• No results found

De traditie van het afbeelden van geleerden in een studeervertrek die op de prenten te zien is, heeft ook een duidelijke invloed op latere geschilderde portretten. Toch is het van belang om in een onderzoek naar narratieve elementen met betrekking tot de functie van dergelijke werken ook de geschilderde portretten mee te nemen, onder meer door de andere functie die zij hebben gehad. Bij de selectie van het onderzoeksmateriaal is gekozen voor werken van personen waarover voldoende biografische gegevens beschikbaar zijn, waarop de

geportretteerde wordt weergegeven, geportretteerd in een vertrek, waarin de gebruikte

objecten in het algemeen verwijzingen naar geleerdheid bevatten. Ook is gekozen voor enkele werken die een belangrijke verandering in de traditie van het portretteren van geleerden in een studeervertrek laat zien. In dit hoofdstuk zal vooral de beeldtraditie van de bestudeerde

portretten besproken worden; de maatschappelijke context waarin deze werken ontstaan zijn komt aan bod in het laatste hoofdstuk.

Wanneer we de functies van deze werken bestuderen, is niet in alle gevallen duidelijk wie de opdrachtgever van de bestudeerde portretten geweest is en voor wie dergelijke schilderen bestemd zijn. De portretten waarvan de herkomst wel bekend is, geven echter wel een

algemeen idee over de functies die de werken hadden met betrekking tot het publiek voor wie zij bedoeld waren. Vaak is de eerste eigenaar niet uit bronnen bekend, maar wordt er wel in latere bronnen melding gemaakt van een eigenaar die een directe afstammeling is van de geportretteerde. Dit is onder andere het geval bij de hierna besproken werken van Constantijn Huygens en Petrus Scriverius.54 Een schilderij waar de herkomst wel van bekend is, is een portret dat rond 1640 gemaakt werd door Jan Olis (c. 1610-1676). Het is een portret van de arts en schrijver Johan van Beverwijck (1594-1647). Van dit werk is zeer waarschijnlijk gedocumenteerd waar het zich in de tijd zelf heeft bevonden. In de inventaris die na de dood van Van Beverwijck werd opgemaakt, worden namelijk verschillende schilderijen beschreven die zich in zijn woning bevonden. Een van deze portretten kan door middel van de

beschrijving die wordt gegeven zeer waarschijnlijk geïdentificeerd worden als het portret van

54 Het portret van Constantijn Huygens door Thomas de Keyser bevond zich in de privécollectie van

Suzanna Louisa Huygens, Website RKD,

https://rkd.nl/nl/explore/images/record?query=huygens+keyser&start=0 (7-12-2019). Ook het werk van Petrus Scriverius door Bartholomeus van der Helst bevond zich in de privécollectie van zijn familie, Van Gent 2011, p. 220-221

31 Van Beverwijck in zijn studeervertrek. Het werk bevond zich in de Kelderkamer, een ruimte die vooral door de vrouw des huizes gebruikt werd.55 Ook al is het niet duidelijk of het portret zich altijd in deze ruimte bevonden heeft, of een andere plek had in de woning, het heeft zich in ieder geval binnen de eigen collectie van Van Beverwijck bevonden en lijkt niet bedoeld te zijn geweest voor een breder publiek dan zijn eigen kring. Alhoewel niet van alle portretten een herkomst bekend is, is dus wel te stellen dat een deel bedoeld was voor de eigen collectie van de geportretteerde en dus vooral door de voorgestelde zelf of zijn familie te zien was. Het vermoeden dat dit bij meer van dit soort portretten het geval was, wordt versterkt door het feit dat in de portretgalerijen die bijvoorbeeld aan de universiteiten in deze tijd werden gesticht, dergelijke portretten van geleerden in een studeervertrek niet te vinden zijn.

