• No results found

Braille_Nederlands_VWO_2010_deel 2 van 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Braille_Nederlands_VWO_2010_deel 2 van 2"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage VWO 2010

Nederlands

tevens oud programma Nederlands

deel 2 van 2

Tekstboekje tijdvak 1

(2)

Inhoud

Tekst 1 2 Tekst 2 5

(3)

Symbolenlijst

/ slash

( ronde haak openen ) ronde haak sluiten & ampersand

(4)

bladzijde 2

Tekst 1

naar: Gustaaf Haan

uit: de Volkskrant, 24 februari 2007

Gustaaf Haan is neerlandicus. Hij is lid van de WBS Werkplaats. Deze werkplaats is bedoeld om nieuwe ideeën voor sociaaldemocratische en progressieve politiek te ontwikkelen.

Maatwerk contra kuddegeest alinea 1

1. Politiek is iets voor mensen met

2. idealen. De Wiardi Beckman Stichting, 3. het wetenschappelijk bureau van de 4. PvdA, was benieuwd naar de idealen 5. van de generatie jonge mensen die nu 6. tussen de twintig en dertig jaar oud zijn, 7. en liet er onderzoek naar verrichten.

alinea 2

8. De uitkomsten van dit onderzoek 9. zijn verrassend. Het lijkt wel of de

10. huidige twintigers zich nergens druk om 11. maken. Ze consumeren en communi-12. ceren erop los, maar organiseren zich 13. nauwelijks en al helemaal niet voor 'de 14. Goede Zaak'. Ze kunnen maar moeilijk 15. begrijpen wat hun ouders tijdens de 16. studentenprotesten van de roerige jaren 17. zestig bezielde en wanneer ze ergens 18. nog een oude sticker met de tekst 19. 'Kernenergie? Nee bedankt!' tegen-20. komen, hebben ze geen idee van het 21. fanatisme dat achter deze protestkreet 22. schuilging. Het idealisme van hun 23. ouders hebben ze, naar het lijkt, niet 24. meegekregen.

alinea 3

25. Dat dit idealisme hun vreemd lijkt te 26. zijn, zou wel eens kunnen komen door-27. dat ze zijn opgegroeid in de zorgeloze 28. jaren '90. Die jaren vormden de kroon 29. op een lange periode waarin de maat-30. schappij met forse stappen vooruitging. 31. In de tweede helft van de vorige eeuw 32. werd de verzorgingsstaat opgebouwd, 33. werden instituties gedemocratiseerd en 34. nam de vrouwenemancipatie een hoge 35. vlucht. De Verenigde Naties werden 36. opgericht, het verschijnsel

37. 'ontwikkelingssamenwerking' kreeg 38. vorm en in 1989 kwam er met de val 39. van de Berlijnse muur een definitief 40. einde aan de Koude Oorlog. De 41. maatschappij leek af. In de jaren '90 42. kreeg je de indruk dat zo ongeveer 43. iedereen een eigen huis bezat, er was 44. genoeg te eten en er was werk, veel 45. werk. Het gemakkelijk verdiende geld 46. werd in het weekend met handen vol 47. weer uitgegeven. Het was de tijd van de 48. houseparty's, de drankfestijnen, van 49. coke en pillen. Natuurlijk gebeurde er 50. wel eens wat in de wereld, maar aan de 51. jongeren die in deze tijd opgroeiden 52. ging dat grotendeels voorbij. De Golf-53. oorlog, de moordaanslag op de Israëli-54. sche premier Rabin en het dodelijke 55. ongeluk van prinses Diana: het waren 56. berichten uit een andere werkelijkheid.

alinea 4

57. Aan dit zorgeloze tijdperk kwam

58. tegen het eind van de jaren '90 plotse-59. ling een eind. Investeerders in internet-60. bedrijven bleken uit te gaan van veel te 61. rooskleurige verwachtingen en nogal 62. wat kleine beleggers verloren in één 63. klap hun kapitaal. De terroristische 64. aanslagen op New York van 9/11 65. zorgden wereldwijd voor een schok-66. effect. In korte tijd maakten de jongeren 67. van toen alsnog kennis met het feno-68. meen 'maatschappelijk vraagstuk'. 69. Fundamentalisme, xenofobie, werk-70. loosheid en politiek getinte moord-71. aanslagen: het nieuws was opeens op 72. de hoek van de straat te vinden en 73. eiste van iedereen, jong of oud, een 74. standpunt.

