• No results found

Verslag bijeenkomst over ANCA-associated vasculitis -2020/02 Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag bijeenkomst over ANCA-associated vasculitis -2020/02 Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2020|2 Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie 19

VERSLAG

ARCH ZORG(T) OOK OP AFSTAND

De werkgroep ARCH ANCA-associated vasculitis (AAV) heeft de afgelopen jaren hard gewerkt aan de behandeling en zorg voor patiënten met AAV. Onderzoekster Ebru Dirikgil en Internist-nefro-loog Onno Teng, beiden werkzaam in het LUMC, presenteerden de resultaten van de werkgroep tijdens een bijeenkomst in het St. Antonius Zie-kenhuis in Utrecht.

Tot begin 2020 waren de inspanningen van ARCH georganiseerd per ziekte, met werkgroe-pen voor AAV, systemische sclerose en antifos-folipidensyndroom. Dankzij deze aanpak richtte de werkgroep ARCH AAV zich op verschillende aspecten van AAV: van een consensusdocument tot de manier van behandeling van patiënten. Tij-dens het boeiende dagprogramma werd aandacht besteed aan deze verschillende onderdelen. Als eerste kwam een van de belangrijkste succes-sen van de werkgroep aan bod: het bereiken van nationale consensus over de behandeling van de diverse manifestaties van AAV. Een multidiscipli-naire groep (98 professionals) heeft in een aantal sessies, gebruikmakend van Delphi-methoden, een consensusdocument opgesteld dat inmiddels is gepubliceerd in het Netherlands Journal of Me-dicine. In het document zijn maar liefst dertien

aanbevelingen over diagnostiek en behandeling van AAV geformuleerd.

Ook onderzocht de werkgroep de vraag welke voorkeuren patiënten en artsen hebben met betrekking tot de manier waarop AAV moet worden behandeld. Via de Vasculitis Stichting zijn 386 patiënten ondervraagd. De conclusie is dat patiënten en artsen de opvatting delen dat de zorg voor AAV thuishoort in de tweede lijn. Patiënten hebben daarbij vaker dan artsen een voorkeur voor behandeling in een universitair medisch centrum bij een ernstig verloop van de ziekte. Zowel patiënten als artsen vinden een individueel zorgplan van belang. Daarvoor bestaat nog geen sjabloon of voorbeeld.

AAV-zorg in de praktijk

Ebru Dirikgil presenteerde op basis van een dos-sieronderzoek onder 230 patiënten die in perifere (n=6) of in academische (n=3) ziekenhuizen werden behandeld, hoe de zorg voor AAV in de praktijk is georganiseerd. Wat blijkt is dat de eerste opvang in beide ziekenhuizen ongeveer op dezelfde manier verloopt en dat de tijd tot het stellen van de diagnose (circa 13 dagen) niet verschillend is. Er zijn wel opvallende verschillen tussen academie en periferie wat betreft screening en preventie van infecties en de gekozen remissie-inductiebehandeling. Er is nog maar weinig

Verslag ARCH­bijeenkomst over

ANCA­associated vasculitis

14 februari 2020 in het St. Antonius Ziekenhuis

Utrecht (Leidsche Rijn)

H.J. Bernelot Moens

Stichting Arthritis Research and Collaboration Hub (ARCH) is in 2016 opgericht met als doel om netwerkge-neeskunde tot stand te brengen voor patiënten met systemische auto-immuunziekten. ARCH zorgt ervoor dat iedere patiënt in een algemeen ziekenhuis, samen met de behandelend specialist, toegang krijgt tot kennis en ervaring van alle experts op het gebied van de betreffende aandoening, waardoor de patiënt de juiste diag-nose en beste behandeling krijgt. Dit realiseert de stichting door het bundelen van expertise. ARCH is daarom geografisch ingedeeld in een aantal netwerken, de ARCH-regio’s. Per regio bespreekt een team van artsen uit verschillende regionale en academische ziekenhuizen uit de regio de medische gegevens van zijn patiënten, waarna advies wordt gegeven over de best mogelijke behandeling.

dr. H.J. Bernelot Moens, voorzitter bestuur Stichting ARCH, Utrecht

Arthritis Research & Collaboration Hub

Patiënt, behandelaar en expert kunnen de real life uitkomsten van de behandeling online inzien en benchmarken met andere gegevens uit het landelijke netwerk. Zo kunnen zij de voortgang en uitkomsten van de behandeling monitoren en volgen.

Op basis van benchmark kunnen behandelingen worden geoptimaliseerd.

Landelijk netwerk Patiëntendossier

Behandelplan

Patiënt en behandelaar voegen regelmatig gegevens toe in het gedeelde patiëntendossier waarvan de patiënt eigenaar is. Dit kan via het online dashboard.

Tijdens reguliere consulten worden klinische gegevens gemeten en aan het dossier toegevoegd. Expert ziet gegevens van de patiënt in en volgt de behandeling.

Gegevens Patiënt wordt lokaal behandeld in zijn eigen

ziekenhuis. Door inzet van online tools en communicatie tussen expert, arts en patiënt kan het reizen tussen verschillende centra tot een minimum beperkt worden. De reguliere afspraken en controles vinden lokaal plaats. Indien gewenst of noodzakelijk kan een periodiek bezoek aan het expertisecentrum onderdeel zijn van het behandelplan.