Johan van Beverwijck

Met name in de eerste helft van de zeventiende eeuw zijn enkele geschilderde portretten gemaakt die sterk in de traditie van de zestiende-eeuwse werken, met name die van Erasmus, staan. Het portret van Johan van Beverwijck is een schilderij dat zich nog sterk doet denken aan de portretten van Erasmus en de literatorenreeks van Joachim von Sandrart (afb. 25). Het toont de dokter en schrijver, gezeten aan een tafel in een kamer dat eruitziet als een

studeervertrek. In het portret kijkt Van Beverwijck op van zijn werk, terwijl het erop lijkt dat hij met zijn rechterhand aan het schrijven is op een vel papier dat voor hem op tafel ligt. Op de tafel staan verder een inktpot en een stapel boeken. Ook linksboven op het portret is een plank te zien met een rij boeken. Op tafel staat een globe, een voorwerp dat vanaf deze tijd vaker in dergelijke portretten gebruikt wordt. Dit object werd vooral gebruikt als symbool voor de universaliteit en de waarheid. Op deze manier wordt het symbool ook in allegorieën gebruikt.56 In dit verband zal het vooral een verwijzing zijn naar de universele geleerdheid van de geportretteerde. Alhoewel de bontkraag op het portret meer bescheiden is dan op de portretten van Erasmus, bestaat zijn kostuum nog steeds uit een tabbaard, die bijdraagt aan het uitstralen van geleerdheid van de geportretteerde.

Uit de eerder beschreven inventaris blijkt verder dat Van Beverwijck zelf ook verschillende portretten van geleerden bezat die zich in zijn studeervertrek bevonden. Hieronder waren de beeltenissen van Erasmus, Scaliger en Lipsius.57 Het feit dat portretten van deze geleerden in zijn persoonlijke werkkamer hingen, laat zien dat Van Beverwijck zich

55 Loughman/Montias 1999, p. 78-79.

56 Hall 2011, p. 124.

32 graag met deze geleerden omringde. Het doet dan ook vermoeden dat hij zich door middel van het portret dat zekere gelijkenissen vertoont met portretten van deze geleerden dan ook in hun traditie wilde plaatsen. Het portret toont geen voorwerpen die een directe referentie zijn aan het werk waar Van Beverwijck zich mee bezighield. Dit zal echter ook geen functie hebben gehad, aangezien het zich in de verzameling van de geleerde zelf bevond. Het toont echter wel zeer belangrijke overeenkomsten met eerdere portretten van Scaliger en Erasmus waarmee hij zichzelf graag zal hebben willen vereenzelvigen. Het vermoeden rijst dan ook dat de functie van het portret vooral zal zijn geweest voor Van Beverwijck zelf om zich in de traditie van zijn geleerde voorgangers te zetten.

Petrus Scriverius

Een ander voorbeeld van een schilderij in de beeldtraditie van een geleerde in een

studeervertrek is gemaakt door Bartholomeus van der Helst in 1651 (afb. 3). Het schilderij beeldt een geleerde uit die in een kamer aan een tafel zit, waarop een gevouwen vel papier ligt en een boek op een standaard staat. De geleerde houdt een bril in zijn hand. Op de

achtergrond is een doorkijk naar een spiraalvormige trap in de achtergrond. Het portret wordt doorgaans beschreven als een portret van de Leidse geleerde en filoloog Petrus Scriverius.58

Het feit dat er geen attributen op het portret zijn die een directe verwijzing zijn naar de identiteit van de geleerde maken verder dat het lastig te bepalen is wie er op wordt afgebeeld. Wel toont het portret weer verschillende objecten die een algemene verwijzing zijn naar de geleerdheid van de geportretteerde. Op deze manier komt het werk veel overeen met het portret van Van Beverwijck. We kunnen er van uitgaan dat beide portretten eenzelfde functie hebben gehad. Ook dit schilderij bevond zich namelijk binnen de familie en heeft daarmee geen rol gehad in een publieke ruimte en is ook niet als vriendschappelijk geschenk naar iemand gestuurd. Ook in de compositie en de objecten toont het duidelijke overeenkomsten

58 Door museum de Lakenhal, waar het werk zich bevindt, wordt het omschreven als een portret van

Scriverius. Judith van Gent uitte echter in 2011 haar bedenkingen over deze toeschrijving in het proefschrift over Van der Helst uit 2011. Zij beschrijft dat deze toeschrijving vooral voortkwam uit het feit dat volgens eerdere bronnen het eerder mogelijk was om op de achterkant van het schilderij te lezen dat Scriverius op het portret geportretteerd was. Dit was vooral doordat het portret lange tijd in het bezit van de familie was. Volgens Van Gent is de familie waarin het werk zich bevond echter geen directe afstamming van de lijn van Petrus Scriverius. Ook zijn er volgens haar geen duidelijke

gelijkenissen met andere portretten van de geleerden Van Gent 2011, p. 220-221; Alhoewel de vraag wie er precies op het portret is afgebeeld dus problematisch is, is het wel aannemelijk dat dit werk een portret is van Scriverius, of anders in ieder geval van iemand die dicht bij hem in de buurt stond. Daarmee kunnen we ervan uitgaan dat het werk in ieder geval een portret is van een geleerde en daarmee binnen de grenzen van dit onderzoek past.