alinea 5

75. De jonge generatie van, inmiddels, 76. twintigers moest een inhaalslag maken. 77. Maar dat betekende niet dat idealisme 78. meteen haar grootste hobby werd, laat 79. staan het soort idealisme van vorige 80. generaties. Deze twintigers gaan maar 81. voor weinig de straat op en compromis-82. loze wereldverbeteraars zul je er zelden 83. onder aantreffen. Hun houding lijkt 84. ongeïnspireerd, maar misschien gaat

(5)

85. daar wel juist het optimisme achter 86. schuil waarmee ze als jongeren zijn 87. opgegroeid. Juist omdat stabiliteit en 88. overvloed voor hen altijd zo normaal

(6)

bladzijde 3

89. waren, zien ze recessies en conflicten 90. als tijdelijke akkefietjes. Problemen zijn 91. er om op te lossen, niet om er, zoals 92. vorige generaties, vanuit een bepaalde 93. ideologie een leven lang mee bezig te 94. zijn.

alinea 6

95. Heeft het 'klassieke' idealisme dan 96. helemaal afgedaan? Nee, de huidige 97. twintigers zetten zich wel degelijk in om 98. de maatschappij te verbeteren. Maar ze 99. doen dat zonder zich langdurig te

100. binden aan één stroming of instituut. 101. Neem de leegloop van de vakbonden: 102. alleen wie een concreet probleem met 103. zijn werkgever moet oplossen, wordt 104. nog lid. Kranten, omroepen en

105. verenigingen merken allemaal dat de 106. twintigers van nu zich niet meer willen 107. binden: ze leven van proefabonnement 108. naar proefabonnement. Onvoorwaarde-109. lijke saamhorigheid is hun vreemd.

alinea 7

110. Daarmee is het verschijnsel 'groep' 111. nog geen verleden tijd. In zijn boek 112. Kiezen voor de kudde signaleert Menno 113. Hurenkamp het ontstaan van nieuwe 114. maatschappelijke verbanden in

115. zogenaamde 'lichte gemeenschappen'. 116. Lichte gemeenschappen worden

117. gekenmerkt door vormen van sociaal 118. contact met een informeel en tijdelijk 119. karakter, die veelal ad hoc tot stand 120. komen. Ze zijn in de plaats gekomen 121. van organisaties, clubs en verbanden 122. die de deelnemers een alomvattende 123. leefstijl opdringen. De twintigers van nu 124. onderhouden met behulp van Hyves, 125. Skype, msn, e-mail en sms liever een 126. uitgebreid maar flexibel netwerk van 127. losse contacten en worden daarom ook 128. wel de 'netwerkgeneratie' genoemd.

alinea 8

129. Zo groot en diffuus als het

130. adressenbestand van de netwerk-131. generatie is, zo groot en diffuus is ook 132. haar beeld van een 'betere wereld'. In 133. dat beeld is geen plaats voor uit-134. gesproken politieke of ideologische 135. overtuigingen. Vorige generaties

136. koesterden het streven naar een betere 137. wereld nog als een helder, overzichte-138. lijk en alles overkoepelend ideaal. Je 139. kon best demonstreren vóór democratie 140. en vrouwenrechten, en tegelijkertijd 141. tégen woningnood en kernenergie, want 142. je streed altijd voor 'de goede zaak'. 143. Maar de huidige generatie twintigers 144. kan niets met dit containerbegrip. Zij 145. lost de problemen liever één voor één 146. op. Dat is heel begrijpelijk, want de 147. laatste jaren is duidelijk geworden dat 148. sommige idealen - zoals complete 149. vrijheid van meningsuiting en een 150. vreedzame multiculturele samenleving 151. - moeilijk verenigbaar zijn. Voor de 152. twintigers is idealisme geen totaal-153. pakket maar iets persoonlijks. Het is 154. maatwerk.

