• No results found

Het zuidelijke zijaltaar is in hout en marmer uitgewerkt en de vervaardiger is onbekend

4. Binnentrappen / Loopbruggen

5.1.2.2. Het zuidelijke zijaltaar is in hout en marmer uitgewerkt en de vervaardiger is onbekend

Het altaar bevat opschriften namelijk: “SC” (= Sancta Catharina) en boven het schilderij: “Sancta Catharina O.P.N” (= ora pro nobis). De altaartafel dateert van begin 19e eeuw. Bovenaan is er een stralenkrans met engelenkopjes en baldakijn, het goddelijk Oog en 2x2 zuilen links en rechts van het schilderij. Boven de zuilen bevinden twee vazen. Onderaan is het tabernakel met kroon en twee kandelaars en het opschrift SC met palmtak en kromzwaard?

Het zuidelijke zijaltaar bevindt zich in een matige toestand.

Afbeelding 36: Het noordelijk en zuidelijk zijaltaar

"Hemelvaart van Maria" bevindt zich in het rechterzijaltaar. Dit schilderij dateert van 1664 en is geschilderd door Philip Bonnecroy. Dit schilderij is net als het zijaltaar barok. Vermoedelijk heeft de schilder, P. Bonnecroy, zijn eigen portret aangebracht in de mik tussen de twee kruisgewijs

geschilderde rijen apostel- en vrouwenkoppen.

Afbeelding 37: "Hemelvaart van Maria" (1664)

"Marteling van de Heilige Catharina van Alexandrië” bevindt zich in het linkerzijaltaar. Dit schilderij dateert van 1673 en is geschilderd door A. Van den Heuvel. Dit schilderij is net als het zijaltaar barok.

De lambrisering van de noordelijke zijbeuk dateert uit 1680. Deze heeft medaillons in hout bij elk onderdeel versierd met blad- en schelpmotieven. De beeldhouwer en schrijnwerker is onbekend.

De gebruikte stijl is barok. De kerkmeesterbank (noord) bevat 2 onderdelen.

De lambrisering van de zuidelijke zijbeuk dateert uit 1735 en is eerder Classicistisch. Deze panelen hebben minder detaillering dan de lambrisering in de noordelijk zijbeuk. De

kerkmeesterbank (zuid) bevat 6 onderdelen. De voorzijde is versierd met schilden met bloemmotieven, binnenin zijn zit- en knielbanken met 4 opbergkastjes waarvan één deurtje ontbreekt. De vervaardigers zijn onbekend.

De lambrisering en kerkmeesterbanken zijn op enkele plaatsen beschadigd. Niet enkel lijstwerk, maar ook sculpturale delen ontbreken, hangen los of zijn gebarsten. Op sommige plaatsen werden in het verleden niet-vakkundige herstellingen uitgevoerd.

De lambrisering en kerkmeesterbank worden ook aangetast door vocht. Vergrijzing van het hout is op te merken. De oorzaak van het vocht dient weggenomen zodat verdere aantasting en

schimmelvorming uitblijft. Ter hoogte van het zuidelijk zij-altaar is de schimmelvorming duidelijk te zien. Tevens is er aantasting van houtborende insecten, de kleine klopkever en bonte knaagkever, op te merken. Een houtbehandeling is noodzakelijk.

De kerkmeesterbank zit gedeeltelijk los van de achterwand. Er zijn veel losse onderdelen en heel wat profiellijsten zijn verdwenen. Andere onderdelen werden onoordeelkundig verlijmd of

herbevestigd met nagels. De houten vloeren zijn in slechte staat en op sommige plaatsen ontbreken planken. Vakkundige herstellingen met eikenhout van goede kwaliteit dienen uitgevoerd.

Plaatselijk herstel, aanvullen van ontbrekende stukken, herbevestigen van losse elementen en volledig onderhoud van de lambrisering en kerkmeesterbanken is aangewezen.

5.1.4. Koorgestoelte – Onroerend uit aard

Het koorgestoelte is uitgevoerd in hout in een neogotische stijl. De vervaardigers zijn onbekend.

