PvdA en vvd is er een opvallende gelijkenis in de ritmiek van de begin-selprogramma’s. Sinds haar oprichting heeft de PvdA drie beginselprogramma’s officieel vastge-steld: in 1947, 1959 en 1977. De vvd heeft er sinds haar oprichting evenzoveel gehad: in 1948, 1966 en 1980. Voor beide partijen geldt voorts dat het tweede beginselprogramma, zeker achteraf be-zien, betrekkelijk weinig verschilt van het eerste. Daarentegen markeert het derde beginselpro-gramma in beide gevallen een heel nieuwe koers van de partij, althans in theoretisch opzicht.

In het geval van de PvdA is het beginselpro-gramma van 1977 de neerslag van een periode waarin de partij in zeer radicaal vaarwater was beland. Daarvan getuigen zowel de praktische, voor een beginselprogram vaak erg concrete, voorstellen als het taalgebruik dat, om met Bart Tromp te spreken, ´een mengeling van gezwollen welzijnswerkersproza en opgewarmde socialisti-sche retoriek´ vormt. In het geval van de vvd heeft de ´ruk naar rechts´ onder Hans Wiegel ech-ter geen neerslag gekregen in de beginselverkla-ring uit 1980. De beginselverklabeginselverkla-ring is kort maar niet bijster krachtig in de zin dat zij onderschei-dend zou zijn. Met deze verklaring zocht de vvd pathisanten. Vraag vier auteurs (of duo’s van

au-teurs) om op basis van het partijbesluit een be-ginseltekst te schrijven. Zij mogen hun persoon-lijke accenten zetten, hun eigen interpretatie van de sociaal-democratische idealen kiezen, de droom zo wervend mogelijk verwoorden. Kies die vier auteurs zo dat er verschillende visies op de sociaal-democratie door vertegenwoordigd worden (een palet van kleuren rood). Het zou mooi zijn als er bijvoorbeeld een tekst zou ko-men die het gelijkheidsideaal centraal stelt, naast een tekst die in de sleutel van het burger-schap geschreven is, naast een tekst die interna-tionale solidariteit als hoofddoel neemt en een tekst die de fundamenten van de verzorgings-staat verdedigt. Andere visies zijn ook mogelijk. Organiseer vervolgens een breed debat in en rond de partij over deze vier teksten. Welke is het best? Welke visie spreekt het meest aan en waarom? Dit debat biedt ook de politieke leiders van onze partij de kans zich van hun beste kant (en heel inhoudelijk) te laten zien. De auteurs voeren deze discussies mee en passen na afloop hun teksten aan als zij er iets van geleerd heb-ben. Leg de herziene teksten (na een marginale toets door het partijbestuur) vervolgens voor aan alle 60.000 leden van de PvdA en laat de keuze aan hen. Is er een democratischere werkwijze denkbaar? Het resultaat is dan een beginselpro-gramma waarmee we een krachtig signaal

afge-ven naar buiten toe en waarmee we het interne debat hebben verlevendigd; we hebben dan bo-vendien een goed draagvlak voor verdere poli-tieke activiteiten.

De commissie Bos-Koole heeft dit voorstel een te gewaagd plan gevonden. Zij hebben gekozen voor het vertrouwde model: discussie in de afde-lingen, besluitvorming op het congres, allemaal op korte termijn en onder regie van het partijbe-stuur. Omdat de partijleider en de partijvoorzit-ter dit keer zelf het rapport verdedigen (en dat deden de politieke leiders bij het vorige concept beginselprogramma niet) zal het met de poli-tieke schade wel meevallen en komen er niet al teveel amendementen doorheen. Dat moet de achterliggende gedachte zijn. Ik vrees toch dat hier nog een restje democratisch centralisme leeft dat, inderdaad, deel uitmaakt van de traditie van de sociaal-democratie maar een onderdeel vormt waar we vanaf moeten. Misschien kan het volgende keer anders, over een jaar of vijf. Want wat er verder ook veranderen mag in de maat-schappij en in de organisatie van de partij, zo-lang er sociaal-democraten zijn zullen ze van tijd tot tijd met elkaar in debat willen gaan over hun beginselen en zullen zij geen genoegen nemen met teksten die in het verleden op gezagheb-bende wijze zijn vastgesteld.