alinea 9

155. De netwerkgeneratie brengt geen 156. grote groepen meer op de been met 157. een beroep op loyaliteit aan de kudde. 158. Daar is meer voor nodig. Ze verwacht 159. er iets voor terug: een handige werk-160. ervaring, een nieuw netwerk of een 161. goed feest. Ze gaat naar een hip feest 162. Dance4life (Start dancing, Stop aids), 163. vraagt op 3FM plaatjes aan tegen land-164. mijnen en organiseert - zonder enige 165. ironie - een Diner tegen Honger. Vaak 166. leveren dit soort activiteiten meer geld 167. op dan de inzamelacties van officiële 168. instanties en stichtingen.

alinea 10

169. Typerend voor deze groep

170. jongeren is het 'consumerend weldoen'. 171. Als ze een bijdrage kunnen leveren aan 172. de verbetering van de wereld door Max 173. Havelaarkoffie te drinken, zullen ze dat 174. niet laten, maar zij eisen dan wel, 175. terecht, dat die koffie te drinken is. Ook 176. willen ze best milieuvriendelijke kleding 177. kopen, maar daarmee moeten ze er 178. dan wel goed uitzien. Natuurlijk juichen 179. ze toe dat de firma Ben&Jerry's nauw 180. samenwerkt met organisaties die be-181. gaan zijn met het welzijn van natuur, 182. dier en mens, maar het belangrijkste is 183. toch dat ijs van dit merk zo lekker is.

(7)

alinea 11

184. Publicist Evert Nieuwenhuis toonde 185. zich erg enthousiast over dit ver-186. schijnsel, dat hij benoemde als 'Nieuw

(8)

bladzijde 4

187. Idealisme'. Maar niet iedereen heeft 188. zo'n positieve kijk op de manier waarop 189. de huidige twintigers zich inzetten voor 190. het goede doel. Idealisten van de oude 191. stempel wijzen erop dat idealisme méér 192. moet zijn dan een onvergetelijke

193. ervaring die past in de reeks bungee-194. jumpen en backpacken door Australië 195. en wel wat meer moet inhouden dan het 196. eten van een verantwoord ijsje.

197. Idealisme, zo stellen ze, vraagt om 198. persoonlijke offers. Daar zit misschien 199. wat in.

alinea 12

200. Deze kritiek wordt vooral in de 201. hand gewerkt door het feit dat de 202. idealen van de twintigers van nu lang 203. niet zo duidelijk herkenbaar zijn als die 204. van een vorige generatie. Ze worden 205. aan het zicht onttrokken door individu-206. alisme en pragmatisme. Maar is dat 207. erg? Het is toch onzin dat individualis-208. me en pragmatisme per definitie haaks 209. zouden staan op het streven om de 210. wereld te verbeteren? Idealisme kan 211. het heel goed stellen zonder de hanen-212. kam of geitenwollen sokken van de 213. toenmalige wereldverbeteraars.

alinea 13

214. Een voorbeeld van een thema dat, 215. losgeweekt uit een kluwen hoog-216. gestemde idealen, ook de twintigers 217. van nu volop aanspreekt, is het

218. energievraagstuk. Van oudsher was het 219. de milieulobby die het thema 'energie' 220. claimde en inbedde in haar bekende 221. verhaal over de waarde van de natuur 222. en de zorg voor onze planeet. Maar 223. juist doordat het om een georganiseer-224. de beweging ging, bleef het onderwerp 225. buiten het blikveld van degenen die 226. geen zin hebben zich bij wat voor be-227. weging dan ook aan te sluiten. Klimaat-228. verandering is voor de twintigers niet 229. langer een puur 'groen' thema. Wie niet 230. geïnteresseerd is in het beschermen 231. van diersoorten en natuurgebieden, 232. mag zich tóch zorgen maken over het 233. klimaat. Iedereen die geen zonne-234. panelen op zijn dak heeft, mag tóch 235. meedenken over milieuvriendelijke 236. energie. Wie energiebesparing bepleit, 237. hoeft dat niet uitsluitend te doen omdat 238. hij de natuur wil sparen, maar kan ook 239. puur eigenbelang voor ogen hebben.

alinea 14

240. De huidige generatie twintigers 241. staat op een andere manier in de 242. maatschappij dan vorige generaties. 243. Feit is dat er geen massa's krakers, 244. provo's en studenten meer zijn die als 245. één man de barricades opgaan. Maar 246. daarmee zijn de idealen nog niet 247. verdwenen. Zoals sinds de Ipod ieder 248. voor zich bepaalt welke nummers 'Alle 249. Dertien Goed' zijn, zo heeft ieder nu 250. zijn eigen beeld van de goede zaak. 251. Misschien weten de twintigers van nu 252. wel beter hoe de samenleving kan 253. worden verbeterd dan die idealistische 254. kuddedieren van vroeger.

