• No results found

Braille_Biologie_VMBO_GL-TL_2015_TV1_Aanpassingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Biologie_VMBO_GL-TL_2015_TV1_Aanpassingen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AANPASSINGEN EXAMENS 2015 TIJDVAK 1 VMBO-GL en TL BIOLOGIE

 Uitwerkbijlage vervalt.

 Alle afbeeldingen in de examenopgaven en bijlage zijn vervallen.  Aanpassingen in het correctievoorschrift zijn achterin geplaatst. EXAMENOPGAVEN

titelblad

 Tekst aangepast: Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Bij dit examen hoort een bijlage.

Het verteringsstelsel

 Tekst vervalt: In de afbeelding ... van zo'n darmvlok.  Vraag 1 t/m 4: geen aanpassing.

Sterilisatie

 Tekst vervalt: Er zijn verschillende ... zie je er twee.  Vraag 5: tekst aangepast.

Vraag 5: 1 punt

Welk deel van het voortplantingsstelsel bij een vrouw wordt bij sterilisatie onderbroken?  Vraag 6: tekst aangepast.

Vraag 6: 2 punten

Hieronder staan drie gebeurtenissen in het voortplantingsstelsel van een vrouw. a. bevruchting

b. menstruatie c. ovulatie

Geef voor elke gebeurtenis met ja of nee aan of deze na sterilisatie nog plaatsvindt in het lichaam.

(2)

bevruchting: ... menstruatie: ... ovulatie: ...

Albinisme

 Vraag 7: tekst aangepast Vraag 7: 1 punt

De laag waar zich pigment bevindt, ligt direct onder de hoornlaag in de opperhuid. Hoe heet deze laag van de opperhuid?

 Vraag 8: tekst aangepast. Vraag 8: 1 punt

Iemand met albinisme heeft rode ogen. Dit is het gevolg van het ontbreken van pigment. In welk deel van het oog ontbreekt pigment bij iemand met albinisme?

 Vraag 9: verwijzing naar afbeelding vervalt: (zie de afbeelding) Een waterlelie

 Vraag 10 en 11: geen aanpassing. Bloedziekten

 Verwijzing naar afbeelding vervalt: (zie de afbeelding).  Vraag 12: geen aanpassing.

 Vraag 13: tekst aangepast. Vraag 13: 2 punten

Sikkelcelanemie wordt veroorzaakt door een recessief gen. Iemand met één recessief gen voor deze ziekte wordt een drager genoemd.

Hieronder staan drie genotypes. a. heterozygoot

b. homozygoot dominant c. homozygoot recessief

Geef aan wat het genotype is van iemand die sikkelcelanemie heeft en wat het genotype is van iemand die drager is.

Schrijf je antwoord zó op: iemand met sikkelcelanemie: ... drager: ...

(3)

Bladluizen

 Tekst (laatste zin) vervalt: De resultaten staan in de tabel.  Tabel vervalt.

 Vraag 14: tekst en correctievoorschrift aangepast. Vraag 14: 2 punten

Noem twee biotische factoren die van invloed zijn op de bladluizen.  Vraag 15: geen aanpassing.

Met water afslanken?

 Vraag 16: geen aanpassing. Gaswisseling

 Vraag 17: tekst aangepast. Vraag 17: 1 punt

In welk deel van de longen van de mens vindt gaswisseling tussen de lucht en (slag)aders plaats?

 Vraag 18: tekst aangepast. Vraag 18: 1 punt

Welk bloedvat vervoert bloed vanuit de ademhalingsorganen naar het hart?

Giftige reuzenpadden

 Vraag 19 t/m 21: geen aanpassing. Eiwitten en stikstof

 Vraag 22: tekst en correctievoorschrift aangepast. Vraag 22: 2 punten

Op welke twee manieren kan stikstof in de bodem terecht komen in de vorm van nitraat?  Vraag 23: tekst aangepast.

Vraag 23: 1 punt

Hoe heet het deel van de wortel waarmee een plant mineralen als nitraat opneemt?  Vraag 24: geen aanpassing.

(4)

Tinnitus

 Vraag 25: tekst aangepast. Vraag 25: 1 punt

Mensen met tinnitus 'horen' voortdurend een piepend of suizend geluid dat er in werkelijkheid niet is. Er worden dan impulsen vanuit het oor doorgegeven aan de hersenen, zonder dat de zintuigcellen in het oor geprikkeld zijn door geluid.

Welk deel van het gehoororgaan van de mens geleidt impulsen vanuit het oor naar de hersenen?

A gehoorbeentjes

B halve cirkelvormige kanalen C gehoorzenuw

D buis van Eustachius

 Vraag 26: geen aanpassing. Het syndroom van Down

 Vraag 27 en 28: geen aanpassing.  Vraag 29: tekst aangepast.

Vraag 29: 1 punt

Een afwijkend aantal chromosomen kan worden ontdekt door cellen van een ongeboren baby te onderzoeken.

Een methode is om cellen van een ongeboren baby weg te nemen. Met een naald door de buik- en baarmoederwand wordt vloeistof opgezogen waarin zich zulke cellen bevinden. Hoe heet deze methode?

