• No results found

Hoe ziet de werkwijze van het RMC uit binnen een andere gemeente?

In document Scriptie Zuhal Mucuk (pagina 33-36)

Er wordt geconcludeerd dat de gemeente Deventer en de gemeente Lochem twee functies tegelijk delen binnen de gemeente, namelijk de combinatie van RMC-trajectbegeleider en jongerencoach vanuit het jongerenloket. Zij ervaren deze combinatie als goed, omdat zij vaak een traject langer kunnen aangaan met een jongere. Wanneer het traject bij het RMC wordt beëindigd, kunnen zij vanuit het jongerenloket de jongere langer blijven volgen en

ondersteunen bij het doorstromen. Door deze combinatie krijgen zij vanuit het RMC een totaalbeeld van een jongere, omdat zij als jongerencoach vaak al eerder in contact zijn geweest met deze jongere.

Zowel uit het literatuuronderzoek als het interview wordt geconcludeerd dat de gemeente Deventer met een andere methode werkt, namelijk de ISA. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat de werkwijze van het RMC zodanig is ingericht dat zij meer communicatie hebben met de jongeren. Ondanks dat de scholen niet altijd op tijd melden, is er dankzij de ISA meer zicht op de jongeren. Er wordt samen met de school bekeken welke leermogelijkheden de jongere heeft en binnen welke onderwijsinstelling hij dit kan volgen.

33 5.2 Beantwoording hoofdvraag

Door de deelvragen te beantwoorden, kan antwoord gegeven worden op de hoofdvraag. De hoofdvraag luidt: In hoeverre kan het RMC binnen het kader van de wetgeving haar werkwijze verbeteren bij het doorlopen van het begeleidingstraject van kwetsbare jongeren? Uit dit kwalitatieve onderzoek is gebleken dat de werkwijze van het RMC van de gemeente Voorst grotendeels overeenkomt met die van de andere geïnterviewde gemeenten. Een andere wijze die twee gemeenten hanteren, is dat zij in samenwerking zijn met een jongerencoach vanuit de gemeente zelf. Dit zorgt ervoor dat de jongeren die bij het RMC wegvallen of begeleiden worden richting werk, beter gemonitord worden en langer ondersteund worden totdat zij in een werktraject komen. Hierdoor is de kans groter dat jongeren niet tussen wal en schip raken.

Uit meerdere onderzoeken, zoals in het theoretisch kader is geanalyseerd, blijkt dat het aantal vsv’ers bij meerdere gemeenten nog hoog is. Juist voor deze jongeren is het van groot belang om ze op een laagdrempelige manier te kunnen benaderen en een goede begeleiding in te zetten.

Het contact met de jongeren

Het bereiken van de jongeren is niet altijd even eenvoudig. Het blijkt dat niet elke jongere van 18 tot 23 jaar alle brieven lezen. Jongeren gebruiken tegenwoordig steeds meer Whatsapp en andere media. Het is belangrijk om de jongeren via deze wegen te benaderen. Er is geen uitgebreid onderzoek gedaan naar hoe de jongeren het beste te bereiken zijn maar uit

meerdere ervaringen van professionals en bronnen uit het theoretisch kader is te concluderen dat door nieuwe methoden te gebruiken die aansluiten op de jongeren, kan helpen om hen te benaderen.

Uit alle resultaten is het duidelijk dat het belangrijk is als de brief aangepast is op de doelgroep jongeren. Hierbij is het praktisch dat de brief een duidelijke boodschap heeft waarbij jongeren zonder al teveel tekst te lezen begrijpen wat in de brief staat vermeld. Ook het zoeken van contact met de jongeren zou vanuit de gemeente door een proactieve houding beter aangepast kunnen worden.

Samenwerkingen

Uit het onderzoek blijkt ook dat het RMC wel de juiste en korte lijnen heeft, maar dat de overdrachten tussen Werk en inkomen en het RMC zelf niet altijd goed of op tijd verlopen. Om aan de juiste informatie te komen en voldoende gegevens van de jongere te verkrijgen, is een aanpassing in de communicatie van groot belang voor de gemeente Voorst.

Ook wordt geconcludeerd dat het traject tussen het RMC en de hulpverlening weleens stagneert, omdat de andere betrokken partij het traject laat stagneren door niet voldoende informatie te delen in verband met de privacy. Aan dit punt is niet veel te veranderen, omdat in de wet is vastgesteld dat niet alle informatie gedeeld mag worden vanwege de

Privacywetgeving. Aan dit punt kan vanuit de gemeente dus niet veel gedaan worden. De literatuur vanuit de wetgeving omschrijft dat persoonsgegevens alleen opgevraagd mogen worden als daar een doel voor bestemd is. Op grond van artikel 8 Wpb kan alleen gegevens gedeeld worden als daar toestemming voor wordt gegeven van de jongeren zelf, mits hij geen minderjarige is.

34 In het literatuuronderzoek over de gemeente Deventer is te zien dat ISA een verbeterpunt kan zijn voor de gemeente Voorst. Als met deze methode wordt gewerkt, ontstaat ook een goede samenwerking tussen de gemeenten en de scholen. De scholen en de desbetreffende gemeente zorgen ervoor om de jongeren door middel van gesprekken te laten doorstromen naar passend vervolg. Het voordeel hiervan kan zijn om de jongeren langer gemonitord te hebben en intensieve begeleiding te bieden. Hierdoor zou meer inzicht ontstaan tussen gemeenten, school en de kwetsbare jongeren.

Door middel van een vergelijking uit het onderzoek binnen het theoretische kader blijkt dat geconstateerde belemmeringen bij meerdere gemeenten is dat scholen weinig of onnodig een melding maken. Hierbij wordt duidelijk aangegeven dat de scholen verplicht zijn om te voldoen aan de inspectie eisen en alle verzuim binnen de wettige afgesproken termijn te melden.

35

Hoofdstuk 6: Aanbevelingen

In dit hoofdstuk worden enkele aanbevelingen gedaan die aan de hand van het onderzoek naar voren zijn gekomen. Er worden verschillende aanbevelingen gedaan, zodat gekeken kan worden naar een goede en mogelijke oplossing voor het begeleidingstraject van het RMC van de gemeente Voorst.

Alle aanbevelingen passen binnen de wet- en regelgeving. Dat wil zeggen dat als de gemeente Voorst beslist om één van deze aanbevelingen in te zetten in de werkwijze van het RMC, dit past binnen de huidige wet- en regelgeving.

Naar aanleiding van dit onderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan:

1. Sluitende Aanpak

In document Scriptie Zuhal Mucuk (pagina 33-36)