• No results found

'Roots gaan waar je vandaan komt' : Een onderzoek naar betrokkenheden en identificaties met diaspora in levensverhalen van drie generaties Afro-Surinaamse remigrantenvrouwen in Paramaribo (1973-2003) - Voorwoord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "'Roots gaan waar je vandaan komt' : Een onderzoek naar betrokkenheden en identificaties met diaspora in levensverhalen van drie generaties Afro-Surinaamse remigrantenvrouwen in Paramaribo (1973-2003) - Voorwoord"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

'Roots gaan waar je vandaan komt' : Een onderzoek naar betrokkenheden en identificaties met diaspora in levensverhalen van drie generaties

Afro-Surinaamse remigrantenvrouwen in Paramaribo (1973-2003)

Zuurbier, P.H.

Publication date 2009

Link to publication

Citation for published version (APA):

Zuurbier, P. H. (2009). 'Roots gaan waar je vandaan komt' : Een onderzoek naar

betrokkenheden en identificaties met diaspora in levensverhalen van drie generaties Afro-Surinaamse remigrantenvrouwen in Paramaribo (1973-2003). Vossiuspers - Amsterdam University Press. http://nl.aup.nl/books/9789056296063-roots-gaan-waar-je-vandaan-komt.html

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

[V]

Voorwoord

Een onderzoek van dit formaat doe je niet alleen. Ik herinner mij nog de avonden in Nederland dat ik werkte aan de onderzoeksopzet en mij lang-zaam realiseerde wat dit zou betekenen. De eerste opzet is besproken met prof. dr. Gloria Wekker. Haar vertrouwen en verwachtingen vormen de ab-solute aanzet tot deze studie. Gloria stemde in met een brief aan de Vreem-delingendienst in Paramaribo. Deze brief heeft op vele wankele bureautjes van ministeries gelegen en ‘krakende’ kantoordeuren geopend. Daarvoor ben ik haar dankbaar.

Graag wil ik de volgende personen bedanken.

Mijn promotoren prof. dr. I.S.A. Baud en prof. dr. G.A. de Bruijne voor hun waardevolle steun en kritiek. De gesprekken - nadat ik het veldwerk zelfstan-dig had verricht - in Amsterdam en Paramaribo zijn voor mij een grote steun geweest en hebben mij steeds het gevoel gegeven op de goede weg te zijn. Ook de gesprekken met Ad de Bruijne op de veranda bij mevrouw Ingrid Baptista hebben mij inzicht gegeven hoe een onderzoeker eerdere besluiten kan herzien. Soms had ik het geluk dat Isa even in Suriname was en een uur-tje voor me vrijmaakte. Dat waren heerlijke momenten.

Veel dank ben ik verschuldigd aan Siegmien Staphorst en Joyce Ooft van de Nationale Vrouwen Beweging. Zij hebben mij met open armen ontvangen. Vooral de gesprekken met Siegmien hadden een buitengewoon hartelijk karakter en ik heb altijd het gevoel gehad dat ‘geen berg te hoog’ was dit onderzoek tot een goed einde te brengen. Chandra van Binnendijk moet ik bedanken voor de periode dat wij mijn eerste teksten doornamen en zij mij van waardevolle adviezen voorzag. Sieglien Spier wil ik bedanken voor de mogelijkheden die zij bood in het vrouwendocumentatiecentrum te werken. Ricardo Carrot wil bedanken voor de redactie van mijn artikelen in de Ware Tijd.

Drs. Bettie Cederboom en Marilyn Aaron (MA) zijn in 2002-2003 zeer waar-devolle gesprekspartners geweest. Zij hebben mij geholpen inzicht te krijgen in de Afro-Surinaamse vrouw en cultuur en met hen kreeg ik mijn eerste inzichten in ‘betrokkenheden met diaspora’. Geregeld spraken wij in mijn huisje af, waar de vrouwen na een gezellige lunch zich konden buigen over de levensgeschiedenissen. Wat hebben wij gestoeid met het materiaal. Zeker ben ik deze dames dankbaar voor de inzichten in de ‘gevoeligheden’ in de teksten. Deze ‘gevoeligheden’ bleken in latere fasen van studie uitermate belangrijk voor de analyses. Deze vrouwen hebben mij tevens vooruit gehol-pen met het krijgen nieuwe respondenten. Mijn dank.

(3)

[VI]

Geregeld tijdens mijn onderzoekstijd bezocht ik de Universiteit van Surina-me en sprak er Surina-met drs. Loes Monsels en drs. Josee Artist. Deze gesprekken hadden niet alleen een prettig karakter, ik had ook de indruk onder vakgeno-ten te zijn en de Surinaamse samenleving als een ‘buivakgeno-tenstaander’ te kunnen bespreken. Zeer prettig is het als mensen in je onderzoek geïnteresseerd zijn en je vragen naar je vorderingen. Ik heb mij in hun aanwezigheid altijd pret-tig gevoeld. Ook de gesprekken die later volgden met dr. Marten Schalkwijk waren prettig en informatief.

Dr. Anouk de Koning moet apart worden vermeld. Anouk heb ik leren ken-nen via Ad de Bruijne en zij heeft mij gedurende een klein jaar bijgestaan. Met Anouk heb ik eerdere versies van teksten doorgenomen en wij hebben verschillende middagen gesproken over de vorderingen van het onderzoek. Anouk heeft mij ontzettend geholpen en bracht het onderzoek naar vormen van diasporic belonging . Daarvoor ben ik haar dankbaar. Ook de gesprekken met dr. Rivke Jaffe hebben aan dit onderzoek een belangrijke bijdrage gele-verd.