A echoscopie B vlokkentest

C vruchtwaterpunctie

 Vraag 30: geen aanpassing.

 Vraag 31: verwijzingen naar afbeelding vervallen: (zie de afbeelding) / Dit is in de afbeelding met een pijl aangegeven.

Een bloedgroepbepaling

 Vraag 32: tekst en correctievoorschrift aangepast. Vraag 32: 2 punten

Marijke is in verwachting. Ze laat in de derde maand van de zwangerschap haar bloedgroep bepalen. Daarvoor worden drie druppels van haar bloed op een glaasje

gebracht. Bij elke druppel bloed wordt wat antistof uit een van de drie verschillende flesjes gedruppeld. De flesjes bevatten anti-A, anti-B en anti-resus.

(5)

Uit de bepaling blijkt dat haar bloedgroep B resuspositief is.

Bij welke toegevoegde antistof(fen) treedt er klontering op in de bloeddruppel?

Zalmen en otterpoep

 Vraag 33: tekst aangepast (laatste zin boven afbeelding): Voor het experiment ... (zie de afbeelding).

Voor het experiment gebruiken ze een Y-vormig aquarium. Dit betekent dat de hoofdstroom S zich splitst in twee stromen: een stroom Q en een stroom R.

Ringstaartmaki's

 Tekst en tabel (ethogram) aangepast: In de tabel hieronder ... hun onderzoek maken. Hieronder staat een deel van het ethogram dat de biologen voor hun onderzoek maken. actief gedrag:

- elkaar vlooien: bij elkaar vuiltjes uit de vacht halen

- eten: voedsel in de mond nemen, kauwen en doorslikken - snuffelen: aan een voorwerp of aan de grond ruiken

- vechten: agressief gedrag vertonen tegenover een soortgenoot

- voedsel zoeken: bewegen in een boom op zoek naar bladeren en vruchten - waken: rondkijken in de omgeving

- zich verplaatsen: voortbewegen in bomen of over de grond niet-actief gedrag:

- rusten: het hoofd laten hangen met gesloten ogen - zitten: stil zitten met het hoofd rechtop en de ogen open  Vraag 34: geen aanpassing.

 Vraag 35: tekst aangepast. Vraag 35: 1 punt

De biologen vragen zich af in hoeverre er verschil is in de tijd die de dieren in beide groepen besteden aan niet-actief gedrag. Ze observeren gedurende enkele weken het gedrag van de ringstaartmaki's en houden dit bij in protocollen. Ze maken een tabel van de resultaten.

begin tabel

deel van de tijd besteed aan het gedrag (in procenten) gedrag; gebied 1; gebied 2

eten; 25; 11

voedsel zoeken; 9; 3 rusten; 35; 51

(6)

zitten; 16; 20

zich verplaatsen; 8; 9 overig gedrag; 7; 6 einde tabel

Uit de resultaten kun je een conclusie trekken om antwoord te geven op de onderzoeksvraag van de biologen.

Schrijf deze conclusie op.

 Vraag 36: verwijzing naar tabel vervalt. Vraag 36: 2 punten

Hieronder staan enkele verschillen tussen gebied 1 en gebied 2. enz.

 Vraag 37: tekst en tabel aangepast. Vraag 37: 1 punt

In een groep ringstaartmaki's bestaat een rangorde. Deze rangorde kan afgeleid worden uit dominant en onderdanig gedrag van de dieren.

De biologen noteren van elke ontmoeting tussen twee maki's wat voor gedrag de dieren tegenover elkaar vertonen. Het dier dat dominant gedrag vertoont, noemen ze de winnaar, het andere de verliezer.

Hieronder staan de resultaten van deze waarnemingen bij vier vrouwtjes uit de groep in gebied 1. winnaar Q verliezers: R 0, S 0, T 0 winnaar R verliezers: Q 5, S 0, T 5 winnaar S verliezers: Q 3, R 5, T 10 winnaar T verliezers: Q 7, R 0, S 0

Wat is de rangorde van de vier ringstaartmaki's volgens deze gegevens? Schrijf de letters Q, R, S en T in de juiste volgorde op. Begin bij het meest dominante vrouwtje.

Myxomatose

 Vraag 38: geen aanpassing.  Vraag 39: tekst aangepast.

(7)

Vraag 39: 2 punten

In een laboratorium wordt een onderzoek gedaan met twee groepen konijnen die nooit in aanraking zijn geweest met het myxomatosevirus. In het laboratorium zijn geen

bloedzuigende insecten. De konijnen zitten in aparte hokken en komen niet met elkaar in aanraking.

De konijnen van groep 1 worden ingeënt met het myxomatosevaccin. De konijnen van groep 2 worden niet ingeënt.

Na een dag wordt onderzocht of er myxomatose-antigenen in het lichaam van de konijnen aanwezig zijn. Na tien dagen wordt het bloed van de konijnen onderzocht op de

aanwezigheid van myxomatose-antistoffen.

Geef hieronder met ja of nee aan of deze stoffen zich in het lichaam van de konijnen bevinden.