s&d 7 / 8 | 20 0 4

37

Over de auteur Patrick van Schie is directeur van de

Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau ten behoeve van het liberalisme en de vvd

Nieuwe veren? (2)

Partij van de Brave

Beginselen

p a t r i c k v a n s c h i e

s&d 7 / 8 | 20 0 4 36

(2)

schrijven.´ Ik weet nog niet zo zeker of geen van mijn partijgenoten voor de tekst van het PvdA-manifest zou willen tekenen. Van vvd-ers die de steven naar links willen wenden, heb ik bijvoor-beeld nooit gehoord of gelezen welke invulling zij geven aan ´links-liberalisme´ of ´sociaal-libera-lisme´ (hetgeen overigens niet hetzelfde is) ge-ven. Daarom kan ik ook niet nagaan wat hen het onderschrijven zou beletten.

Bos en Koole hebben echter gelijk met hun stelling dat een oprecht liberaal (dus ook een so-ciaal-liberaal) niet behoort te kunnen instem-men met dit concept-beginselmanifest van de PvdA. Ik zal in het onderstaande uitleggen waarom dit zo is. Maar eerst geef ik extra voedsel aan de argwaan van de socialistische diehards in de PvdA door enkele waarderende woorden over het concept-beginselmanifest neer te schrijven. Wat mij daarin in positieve zin treft is het ont-breken van allerlei frasen uit de voorgaande pro-gramma’s. Er wordt geen tirade meer afgestoken over de onrechtvaardige kapitalistische orde en geen oproep meer gedaan om de voornaamste productiemiddelen te naasten; in dat opzicht zijn de lessen opgedaan in het Sovjet-imperium en in ontwikkelingslanden als Tanzania waar de inwoners de pech hadden dat hun leiders zo graag socialistisch aan het experimenteren sloe-gen, blijkbaar niet aan de PvdA voorbij gegaan. Ronduit aangenaam vind ik het dat een ander woord uit het sociaal-democratische vocabulaire is verdwenen: het woord ´strijd´. In alle voor-gaande programma’s vloog dit woord je als bui-tenstaander om de oren. De oude strijdlust ver-vulde waarschijnlijk een interne functie, de achterban geestdriftig houden, maar werkte te-gen de sociaal-democraten in hun contacten met andersdenkenden, die al moe werden als zij weer zo’n strijdbare makker zagen komen aanzetten. Het is jammer dat Koole, in antwoord op de kri-tiek van diehards in de PvdA, heeft gezegd dat in het manifest ´de strijdvaardigheid meer naar bo-ven´ mag komen. Ik zou juist hopen dat het PvdA-congres de strijdbijl voor eens en altijd begraaft.

Ik pik verder twee passages uit het concept-beginselmanifest die ik kan onderschrijven

om-dat zij getuigen van een liberale denkwijze. De eerste is de opmerking dat iedere macht tegen-macht vereist. Die opmerking is zó liberaal dat ik haar reken tot de kern van het liberalisme. Bos, Koole en de andere auteurs van het manifest zul-len nu zeggen dat zíj eraan toevoegen: ´…ook eco-nomische macht´. Wellicht beschouwen zij dat als het onderscheid met een liberaal. Dat is dan ten onrechte. Elke liberaal kan deze toevoeging zonder aarzeling onderschrijven. Sterker, de voorkeur van liberalen voor spreiding van eco-nomische macht en hun wantrouwen tegen machtsconcentratie op dit gebied, uit zich in hun voorkeur voor de markt. Want anders dan de staat kan een ondernemer zich in een goed func-tionerende markt nooit zeker van zijn positie weten. Altijd zal hij rekening moeten houden met een (potentiële) concurrent en alleen al daarom met de consument. Een tweede voor-beeld van een opmerking in het concept-begin-selmanifest die ik als liberaal volkomen kan onderschrijven is dat een rechtvaardige wereld het meest gebaat is bij een politiek erop gericht ´handelsbarrières af te breken en ontwikkelings-landen een eerlijke deelname in de wereldecono-mie te gunnen.´

gelijkheid van ontwikkelingskansen Waarom is het concept-beginselmanifest van de PvdA dan toch niet (sociaal-)liberaal? Opnieuw begin ik met aan te wijzen wat ik in het manifest mis. Allereerst is dat het woord ´vrijheid´. In één passage tref ik dit woord aan, niet om aan te ge-ven dat het om een kernwaarde voor de PvdA gaat maar in een opsomming ter inleiding van een pleidooi voor herverdeling van kansen en middelen. Een liberaal, van welke soort of rich-ting ook, onderscheidt zich van personen met een andere overtuiging door vrijheid centraal te stellen en haar ook prioriteit te geven als er strij-digheid met andere waarden ontstaat. Ten tweede mis ik in het PvdA-manifest het woord ´individu´. Er is veelvuldig sprake van ´mensen´ die iets moeten kunnen of ergens recht op hebben, maar steeds wordt in het midden gelaten in het politieke midden op. Zij getuigt van een soort

´sociaal-liberalisme´ dat tegenwoordig in brede kring op instemming zal mogen rekenen. Wel-licht zou Wouter Bos, of zelfs Femke Halsema, de verklaring ook wel kunnen onderschrijven.

beginselen toetsen

Om heel verschillende redenen heeft zowel de PvdA als de vvd nu een nieuw beginselendocu-ment ¬ noem het programma, verklaring of ma-nifest ¬ nodig. De PvdA omdat het beginselpro-gramma uit 1977 zo radicaal is dat de partij er ei-genlijk nooit mee uit de voeten heeft gekund. De vvdomdat de geldende beginselverklaring zo tam is dat zij de partij geen eigen identiteit ver-schaft. Voor beide partijen geldt bovendien dat het hoog tijd is om, pakweg een kwart eeuw na de totstandkoming van het laatste beginselendo-cument, de beginselen nog eens te toetsen aan de maatschappelijke ontwikkelingen van de voor-bije periode en aan de uitdagingen waarvoor wij ons de komende decennia gesteld zien.

In de PvdA heeft het aan pogingen om tot een nieuw beginselendocument te komen niet ont-broken. Vanaf Schuivende panelen en andere rap-porten eind jaren tachtig via het afgewezen be-ginselprogramma Tussen droom en daad van de commissie-Witteveen tot het nu voorliggende concept-beginselmanifest zijn er pogingen ondernomen die tot veel discussie leidden. Wat men ook van de inhoud van de diverse bijdragen mag vinden, aan de PvdA kan niet het verwijt worden gemaakt dat zij beginselen niet (meer) serieus neemt. De opluchting waarmee Wim Kok in 1995 de oude veren van zich afschudde, gaf zijn partijgenoten ¬ gelukkig ¬ het onge-makkelijke gevoel dat men het beestje toch niet kaal door het leven kon laten fladderen.

In de vvd ontbreekt tot op de dag van vandaag een breed gedragen overtuiging dat de beginsel-verklaring uit 1980 aan herziening toe is. In 1996 ging bijvoorbeeld wel een partijcommissie on-der leiding van Opstelten met ´het liberalisme´ aan de slag, maar zij produceerde een rapport dat vooral was bedoeld om voorstanders van een

dis-cussie over de beginselen de wind uit de zeilen te nemen. Onlangs is een commissie onder leiding van Dales in het leven geroepen om een nieuw Liberaal Manifest op te stellen. Maar tot een her-ziening van de beginselverklaring dient deze exercitie niet te leiden, zo wordt daar haastig van hogerhand aan toegevoegd. Dat de commissie al bij voorbaat het oor bij de achterban te luisteren gaat leggen, laat misschien zien dat de vvd de pas doorgevoerde interne democratisering daad-werkelijk gestalte wil geven. Maar het geeft ook te denken: hoe vooruitziend zal de blik van de commissie zijn? En kan het manifest veel meer worden dan een product van ´polderen´ op eigen bodem? De tijd zal het leren.

s ociaal-liberaal gehalte?