Er wordt actieve insectenaantasting opgemerkt en vergrijzing van het hout door vochtindringing.

Enkele ornamenten ontbreken en op de zuidelijke wand ontbreken enkele rug panelen.

Herstellingen met eikenhout van goede kwaliteit zijn noodzakelijk.

5.1.5. Biechtstoelen – Onroerend uit aard

De twee biechtstoelen vooraan de kerk in de noordelijke en zuidelijke zijbeuk dateren van 1680.

Deze biechtstoelen zijn in barokstijl uitgevoerd met eikenhout. De beide biechtstoelen zijn opgedeeld in 8 onderdelen.

De zuidelijke biechtstoel vooraan bevat boven het middenvak een beelde van O.L. Vrouw met kind en de H. Geest in de gedaante van een duif. Op de rugzijde van het middenvak zijn medaillons van Jezus met doornkroon en Maria. Vooraan links en rechts van het middenvak zie je David, koning-psalmdichter en de Verloren Zoon. Links en rechts van de zijvakken zijn er hermenbeelden die de H. Barbara (patrones van de goede dood) en de H. Pelagia (een boetelinge) voorstellen met hun opschriften.

De zuidoostelijke biechtstoel vooraan vertoont meerdere losse ornamenten. De lederen bekleding van de armleuningen is sterk beschadigd en ook hier werden onoordeelkundige herstellingen uitgevoerd van het houtwerk met lijmresten en nagels tot gevolg.

De noordelijke biechtstoel vooraan bevat een Christusbuste met doornenkroon, een O.L.Vrouw van Smarten, een O.L.Vrouwbuste, Maria-Magdalena (kluizenares-personage), een Maria van Egyptebeeld, een Berouwvolle Petrusbeeld, een Ecce Homo (personage) en de Heilige Geest in de gedaante van een duif en 4 engelenkopjes. Er zijn twee opschriften aanwezig op de biechtstoel namelijk “Maria Magdalena” en “Maria Egyptica”

1775-1786. Deze biechtstoelen zijn eerder in classicistische stijl. Beide zijn vervaardigd in eik en bestaan uit 10 onderdelen. De schrijnwerker is ongekend.

Enkele profiellijsten van de oostelijke biechtstoelen ontbreken, het hout is vooral onderaan

aangetast door insecten en plaatselijk licht vermolmd. De stabiliteit komt licht in gevaar. Opkuisen, onderhouden, verwijderen van overtollige boenwas en uitvoeren van kleine herstellingen is

aangewezen.

De noordelijke biechtstoel achteraan heeft een inscriptie gebeiteld in cartouche. Deze is een schenkingsinscriptie op naam van Zaman in 1775.

De zuidelijke biechtstoel achteraan heeft dezelfde inscriptie en is als het ware een kopie van de noordelijke biechtstoel achteraan.

Afbeelding 40: Biechtstoelen achteraan uit 1775-1786. (Classicisme)

5.1.6. Afsluiting van de doopkapel (1735) met doopvont – Onroerend uit aard

De afsluiting van de doopkapel dateert van 1735. De afsluiting is net als de achterste

biechtstoelen en lambrisering in classicistische stijl. Het eiken afsluithek is rijkelijk versierd met houtsnijwerk. Bovenaan is er een medaillon zichtbaar met het doopsel van Jezus in de Jordaan.

Errond bevinden zich de drie engelen van geloof, hoop en liefde.

De afsluiting wordt actief aangetast door de kleine klopkever. Onderaan de houten afsluiting wordt vergrijzing opgemerkt. Enkel onderdelen zijn verdwenen. De sokkel in natuursteen vertoont afschilfering en losse delen.

De doopvont zelf is in goede staat buiten een ontbrekend engelenkopje en de overtollige aanwezigheid van lijnolie.

De aangewezen behandelingsmethode tegen aantasting door insecten wordt ter plaatse, na deskundige inspectie en controle van de belemmerende omgevingsfactoren bepaald. Enerzijds kan er gebruik gemaakt worden van een zuurstofarme methode waarbij het percentage zuurstof in de lucht beperkt wordt gedurende een periode (ca. 4 weken) tot < 0,5%. Anderzijds kan er gebruik gemaakt worden van de hete-lucht methode waarbij de temperatuur voor langere tijd hoog (tot ca.

