• No results found

De stad als emancipatiemachine

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De stad als emancipatiemachine"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdens de laatste verkiezingscampagnes was de aanpak van oude wijken een belangrijk thema. Na de Fortuyn-revolte buitelden de politici over elkaar heen. Op zoek naar de verloren kiezer, de kiezer in de verloren wijken.

Nauwelijks twee jaar later is het weer stil. Op het oog gebeurt er weinig waarmee de proble-men in de oude wijken worden aangepakt. Hoog-uit zijn er mooie visies, maar weinig daden. Of zijn er grote woorden, zonder dito daadkracht.

De nieuwe stilte roept de vraag op in hoeverre alle aandacht voor de wijken oprecht was. Of zou er bij nader inzien weinig aan de hand zijn in de oudere wijken van onze steden? Het antwoord is heel simpel. En duidelijk als wordt gekeken naar de ontwikkeling van bepaalde buurten. Buurten die de laatste jaren langzaam maar zeker afgle-den. Soms een vooroorlogse arbeidersbuurt. Er-gens anders een na-oorlogse flatwijk.

De aanwezigheid van veel goedkope, verou-derde en onpopulaire woningen in één buurt leidt tot een concentratie van mensen zonder werk, met een laag inkomen, met sociale proble-men. Bewoners, allochtoon en autochtoon, die het kunnen betalen, laten de verhuiswagen voor-rijden en vertrekken. In de Rotterdamse Tarwe-wijk vertrok eind jaren negentig ieder jaar één op de vijf bewoners. In het Nijmeegse Malvert was dit in sommige straten zelfs dertig procent.

Hier dreigt de moraal ‘de straat is van ieder-een’ te verworden tot ‘wat van iedereen is, is dus van niemand’. Mensen die té goed voor zichzelf kunnen zorgen, nemen het heft in eigen handen maar op een verkeerde manier, ze domineren zo’n buurt. Je kunt je afvragen waar sociale cohe-sie eindigt en sociale terreur begint. Overlast en verloedering zijn zichtbaar. Criminelen, klein en groot, dreigen woningen en pleinen over te ne-men. Drugsoverlast en illegale bewoning zijn al-lang niet meer iets van de grote steden in de Randstad alleen. In deze buurten is leven, en sa-men-leven al helemaal, steeds moeilijker gewor-den.

het stedelijk programma van de pvda De problemen in oude wijken moeten en kun-nen we niet als hype van 2002 afdoen. Zeker niet als PvdA. Naar ons idee kan de PvdA zich niet neerleggen bij de nieuwe stilte. De PvdA moet lokaal en landelijk werk blijven maken van de versterking van de oude wijken. Dat heeft te ma-ken met de ambities die naar onze mening de kern vormen van het stedelijk programma van de PvdA:

1. Wij streven naar een ongedeelde stad

We leggen ons niet neer bij het feit dat mensen in een wijk wonen waar ze alleen blijven omdat ze geen andere keuze hebben, omdat ze niet in staat zijn de verhuiswagen te betalen. Gedwon-gen segregatie moet worden voorkomen. Juist in

s&d 9 | 20 0 4 26

s&d 9 | 20 0 4

27 De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine

eenzijdig gebouwde buurten hoopt de sociale el-lende zich nu op. Dit soort buurten wordt door veel bewoners als onleefbaar ervaren. Zeker als bepaalde groepen die buurten gaan ‘terrorise-ren’. Voor de PvdA zou het onaardvaarbaar moe-ten zijn dat de postcode de perfecte voorspeller is van maatschappelijke voorspoed en ellende.

2. Wij streven naar een sterke en sociale stad Steden bieden mensen veel kansen. Kansen om een inkomen te verdienen, een woning te vin-den en van almaar betere opleidingen te genie-ten. De stad werkt maatschappelijk gezien als een schoorsteen.

Om de stad als emancipatiemachine beter te laten werken moet de stad meer kansen bieden aan nieuwe en bestaande bewoners. In de wijken waar echter niemand meer een baan heeft, de wietteler zijn buurman verjaagt om een huis voor zijn zuster te bemachtigen, de verslaafde voor overlast zorgt, ontkomen mensen bijna niet meer aan de neergaande spiraal.