(9)

bladzijde 5

Tekst 2

naar: Beatrijs Ritsema

uit: HP/DeTijd, 16 november 2007

De liefde tot zijn land is ieder aangeboren ... alinea 1

Toen ik een jaar of acht was, legde ik een lijstje aan van 'Nederlandse kampioenen'. Ik herinner me de tevredenheid waarmee ik naar het lijstje keek, met een gevoel van 'wij mogen dan een klein land zijn, onbeduidend zijn wij niet'. Dat ik door chauvinistische sentimenten werd bevangen, is opmerkelijk, want gedurende het grootste deel van mijn jeugd bevond ik me helemaal niet in Nederland, maar in allerlei andere landen, waar mijn vader als geoloog te werk was gesteld. Later woonde ik als volwassene met een eigen gezin ook nog eens vijf jaar tot mijn genoegen in Amerika. Met zo'n

internationale achtergrond lijkt een identiteit als wereldburger, als kosmopoliet, voor de hand te liggen. Toch heb ik me altijd van kinds af aan door en door een Nederlander gevoeld. Ik heb er vreemd genoeg nooit aan getwijfeld welk land het mijne was.

alinea 2

Hoe komt dat eigenlijk? Want in zekere zin is al die nationale trouw op z'n minst bijzonder opmerkelijk te noemen. Vooral in tijden van internationalisering en mondialisering ligt het voor de hand dat burgers zich juist internationaal gaan

organiseren en zich met grotere verbanden gaan identificeren, met grotere verbanden dan die van het eigen land en met de daarbij behorende cultuur. Waarom voelen we ons niet allemaal wereldburgers? Met andere woorden: waarom hechten we nog steeds zoveel waarde aan onze nationale identiteit? Is een zekere nationale trots eigenlijk wel aanvaardbaar?

alinea 3

Behoefte aan saamhorigheid is iets wat we kennen uit onze kindertijd. Sterker nog. Een zekere mate van chauvinisme is voor kinderen de normaalste zaak van de wereld. Trots zijn op je eigen familie, clan, buurt, dorp, stad, land is een van de middelen om je gunstig te onderscheiden van anderen die daar toevallig geen deel van uitmaken. Verbondenheid met de eigen kleine kring hoort bij de natuurlijke orde. Als ouders hun eigen kinderen niet belangrijker vonden dan andermans nageslacht, dan zouden die kinderen weinig kans hebben tot volwassenheid te komen. Verbondenheid komt neer op bevoordeling. Liefde krijgen is een voorkeursbehandeling ondergaan. Van het huiselijk gezin met zijn vanzelfsprekende onderlinge loyaliteiten, scherp afgebakend van andere kerngezinnen, is het een kleine stap naar een groter systeem van

onderlinge solidariteit: een school, een dorp, een streek, een natie.

alinea 4

In dit verband is het opvallend dat het gezin en de nationale staat in grote lijnen werken volgens hetzelfde principe: er is fysieke nabijheid, men geeft elkaar een voorkeursbehandeling ten opzichte van mensen die er niet bij horen en men vormt een front tegen externe bedreigingen. Dat is de waarde, het gevoel en de betekenis tot een gezin te behoren. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor het bezit van een nationale identiteit: bij een land te behoren, de taal te spreken en de cultuur te kennen. Het creëert de mogelijkheid je op nationaal niveau ergens thuis te voelen. In beide gevallen gaat het om een natuurlijke behoefte. Uiteraard is de dichtbijheid en verwantschap tussen landgenoten minder krachtig dan tussen gezinsleden, maar ook tussen landgenoten bestaat zoiets onmiskenbaar, zie alleen al de manier waarop mensen hun landgenoten bejubelen

