• No results found

Bewaring van spruiten aan de stam en geplukte spruiten in vergelijking met te velde staande spruiten : periode 1979/1980

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bewaring van spruiten aan de stam en geplukte spruiten in vergelijking met te velde staande spruiten : periode 1979/1980"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

S P R E N G E R I N S T I T U U T Haagsteeg 6, 6708 PM Wageningen

Tel.: O837O-I9OI3

(pubtihatie uitsluitend met

toestemming van de directeur)

RAPPORT NO. 2131

A.C.R. van Schaîk en N.J. Snoek (P.A.G.V.)

BEWARING VAN SPRUITEN AAN DE STAM EN GEPLUKTE SPRUITEN IN VERGELIJKING MET TE VELDE STAANDE SPRUITEN

PERIODE 1979/1980

Uitgebracht aan de directeur van het Sprenger Instituut Project no. 78

(2)

- 1

Inleiding

Bij éénmalige oogst van spruitkool is oogsten na de jaarwisseling een riskante zaak. Bij invallende vorst kan vrijwel niet meer worden geoogst terwijl de kwa­ liteitsachteruitgang als gevolg van deze vorst vrij groot kan zijn (seizoen 1978-19791).

Bij open winterweer kan eventueel bijv. eind februari worden geoogst maar ook dan kunnen de opbrengst verliezen nogal oplopen.

In het kader van het zoeken naar bewaarmethoden met minder risico werden ge­ durende twee siezoenen proefsgewïjze "spruiten aan de stam" bewaard in de koel­ cel bij diverse bewaartemperaturen. De stammen werden in de maand december in de koelcel gebracht, met als doel een beter kwaliteitsbehoud te verkrijgen in vergelijking met het te velde staand gewas en zodoende de oogstmogelijkheden tijdens en na de winter te vergroten.

Uit deze proeven bleek dat bij een bewaartemperatuur van -1°C de kwaliteit goed bleef, zelfs na 10 weken bewaring. In dezelfde periode ging de kwaliteit van de spruiten op het veld aanzienlijk achteruit.

De keerzijde van de medaille is dat bij open winterweer te velde nog een behoor­ lijke opbrengsttoename kan optreden.

Omdat bewaring aan de stam een dure bewaarmethode is (ruimteverlies) werd in de navolgende proef deze bewaarmethode vergeleken met bewaring van reeds geplukte spruiten, die mechanisch en met de hand geoogst waren.

Een ander probleem in de bewaring bij temperaturen beneden het vriespunt is de handhaving van een hoge relatieve luchtvochtigheid.

Bevochtiging tijdens de bewaring, wat bij deze lage temperatuur het vormen van een ijslaagje op het produkt betekent, was vorig seizoen een succesvolle methode. Bij alle oogst- en opslagmethoden werd dit aspect in de proefopzet betrokken. De proef werd uitgevoerd in samenwerking met het P.A.G.V. te Alkmaar.

Proefopzet

Q°9t!:I-ÊQ_2B5i§90f:£hoden : a. bewaring aan de stam;

b. bewaring machinaal/geplukte spruiten (los); c. bewaring hand geplukte spruiten (los); d. veldgewas.

(3)

2

-Qßsiagconcü t[es•

a. bevochtiging tijdens bewaring (ijslaagje); b. geen bevochtiging (r.v. +95%).

Alle bewaarde objecten werden opgeslagen bij een temperatuur van -1°C.

BeoordeUngstrjdstlggen; - bij inzet, 20 december; - na 4 weken, 18 januari; - na 6 weken, 1 februari; - na 8 weken, 15 februari; - na 11 weken, 7 maart.

Hoevee[he[d_en_groefmater[aa[

Op ieder beoordelingstijdstip werden van elk object telkens + 100 stammen c.q. + 50 kg spruiten in de beoordeling betrokken.

Hierdoor werd de totale hoeveelheid proefmateriaal voor:

a. bewaring aan de stam - 2 bevocht, x 4 tijdstippen x 100 stuks = 800 stammen b. veldgewas - 5 tijdstippen x 100 stuks = 500 stammen

Het proefmateriaal werd betrokken uit een praktijkperceel van J. Groenewegen te Oostvoorne. Het ras was Rampart, geteeld bij een plantafstand van + 70x50 cm. Dit was een opbrengstniveau van + 17,5 ton per ha.

Werkwijze

Op 19 december werden de stammen bedoeld voor de bewaring op het veld ontbla­ derd en afgehakt. Het vervoer naar het S.l. vond plaats in palletkisten. De te plukken spruiten werden op het land machinaal c.q. met de hand geoogst. Na het plukken is de afval op een rollenbaan uitgelezen en zijn de spruiten

in plastic vei 1 ingbakken à 20 kg naar het S.K vervoerd.

Zowel de stammen als de geplukte spruiten werden in dezelfde koelcel opge­ slagen. De inzet vond plaats op 20 december.

- 1300 stammen.

400 kg

400 kg 800 kg.

(4)

3

-Bij het oogsten werd aan de hand van 1000 stammen de opbrengst- en sorterings­ verhouding op dat moment vastgesteld. Dit was belangrijk in verband met de latere opbrengstbepaling van de veldspruiten en de verliezen in de bewaring. Gedurende de bewaring in de koelcel werden de daarvoor bestemde spruiten en spruitestammen driemaal per week goed natgemaakt met water van _+ 0°C. Dit re­ sulteerde op den duur in een ïjslaagje op de pruiten. Voor dat een beoordeling plaatsvond, werden de spruiten 3 dagen bij een hogere temperatuur Ct°C) gezet om langzaam te kunnen ontdooien. Hierna werden ze naar het P.A.G.V. te Alkmaar gebracht voor lezen, sorteren en beoordelen, tegelijkertijd met een gedeelte van het te velde staand gewas.

Beoorde 1ing

De beoordeling van de spruiten werd in hoofdzaak uitgevoerd op en door het P.A.G.V. te Alkmaar.

De bewaarde stammen en het veldgewas werden telkens machinaal geplukt. Alle spruiten werden daarna beoordeeld op de navolgende criteria: a. de opbrengst (bruto/netto);

b. sprteromgsverjpidomg (netto);

c. spruitkwaliteit (kleur, stevigheid en algemene indruk); c. incidentele smaakkeuringen.

De spruitkwaliteit is in -e-en cijfer weergegeven : 8 = zeer goede kwaliteit;

6 = nog niet exportwaardig; k = matige kwaliteit;

2 = zeer slechte kwaliteit.

Na elk beoordelingstijdstip is iedere afzonderlijke partij spruiten op de Groenteveiling Alkmaar aangevoerd, zodat per partij een indicatie voor de keuringskwaliteit en de handelswaarde (vei 1ingprijs) werd verkregen.

De voornaamste opzet was een indee te krijgen hoe de handel reageerde op de geplukte bewaarde spruiten, waarvan de verwachting bestond dat de breukvlakken snel zouden verkleuren, waardoor spruiten er "oud" zouden gaan uitzien.

Resultaten

Alle beoordelingsresultaten zijn op bladzijde en vermeld in de bijlagen. De voornaamste resultaten zijn samengevat in de navolgende tabellen.

(5)

1 v_ •*. Ü> 0) f— LJ *+- -KM (TD — 00 v£> vO LA LA r^s r*-. CA OO OO oo oo 2 0) ... J* +J O cn

,

CM CA 1 ! 1 1 1 1 c O "O 3 O -C *— CM 00 CA VO T— O MD *— -d* \o f— CM i_ ÛÛ CM -d* CA Lf\ -d* r— *—» *— T— CM r— 0) c > a> O) «M cx> c C <D . -d- T— O o

<Fi

LA O cn CO — o < r-> LA LA -d- LA OO 00 OO h- r^H oo *- O 0)

Lm

4-> DL c... u. <D o c LA vO LA CA -sr o OO

<T\

LA vO LA MD CL OÎ — Q »— CM

CL

+J

if)

"O 0) •—* »— •— 0)

•Li

•M 3 <D l/> l/>

CT

4-) U O C <0 c o oo

r—

CM CM CM v£) LA 00 r~— -3* cn -d" C 0) -O 0) o O r— CM O 00 OO 00 LA <n cn 00 oo O — L. *— r— t— f— <D O — -Q i- <u Ou -O CL > O L-0 O 0) -D