In dat soort wijken verdwijnen huisartsen, onderwijzers, sportclubs.1Ze zijn er niet meer om mensen het steuntje in de rug te geven waardoor ze voor zichzelf kunnen zorgen. En waar de leraren nog wel zijn, kunnen ze door de grote concentratie van achterstandsleerlingen onvoldoende hulp bieden. In deze wijken is de stad niet langer de motor van emancipatie, maar houdt ze mensen gevangen in sociaal isolement en achterstand.

3. Wij streven naar een hoogwaardige stad Woningen spelen hierbij een centrale rol. Wo-nen is een grondrecht; een goede woning is geen luxe. De kwaliteit van woningen in veel stede-lijke buurten is niet meer van deze tijd. Het-zelfde geldt voor zaken als de isolatie. Denk aan de na-oorlogse maissonnettes. Of aan de portiek-flats zonder liften. In de jaren vijftig de trots van wederopbouwend Nederland. Op dit moment voor bewoners een laatste kans-woning. Ze wo-nen er alleen maar omdat ze geen andere keuze hebben. Vanwege de woningnood in steden. Of vanwege een beperkte beurs.

de stagnerende aanpak

De problemen in de oude wijken zijn er nog steeds. De ambities van de PvdA zijn er ook nog steeds. Maar toch gebeurt er in de wijken maar heel weinig. Stilte en gebrek aan daadkracht strijden om voorrang. Het meest duidelijk komt dit naar voren in de herstructureringsplannen in veel steden. Met veel energie aangekondigd. Maar inmiddels verzand. In de strooppot terecht gekomen. Hoe is dat toch te verklaren?

Alle betrokkenen, van bewoners tot corpora-ties tot de lokale en rijksoverheid versterken on-danks alle goede bedoelingen de stagnatie. In de eerste plaats is de aandacht van corporaties en gemeenten nog te sterk gericht op de kwaliteit van het vastgoed. Betere woningen is nog niet beter wonen. De problemen zijn hardnekkig en veelal sociaal van aard. Met alleen stenen stape-len los je dat niet op. Corporaties zijn helaas, op goede uitzonderingen nagelaten, te weinig ge-richt op verbetering van de leefbaarheid en te veel gericht op louter het vastgoedbeheer. In ver-gelijking met 2001 is in 2002 de inzet van corpo-raties voor de leefbaarheid dramatisch gedaald. En slechts in 39% van de grote steden hebben corporaties afspraken gemaakt met de gemeen-ten op het vlak van de verbetering van de leef-baarheid.

Waar aan het eind van de jaren tachtig de cor-poraties de drijvende kracht waren in de aanpak van de wijken, leunen ze nu veel vaker achtero-ver. Het gevoel van urgentie lijkt te zijn afgeno-men. Hun huizen worden, in tegenstelling tot enige jaren geleden toch wel verhuurd. Het be-drijfseconomisch belang van grootschalige sloop/nieuwbouwplannen is daarmee een stuk minder hoog geworden. Vanuit het vastgoed-be-lang is de noodzaak van aanpak van de buurten voor corporaties daarom afgenomen. Van de drij-vende kracht van de corporaties is daarom op dit moment nog maar weinig over.

In de tweede plaats zijn bewoners niet over-tuigd van de herstructureringsaanpak. Zij zijn bang dat ze moeten wijken voor de rijken. In de Utrechtse wijk Ondiep zijn bewoners niet tegen Over de auteurs Paul Depla is wethouder in Nijmegen

en Staf Depla is lid van de Tweede Kamer voor de PvdA Noten Zie pagina 33

De gereedschapskist van de politiek (3)

De stad als

emancipatie-machine

p a u l & s t a f d e p l a

(2)

s&d 9 | 20 0 4

29 De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine

Daarbij moeten we ons realiseren dat er geen kookboek vernieuwing is. Iedere wijk kent zijn eigen geschiedenis, zijn eigen bewoners en zijn eigen problemen en kansen. Het Willemskwar-tier, een vooroorlogse woonbuurt dicht bij het centrum in Nijmegen, is onvergelijkbaar met de hoogbouw in de naoorlogse buurten van de Rot-terdamse buitenwijk Hoogvliet.