(10)

bladzijde 6

tijdens internationale sportwedstrijden en naar wie de sportieve voorkeur uitgaat, als men bijvoorbeeld naar de Olympische Spelen kijkt. Op zo'n moment gaat het niet alleen om liefde voor het eigen vaderland, maar ook om gevoelens van trots, om beter, sterker en succesvoller te willen zijn dan de ander. Schuilt daar niet een groot gevaar in?

alinea 5

Vaak schiet de trots door en roept gekoketteer met identiteit alleen maar irritaties op. Iemand is Nederlander of Iraniër, homo, vrouw, boer, zwart, blank, hetero of vegetariër - wat is dat voor kinderachtige reden om trots op te zijn? Schermen met het begrip 'trots' vestigt er de aandacht op dat de club, het land of het volk waartoe jij behoort zich voordelig onderscheidt van mensen die er niet bij horen. Zo'n distinctiedrift heeft iets onuitstaanbaar zelfgenoegzaams.

alinea 6

Hoe dan ook: liefde en trots liggen doorgaans in elkaars verlengde. Toch wordt het één veelal als onschuldig en als nastrevenswaardig gezien, terwijl het andere in beginsel als gevaarlijk en als afkeurenswaardig wordt beschouwd. Trots houdt immers een vergelijking met anderen in. Wie trots is op zijn land, op zijn volk en cultuur vindt zijn eigen land en volk beter dan andere landen. Dit soort gevoelens van superioriteit hebben in de vorm van nazisme, racisme en andere vormen van militant

etnocentrisme in het verleden tot gruwelijk onrecht en tot gigantische slachtpartijen geleid.

alinea 7

Sinds de Tweede Wereldoorlog staat de Westerse ideologie gelukkig in het teken van de universele mensenrechten, waardoor het incorrect is om je nog langer voor te laten staan op een willekeurig aspect als geslacht, ras of geloofsovertuiging. Een veel

sterkere dempende factor voor nationale trots is het individualisme, dat zich de laatste decennia in de Westerse wereld sterk ontwikkeld heeft. In de individualistische

wereldbeschouwing, waarin de mens verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en zijn eigen keuzen maakt, komt niets meer in aanmerking voor zoiets als trots, behalve de eigen prestaties.

alinea 8

Het individualisme gaat voorbij aan heroïsche of anderszins gedenkwaardige figuren uit het verleden, vindt alles wat met genealogie en afkomst te maken heeft onzin en distantieert zich ten slotte ook van trots op prestaties van contemporaine aard. Waarom zou iemand trots zijn op het Nederlands elftal als hij zelf niet heeft mee gevoetbald? Voor de individualist zou het daarom wel handig zijn als trots niet zou figureren in het complex van gevoelens die met identiteit te maken hebben. Want voor de autonome individualist is het eigenlijk niet van belang tot welke nationaliteit hij behoort. Hij houdt zich sowieso het liefst verre van nationale trots, zeker als deze voortkomt uit gevoelens die naar nationalisme rieken.

alinea 9

Ondanks het gevaar van misplaatste superioriteit kan een zekere trots op de eigen nationale identiteit nooit geheel worden uitgebannen. En waarom zou dat ook moeten? Een identiteit is een ander woord voor het lidmaatschap van een groep en dat impliceert uiteraard, dat het wel en wee van je groepsgenoten je ter harte gaat. Dat ze je niet totaal onverschillig laten.

alinea 10

Zelf ben ik bijvoorbeeld best trots op de unieke typisch Nederlandse

Sinterklaastraditie, die volgens mij de Kerstman met straatlengten verslaat. Sinterklaas met zijn surprises en spotdichten is geestiger en inventiever dan die materialist met zijn rendieren.

alinea 11

Het gevoel van een nationale identiteit, van verbondenheid met een land, vloeit, zoals gezegd, voort uit de even noodzakelijke als natuurlijke behoefte érgens bij te horen. Dat