Bij aankomst in Suriname eind 2002 ben ik zeer prettig ontvangen door Trees Soemoredjo. Zij beantwoordde mijn vragen en hielp mij op weg. Via Trees ben ik aan een woning gekomen, zij verwees mij naar ministeries, in-stellingen en organisaties waardoor ik in sneltreinvaart met belangrijke ‘ver-wijzers’ in contact kwam. Via haar had ik de beste slager, bakker, kapper, huisarts, videotheek, fietsenverhuurder, kroeg, restaurant en masseur. Zo iemand als Trees gun ik iedereen die onderzoek doet in onbekende streken. Zij heeft mij voorgesteld aan haar familie, wat heeft geleid tot knusse midda-gen en avonden met de ‘meisjes’ Soemoredjo. Oma, Mien, Lucia en Painie moeten worden vermeld als ‘gevallen engelen’. Hoewel ik met jullie echtge-noten minder contact heb gehad, wil ik ook hen bedanken voor het in mij gestelde vertrouwen.

Voor achtergrondinformatie ben ik verschillende personen en instanties zeer erkentelijk. Directie en medewerkers van het Algemeen Bureau voor Statis-tiek Suriname, medewerkers van het Ministerie van Sociale Zaken, medewer-kers van het Ministerie van Arbeid, medewermedewer-kers van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, afdeling Cultuur, directie en medewerkers van de Naksmuziekschool, medewerkers van de Volksmuziekschool, ge-meentebestuur Duta Watjana, directie B-SuriNed, medewerkers van Tori Oso, medewerkers van Otra, medewerkers van Vereniging van Reizigers, directie Service Bureau Suriname (CoSur), medewerkers Fiti Fu Wini en Stichting Tata Kwasi.

In Nederland heb ik in het bijzonder veel hulp gehad van medewerkers van het IIAV, KITLV en het KIT die mij met ‘beide handen’ hebben geholpen.

(4)

[VII]

Ik herinner mij nog goed hoe ik soms radeloos deze instellingen ‘binnen-vloog’ en ze met relevante literatuur weer verliet. Passend is te vermelden hoe deze medewerkers dit onderzoek steeds weer vooruit hebben geduwd, ook als ik dacht nooit meer licht aan het eind van de tunnel te zien.

Ida Thoenes en Marie-Antoinette de Veth wil ik bedanken voor het kritisch doornemen van eerdere versies van de tekst. Het heeft mij geholpen op ver-schillende wijzen naar de stof te kijken. De gesprekken die vaak volgden op hun commentaar leverden in de regel nieuwe inzichten op.

Grote dank ben ik verschuldigd aan alle respondenten of, zoals ze in deze studie worden genoemd, vertellers. Zonder hen was dit onderzoek niet ge-schreven. Zij hebben allen hun best gedaan hun levensgeschiedenissen zo gedetailleerd mogelijk te vertellen. Zij hadden in de regel weinig moeite met mijn rol als onderzoeker, als ik ze tenminste vertelde wie ik was en wat ik onderzocht. Veel levensgeschiedenissen hebben mij tot nadenken gestemd, onder meer doordat ze zoveel vertrouwelijke informatie bevatten. Omdat ik in alle gevallen anonimiteit heb gewaarborgd, is het niet correct hen hier persoonlijk te bedanken.

Mariëtte wil ik speciaal bedanken voor de steun die zij mij gedurende het hele onderzoek heeft gegeven en het blijvende vertrouwen in een goede af-loop. Mariëtte en Gijsbert hebben altijd in mij geloofd en wisten dat ik deze studie moest volbrengen. Het is uitzonderlijk dat er mensen zijn die meer vertrouwen in je hebben dan je in jezelf hebt.

Tenslotte wil ik Anna bedanken. Jij begreep dat ik een doel nastreefde. Avonden, middagen, ochtenden en soms nachten was je alleen omdat ik schreef, las, dacht, transcribeerde, sprak of mailde. Het kwam geregeld voor dat je ’s morgens vroeg boterhammen smeerde en ik - nog in pyjama - je vertelde welke nieuwe ‘vondsten’ mij die nacht uit mijn slaap hadden gehou-den. Je bent een grote steun geweest en hebt me een ongelooflijke dienst bewezen. Ik hoop je die de komende tijd in de vorm liefde en aandacht terug te geven.

Utrecht, Juni 2009 Pam H. Zuurbier

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly

Daarnaast iedereen die aan de website en applicatie van de SUPER studie heeft gewerkt (van mijn oom Jeroen tot aan de medewerkers van de ICT en de CRU), heel erg bedankt voor

Weer terug in Nederland verricht ze haar keuze coschap en aansluitend wetenschappelijke stage op de afdeling Plastische Reconstructieve en Handchirurgie in het Academisch

Results of Initial Claudication Distance in mixed aorto-iliac and femoro-popliteal artery disease per study..

Functional status and quality of life after treatment of peripheral arterial disease..

From  the  qualitative  study  conducted  with  adolescents  attending  an  HIV  outpatient  clinic  and  their  caregivers  we  explored  barriers  and 

In Chapter 6, we have explored the possibility of a physical and functional interaction between CD44 and hepatocyte growth factor/scatter factor (HGF/SF), the ligand of the

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly