• No results found

Umwertung aller Werte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Umwertung aller Werte"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

REACTIE

door prof. mr. C.A.J .M Kortmann

Prof. dr. C.A.J.M. Kortmann is hoogleraar

Staatsrecht en Algemene Staatsleer aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Hij reageert op de column van mr. W. C. D. Hoogendijk 'Private instellingen, publieke verantwoordelijkheden ·in Christen Democratische Verkenningen nr. 9183.

Umwertung aller Werte

De column van mr. W.C.D. Hoogendijk in Christen Democratische Verkenningen 1983, nr. 9, biz. 442-443 getiteld 'Private instellingen. publieke verantwoordelijk-heden' nodigt uit tot commentaar. al was het maar omdat de indruk zou kunnen ontstaan dat schrijvers opvatting die van het CDA is. De mijne is zij in iedcr geval niet en ik hoop dat Hoogendijks inzichten niet die van het CDA zijn of zullen worden.

Stelling 1 van Hoogendijk: 'De verant-woordelijkheid die de overheid aan-vaardt voor de voorziening van water e.d. is niet wezenlijk verschillend van de verantwoordelijkheid die de overheid aanvaardt voor de voorziening aan on-derwijs, aan gezondheidszorg. aan biblio-theken, aan theaters ... '

Ik kan mij eerlijk gezegd niet goed voor-stellen dat Hoogendijk dit echt meent. Reeds beschouwing van een aantal grondrechten vervat in de Grondwet en internationale verdragen doet zien dat er wei degelijk onderscheid is. De vrijheid van bijv. onderwijs en opvoeding wordt daarin gegarandeerd om de burger te vrijwaren van indoctrinatie door de over-heid. De geestelijke vrijheid wordt door deze grondrechten beschermd. Voor-ziening van water e.d. is in beginsel een waarden-neutrale ( overheids )activiteit die de burger weliswaar in een positie van materiele afhankelijkheid van de leve-rancier kan brengen. doch die hem in geestelijk opzicht geheel vrij laat. De grondrechten garanderen dan ook geen vrijheid van keuze van de waterleveran-cier e.d. Juist op de terreinen van

onder-CIIRISTL:-; DI~10CRATISCIIE VERKFNNINGEN I 'K~

wijs, gezondheidszorg en cultuur (biblio-theken. theater, film enz.) past een zeer terughoudende rol van de overheid. daar anders het gevaar dreigt dat zij gaat be-slissen over de waarde van opvattingen van de burgers, over de zin van Ieven en lijden (euthanasic, abortus, maar ook pastorale zorg in het algemeen). Indien men Hoogendijks visie doortrekt, valt er ook geen principiele reden meer aan te geven waarom de overheid niet ook de 'verantwoordelijkheid' zou overnemen voor de voorzieningen op religieus of le-vensbeschouwelijk terrein. We zouden zo snel weer belanden bij de terecht zo verfoeide staatsgodsdienst. Voorzover de overheid op deze terreinen van 'geestelij-ke' aard taken op zich neemt. dienen deze voornamelijk van financieel-techni-sche aard te blijven. Zodra de overheid zich gaat bemoeien met de inhoudelijke aspecten van deze activiteiten ontstaat onmiddellijk het gevaar van beknotting van de geestelijke vrijheid. Dit gevaar zien we ten voeten uit bij de ruime uitleg die de laatste jaren in de onderwijswetge-ving aan het begrip 'deugdelijkheids-eisen · is gegeven. RE Me lin! de' grc als soc re 1 VO< De bel dat wo ed die pia Me 00 ter li j b 'ge tia pn va1 ZIJI de we dr< ZIJ we de ee· VO' on de m< sfe nc op to< he tre D< ge uit de re< im CIII

(2)

REACTIE

Met deze eerste stelling hangt samen stet-ling 2 van Hoogendijk: 'Ik denk niet dat deze verantwoordelijkheid op principiele gronden aangevochten kan worden. Zo-als de charitas zich ontwikkeld heeft tot sociale wetgeving, zo heeft het particulie-re initiatief zich ontwikkeld tot publieke voorziening'.