Li

O vo r-- -3" 00 CT\

\0

O O O 00 o LA CA -d" +-> CM cn vO CA *— -d" CA VO vO o LA CM d>

\o

vO vO vO IA LA LA c*> LA VO LA LA Q. 4-» c O c co t/ï f— m Q. r—• 2 c- o vO ' 1— LA CM LA *— cn CA v£> CM cn 0) — u > IA vO CA CM CM CM O) <D <4- CM -o +J o. fD •— <D cn <U <D o> c > •— C fl) L. 0) E O C: 0) E +j VO OA LA CA r* CA -3- CM -d* O a> +-» X) (0 3 <M OA LA LA CM vO CA OO 00 T— sO LA »— Q. s- L. vO r^. r»- 00 00 LA LA LA CA LA vO LA LA ~ O ü> E fD fD u to to •M en c * — c 0) <D O O -3* 00 erv O -3" OO cn O -d" 00 <n "O Cl) O) CA -3* LA r-> CA

•zr

LA r^S CA -d" LA R^. "O

(0

<0 c L. c T3

ro

O co O 0) CD _Q Ê c 3 • •— Q) 4-> u </) 1 <0 f0 u u *D CM 2 0> O </) •— T— CM CM CA T— CM CM CA r~> CM CM N CA aj > O O) S \ X \ \ \ N \ N \ N CM _Q • — 1 D c cn 00 T— LA r-N OO LA 00 LA r-~ "O X) •—

t—

r—

r-~ r— r~ 3

r—

O) c — C 0> C fD Q. 0) ~O > —N "U •— c (U A> F— O TD "O 0) L. O) CJ> C c V. (0 cn A3 0) CL O RO O A3 (S) O A3 <u O) L. O> 0J • 5 C "O 3 ~ C C. 3 ~ *— +J Q> -O 4-> ü> u L. <u a> XJ z rü E fD E <u •—> N 1— 2 fD 2 fD -Q fD X) c a> •M a>

Li

O •— > _Q U) _Q

\n

1—

\n

(6)

1 L. — </> d) «M M- HN HN -N HN HM -LOI <T5 — •—

ï

oo \o LA LA -d" LA -3" LA -d" LA LA

\D

LA LA LA LA -d-5 <l) • — ^ «M U O) —> C — 1 1 1 1 1 1 1 1 1 CM 1 c 4J O d> -o L-+J 3 f0 0 û-3 XT L. L. Q) CM 00 LA 00 O CA O o^ «— oo O CM en r-»* -d-OL d) 4-i CM r— *— CM CM *— *— r— r— T— CA CM CM > -ï CM d) en <d CD a> •M c E -d" vO o -d" CA -d* -3" sO -cr -d* t— vO vO 00 CM (D < OO 00 r^ r-* r^. r^- oo OO vO

\D

r-x a> A i- en U O +-» fO d) u d) i- ru -d- vD LA LA vO -d- vO -3* LA vO LA

r^> LA CA CA •d-O O — o <0 0) <0 ru c 0) • —

JZ

(D •M

o

3 d) </> (D -M U en CA -d- r*-* 00 LA CM r*. CA \0 r-" MD OO O CA 00 00 Ê C FLJ c •k •k * * •t «t •k * •» #k a) X) d) o vO -d* r- CM en 00 oo CA vO LA CM LA r^. LA LA C o — u o en en OO CA en

<j>

en en en en 00 o^ <n

<T\

(i) o — _Q r— CA L. 0) Q_ ex > O "O C (D _C D* oo VD LA CA LA oo CA R-. oo CM o RV CM CM 1 <5s° •t « •t •» •t * M M •t * •k •» * C •M «— o CM O

\D

T"- t— -d* r— CM -d* -d" 03 — fD C CM

\D

> 3 > C (U Q_ 1 CL <ƒ> •M (/> 4-> x: a) V) o — CT» o 00 <Tv CA r— 00 o "O »— •t «V •* M •w «k •* •* •—1 S J- CM -d" LA

<T\

O o O o CM CA LA o O O o o <U <1) C t—• 4-»

U)

> 0) (/) i_ C 4-» <u a) d) O O OO

<T\

o -3" oo en O -d" OO en o -d- 00 en > o N CA -0" LA f^ CA -d* LA CA -d- LA r-. CA -d" LA r^. • — OJ fD C T3 T3 C •— a. o c d> CM a) 13 r— t— CM N CM \ CA CM \ S CM CA CM CM CA CM CM CA 4-J E u S \ N CM CM \ S S CM \ S CM \ N S \ S N \ s <TJ 3 O en

<T\

GO LA oo T— LA R^ 00

j—

LA OO LA R-v •J-» u o c > r— r— 'T— r— <U O) "D XJ </> a> u >-N </) O) O) o J—^ «—»* c 0 •M CD • — u nj 0 S en "O c o 4-> 0) c "w" s-/ u ÏÜ -o "D C u *— Nw* 0 d> 3 3 o "O

—m

•M «M a> U O. Q_ o 3 3 O d> Z ; z d>

Zm

•— ~ z Z- Z

Z

z • • d) a. Q-CM X) <0 ro d) d) •M C c

Ui

O R— O •M 0) d) d) x: x: T3 x> N u Ü C c X) C RU

<D

<D tu h- 0 E E -C x:

(7)

6

-Tabel 3: Gemaakte vei1ingprijzen per kg van spruiten afkomstig van veldgewas en vanaf 19/12 aan de stam en los bewaard

object

A-sortering B-sortering

object

18/1 2/1 15/2 7/3 18/1 2/1 15/2 7/3

veldgewas 1,36 1,21 1,00 1,65 1,11 0,80 0,35 0,47 bewaring a/d stam (droog) 1,36 1,36 1,02 0,77 1,11 0,7** 0,38 -bewaring a/d stam (nat) 1,36 1,35 1,02 1,61 1,11 0,74 0,38 -bewaring los (droog) 1,22 1,05 0,82 0,55 1,01 0,76 0,35 -bewaring los (nat) 1 ,22 1,05 0,82 0,53 1,01 0,76 0,35

(8)

7 -Fi g. 1 t/m *4. inzet bewaarperiode 1000 g/plant 800 -600 400 200 fig 3

- aan de stam „nat"

OLL 20/ 18, 1/ 15/ 7/ '12 V '1 1/ '2 IJ/ '2 // '3 r g/plant nat s. droog netto opbrengst van de drie bewaarmethoden 20/ '12 inzet 18 1/ 15, V-, bewaarperiode

(9)

Smaakkeur ingen

Op twee tijdstippen ni. op 18 februari en 10 maart werd een smaakkeuring uit­ gevoerd. Dit was na respectievelijk 60 en 80 dagen bewaring.

De keuring was "open", d.w.z. dat een panel van +5 personen in overleg vast­ stelde hoe de smaak, kleur en consistentie na het koken was.

Tabel 4: Uitkomsten "open" smaakkeuring op twee tijdstippen

behandeling tijdstip

beoordeling kleur smaak

cons's- , tentie

bewaring a/d stam (droog) 18/2 goede kleur iets wrang

nog aanvaardbaar

vrij hard

bewaring a/d stam (nat) 18/2 olijf groen iets wrang

nog aanvaardbaar

goed

m

nogal w zacht

veldgewas 18/2 1 ich te kleur flauw

nog aanvaardbaar

goed

m

nogal w zacht

bewaring (droog) 10/3 olijf groen rede 1i jk goed iets

stroef, aanvaard­ baar

bewaring (nat) 10/3 olijf bruin iets wrang

nog aanvaardbaar iets stroef, aanvaard­ baar

veldgewas 10/3 1ichte kleur flauw, vlak

niet lekker

zacht

Bespreking resultaten

§§w§CLQ9_MÜ_de_stam_en_ve1^gewas - Opbrengst en sorteringsverhouding.

De spruiten die op het land zijn blijven staan, hebben tijdens de proefpe­ riode (half december - half maart) een behoorlijke vorstperiode meegemaakt. Deze vorstperiode kwam voor in de maand januari en duurde ongeveer 10 dagen met als laagste temperatuur ongeveer -8oc (Klaaswaal). Daardoor kan deze winter gekenschetst worden als een vrij normale Hollandse winter, die weinig afweek van het normale klimaat ïr deze tijdsperiode.

Uit tabel 1 en figuur 1 valt af te leiden dat de doorgroei van de spruiten op het land nog behoorlijk is geweest. Gemeten vanaf de inzetdatum was de

(10)

doorgroei tot de laatste beoordeling meer dan 200 gram per plant (bruto waarden). Het netto overschot hiervan ligt aanzienlijk lager. Begin maart was de winst van doorgroei weer teniet gedaan door uitval.

Ook de sorteringsverhouding geeft een verschuiving te zien. Kwamen bij de inzetbeoordeling nog 75% A-spruiten voor op de andere beoordelingstijd­ stippen was er een belangrijke verschuiving naar meer B-spruiten. In febru­ ari behoorde bijna 50% tot de B-sortering.

Bij de bewaring aan de stam (nat) bleef de sorteringsverhouding constant. Wel was bij de "nat" bewaarde na 8 weken de netto-opbrengst ca. 10% lager dan de "inzet". Bij de "droog" bewaarde werd de opbrengstderving door vrucht verlies nog groter. In maart leidde dit zelfs tot slappe spruiten en daar­ door een fijnere sorteringsverhouding.

Kwa1i te i t.

Bij de inzet op 20 december hadden de spruiten een zeer goede kwaliteit. Bij de eerste beoordeling op 18 januari was dit bij de veldspruiten al aan­ zienlijk terug gelopen (kwaliteîtscijfer 6i). De kwaliteitsachteruitgang was voornamelijk te wijten aan slijtage op de kop van de spruit (wit). Op de beoordelingsdata 15 februari en 7 maart waren de spruiten niet meer ex­ portwaard ig.

De hoeveelheden afval waren op de respectievelijke data ook aanzienlijk nl. 95 en 212 gram per plant. Inwendige schade (bok) werd niet geconstateerd. De "droog" aan de stam bewaarde spruiten bleven tot en met 15 februari (8 weken) kwalitatief goed, daarna trad in sneltempo verdroging op.

De "nat" aan de stam bewaarde spruiten bleven gedurende de hele periode uit­ stekend van kwaliteit.

Tot en met het laatste beoordelingstijdstip (11 weken) bleef het kwaliteits­ ci jfer een 8, terwijl de hoeveelheden afval minimaal bleven (tabel 1 en fi­ guur 3) .

In acht moet worden genomen dat vooral de aan de stam bewaarde spruiten twee maal over een vrij grote afstand (Oostvoorne-Wageningen en Wageningen-Alk­ maar) vervoerd zijn. Eventuele transportschade zou denkbaar kunnen zijn. Voor de veldspruiten geldt dft fn mindere mate.

Smaak.

Door de beperkte opzet van beide smaakkeuringen moeten de resultaten ook met de nodige omzichtigheid behandeld worden. Maar enkele tendensen kunnen wel waargenomen worden.

De smaak van de "veldspruiten" wordt als flauw ervaren en de consistentie te zacht, maar nog wel aanvaardbaar.

(11)

1 0

-De bewaarde spruiten werden ook steeds als aanvaardbaar beoordeeld. Wel was opvallend dat de smaak bijna steeds werd gekenschetst als iets wrang, terwijl de consistentie wat stroef werd bevonden.

Verschil tussen "droge" en "natte" bewaring kon niet worden aangetoond.

§®warLIS_van_3eglukte_sgrmten

- Bewaring bevochtigde en niet bevochtigde spruiten.

In tabel 2 en tabel 5, waar de uitkomsten van de proef vermeld staan, is duidelijk dat bij de droge bewaring de gewichtsverliezen in de proefperiode duidelijk toenemen (tot 10% bij de beoordeling op 7 maart).

Bij de bevochtigde spruiten was geen sprake van gewichtsverlies. Deze sprui­ ten behielden tijdens de proefperiode hun stevigheid, terwijl de "droge" spruiten al vrij snel slap werden.

De hoeveelheden afval was bij beide systemen gering. Pas in maart werd het meer dan enkele procenten.

Tabel 5: Gemiddelde beoordelingsuitkomsten van bevochtigde en niet bevoch­ tigde geplukte spruiten over alle vier beoordelingsdata

gewi chtsver-1ies in %% ui tva 1

%%

goede sprui ten %% kwali tei ts­ ci jfer bevochtigd 0,0 2,8 97,2 *.7 niet bevochtigd 5,5 2,7 91 ,9 5,2

Niet in de tabellen opgenomen is wanneer en in welke mate de zwartverkleu-ring van de voetjes begon op te treden.

Bij een tussentijdse controle bleek al na 17 dagen dat de zwartverkleuring begon op te treden zowel bij de bevochtigde als bij de niet bevochtigde. Bij de eerste beoordeling op 18 januari is het kwaliteitscijfer al duide­

lijk onvoldoende. Dit moet voornamelijk worden toegeschreven aan deze zwart­ verkleuring.

Bevochtiging tijdens de bewaring biedt voor dit probleem geen oplossing. De indruk bestond zelfs dat bij de bevochtigde spruiten smetvorming op de breukvlakken ontstond met alle gevolgen van dien. Dat de handel negatief reageert op deze spruiten is af te lezen uit tabel 3. De geplukte spruiten worden telkens minder gewaardeerd dan de aan de stam bewaarde. Verder bleven deze spruiten tijdens de gehele periode in redelijk goede conditie, behou­ dens dan wat mindere stevigheid bij de niet bevochtigde spruiten.

(12)

1 1

-- Bewaring machinaal en handgeplukte spruiten.

Door de iets andere behandeling van de machinaal geoogste spruiten zou de kwaliteit en de houdbaarheid van deze spruiten wat kunnen verminderen.

Tabel 6: Gemiddelde beoordelingsuitkomsten van machinaal en handgeoogste spruiten over alle vier beoordelingsdata

gewi chtsver-1ies in %% ui tval %% goede spruiten

%%

kwali te i ts-cijfer machinaal geoogst 2,8 2,8 9 M M hand geoogst 2,6 2,7 9*», 7 5,0

Zoals uit tabel 2 en uit de weergegeven gemiddelden in tabel 6 blijkt, is er geen verschil tussen beide oogstsystemen geconstateerd in deze proef. Of dit onder alle omstandigheden opgaat is natuurlijk de vraag. In acht moet worden genomen dat dit een éénmalige constatering is op grond van één goed afgestelde machine en verder één ras en één herkomst.

Samenvatting en conclusies

Spruiten aan de stam en geplukte spruiten werden vanaf 19 december opgesla­ gen in een koelcel teneinde:

a. het vorstrisico te beperken;

b. tijdens vorst toch te kunnen plukken en aanvoeren; c. eventueel het oogstseizoen te verlengen.

De bewaarde spruiten werden steeds vergeleken met het nog te velde staand ge­ was. Bewaard is met en zonder vochttoevoeging.

De geplukte spruiten werden deels met de hand geplukt en deels machinaal ge­ oogst.

De spruiten werden half december ingezet en werden k, 6, 8 en 11 weken erna uitgeslagen en beoordeeld, op de bruto en netto opbrengst, sorteringsverhouding, kwaliteit en smaak.

Conclus[es

- Het opbrengstniveau van de op het veld overwinterde spruiten bleef in de winter flink toenemen (lot 2 O'-fc ) . Pas In m.iart werd hel afv<il zoveel dat de netto-opbrengst weer op het decemberpeil zat. Tijdens strengere winters zal dit resultaat negatiever zijn.

(13)

1 2

-- Bij de veldspruiten was de tendens aanwezig dat de sorteringsverhouding verschoog naar grotere spruiten, terwijl de kwaliteit na 8 weken "veld-bewaring" onvoldoende was geworden.

- De kwaliteit van de spruiten aan de stam die tijdens de opslag regelmatig bevochtigd werden, bleef gedurende de gehele bewaarperiode tot en met be­ gin maart op een zeer goed niveau, duidelijk beter dan de veldspruiten. - De niet bevochtigde spruiten aan de stam handhaafden een goed kwaliteits­

niveau gedurende 8 weken bewaring, hierna ging dit zeer snel achteruit (i ndrog ing).

- Bij de geplukte spruiten had bevochtiging geen invloed op het zwart worden van de breuk- of snijvlakken. Bij de eerste beoordeling na vier weken was de kwaliteit al onvoldoende als gevolg van deze "zwartverkleuring".

- De zwartverkleuring van de voetjes had een aanzienlijk lagere veilingprijs tot gevolg.

- In deze proef werd geen verschil geconstateerd in de bewaarbaarheid tussen mechanisch en hand geoogste spruiten.

- Met de beperkte smaakkeuring werden geen grote afwijkingen gevonden. De veld­ spruiten werden o.h.a. als flauw en vrij zacht beoordeeld, terwijl de be­ waarde spruiten (aan de stam en los) een hardere consistentie hadden en een

iets wrange smaak die echter niet onaanvaardbaar was.

Nawoord

De in vorige seizoenen opgedane ervaringen zijn dit seizoen wederom bevestigd. Met bewar'ng van spruiten aan de stam in de koelcel bij -1°C die regelmatig

bevochtigd werden, blijft het kwaliteitsniveau duidelijk beter dan bij over­ wintering te velde. Ook wordt het vorstrisico vermeden en de mogelijkheden om

tijdens vorst en in de nadagen van het seizoen te kunnen plukken vergroot,.

Met bewaring van geplukte spruiten kan dit zelfde resultaat niet worden bereikt. Of de meerkosten van de "bewaring aan de stam" opwegen tegen het verbeterde kwaliteitsniveau is een moeilijk te beantwoorden vraag. Dit zou een grondige economische analyse vergen„

Wageningen, 8 juli 1980 ACRvS/NJS/AvH

(14)

1 O

s

S

«H

m

to •* 49 • «H • ÉT O «H U S ï î 6 S

z

* u

s> &

?

jy 5 I S*

t

O » h 8.

H

!

i O « 1 -5 5 •rt 1 $ ! l ï i i h P h • © 4* « u 4» O *4 0» M ! 0 4» S? E " • « • *2 8-2 •° i 9 5p 5 1 O. M 3 f I I 3 S ° a s 4» 1- O •H V • » 4» «H i- m rH O H 1

M

• 1 O • -4 4* •o £ I I I S 'S Ü s §

*o

«k 1 ' 5J

I

4» 4* H S 4» 4»

I

3 £ i

t

s .M s

u

s i e .o •o *o U s s ï ï » ï ? S s * s : s ! Vt o TJ 8> a o, +» a, •» * S * § •> • • • 3 " h 4» • • I g e s - 3 4» •> i - 1 «t • t s *° S 3? 9 E g 3 *

§£?

8 * 33 » • • «

%

ï . •tf ? I

A

• •H

8

«

1,11 80 0,35 c-««• » e r- o £ et. « » R 1,11 0,74 0,38 1,01 0,76 0,35 1 f" Nfi iA ^ o «n ^ «k «k «k «k o o o r- O T- VO o e^ «k * 0,35 r-'vo o' ' o ^

C>-*

M r» <r-CM 8^ IA VO «k «k O «k - S: •k «k «k r- •-> <r-vo r-S3 $8 •t «k «k *- T- O G CM IA CM O CM o CO N «k «k «k «k o o CM IA CM O » «k r- r- S^ît cT cT r? o a S

.^

n H H M M M M H S H 1 H H H • SHH 1 B B M H BB W w 1 B B S 1 B B W M H B H M M B H H B w w w w >(»-• W W W £ w « W W w w w w M W W «J OV O 00 CM ^ M ON ON o o o o en 1-CM «k «k *-en 00 o IA O r- O o O O flO IA NO u> IA t- en 1 CD C0 00 HN HT«

IA IA IA HN kA^r IA^ HNHN •fw lA ^ VO (A lA kAlA T

« NO •k NO VP c*- ov «* £ €0 ON C"\ vo vo if lA IA IA <N && NO O IA CM co o IA NO iA IA IA en t» s e s • e « c 4» • • * 8 S 4* • • « * «

O cT cT cT cT o" cT O" O" O O O* O Ö a d Ö

1 vo 1-«k « LA VO LA OS CM «k CM IA lA •k « r» ^ ON IA O CM «k «k vo r r O N «k «k «k «k CM ON IA O O T-^ «-«k «k «k ««f T m co o o o «r •k «k «k «k NO o vo 00 CTCT R- IA «k «k O CM IA CM ON IA O r- t- CM •k «k «k «k NO 04 VO e-»» f « ' •» C"- ON >o vo 00 VO F* OV «k CN VO VO O «k « «- "*r LA IA o *• •k «k m r-LA "T CO O IA T" * «k «k •» NO 00 IA ON IA (A IA ^ 00 c*«- vo ON T- O * ^ ON en 00 * «k «k «k ON CM en en IA IA * M" IA CM 00 «k «k o IA IA O «k «k O T-T IA vo en co IA r t « 00 lAt * * ' en c*. « « 1- o ir\ CM * A 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 « 1 1 1 I I 1 1 « en f-CM O 00 NO «M CM O T— CM «k ON CM \0 VO LA IA *» en <n o O ^ IA ON 00 «k «k «k « ON T- IA O R» CM ON VO T* «k IA IA 00 «* ON «k «k «k «k *"• 00 00 ^ »• r-00 ON * «k CO VO ON O en NXT r- IA N£I t-«k «k «k * ON en r— »- r- T- EN LA V av en en ON O en ao T" C"\ 00 QV o en «* «* ON VO •*• o * <n «k «k en en LA VO O * * * * NO CM cT 00 IA CM (nr <n en en O «k «r» *e 00 vo NO co en en en • CM en ^ * OV 00 CM en en CM ^ <n * F F W R «k K «k » OV OV en IA CM CM en 2,8 OS CM «n en *• CM IA « CM CM IA « «k U*S ^ O IA •k «k UN O IA W ^ VO <n m en en • «k «k «k O R- CM en «k «k «k CM CM o en O *• t- NO CM CM «- CM «k «k «k » 4> O O «k * en CM * NO CM en co r- <n r-«k «k «k « CM «-*-*-» 100 S 8 »•*• ^ 8 8 8 8s r" 8 f i» *• f» 8 $8 £ T- • * *

G

s

> 9 9 9

A • * a

9 9

• * * a

d

O R3 00 IA S IA 00 ON r- Rï S? o t oo <n * IA gi O •*- CO Oen * I A 5^ R3 N IA CO ON O en «*• IA 00 ON t-*« CM

4-£

S ^ 40 *- \ TA *— en îs 00 •*-T" IA C-S N \ N CO r- IA C-» *— CM CM CM ^ t" r* \ N \ ON ON OV »- r* I~ CM S CM CM CM CM ^ v r* 1-Ot- f f r* N OV ON ON CM CM r" r-OVON CM CM T~ N N O N ON r» ^ CM CM <N CM 1- r- ^ Sk S \ \ OV ON ON ON ^ r-OL CM > \ IA en CM CM CM CM M CM CM CJ CM CM CM CM CM CM CM CM CM OL CM CM CM CM CM CM *» S \ ï>fc CM > \ IA en r» *— \ ON ON r-\ OS ON ON ^ ^ ?? ^ 5^ 1 <r- <r— r» *— ON ON ON ON O* ON I I C. ^ vL Or* N Ov Or* r* N CTs

I

r*4 « S

S

1 * u

r

!

i « ? i i * 1

M

* o î £ «5 * 4 •g «

4

1 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uiteindelijk zijn om praktische redenen alle stroken tegelijk gebrand, maar toch werd in de 12 en 24 meter een 5% tot 12% hogere opbrengst gevonden dan in de 48 meter

Om na te gaan welke rol de organische stof van de grond speelt bij de afbraak van natriumchloraat werd een proef opgezet waarbij twee grondmengsels met een

Op verzoek van de Commissie Waterbehoefte Gelderland werd in het Laboratorium voor Hydraulica van de Landbouwhogeschool een onderzoek verricht naar de invloeden op de debietkromme

3 inches neerslag nodig zijn om het oorspronkelijke vochtgehalte van 1 foot afval op veldcapaciteit te brengen (d.i.. Zij geven voor veldcapaciteit op: ca. Cezien de

Andere grote CS- projecten zijn Journey North, dat gegevens van burgers gebruikt over seizoensverschijnselen en bijvoorbeeld de monarchvlindertrek observeert; Project Noah, dat

Deze laag waarin niet alleen het zand dicht gepakt is, maar waarin ook de ruimte tussen de zandkorrels vrijwel geheel is opgevuld met amorfe humus, al of niet in combinatie met

Worden de gevonden extra opbrengstdepressies opgedeeld naar 4 windrichtingen en 3 hoogteklassen van de houtopstanden dan blijkt er duidelijk verband te bestaan tussen

Wanneer een deel van de koolhydraten in het voer w o r d t vervangen door vet, neemt de hoeveelheid substraat voor mi- crobiële groei af, doordat de micro-orga- nismen vet niet