Lokaal ziekenhuis Landelijk netwerk

Patiënt Lokaal ziekenhuis Expert Expertise centrum Behandelaar

Online Dashboard

Reguliere consulten 1 2 3 4 6 7 5 Lokaal

ziekenhuis Expertisecentrum

Expert Expert Behandelaar

Reumatoloog Reumatoloog

een model van shared care waarbinnen artsen de allerbeste zorg

kunnen realiseren voor patiënten

+

ondersteuning Patiënt Patiënt Patiënt Patiënt Patiënt

Patiënt met (een vermoeden van) sclerodermie komt voor behandeling bij zijn of haar (lokale) reumatoloog

Reumatoloog deelt alle relevante patiëntgegevens binnen de infra-structuur van ARCH met een expert op het gebied van sclerodermie

Expert beoordeelt de patiënt op basis van de beschikbare gegevens

Expert bepaalt het behandelplan Reumatoloog en expert behandelen

de patiënt volgens het overeen-gekomen shared care behandelplan

Expert maakt (indien nodig) een afspraak voor een (video-) consult Patiënt wordt lokaal behandeld in zijn eigen ziekenhuis

Patiënt geeft toestemming om onderdeel te zijn van het behandelnetwerk ARCH

Expert

Expert

(2)

2020|2 Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie

20

‘shared care’, terwijl daar wel behoefte aan is. De uitkomsten van dit onderzoek tonen verder een flink percentage infecties (circa 45%) tijdens de behandeling, nierfalen bij 10%, en ook een mor-taliteit van 10%. AAV is dus nog steeds een zeer ernstige ziekte waarvan de behandeling verder moet worden verbeterd.

ARCH-regio’s

Daarna was Onno Teng aan het woord. ARCH verlegt de aandacht van focuswerkgroepen naar het organiseren en ondersteunen van regionale expertisenetwerken, de ARCH regio’s. Teams van artsen van verschillende regionale en academische ziekenhuizen uit de ARCH-regio’s, de zogenaam-de Multidisciplinaire Teams (MDT), bespreken tij-dens regionale overleggen de medische gegevens van hun patiënten. Dit jaar zet ARCH fors in op het stimuleren van de opzet van deze ARCH-re-gio’s, ondersteund door de ‘ARCH-app’. Patiënten worden aangemeld voor een regionaal overleg van een MDT en krijgen gericht advies. Via deze aan-melding verzamelt ARCH ook uniforme gegevens op landelijk niveau, en worden patiënten gevraagd om de uitkomsten over hun ziekteverloop en kwa-liteit van leven te rapporteren. In dit kader is voor AAV een specifieke ‘Patiënt Reported Outcome’ (PRO) geselecteerd. De Nederlandse vertaling (met dank aan internist-immunoloog Bram

Rut-gers van het UMCG) hiervan wordt momenteel geëvalueerd. ARCH hoopt hiermee een systeem voor evaluatie en verbetering van de zorg op te zetten. Doel van ARCH is om dit en volgend jaar zes regionale ARCH-netwerken te starten.

Een ander verbeterpunt betreft de informatie voor patiënten over AAV. De Vasculitis Stichting en ReumaNederland zullen hier samen aan werken. Ook wil ARCH voor AAV en andere systeemziek-ten een voorbeeld van een persoonlijk zorgplan ontwikkelen dat patiënten met hun artsen kunnen bespreken. Daarmee verloopt het proces van ge-deelde besluitvorming beter en wordt dit inzich-telijker voor de patiënt. Ten slotte noemde Teng een praktisch punt voor behandelaars, namelijk dat er met name in perifere ziekenhuizen meer aandacht moet komen voor infectiescreening en profylaxe met cotrimoxazol.

Deze geslaagde dag bracht de toehoorders zin-nige, nieuwe informatie, en het netwerk van betrokken artsen, paramedici en patiënten de mogelijkheid om elkaar te spreken en elkaar te leren kennen. Voor netwerkgeneeskunde is dat onmisbaar!

Voor meer informatie over ARCH: www.ARCH.nl CORRESPONDENTIE Dr. H.J. Bernelot Moens, voorzitter bestuur Stichting ARCH Utrecht E-mail: h.moens@arch.nl Afbeelding van de

ARCH website gehaald, die in het word-doc was ongeschikt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Patiënten bij wie op de SEH wordt ingeschat dat de patiënt te ziek of kwetsbaar is (niet voldoende zelfstandig, geen mantelzorg beschikbaar, palliatief traject), maar die, conform

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Als je hiermee instemt in het optionele gedeelte “Toestemming”, kunnen je persoonsgegevens echter worden gebruikt voor verder onderzoek zoals hieronder wordt

During his PhD research, he streamlined a database for a large observa- tional cohort of ANCA-associated vasculitis patients, coordinated two prospective observational

Thiopurine methyltransferase genotype and activity cannot predict outcomes of azathioprine maintenance therapy for antineutrophil cytoplasmic antibody-associated vasculitis:

When severe vasculitis is presented in patients including renal failure and serum creatine > 500µmol/L, additional plasma exchange therapy can be used.. Plasmapheresis is a

meestal op jarenlange ervaring en talrijke ziekenhuisbezoeken. In de meeste gevallen heeft de co-professional minstens zo veel kennis over de ziekte in kwestie als de arts, en

Study characteristics of the included studies (Continued) tsArticleStudy detailsDefinitionsParticipants (n) OR (95 DesignSettingCasesControlsCases /