Valt er over de inhoud van het nieuwe Liberaal Manifest nog niets te zeggen, op het concept-be-ginselmanifest van de PvdA kan al wel inhoude-lijk worden ingegaan. Dat ligt immers sinds 1 mei jl. op tafel. In de achterban van de PvdA wordt wel gezegd dat het bleek is en getuigt van de teloorgang van het geloof in de sociaal-demo-cratie. Zowel socialistische diehards als voorstan-ders in de partij van een sociaal-liberale koers menen in het document een (al dan niet ge-slaagde) keuze voor sociaal-liberalisme te kun-nen ontwaren.

Wouter Bos, een van de twee commissievoor-zitters, ontkent in alle toonaarden dat hij, vroe-ger of vandaag de dag (´Jonge Bos´ of ´Oude Bos´) so-ciaal-liberaal genoemd mag worden. Volgens mij heeft hij daarin het gelijk aan zijn zijde, al deugt zijn argument niet. Voorzover Bos namelijk blijk geeft van enig besef wat sociaal-liberalisme in-houdt ontstijgt dat niet het niveau van het sja-bloon dat (sociaal-)liberalen vrijheid zouden wil-len voorbehouden aan de middenklassen (en ho-ger, naar ik aanneem) en haar aan achtergestelde groepen zouden willen onthouden. Ruud Koole, de andere commissievoorzitter, verklaarde op zijn beurt eind juni op een discussiebijeenkomst van de PvdA in Groningen dat hij zeker wist ´dat een vvd-er dit manifest nooit zal durven

onder-s&d 7 / 8 | 20 0 4

39

Nieuwe veren? Patrick van Schie Partij van de Brave Beginselen

s&d 7 / 8 | 20 0 4 38

(3)

De jaren negentig waren niet minder ideolo-gisch dan de jaren zeventig. Dit gold wellicht niet voor het politieke debat, dat in de jaren ne-gentig verstofte, maar wel voor het beleid. PvdA-leider Wim Kok schudde als paarse premier zijn ideologische veren af en voerde samen met vvd en d66 een neoliberale politiek van meer markt en minder overheid. Tijdens de presentatie van het nieuwe beginselprogramma op 1 mei 2004 betreurde partijvoorzitter Ruud Koole het dat de PvdA bij monde van Wim Kok in december 1995 de ideologische veren had verloren. Met dit nieuwe beginselprogramma, waarover de leden zich in december mogen uitspreken, wil hij sa-men met Wouter Bos de partij nieuwe veren op-steken.

Naar het nieuwe beginselprogramma van de PvdA is lang uitgekeken. Eigenlijk al sinds 1977, toen de sociaal-democraten een nogal radicaal programma aannamen, maar helaas door Van Agt uit het centrum van de macht werden gehou-den. In de jaren tachtig werd gesproken over een nieuw, realistischer programma. Dat het er niet van kwam tekent de twijfels in de toenmalige PvdA over de ideologische koers. In de jaren ne-gentig werd opnieuw gesproken over een begin-selprogramma, maar een voorstel werd ook toen niet gedaan. Wellicht omdat de partij opnieuw in het centrum van de Haagse macht was

terecht-gekomen en de verhouding met de liberalen niet onder druk wilde zetten.