Elke buurt verlangt een eigen aanpak. Deson-danks kan worden geconstateerd, dat de strate-gie in alle buurten gebaseerd zal moeten zijn op twee cruciale factoren. Dat is allereerst de rol van bewoners. De aanpak van de oudere wijken kan alleen maar een succes worden, indien bewoners de ‘vragende’ partij worden.

Zij moeten zich niet keren tegen de vernieuw-ing van hun wijk, maar moeten de drijvende kracht worden. Zij moeten als het ware de ver-nieuwing af willen dwingen. Bewoners ‘binden’, is in dit opzicht het sleutelwoord. Bewoners bin-den aan hun buurt, als doelstelling van de aan-pak. Maar ook bewoners binden aan de aanpak van de oude wijken.

Daarnaast is de inzet van gemeenten cruciaal voor het succes van de aanpak van oude buurten. Ongeacht lokatie, problematiek, functies of be-wonerssamenstelling, valt of staat de aanpak van de oude buurten met de slagkracht van een stad. Naast een uitvoeringsgerichtheid gaat het hier-bij om de mogelijkheden die een stad heeft om de lasten en lusten te delen met de buurgemeen-ten en de ruimte die de stad krijgt van het kabi-net.

bewoners binden

Hoe kunnen bewoners worden gebonden aan de aanpak van de oude wijken? Het antwoord is heel simpel. Als die aanpak gericht is op het binden van bewoners aan die wijken. Dat gebeurt als in die aanpak rekening wordt gehouden met de vol-gende punten:

1. Versterk sociale samenhang

Op dit moment staat in veel discussies over de oude wijken het vastgoed centraal. Een

derge-lijke benadering gaat voorbij aan het feit dat de kern van de problemen vaak niet zit in de kwa-liteit van de woningen. Sloopplannen zijn soms een teken van onmacht. We weten geen oplos-sing voor de problemen in de buurt, dan maar plat. Als er niets verandert in de woonomgeving is het succes van stenen stapelen beperkt en kortstondig. Zorg dus ook voor voorzieningen en sociale aspecten. Sterker nog: als samen-wonen of samen-leven weer beter gaat, blijkt de nood-zaak van fysiek ingrijpen vaak minder groot.

Er-varingen als Dukenburg laten dit zien. In de ja-ren negentig werd verondersteld dat grootscha-lige sloop de enige oplossing was voor de maat-schappelijke problemen die er bestonden.

Anonimiteit. Drugsoverlast. Wegvallende voorzieningen. Ze maakten van bepaalde delen van Dukenburg plekken waar je liever niet kwam. Laat staan woonde. Door een gemeen-schappelijke inzet van bewoners, corporaties, po-litie, gemeente en welzijnsinstelling is het saam-horigheidsgevoel weer gegroeid.

Kern van deze aanpak: snelle aanpak van over-last, verpaupering en sociale misstanden. Onder het motto ‘van huurbescherming naar buurtbe-scherming’, zijn er afspraken gemaakt om geza-menlijk op te treden tegen o.a.professionele wietteelt in woonwijken, aanpak extreme woon-overlast, illegale verhuur en uitbuiting door

s&d 9 | 20 0 4 28

De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine slopen, maar ze zijn bang dat ze de nieuwe

wo-ningen niet meer kunnen betalen. De huidige woningen zijn veelal klein, gehorig etc. Ook zij willen kwalitatief goede woningen, maar de be-taalbaarheid van de nieuwe woningen is hun grote zorg. Zeker tegen het licht van de bezuini-gingen op de huursubsidie en de voorstellen voor meer marktgerichte huren. Uit angst voor de onzekere toekomst, verzetten zij zich vaak te-gen herstructering die vaak een centrale plaats inneemt in de aanpak van de oude wijken.

wijken voor de rijken

Dat verzet wordt vaak nog versterkt door de krampachtige manier waarop corporaties en ge-meenten omgaan met instrumenten als huurge-wenning en terugkeergaranties. Deze werkwijze versterkt het gevoel bij bewoners dat zij het pro-bleem zijn. En dat de aanpak van de oude wijken en de herstructurering, er vooral op gericht is hen te laten vertrekken. Dat stoort menig bewo-ner. Want waar zij toch in de eerste plaats baat zouden moeten hebben bij de aanpak van de slechte wijken en woningen, ontstaat bij hen het gevoel dat zij moeten wijken voor de rijken. Zo worden ze in plaats van bondgenoot, vaak een ef-fectieve hindermacht.