Konijnen groep 1 (wel ingeënt):

myxomatose-antigenen in het lichaam na één dag? ... myxomatose-antistoffen in het lichaam na tien dagen? ... Konijnen groep 2 (niet ingeënt):

myxomatose-antigenen in het lichaam na één dag? ... myxomatose-antistoffen in het lichaam na tien dagen? ...

Grote namen in de biologie  Vraag 40: tekst aangepast. Vraag 40: 2 punten

In informatie 1 staan enkele lichaamsdelen met namen van personen.

Welk orgaan hoort bij de naam Eustachius en welk bij de naam Henle? Kies uit de organen: alvleesklier, hersenen, nier en oor.

Schrijf je antwoord zó op: Eustachius: ...

Henle: ...

 Vraag 41: geen aanpassing.  Vraag 42: tekst aangepast. Vraag 42: 2 punten

In de informatie staat dat Antoni van Leeuwenhoek de organismen spirogyra en hydra beschreef.

Tot welke groep behoort elk van deze twee organismen? Kies uit de groepen: bacteriën, dieren, planten en schimmels.

Schrijf je antwoord zó op: spirogyra: ...

hydra: ...

 Vraag 43: geen aanpassing.  Vraag 44: tekst aangepast.

(8)

Vraag 44: 1 punt

Pasteur heeft de conserveringsmethode pasteuriseren uitgevonden. Welke van de drie methoden is pasteuriseren?

A verhitten tot maximaal 150 gr C B verhitten tot maximaal 130 gr C C verhitten tot maximaal 70 gr C  Vraag 45 t/m 47: geen aanpassing.

 Vraag 48: tekst en correctievoorschrift aangepast. Vraag 48: 1 punt

Waarom hebben de vinken die Darwin vond een verschillende vorm van snavel?  Vraag 49 en 50: geen aanpassing.

BIJLAGE

 Informatie 1: geen aanpassing.

 Informatie 2: tekst aangepast: Hij maakte van ... van hetzelfde type.

Hij maakte van zijn waarnemingen gedetailleerde tekeningen. Zo maakte hij tekeningen van menselijke cellen met een lange zweepstaart, waarvan cellen met een normale vorm, maar ook cellen met meer dan één kop.

 Informatie 3: geen aanpassing.

 Informatie 4: tekst aangepast: In de afbeelding ... stierven na enige tijd.

Hij zette een experiment op met twee luchtdicht afgesloten bakken. In elke bak bevindt zich een muis met voedsel. Beide bakken zette hij in het zonlicht. Het enige verschil tussen bak 1 en bak 2 is dat hij in bak 1 een plant zette en in bak 2 niet. De muizen in bak 1 bleven leven, die in bak 2 stierven na enige tijd.

 Informatie 5: geen aanpassing.

 Informatie 6: tekst aangepast: Tijdens een lange zeereis ... (zie de afbeelding). Tijdens een lange zeereis bezocht hij de verschillende Galapagos-eilanden bij Zuid-Amerika en ontdekte daar verschillende vinken. Hij zag bij deze vogels veel verschillen in de vorm van de snavel.

(9)

AANPASSINGEN IN CORRECTIEVOORSCHRIFT Bladluizen vraag 14 (maximumscore 2) 1 pt de plant 1 pt schapen Eiwitten en stikstof vraag 22 (maximumscore 2)

1 pt afbraak van eiwitten in dode resten

1 pt bacteriën gebruiken stikstof uit de lucht om nitraten op te bouwen

Een bloedgroepbepaling vraag 32 (maximumscore 2) 1 pt anti-B

1 pt anti-resus

Grote namen in de biologie vraag 48 (maximumscore 1)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

het begin van de negentiende eeuw in de Westerse literatuur werd opgeroepen. 2p 2 Leg aan de hand van De dood van Sardanapalus uit, welk beeld uit de literatuur werd opgeroepen

De hond kon bij deze lagere doses het olieachtige stuitvet altijd aanwijzen, het kaarsvetachtige stuitvet vrijwel nooit. Hoewel de laboratoriumomstandigheden niet identiek zijn

P 13-14: “Major options to reduce cropland requirements and to relieve the social and environmental pressures associated with land use change include: <…> Delinking the

Maar laat de heilige Michael, die de banier draagt, hen voorafgaan op de weg naar het heilig licht, zoals u eertijds aan Abraham en zijn nageslacht heeft beloofd.. En dus stond

Deze unidirectionele veranderingen zijn het ontstaan van de concentrische opbouw van de aarde, de gestage afkoeling van de aarde, de aangroei van continentale massa, de

We brengen voorbeelden van recente ontwikkelingen en experimenten in het recht, in België en in het buitenland, die aangeven dat het recht ook vandaag garant kan zijn

3.1. Semantic Script Theory of Humor 3.2. Cognitieve Taalkunde en humor 3.2.1. Betekenis is conceptualisatie 3.2.2. Exploitatie in humor.. Betekenis is conceptualisatie. c)

Vanuit een situatie van ‘togetherness’ in de wachtende rij voor de voorstelling, vormt zich een participerend publiek dat onderling en met de spelers communiceert.. De