Deze stelling van Hoogendijk bevat een bekende true: uit feiten- aangenomen al dat de constatering daarvan juist is-worden normcn afgeleid. Moet men zich echter niet afvragen of de verstatelijking, die inderdaad op vee! pun ten heeft plaatsgevonden, principieel onjuist is? Moeten wij- niet aileen het CDA, maar ook andere politieke partijen- niet weer terug naar het principe dat zoveel moge-lijk voorzieningen, en zeker die van 'geestelijke' aard, door het particulier ini-tiatief gedragen moeten worden? Dit principe berust enerzijds op de erkenning van de individuele vrijheid van de mens zijn Ieven zelf in te richten, anderzijds op de erkenning van de mens als sociaal wezcn, die medeverantwoordelijkheid draagt voor de noden en behoeften van zijn medemens. De bevoegdheid en ook wei de plicht van de overheid op te tre-den is in principe een subsidiaire, die eerst daar ontstaat, waar een gebrekkige voorziening in die noden en behoeften in onaanvaardbare mate afbreuk doet aan de menselijke (gelijk)waardigheid. Het moet niet zo zijn dat, als er in de private sfeer eens icts minder 'goed' wordt ver-richt, de overheid dan maar meteen moet optreden. Bovendien blijkt, indien zij het toch doct, maar al te vaak dat dan voor het ene defect het andere in de plaats treedt.

Daarmee kom ik aan .\·telling 3 van Hoo-gendijk: 'Het blijkt namelijk mogelijk de uitvoering van de overheidsverantwoor-delijkheid in handcn te geven van private rechtspersoncn ... ; het bcheer van deze instellingen ... ( dient) in overwegende

CHRISTEN OEMOCRA'I ISCfll' \ERKf:Nt>IMiE'J I g-J

mate te geschieden naar publiekrechtelij-ke maatstaven'.

In deze stelling worden de zaken eerst pas goed op hun kop gezet. Immers. als principe wordt de overheidstaak gepo-neerd. Deze kan men weliswaar door particulieren Iaten uitvoeren, doch slechts als waren zij publiekrechtelijke organen of !eden daarvan (zie Hoogen-dijks vergelijking met raads- en statenle-den en de decentralisatie). In Hoogen-dijks visie is de overheidstaak in principe kennelijk primair en, in beginseL al-om-vattend. Slechts om praktische redenen (complexiteit) worden particulieren inge-schakeld en dit volgens regels van pu-bliekrecht. Het is een visie die in Oost-blokstaten niet zou misstaan: de staat moet en mag alles; voorzover particulie-ren optreden doen zij dit als orgaan van de staat. Ook is het een visie die sterk doet denken aan de opvattingen van de PvdA ten tijde van de voorbereiding van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Het komt mij voor dat in CDA-optiek een diametraal ander standpunt moet worden gekozen, dat globaalluidt als volgt: het blijkt mogelijk en is (soms, nogal eens) noodzakelijk private activi-teiten ( deels) in handen te geven van publiekrechtelijke organen, doch dit dient slechts met grote behoedzaamheid te geschieden en, wanneer het is ge-schiedt, dient regelmatig te worden be-zien of de overheidstaak niet weer kan worden geprivatiseerd en dit njet in de vorm 'publiekrechtelijke privatisering' zoals Hoogendijk voor ogen staat. Hoogendijk stelt aan het slot van zijn bijdrage dat, indien zijn zienswijze juist is, die tot een aantal consequenties voert, die het nadere overdenken waard zijn. Oat is ongetwijfeld juist. Zelfs bij enig overdenken vloeien uit zijn visie gevol-gen voort, die iedere rechtgeaarde chris-ten-democraat en zelfs iedere 'gewone burger' de schrik op het lijf zullen jagen:

(3)

REACTIE

volledige verstatelijking van het onder-wijs, de gezondheidszorg, het

cultuurbe-leid, toepassing van het

vertegenwoordi-gend stelsel en waardenneutraliteit op ai-le niveaus enz., zoals het geval is bij de organen die wij nu tot 'de overheid' reke-nen. Een beklemmend vooruitzicht.

CHRISTEN DEMOCRA TISCHE VERKENNINGEN I 84

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

belooft Shayinés, „want voor papier worden er bomen geveld, en die zijn nodig voor de zuurstof..

Wie dan nog lucide momenten heeft kan om euthanasie vragen maar mensen die op de situatie hebben geanticipeerd in een wilsverklaring en bij wie de hersenfuncties plots

De werkgevers- en werknemersorganisaties in de Stichting van het Onderwijs delen deze zorg en werken daarom hard om de aantrekkelijkheid van werken in het onderwijs te bevorderen.

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

Wonderlijk vinden we het dat het college tegen de wens van de raad de opstartsubsidie voor “de Aanloop” in Zuidlaren voor slechts een jaar in de begroting opneemt.. Bovendien moet

Het college kiest er niet voor om in Eelde één gebouw in te zetten als cultuurhuis.. Dat doet afbreuk aan de