Ten derde ontbreekt het gemeenten aan uit-voeringsgerichtheid. Teruggrijpend op de tradi-tie van de stadsvernieuwing is de integrale aan-pak bedacht. Ook een sociale en economische pijler ging een belangrijk deel uitmaken van de herstructureringsaanpak. Deze terechte roep om meer integraliteit leidde er vooral toe dat proble-men aan probleproble-men werden verbonden. Resul-taat was dat het steeds moeilijker werd concrete oplossingen te realiseren.

Gecombineerd met de slechte programme-ringkwaliteiten van gemeenten bleven we ste-ken in integrale visies met een mooie glossy kaft. Maar vervolgens gebeurde er niets. Sommigen dachten dat met het hebben van een plan, het werk gedaan was. De dominantie van de beleid-smakers en de onderwaardering van de uitvoe-ring, maken van sommige gemeenten meer

ra-den voor semi-wetenschappelijke beleid dan van aanpakkers van problemen. Met als resultaat dat het vertrouwen van bewoners dat er echt iets ge-beurt, steeds meer verdwijnt. Want dat met al-leen plannen en folders hun wijk niet verandert, weten zij als de beste.

En als klap op de vuurpeil heeft het Rijk dit hoog ingezette Grotestedenbeleid laten ver-schrompelen. Onder het motto ‘eigen verant-woordelijkheid’ draait zij op bijna alle fronten de geldkraan dicht.2Voor gemeenten wordt het daarom steeds moeilijker om onrendabele in-vesteringen te doen. Het gevolg is dat alleen maar zaken kunnen worden aangepakt die in let-terlijke zin hun geld opleveren. Dat betekent dus vaak geen investeringen in sociale zaken zoals scholen, medische voorzieningen of sport-ac-commodaties. Bovendien zullen de nieuwe wo-ningen vaker in het duurdere segment moeten worden gerealiseerd. Het gevoel bij bewoners dat zij moeten wijken voor de rijken, wordt hier-door verder versterkt.

De ineenschrompeling van de budgetten voor het grote stedenbeleid, zet de rem op de aanpak van de problemen in die grote steden. En of dat nog niet genoeg is komt ze met contraproduc-tieve maatregelen die verdere segregatie verster-ken, zoals het korten van de huursubsidie. Waar minister Dekker dus weliswaar steeds aangeeft dat de problemen in de oude wijken haar aan het hart gaat, leidt haar beleid tot het tegendeel.

Het bemoeilijkt de toch al moeizame aanpak van de problemen in de oude wijken. En de met veel aplomb aangekondigde maatregelen voor de leefbaarheid in steden, richten zich alleen op het weren van mensen die een probleem hebben. In plaats van de problemen van de mensen aan te pakken, pakt het kabinet de mensen met een probleem aan.

strategie voor betere wijken De aanpak van de oude wijken stagneert. Alle partijen zijn hieraan mede schuldig. In plaats van te zwarte pieten, kan er beter worden geke-ken hoe de boel weer los kan worden getrokgeke-ken.

De dominantie van de

beleids-makers en de onderwaardering

van de uitvoering maken van

sommige gemeenten raden voor

semi-wetenschappelijk beleid in

plaats van aanpakkers van

problemen. Met als resultaat dat

het vertrouwen van bewoners

verdwijnt

(3)

s&d 9 | 20 0 4

31 De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine

zorg voor zichtbare successen voor bewoners op korte termijn. Herstructureer dus beetje bij beetje. Bijkomend voordeel van een dergelijke fase-gewijze aanpak is dat bewoners vaak maar één keer hoeven te verhuizen.

Omdat een aantal bewoners de herstructure-ring zal aangrijpen om hun buurt met een ver-huispremie definitief te verlaten, kunnen bewo-ners wiens woningen in een tweede fase worden aangepakt vaak instromen in de nieuwe of gere-noveerde woningen van de eerste fase. De men-selijke maat veronderstelt ook dat de angst wordt weggenomen bij bewoners dat er na de herstruc-turering geen plaats meer voor hen is in hun ei-gen buurt.