(11)

bladzijde 7

bepaalt ook, dat het zogenaamde wereldburgerschap of kosmopolitisme niet als een reëel alternatief voor het hebben van een nationale identiteit beschouwd kan worden. Waarmee kan de kosmopoliet zich identificeren? Met heel de wereld? Hij voelt zich geen landbewoner maar een wereldbewoner. Maar dat is een buitengewoon

ingewikkelde optie en voor mij in ieder geval een onmogelijkheid. Want de wereld als geheel is te groot en te veelvormig om je mee te identificeren, laat staan om er solidair mee te zijn. De wereldburger zonder wortels, zonder dwarsverbindingen, met een landonafhankelijke identiteit, bestaat niet, want een mens heeft steun nodig van gelijkgezinden en die vind je alleen als je je committeert, oftewel als je een identiteit kiest, dan wel aanvaardt.

alinea 12

De nationaliteit is de grootste entiteit waar een mens nog identiteit aan kan ontlenen. Vergroot je de schaal nog verder, dan kom je in EU-regionen terecht, een

gemeenschap die de inwonenden niets zegt en waarover zij onverschillig hun

schouders ophalen. Of je komt terecht in een nog grotere en nog meer diffuse sector als de Westerse wereld tegenover ... ? Het Oosten? De derde wereld? Te vaag allemaal.

alinea 13

Een nationale identiteit wil ook zeggen: die hoort er wel bij en die niet. Dat is een wezenlijk element maar mag niet een al te dwingend karakter krijgen. Bij al te

dwingende kaders worden individuen uit naam van de nationale identiteit monddood gemaakt, buitengesloten of onderdrukt. Niettemin, mensen die een identiteit delen, delen een belang. Dus zijn ze geneigd tot onderlinge loyaliteit en zullen ze voor elkaar opkomen. Dat geldt voor families, dorpen, buurten, sportverenigingen, vakbonden, beroepsverenigingen, maar ook voor landen.

alinea 14

Een nationaliteit is overzichtelijk, handzaam en betekenisvol. Het ene land is echt anders dan het andere; dat merk je al als je de grens naar België overschrijdt. Veel dingen zijn elders leuker en beter dan in Nederland - ik zal het niet ontkennen. Maar het voordeel van Nederland voor mij is wel dat men er Nederlands spreekt (handig, want dat is toevallig ook mijn eerste taal) en dat alles bekend, vertrouwd en

voorspelbaar is. Mensen houden van het bekende en zijn trots op waar ze van houden. Dat is een krachtig en natuurlijk psychologisch mechanisme, waar niks mis mee is.

De teksten die voor dit examen gebruikt zijn, zijn bewerkt om ze geschikt te maken voor het examen. Dit is gebeurd met respect voor de opvattingen van de auteur(s). Wie kennis wil nemen van de oorspronkelijke tekst(en), raadplege de vermelde bronnen.

Het College voor Examens is verantwoordelijk voor vorm en inhoud van dit examen.

Einde

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 6: 1939, onder f, sub 2, BW: producten tegen een bepaalde prijs aanbieden maar deze producten vervolgens niet binnen een redelijke termijn leveren;4. Artikel 6: 193c,

Op zo’n moment gaat het niet alleen om liefde voor het eigen vaderland, maar ook om gevoelens van trots, om beter, sterker en succesvoller te willen zijn dan de ander..

Op zich blokkeren standaardcontrac- ten – wij denken in het bijzonder aan de UAVgc 2005 – niet het maken van specifie- ke afspraken die veel meer op het hier- voor

Als dit waar zou zijn, dan zouden we al- leen door die columns niet te schrijven, die films niet uit te zenden en die schilderijen niet te maken, het terrorismeprobleem of

Het open access model staat voor het gratis aan het publiek ter beschikking stellen van door wetenschappers gecreëerde content, dus niet (enkel) achter een.. betaalmuur van

tot principiële probleemstelling komt, daar openbaren zich onmiddellijk tegenstellingen, die de partij in haar huidige fase noodwen- dig naast elkaar moet laten

Het merendeel van de huisartsen is niet opgeleid om een psychiatrisch oordeel te kunnen vellen en het merendeel voelt zich ook niet competent maar vooral ook niet verantwoordelijk

Keywords: Historical context value; Restoration of dignity; Exhumation; Reinterment; Human skeletal remains; National Heritage Resources Act; JAL Montgomery; CS Dickinson;