• No results found

ZSG’ S IN HET LICHT VAN INTERNATIONALE AANBEVELINGEN

DEEL 4: DISCUSSIE

4.1 ZSG’ S IN HET LICHT VAN INTERNATIONALE AANBEVELINGEN

In internationaal onderzoek werden drie aanbevelingen gedaan om secundaire victimisatie te voorkomen in de centra na seksueel geweld: (1) een goed gecoördineerde multidisciplinaire zorg, (2) een specifieke opleiding van het personeel, en (3) een groter publiek bewustzijn rond seksueel geweld en de centra na seksueel geweld (Campbell, 2001).

Ten eerste was er vóór de oprichting van de ZSG’s een versnipperde zorg: er was een verscheidenheid aan hulpverleners, een beperkte psychologische begeleiding, en de opvolging was onvoldoende geregeld (Vandenberghe et al., 2018). Onderzoek toonde aan dat deze verbrokkeling van de hulp een negatieve invloed heeft op de verwerking van een trauma (Ensink & Van Berlo, 1999). Bij een dergelijk doolhof van hulpmogelijkheden weten slachtoffers vaak niet waar ze terechtkunnen en moeten ze zelf de stap zetten naar de verschillende instanties (o.a. Vandenberghe et al., 2018; Bicanic et al., 2014; Vanoni et al., 2014). Op deze manier moeten ze bovendien telkens opnieuw hun verhaal doen, waardoor slachtoffers het trauma herbeleven (Herman, 2003; Kistemaker, 2007, Akkermans & van Wees, 2007). Daarenboven krijgen slachtoffers vaak slecht één aspect van hulp (Baert & Keygnaert, 2019). Uit de casestudie bleek dat de ZSG’s aan deze tekortkomingen tegemoetkomen. Door de hulpverlening op één plaats te integreren, maar

76 ook door het casemanagement, verkleint de kloof tussen de instanties en wordt er een meer toegankelijke hulp geboden (o.a. WHO, 2015; Bramsen et al., 2009; Bicanic et al., 2014).

Net als in het Nederlandse model, wordt de coördinatie tussen de verschillende aspecten van hulp versterkt door de casemanager, alsook de opvolging nadien. Daarnaast wordt er psychologische begeleiding geboden in een aantal sessies, terwijl slachtoffers voorheen zelf hun weg moesten zoeken binnen het aanbod van psychologische hulp. Zowel het casemanagement als de psychologische begeleiding binnen de ZSG’s werden positief beoordeeld door slachtoffers, respectievelijk met scores van negen en tien op tien (Baert & Keygnaert, 2019). Aan de hand van deze benadering wordt de focus verlegd naar de psychosociale steun van slachtoffers, ten opzichte van de vroegere medisch-wettelijke focus (Vandenberghe et al., 2018). Ook heeft onderzoek uitgewezen dat nauwe samenwerking tussen verschillende professionele diensten een incorrecte bejegening en

victim blaming voorkomt (Campbell et al., 2012).

Ten tweede waren de betrokken medewerkers buiten de ZSG’s niet opgeleid om met de specifieke problematiek van seksueel geweld om te gaan. Uit de literatuurstudie bleek dat gebrekkige reacties door betrokken actoren, zoals een zwak inlevingsvermogen, een sceptische houding en het minimaliseren van het misdrijf, het leed van slachtoffers vergroten (Wemmers, 1996; Daems, 2005; Bacik et al., 1998). De angst om niet geloofd te worden of zelf beschuldigd te worden weerhoudt slachtoffer ervan om aangifte te doen (Akkermans & van Wees, 2007). In de ZSG’s wordt er een gemeenschappelijke basisopleiding voorzien om personeel te onderwijzen over de theoretische beginselen van seksueel geweld en de dienstverlening binnen de ZSG’s. Als extra toemaat wordt er ook een functie-specifieke opleiding geboden (Hendriks et al., 2018; Baert & Keygnaert, 2019). De algemene houding van het personeel in de ZSG’s werd als zeer positief beoordeeld door slachtoffers (Baert & Keygnaert, 2019). Bovendien leidde de functie-specifieke opleiding tot het zorgvuldiger uitvoeren van de taken. Zo bleek het forensisch onderzoek zorgvuldiger uitgevoerd te worden door de forensisch verpleegkundige, maar ook de verhoren door opgeleide zedeninspecteurs bleken kwalitatief beter (Baert & Keygnaert, 2019). De opleiding blijkt dus te zorgen voor een meer correcte en empathische bejegening van slachtoffers aan de ene kant, en een nauwkeurigere dienstverlening aan de andere kant.

77 Ten derde is het zinvol dat de ZSG’s bijdragen aan een groter publiek bewustzijn rond seksueel geweld. Het verbreken van taboes rond seksueel geweld is essentieel indien slachtoffers willen uitkomen voor wat ze hebben meegemaakt (Nesvold et al., 2005). Door de aanwezigheid van de ZSG’s kan het publieke bewustzijn rond seksueel geweld wel verhogen en het stigma verkleinen (NHS, 2016; FRA, 2014), maar sensibilisatie is geen uitgesproken functie van de huidige ZSG’s. Bij uitbreiding van de ZSG’s zou er een apart, eventueel overkoepelend, luik opgericht kunnen worden met als specifieke taak sensibilisatie en informatieverstrekking over seksueel geweld, naar voorbeeld van de Rape

Crisis Centers (RCC’s) in het buitenland. Op dit vlak staan de besproken Europese centra

reeds verder. Door registratie van het aantal en de aard van de meldingen in de ZSG’s wordt er bijgedragen aan de vermindering van het aanzienlijke dark number (Kesteloot, 2016).

Aanvullend bij een groter algemeen bewustzijn van seksueel geweld is het van belang dat de ZSG’s bij het bredere publiek gekend zijn. Uit het evaluatieonderzoek van Baert & Keygnaert (2019) blijkt echter dat de ZSG’s en hun aanbod bij het ruime publiek nog onvoldoende bekend zijn. Het is noodzakelijk dat hiervan een prioriteit gemaakt wordt. Uit de cijfers van de Centra na Seksueel Geweld (CSG) in Nederland blijkt namelijk dat na een nationale sensibiliseringscampagne over de centra het aantal meldingen via hun landelijke telefoonlijn steeg met 400 procent. Ook in België zou er dus een nationale campagne op poten gezet moeten worden. Een gemeenschappelijk logo voor alle ZSG’s met een bijhorende website en een landelijk telefoonnummer kunnen helpen bij de bekendmaking van de ZSG’s. De website www.seksueelgeweld.be dient dus in die zin herwerkt te worden (Baert & Keygnaert, 2019). Zo werd er bijvoorbeeld in Noorwegen39 en Nederland40 ook een video gemaakt waarin de werking van de ZSG’s helder wordt toegelicht. Het zou gunstig zijn zich via nationale en lokale pers en via sociale mediakanalen regelmatig te laten horen.

39 Video Noorwegen te bekijken op https://dinutvei.no/en/subjected-to-violence-or-abuse/89-assistance-for-

victim/451-what-is-an-assault-centre.

40 Video Nederland te bekijken op https://dinutvei.no/en/subjected-to-violence-or-abuse/89-assistance-for-

78