Doe niet te moeilijk over terugkeergaranties en huurgewenning. Ze kunnen als smeerolie functioneren om bewoners te binden aan de aan-pak van hun buurt. In Hoogvliet (Rotterdam) gaan ze nog verder door de bestaande huurders de oude huren te berekenen. Deze aanpak wordt gefrustreerd door de nieuwe bezuinigingen op de huursubsidie.

4. Zorg voor gevarieerde buurten

Buurten die worden aangepakt, kennen vaak een eenzijdige woningvoorraad. Veel huurwoningen met een vaak slechte kwaliteit. Het gevolg is dat mensen die iets meer te makken hebben, de buurt zullen verlaten. De woning waar ze om vragen is immers niet beschikbaar in die betref-fende wijk. Mensen met hogere inkomens verla-ten hierdoor vaak de wijk, waarvoor een nieuwe groep met vaak weer een laag inkomen in de plaats komt. De wijk verliest zo niet alleen samenhang, maar blijft sociaeconomisch al-tijd in de achterhoede steken. De aanpak van wij-ken is daarom gediend met een gevarieerd wo-ningaanbod.

Omdat zo bewoners kunnen worden gebon-den aan hun buurt. Het probleem is echter dat het vaak enige jaren duurt voordat die variatie in het woningaanbod daadwerkelijk is gerealiseerd. Maar ook zonder (ver)bouwmaatregelen kun je differentiatie bevorderen. En daar kun je morgen al mee beginnen.

Tot nu toe worden mensen met hogere inko-mens geweerd uit wijken met veel goedkope wo-ningen. Het is beter voor de differentiatie om die hekken rond een buurt weg te halen en het scheef wonen hier te bevorderen. In Bos en Lom-mer in Amsterdam stimuleert men het scheef wonen door de complexen open te stellen voor studenten en mensen met een hoger inkomen. Dat werkt.

Tegen deze achtergrond is het onverstandig van deze regering, de koepel van

woningbouw-verenigingen en sommige PvdA-raadsleden en wethouders om aan het bestrijden van scheef wonen de hoogste prioriteit toe te kennen. De bestaande woonruimteverdeling, waar mensen met een lange woonduur de beste woningen krijgen, vergroot de segregatie en verkleint de keuzevrijheid van mensen die het slechtst wo-nen.

Gevolg is dat in goedkope woningen in rand-gemeenten en betere buurten de mensen met de meeste kansen instromen. Woonruimteverde-ling kan juist een belangrijk middel tot differen-tiatie zijn, waar veel te weinig gebruik van wordt gemaakt. Het gericht toewijzen van woningen en het weren van tweede kans huurders uit stra-ten en portieken, die al overladen zijn met pro-blemen, is in veel steden al de praktijk.

Een praktijk die meer benut moet worden. Voorwaarde is wel dat dit in alle openheid en door de gemeenteraad gesanctioneerd gebeurt. Andere varianten die denkbaar zijn: in bepaalde complexen voorrang geven aan mensen met werk en mensen die Nederlands beheersen. Ballotage via de woonruimteverdeling moet dus

s&d 9 | 20 0 4 30

De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine huisjesmelkers. Bewoners die hiervoor hun nek

uitsteken moeten zijn verzekerd van de steun van gemeente, corporatie en politie. Anders ha-ken ze af. En zijn de laatste mensen die een bij-drage willen leveren aan de noodzakelijke sociale samenhang ook vertrokken.

2. Begin morgen met de aanpak

Gemeenten en corporaties hebben vaak een an-der tijdsgevoel dan bewoners. Vaak gaat het over visies over 15 jaar. Er worden mooie plannen ge-maakt. Voordat de plannen er zijn, is er vaak al veel tijd verstreken. Er is druk overlegd. Plannen zijn getekend en berekend. Maar daarmee kun-nen ze nog niet worden gerealiseerd. Want vaak is wijziging van een bestemmingsplan nodig. Iets waar in de praktijk al gauw enkele jaren mee gemoeid is.

