• No results found

Gunnen is net gokken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gunnen is net gokken"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Blog: Gunnen is net gokken

Opinie| Laatst gewijzigd:03-12-2014 07:20 | Ingrid Koenen |

Den Haag - Aanbesteden is net een gokspel en de uitkomst willekeurig te

manipuleren, is de stelling van professor Jan Telgen van de Universiteit

Twente tijdens het congres 'Doelmatig aanbesteden anno 2014'.

De gedachte aan een casino is beangstigend en staat op gespannen met het basisidee dat aanbesteden de concurrentie moet bevorderen en dat de beste marktpartij de opdracht krijgt. De economisch meest voordelige inschrijving hoort te winnen, toch? Dat is dus niet

automatisch zo!

De inkoop-expert laat aan de hand van een tal van praktische voorbeelden zien dat met de emvi-weging elke uitkomst mogelijk is. Afhankelijk van de scoringsmethode kan de aanbestedende dienst nummer 1, 2, 3 of juist 4 laten winnen of de volgorde compleet

omdraaien. En nummer 2 wint ook niet automatisch als nummer 1 afhaakt. (Kijk zelf naar de voorbeelden uit zijn presentatie): “We kunnen achteraf iedereen laten winnen. Zelfs als de gewichten zijn gegeven.” De truc is te ‘spelen’ met de krommingscurve van de

gunningsmatrix en dat is op geen enkele manier strafbaar of illegaal.

Toch komt meteen het gevoel van willekeur en vriendjespolitiek boven, maar meestal gebeurt het onbewust, is de stelling van de inkoopprofessor. Misschien is die gedachte nog enger: Aanbestedende diensten weten niet eens hoe ze precies wegen? Telgen ziet veel fouten in gunningsmethoden en zijn boodschap is duidelijk: stop met relatief beoordelen, werk transparant en vooral: wees alert op de gevolgen van je eigen wegingsmethodiek.

Telgen benadrukt dat meestal geen sprake zal zijn van bewuste opzet of omkooppraktijken, maar de gemiddelde Nederlander deelt die mening niet. Maar liefst 64 procent denkt dat sprake is van corruptie rond Nederlandse overheidsopdrachten, blijkt uit de recente

Eurobarometer van de Europese Commissie. Alleen Tsjechië scoort met 69 procent slechter, maar Griekenland (55%), Slovenie (60%), Kroatië (58%) en Italië (55%) hebben een beter imago onder hun eigen inwoners. Tot de beste jongetjes van de klas horen Denemarken (22%), Finland (31%), Ierland (32%), Luxemburg (32%) en Groot-Brittannië (33%). Daar staat tegenover dat Nederland tegelijk in de top 10 staat van minst corrupte landen als het gaat om wereldwijd jaarlijks onderzoek van 'Transparancy International. Een

tegenstrijdige uitkomst, die vooral veel zegt over het imago van de Nederlandse inkoper en het effect van schandalen zoals recent bij de politie en al wat langer geleden door de bouwfraude.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Rubriek (f) valt buiten de samenloop hetzij omdat de toepasselijke rechts- regels betrekking hebben op twee of meer verschillende rechtsverhoudingen 33 – hetzelfde geldt voor

De vijfde categorie wordt gevormd door overmacht bij protesten op straat en confrontaties met de politie. In 1976 werd een verdachte veroordeeld wegens openlijke geweldpleging. Hij

ƒ Naar aanleiding van KPN’s tweewekelijkse meldingen 2 met betrekking tot nieuwe of gewijzigde diensten heeft het college KPN verzocht om hem maandelijks voor de volgende

Aangezien het hier om beperkte opbrengsten gaat voor de gemeente Beuningen, zijn beide leden in eerste instantie weggelaten, maar in de nieuwe verordening weer toegevoegd.. Artikel

2p 12 Zal een daling van de dollarkoers leiden tot een stijging of een daling van de gemiddelde winstmarge in euro’s van Nederlandse exporteurs naar de VS. Verklaar het antwoord

Dit is een ontwikkeling met open einde; het bestuur en raad van commissarissen zullen hierin afwegingen moeten maken wat in het belang is van de onderneming en daarmee wat voor dit

De conclusie is dat de SKZL preparaten voldoen aan de eisen die aan enquêtemonsters gesteld worden, dat externe kwaliteitsprogramma's slechts een deel van de analyseprocedure dekken

In dit hoofdstuk staat de tweede deelvraag centraal: ”Wat zijn de onderliggende theoretische drijfveren van Nederlandse groepen investeerders om te investeren in