85°C) wordt gehouden om de insecten, larven en eieren te doden. Er wordt nauwlettend op toegezien dat de gekozen behandelingsmethode geen schade aan de waardevolle

interieurstukken kan berokkenen.

Na de behandeling wordt voor ieder interieurelement een behandelingsrapport opgemaakt met daarin de grafieken van de door de sensoren gemeten waarden. In dit rapport staat welke ruimte behandeld is en welke waardes zijn gemeten en hoe lang deze aangehouden zijn. Alle data wordt geregistreerd en gerapporteerd. Het rapport laat de effectiviteit zien van de behandeling.

De doopvont bestaat uit een ronde zwarte kuip (marmer) op voet met een rond koperen deksel met kruisje bovenaan. Rondom de kuip zijn er drie engelen kopjes. De vervaardiger is onbekend.

De doopvont dateert van 1701-1710. De engelenkopjes zijn beschadigd.

5.1.7. Preekstoel – Onroerend uit aard

De preekstoel dateert van 1773 en is ontworpen door de Heer De Cauwer. De biechtstoel is versierd met drie apostelen namelijk Petrus, Johannes de Evangelist en Paulus van Tarsus. Naast de preekstoel staat Christus Goede Herder. Deze draagt het schaap op de schouders. Rondom de preekstoel is een ijzeren hekwerk geplaatst.

Er zijn enkele elementen losgekomen die herbevestigd dienen te worden. Ook moet het overtollige boenwas moet verwijderd worden.

5.1.8. Oksaal/portaal – Onroerend uit aard

De portaalwand dateert van 1879 en is vervaardigd door E. Serrure. De portaalwand bestaat uit 5 onderdelen allen in eik. Het portaal bevat twee zijdeuren en een dubbele, hoge lijkdeur.

Er worden sporen van actieve houtaantasting opgemerkt. Houtbehandeling van de deur naar het oksaal is noodzakelijk.

5.1.9. Orgel – Onroerend uit aard

Het orgel uit 1976 is opgebouwd uit eik in twee onderdelen en bevindt zich achteraan in de kerk.

Het orgel heeft één klavier en één orgelkast met 43 orgelpijpen. Bovenop de orgelkast bevinden zich houten beelden met in het midden een musicerend figuur en twee engeltjes met trompet aan de zijkanten. De vervaardiger van het orgel zijn de gebroeders Vereecken. De beeldhouder van de houten beelden is onbekend. Het orgel verkeerd in een goede toestand.

In 2007 is het orgel gerenoveerd door de firma “Flentrop” van Zaandam in Nederland.

Afbeelding 41: Het kerkorgel

5.2. Cultuurgoederen

Onderstaande beelden in hout en gips met polychromie worden opgenomen als cultuurgoederen omdat zij gelinkt zijn met de neogotische fase van de kerk.

De kerk is beschermd vanwege de historische waarde. De twee belangrijke fases qua meubilair zijn de 18de-eeuwse aankleding en de neogotische fase. Deze laatste fase is onlosmakelijk verbonden met de nu overschilderde (?) neogotische sjabloonschilderingen. De beelden, altaren en sjabloonschilderingen vormen samen met de neogotische opbouw van een groot deel van de kerk en de glasramen een waardevol.

Cultuurfiche 1: Beelden: Verscheidene neogotische gepolychromeerde houten heiligenbeelden, behoren tot de neogotische fase van de kerk.

Afbeelding 42: Moeder met kind (gekroond) en Moeder met kind (koor)

Afbeelding 43: Heilige Catharina en Heilige Barbara (zuidelijke zijkapel)

Afbeelding 44: Heilige Maria met Kind en Heilige Catharina (kruisbeuk midden)

Afbeelding 45: Heilige Paulus en Heilige David (noordelijk zijkapel)

Afbeelding 46: Jezus Heilige Hart (middenbeuk)

Afbeelding 47: Heilige Thomas en Heilige Theresia (middenbeuk)

Afbeelding 48: Heilige Rita en Heilige Anthonius (middenbeuk)

Cultuurfiche 2: Gipsenbeelden: Verscheidene neogotische gepolychromeerde gipsen heiligenbeelden, behoren tot de neogotische fase van de kerk.

Afbeelding 50: Piëta met Moeder en Kind (noordelijke zijbeuk)

Afbeelding H. Hart van Jezus en Maria met Rozenkrans

Kerststal met beelden in gips

Kerststal in hout en riet, gepolychromeerde gipsen beelden

kunnen worden als cultuurgoederen)

Drieluik met O.L. Vrouw van Gedurige Bijstand in de middenbeuk.

Dit drie luik bestaat uit een middenpaneel met Maria, Kindje Jezus en twee engelen. De twee zijpanelen zijn beschilderd met een lint met tekst op. De tekst op deze linten is “Onze Lieve Vrouw van Gedurigen Bijstand B.V.O.

Afbeelding 51: Drieluik met Moeder en Kind (middenbeuk)

Schilderijen:

"Heilige Eligius van Noyon"; "Heilige Barbara” en “Heilige Ambrosius"

Afbeelding 52: De drie schilderijen boven het doopfont

Het schilderij van de “Heilige Eligius van Noyon” bevindt zich in een rechthoekige lijst met een golving bovenaan. Heilige Eligius is afgebeeld met een staf en een boek. Dit schilderij dateert van 1691. Onder hem is een naamplaat aanwezig met “S. Eligius”. Het schilderij is in matige staat.

redelijke staat.

Het schilderij van de “Heilige Ambrosius” bevindt zich in een rechthoekige lijst met een golving bovenaan. “Heilige Ambrosius” is afgebeeld met een staf en boek. Naast hem bevinden zich twee engelen, een tafel met doek erop en twee boeken op de vloer. Onder hem is een naamplaat aanwezig met “S. Ambrosius”. Het schilderij bevindt zich in een matige staat.

De sacristie is het vertrek in een kerk waar liturgische voorwerpen worden bewaard en de priester zich voorbereid.

De sacristie bevindt zich aan de noordzijde van de kerk en is bereikbaar via een deur die zich naast het noordelijk zijaltaar bevindt.

Structuurelementen

1.1. Binnenmuren en kolommen

De binnenmuren zijn bakstenenmuren met een pleisterlaag en vervolgens een witte verflaag.

Hier en daar komt de verf van de muren. De structuur is nog in een goede staat.

1.2. Plafond

Het plafond is bepleisterd en wit geschilderd.

Het is aangeraden om het plafond te herschilderen.

1.3. Vloerafwerking

De vloer van de sacristie bestaat uit vierkante blauwe hardsteentegels.

Overeen de vloer ligt rood vlas tapijt in de sacristie.

Deze tegels zijn licht verweerd, mede

2. Binnenschrijnwerk

Er zijn drie verschillende deurtypes aanwezig allen in hout en licht grijs geverfd.

Het eerste deurtype is een zware eiken deur opgebouwd uit vol hout met smeedijzerwerk. Ook is er een ijzeren schuifslot aanwezig op de deur. Deze deur is de toegang naar de kerk.

Het tweede deurtype is de deur naar de trappenhal. Deze deur is opgebouwd uit vol hout. De scharnieren zijn in smeedijzer.

Het derde deurtype die gebruikt is in de sacristie is niet van waarde. Dit is een grijs geschilderde spaandeur.

3. Binnentrappen / Loopbruggen

Er is één binnentrap voorzien langs de buitenzijde die leidt naar de toren. Deze treden zijn uitgewerkt in rode baksteen onderaan en bovenaan in hout met houten treden.

De bakstenen treden zijn verweerd. De houten treden zijn licht verweerd.

Afbeelding 53: Trap naar het dak en de toren

1.1. Bliksemafleiding

De daalleidingen van de bliksemafleiding die over het dakvlak loopt zijn onvoldoende bevestigd.

Ze moeten herplaatst worden door een gespecialiseerde firma.

1.2. Klokkenstoelen/Torenuurwerken

Op 4 november 1943 werd de grote klok van de Sint-Catharina kerk door de Duitsers uit de kerktoren weggehaald. Door de vrijgevigheid van de parochianen was het mogelijk een nieuwe te laten gieten in de klokkengieterij Michiels in Doornik. Op de avond van 24 juni werd zij op

Zwaanaarde opgewacht en daarna in stoet op een mooi versierde wagen overgebracht naar de kerk.

De wijding en zalving van de nieuwe klok door deken Schelfhout vond plaats op zondag 27 juni, tussen de Vespers en het Lof. Peter was dhr. Oscar Weytens en meter mevr. Arnold Claus-Goedertier. Ter gelegenheid van de kermis luidde de bronzen “Catharina” van 1700 kg voor het eerst over Sinaai.

De klokken en klokkenstoelen bevinden zich in een goede staat.

Er is een nieuw torenuurwerk mechanisme geplaatst welk nog in goede staat verkeerd.

Afbeelding 54: De Sint-Catharinaklok

Afbeelding 55: Koster Armand Vermeiren, burgemeester Haelterman en klokkeluider Emiel De Wael bij een spiksplinternieuwe ‘Catharina’ voor de kerk

Afbeelding 56: De klokkenstoelen Afbeelding 57: Het huidige torenuurwerk

Er is bijzonder gewelfuurwerk met oud werkend mechanisme in de kerktoren en draagt het opschrift: “J.B. PREMEREUR, HEMERYKS, A NINOVE”. In 1849 werd dit uurwerk geleverd door de firma Tremmerie uit Ninove.

Afbeelding 58: Het werkend gewelfuurwerk

2.1. Brand

De brandblusapparaten die geplaatst zijn dienen jaarlijks gecontroleerd te worden en indien nodig vervangen. Om schade aan kunstvoorwerpen zoveel mogelijk te beperken, gebruikt u best

schuimblussers omdat vacuüm- of poederblussers te veel schade aanrichten.

2.2. Diefstal en vandalisme

De kerk is elke werkdag overdag geopend ook voor de diensten of tijdens werkzaamheden.

Sommige voorwerpen (zoals de beelden van het hoofdaltaar) staan volledig los en kunnen dus gemakkelijk gestolen worden.
Het is bijgevolg aangeraden dat er gekeken naar een efficiënte vorm van diefstalpreventie eventueel met een alarm of cameracontrole.

De Sint-Catharinakerk is beschermd als monument omwille van het algemeen belang gevormd door de historische waarde.

De oudste delen van de Sint-Catharinakerk stammen uit de 14e eeuw. Van de toenmalige kerk schiet echter zeer weinig over. Het gebouw werd grondig verbouwd en verruimd van 1840 tot 1844. De voorgevel werd uitgevoerd in een byzantiniserende neo-stijl naar een ontwerp van Lodewijk Roelandt.

Eerst en vooral werd in 1832 de “oude sacristij” opgetrokken. Waarschijnlijk gebeurde dit op de vroegere funderingen van een beenderhuisje. De huidige sacristij dateert reeds uit 1620 en werd in 1774 grondig hersteld.

Rond 1840 werden de zijbeuken drie meter verbreed, de gewelven opgetrokken, pilaren

ingemetseld en verhoogd en werd het schip van de kerk 15 meter verlengd in westelijke richting.

De impact van de werken is te zien op onderstaand afbeelding van een schilderij van Pieter

Verschelden. In 1844 werd eveneens het doksaal vernieuwd. In gevolge van het uitbranden van de toren werden in 1846 grondige herstellingen doorgevoerd. Het hoogkoor, ook sterk beschadigd bij de brand, werd verlengd en onder één dak met de zijkoren gebracht. In 1849 tenslotte werd een nieuw torenuurwerk geleverd door de firma Tremmerie uit Ninove. Vanaf dan bestaat de Sint- Catharinakerk zoals we ze nu nog steeds kennen.

De oudste delen van het kerkgebouw betreft de zijkoren met hun gotische ramen, de gevels van de kruisbeuk, de onderbouw van de klokkentoren en het traptorentje.

Afbeelding 59: Sint-Catharinakerk te Sinaai omstreeks 1940