Vervolgens kan pas worden gesloopt en ge-bouwd. Voordat de eerste woning er dan staat, zijn in het meest optimistische scenario vaak 4 jaar verstreken. De professionals van gemeenten en corporaties weten dat. Bewoners meestal niet. Wanneer er met hen wordt gesproken over de aanpak van hun buurt, verwachten ze niet dat pas over 4 tot 5 jaar de eerste resultaten tastbaar worden. Ze haken dan af. En verliezen vertrou-wen dat er iets terecht komt van al die mooie woorden en plannen. Zeker als, zoals vaak het ge-val is, de sloop vooraf wordt gegaan met een ze-kere teloorgang van een buurt.

Tijdelijke bewoners. Dichtgespijkerde ramen. Het zijn de eerste concrete ‘resultaten’ van de vaak met zoveel trots aangekondigde vernieuw-ing van buurten. Met dit soort resultaten ver-schrompelt de steun voor de aanpak van de oude wijken vaak snel. Om dit te voorkomen, moeten gemeenten en corporaties zorgen voor snelle successen. Heb oog voor het hier en nu. Doe los-liggende stoeptegels of vervuilde trappenhuizen niet af als onbetekenende details.

Want waarom zouden bewoners bestuurders moeten geloven dat ze een buurt succesvol kun-nen aanpakken, als ze niet eens in staat zijn het dagelijks onderhoud een beetje fatsoenlijk te re-gelen? Bewoners bind je aan de aanpak, door nu

de wijk te laten vooruitgaan. Gedurende plan-ning en uitvoering van een herstructurerings-plan is extra aandacht nodig voor een goed be-heer, opdat de wijken niet nog verder achterui-thollen tijdens de ingreep.

Het is logisch dat corporaties, de grootste huurbazen in buurten, hier een belangrijke rol in spelen. Terwijl het bevorderen van de leefbaar-heid om meer inzet vraagt, beperken afspraken tussen corporaties en gemeenten zich vaak tot de verdeling van de investeringen en exploitatie-tekorten van het vastgoedbeheer. Het gevolg is dat de afspraken om buurten te verbeteren een te lage prioriteit hebben, waar bewoners dan te-recht tegen protesteren.

Corporaties moeten nu aan Den Haag rappor-teren of ze genoeg doen aan sociaal beheer. Dit leidt behalve tot een enorme papierwinkel, tot niets. Niet Den Haag, maar de bewoners en ge-meenten moeten weer een stem krijgen in het bepalen van de prioriteiten van de corporaties. Uiteindelijk moet het zelfs mogelijk zijn om het management van corporaties weg te sturen.

3. Zorg voor de menselijke maat

Succes baart succes. Wanneer bewoners zien dat in een straat in hun buurt wordt aangepakt, ver-dwijnt de angst bij bewoners voor de onzekere toekomst. Men ziet de toekomst als het ware voor zich. Zeker als het comfortabelere wonin-gen zijn dan waar ze zelf in wonen, worden ze van remmende partij vaak een vragende partij. Want waarom wonen zij nog in de oude vergane woningen, terwijl hun buurtgenoten al wel in een mooie nieuwe of opgeknapte woning zitten?

De beste ambassadeur van een aanpak is de aanpak zelf. Alleen die kan de angst wegnemen. Dat stelt wel eisen aan de maat van de aanpak. In sommige steden worden plannen ontwikkeld waarbij hele buurten op de schop gaan. Hoewel het vanuit de tekentafel logisch is, is dat vaak vra-gen om problemen. Want niemand ziet de suc-cessen in de eigen buurt. En niemand zal dus vra-gen om eenzelfde aanpak.

Verlaat dus de gedachte van stedebouwkun-dige re-inventing van een hele nieuwe wijk en

In deze wijken is de stad niet

langer de motor van emancipatie,

maar houdt ze mensen gevangen

in sociaal isolement en

achterstand

(4)

s&d 9 | 20 0 4

33 De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine

leven van deze mensen. Ten vierde zou het kabi-net sneller stappen kunnen zetten in fiscale zin. De aanpak van woningen wordt onnodig op kosten gejaagd door elementen als overdrachts-belastingen.