Nu hebben Bos en Koole alsnog een concept-beginselprogramma gepresenteerd. En dat ont-werp is opmerkelijk, omdat het niet langer een sociaal-democratisch, maar eerder een sociaal-li-beraal karakter lijkt te hebben. Het nieuwe pro-gramma laat echter veel vragen open: onduide-lijk is welk mensbeeld, welke maatschappijana-lyse en welke maatschappelijke moraal de soci-aal-democraten voorstaan. Dan pas kan duidelijk worden of de PvdA werkelijk een sociaal-liberale partij is geworden, of dat het nieuwe beginsel-programma een basis kan zijn voor linkse samenwerking.

nieuwe beginselen

Een politieke partij kan niet zonder beginselen en ik juich het dan ook toe dat de PvdA opnieuw nadenkt over de eigen uitgangspunten. Het be-lang van politieke beginselen wordt wel eens onderschat; het zouden vooral beleidsnota’s en verkiezingsprogramma’s zijn die de politiek van een partij bepalen. In een snel veranderende wereld zijn beleidsvoornemens en verkiezings-beloften vaak al achterhaald nog voordat de inkt is gedroogd. Bovendien zijn nota’s en program-ma’s voor veel mensen onbegrijpelijke kost.

Een beginselprogramma moet duidelijk ma-ken hoe een politicus zal omgaan met toekom-stige problemen, die nu nog niet zijn te voorzien. Beginselen kunnen kiezers duidelijk maken waar een partij voor staat en waar zij politici op welke hoedanigheid de PvdA deze ´mensen´

be-schouwt: als individuen, als groep(sleden), als onderdeel van een (culturele) gemeenschap? Zo’n nadere specificatie is tamelijk cruciaal. In dat opzicht was het PvdA-beginselprogramma uit 1959 iets helderder, al werd ook hierin niet duidelijk prioriteit gesteld tussen de rechten van de ´enkeling´, de ´zwakke groepen´, de ´nieuwe ver-banden´ of de ´gemeenschappen´.

Het beginselprogramma uit 1959 oogt in ze-kere zin ook liberaler waar werd gesproken over het ideaal van gelijkheid. Destijds sprak de PvdA uit: ´De partij acht gelijkheid van ontwikkelings-kansen en het wegnemen van belemmeringen, die vrije doorstroming en maatschappelijke op-klimming in de weg staan, een van de belangrijk-ste maatschappelijke doeleinden; karakter en be-kwaamheid behoren daarbij het richtsnoer te zijn.´ Als hiermee werd bedoeld wat ik er als libe-raal in lees ¬ dat gelijke kansen moeten worden geboden, maar dat dit gelet op uiteenlopende ka-rakters en bekwaamheden van individuen tot zeer verschillende uitkomsten zal leiden ¬ be-treft het een fraaie uiting van ontplooiingslibera-lisme. Wat mij betreft zou zij in een beginselver-klaring van mijn eigen partij niet misstaan. Maar volgens de PvdA-ers die het huidige con-cept-beginselmanifest hebben opgesteld is het bieden van gelijke kansen niet genoeg. Zij willen ´zekerheid´ bieden en een ´fatsoenlijk bestaan´ (ter beoordeling van wie?). Daartoe bevelen zij her-verdeling aan, niet alleen van kansen maar ook van middelen, en inperking van het marktme-chanisme.

Tegen de sociaal-democratische fixatie op ge-lijkheid is al zoveel ingebracht, dat ik zal nalaten hier een eigen exposé te houden over haar onmo-gelijkheid of onwenselijkheid. Ik beperk mij dan ook tot één opmerking, om het onliberale ge-halte van deze fixatie aan te duiden. Het meer klassieke contra-argument luidt, dat het nastre-ven van gelijkheid rust op de weinig verhenastre-ven ei-genschap van afgunst. Hier steekt echter een vanuit liberale overtuiging groter bezwaar

ach-ter: een fixatie op gelijkheid onthult dat men niet de eigen aspiraties en capaciteiten tot uitgangs-punt neemt maar die van de (over)buurman.

pappen en nathouden

De diehards in de PvdA hoeven dus niet bezorgd te zijn dat de partij met dit concept-beginselma-nifest bij het sociaal-liberalisme belandt. Als ik een sociaal-democraat was maakte ik mij eerder zorgen over het verschijnsel dat in dit manifest, voor zover het al het gezicht naar de toekomst ¬ of het heden ¬ heeft gewend, zorgvuldig om elke hete brij wordt heen gelopen. Als ik lees: ´Wij verdedigen een vrijzinnige moraal waarin van-zelfsprekend ruimte en waardering is voor ver-schillende levensbeschouwingen en culturen´, dan vraag ik mij af: zouden de schrijvers zich niet bewust zijn van de spanning tussen de vrij-zinnige moraal en, bijvoorbeeld, de orthodoxe is-lam? Of verdoezelen zij met opzet de onverenig-baarheid van beide zinsdelen? Evenzeer vraag ik mij af hoe de auteurs hun pleidooi voor grotere politieke en militaire eenheid van Europa rijmen met de zinsnede dat de bewijslast voor groot-schaliger bestuur en vertegenwoordiging bij de voorstanders ligt.

Zulke kritiek heeft niet meer te maken met het liberale gehalte van het manifest. Wel werpt zij licht op de vraag of de PvdA zich met het aan-nemen van dit stuk als een visionaire partij ma-nifesteert. Mijn antwoord luidt dat daarvan geen sprake is. Het manifest zal weinigen tegen de borst stuiten, tenzij men er ¬ zoals ikzelf ¬ een duidelijk andere visie op mens en maatschappij op nahoudt. Het is dan ook een braaf manifest, gericht op een breed publiek: de PvdA mani-festeert zich hiermee tot in haar beginselen als een catch-all-party. Of dit behoudende manifest ook daadwerkelijk een breed publiek zal aan-spreken, is daarbij nog maar de vraag. Zelf denk ik niet dat een politiek van pappen en nathouden de toekomst heeft.

s&d 7 / 8 | 20 0 4

41

s&d 7 / 8 | 20 0 4 40

Nieuwe veren? Patrick van Schie Partij van de Brave Beginselen

Over de auteur Ronald van Raak is lid van de Eerste

Kamer voor de sp. Tevens is hij historicus aan de Universiteit van Amsterdam en coördinator van het Wetenschappelijk Bureau van de sp

Nieuwe veren? (3)

Basis voor een linkse

samenwerking?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nieuwe cultuuruitingen kunnen door de overheid worden bevorderd voor zover deze niet strijdig zijn met Gods Woord.. GEZONDHEIDSZORG EN MILIEU

Nieuwe cultuuruitingen kunnen door de overheid worden bevorderd voor zover deze niet strijdig zijn met Gods Woord.. Gezondheidszorg

Want indien hun de macht is gegeven om de rust van hun heerschappij te beschermen, om oproerige bewegingen van onrustige mensen te onder- drukken, om hen, die door geweld

slechts zuiver behandeld w orden als men er van uit gaat, d at de overheid zich bezig moet houden m et economische- en sociale politiek; zijn er nu, daarvan

Dat uit elke overeenkomst een rech- tens afdwingbare verbintenis voortkomt is niet in overeenstemming met het op een Corpus iuris tekst teruggaande adagium 'Ex nudo pacto

Nieuwe cultuuruitingen kunnen door de overheid worden bevorderd voor zover deze niet strijdig zijn met Gods Woord.. GEZONDHEIDSZORG

Haar ambt oefent de overheid uit onder medewerking van het volk. Die medewerking wordt verkregen door het kiesrecht zoveel mogelijk aan alle kringen van ons volk toe te kennen.

De overheid zal ook in haar ambt naar Gods wet geoordeeld worden en heeft als Zijn dienaresse voor de naleving van deze wet zorg te dragen.. Daarom is zij onder