Door btw-vrijstelling voor renovatie en nieuwbouw zouden herstructurering en nieuw-bouw fors gestimuleerd worden. Dat leidt ook nog tot meer werk. Door een betere lokale veran-kering van corporaties kunnen bewoners en ge-meenten de corporaties beter aanspreken als ze te weinig inspanningen leveren.

Dat is een veel breder programma dan wat het kabinet steden nu aanbiedt. Steden mogen men-sen met problemen weren. Maar steden krijgen geen instrumenten om problemen van mensen op te lossen en mensen met kansen aan steden te binden.

Een herstructureringsproject duurt als het mee zit tien tot 15 jaar en geeft veel onrust en nog meer verloop. De buurt wordt op korte termijn

slechter. De sociale kwestie in de steden is zo ur-gent dat we vanaf dag één resultaten moeten boeken.

Faseer de ingrepen in het vastgoed, maar be-steed meer aandacht en meer geld aan een goed beheer, zodat vanaf het begin resultaat zichtbaar is en er minder reden is om de verhuiswagen voor te laten rijden voor de mensen die het kun-nen betalen. En dat de kansen en zorg voor men-sen vanaf dag één beter worden, zodat de eman-cipatiemachine die de stad moet zijn, weer onge-stoord kan werken.

Met een nadrukkelijke inbreng van bewo-ners, die zich op positieve wijze willen inspan-nen voor hun buurt. Als de bewoners zien dat er resultaten geboekt worden, ze serieus genomen worden en het gevoel krijgen dat er niet aange-koerst wordt op een wijk voor de rijken, zijn ze de grootste aanjagers van verbeteringen. En daar was het om begonnen: buurten voor bewoners.

s&d 9 | 20 0 4 32

De gereedschapskist van de politiek Paul & Staf Depla De stad als emancipatiemachine vaker worden ingezet om zo de toestroom van

nieuwe problemen in buurten met veel proble-men te beperken, zodat de buurt er op eigen kracht weer bovenop kan komen. Niet op stads-niveau, maar wel in bepaalde straten en portie-ken.

In de stedelijke herstructurering moet je dit soort instrumenten durven inzetten.3De be-staande Huisvestingswet moet aangepast wor-den om door gerichte woonruimteverdeling op buurt, straat of complexniveau de diversiteit en leefbaarheid van buurten vanaf morgen te verbe-teren. Niet alleen woonruimteverdeling maar ook huurafspraken kunnen helpen. In Utrecht hebben de corporaties afgesproken de huren in de betere wijken en randgemeente te verlagen zodat deze buurten beter toegankelijk worden voor mensen met de smalle beurs.

buurten voor bewoners

Naast het binden van bewoners, is het van be-lang dat de slagkracht van gemeenten wordt ver-sterkt. Dat vereist allereerst het versterken van de uitvoeringsgerichtheid van het lokaal bestuur. Gemeenten zouden geen nota meer moeten aan-nemen zonder uitvoeringsprogramma. Want van nota’s alleen worden buurten niet beter. En het geld van het rijk mag niet meer worden ge-bruikt voor planvorming, alleen nog voor de uit-voering. Naast dit algemene uitgangspunt, zou-den twee zaken de gemeenten daadwerkelijk kunnen helpen om hun slagkracht te vergroten.

1. Regionale ondersteuning

Utrecht kan werken aan diversere wijken. Maar als de gemeente Houten weigert genoeg goed-kope woningen te bouwen, is er geen plaats voor de mensen met de lage inkomens. Ze blijven dan aangewezen op de buurten met de vele goedkope woningen.

Dat kan ook anders. De hekken moeten weg rond de Vinex-locaties en randgemeenten voor mensen met lagere inkomens. Een mooi voor-beeld is het knooppunt Arnhem-Nijmegen. Daar maken de gezamenlijke gemeenten afspraken

over het te realiseren bouwprogramma met meer goedkope woningen buiten de twee grote steden.

Juist tijdens herstructureringsoperaties is het noodzakelijk om goed in de gaten te houden of sloop, nieuwbouw en verkoop wel in overeen-stemming zijn met de gewenste voorraaddiffe-rentiatie. Door dit op regionaal niveau te coördi-neren wordt voorkomen dat te veel goedkope woningen aan de voorraad worden onttrokken, zonder dat daar betaalbare nieuwbouw tegeno-ver staat. Een voorbeeld hoe het niet moet is Leidschendam-Voorburg. Aan de grens met Den Haag werden goedkope woningen gesloopt. Wo-ningen die op het niveau van de Haaglanden nog prima hadden kunnen blijven bestaan.

2. Ondersteunend Rijksbeleid

De gemeenten moeten de aanpak van de buurten voor hun rekening nemen. Samen met bewoners en corporaties. Een succesvolle aanpak is per de-finitie lokaal verankerd. Vanuit de ambtelijke to-rens in Den Haag de problemen aanpakken werkt niet.

Toch kan de aanpak van wijken niet slagen zonder een ondersteunende rol vanuit het Rijk. Vijf zaken spelen daarbij een centrale rol. Aller-eerst het geld dat de gemeenten tot hun beschik-king hebben om de stedelijke vernieuwing te re-aliseren. Dat is minder in plaats van meer gewor-den. In de bezuinigingsplannen van de PvdA la-ten we dit budget in tact. Investeringen gericht op de openbare ruimte en op het schoon, heel en veilig zijn, zijn onmisbaar om mensen aan buur-ten te binden. Daarnaast moet het Rijk de ge-meenten in staat stellen om snel en effectief te kunnen optreden tegen overlast, illegale (on-der)verhuur, illegale slooppraktijken en hennep-kwekerijen in buurten.

De fixatie van het kabinet op de illegaliteit van allochtonen steekt enigszins schril af bij de inzet die het kabinet pleegt op deze vormen van illegaliteit. Ten derde moeten er voorzieningen komen voor mensen die niet voor zichzelf kun-nen zorgen. Deze opvang heeft enorme invloed op de leefbaarheid in wijken en de kwaliteit van

Noten

1. In Den Haag dreigt 40% van de voetbalclubs het loodje te leg-gen. Dit gebeurt in dezelfde buurten waar basisscholen steeds meer moeite hebben om het aantal leerlingen te behalen dat nodig is om te blijven be-staan.

2. Elke euro rijksgeld lokt 10 euro investeringen uit door corpora-ties, marktpartijen, bewoners

en gemeenten. Het isv-budget (stadsvernieuwing) is voor 2005-2010 verlaagd met 500 miljoen euro naar 1.2 miljard. Dat betekent dat er in deze buurten zo’n 5 miljard minder wordt geïnvesteerd. Investerin-gen die belangrijk zijn om men-sen aan de buurt te binden. 3. Inkomenseisen om mensen uit

te sluiten vind ik ongewenst en contraproductief. Ongewenst omdat het niet zozeer gaat om

wat iemand verdient. Maar om hoe hij in het leven staat. Contraproductief omdat men-sen met de laagste inkomens dan aangewezen raken op het il-legale circuit. In de jaren zeven-tig zijn de meeste gastarbeiders bij particuliere huisjesmelkers in een beperkt aantal wijken te-recht gekomen, omdat ze bij corporaties geweerd werden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast het huidige beleid, het zoekgebied voor agrarisch natuurbeheer en het ruimtelijk beleid kan de provincie Drenthe volgens participanten 2 en 4 bijdragen aan

In de jaren tachtig hoefde deze afstand echter niet meer be- klemtoond te worden. Ze was er gewoon. Er traden steeds grote- re spanningen op, bijvoorbeeld tussen de CDA-top en de

7(a) indicates absorption capacities based on samples of the Potchefstroom tap water which contained a sulphate content bellow the South African standards

Ze ervaren minder steun van de gemeente, zoeken niet zo actief naar werk en voegen zich naar de (lage) verwachtingen van hun omgeving... ze minder steun van de gemeente dan

Omdat er in Vlaanderen geen echte grotten zijn, maken onze vleermui- zen voor hun lange slaap graag gebruik van alternatieven zoals (ijs)kelders, bunkers, forten en

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Herman Wevers (Alles over Groenbeheer) gelooft in bodembeheer, niet in vervanging door exoten.. Droogte is iets anders

De belangrijkste conclusie is dat er ook op bedrijven in andere tuinbouwgebieden en andere grondsoorten dan in Noord Limburg ethyleen gevonden wordt rondom het stomen van de