33 met het werk van Van Beverwijck en ook met de eerdere portretten van Erasmus. Wanneer we ervan uitgaan dat het werk een beeltenis van Scriverius is, is het ook logisch dat hij de geleerde zich in eenzelfde traditie van zijn voorgangers heeft willen plaatsen, aangezien Scaliger de leermeester van Scriverius was. Het lijkt er hiermee op dat ook dit werk de functie heeft de toeschouwer, in dit geval de geportretteerde zelf of zijn naaste familie, een portret te tonen van een geleerde die door hetzelfde gebruik van objecten en kleding in een traditie stond van de zestiende-eeuwse geleerden die zijn voorbeeld vormden.

Bij deze beide portretten moet opgemerkt worden dat er geen duidelijke verwijzingen zijn naar precieze werken die de geleerden hebben uitgegeven. De voorwerpen die op de schilderijen gebruikt worden als symbool voor de geleerdheid van de beide geportretteerden moet met name gezien worden als een algemene verwijzing naar hun kennis.

Constantijn Huygens

De portretten van Van Beverwijck en Scriverius een sterke verwantschap tonen met de eerdere beeldtraditie van geleerden in een studeervertrek. Gedurende de zeventiende eeuw worden er echter werken gemaakt die verschillen bevatten met de eerdere beeldtraditie in de objecten die weergegeven worden. Deze verschillen waren eerder ook met name te zien op de prent van P. C. Hooft naar het werk van Joachim van Sandrart, waarop de geleerde ook in zijn maatschappelijke functie als baljuw en drost werd weergegeven. Op deze werken wordt naast de wetenschap waarin de geportretteerde bedreven was, ook verwezen naar diens sociale status.

Een van de vroegere voorbeelden uit de zeventiende eeuw van een geschilderd portret die eenzelfde soort verwijzingen lijkt te bevatten, is het portret van Constantijn Huygens (1596-1687), gemaakt door Thomas de Keyser (c. 1596-1667) (afb. 26). Constantijn Huygens kan zeker gerekend worden tot de sociale elite in de tijd van de republiek: ondanks zijn niet- adellijke achtergrond bekleedde hij, vooral dankzij de werkzaamheden van zijn vader

Christiaan (1551-1624) voor stadhouder Willem I (r. 1559-1584), een belangrijke positie aan het hof van Oranje. In 1625 kreeg hij een vaste aanstelling als secretaris van Frederik Hendrik (r. 1625-1647). Het portret van Thomas de Keyser is gemaakt in 1627, en daarmee op het moment dat Constantijn Huygens net een vaste aanstelling kreeg aan het hof van Oranje.

Op het portret is Huygens ten voeten uit te zien, gezeten aan een tafel. Hij kijkt over zijn schouder naar een bediende die hem een brief aanreikt. Verschillende objecten zijn op de tafel te vinden, waaronder globes, een vel papier, een boek, een inktpot en verschillende muziekinstrumenten. Zoals in de catalogus voor de tentoonstelling over de familie Huygens

34 werd beschreven in 2013, laat het portret in verschillende lagen zien wij er geportretteerd wordt. Voor de toeschouwer die minder bekend is met het Constantijn Huygens wordt direct zijn geleerdheid duidelijk door attributen als de globe en verschillende muziekinstrumenten. Meer bekende toeschouwers van Constantijn Huygens zouden de tekeningen op tafel echter meer kunnen relateren aan de bouwprojecten van Frederik Hendrik waar Constantijn een belangrijk aandeel in had, en de verschillende boeken aan de algemene liefde die Huygens voor boeken had.59 Naast een algemene betekenis van geleerdheid die doet denken aan eerdere portretten, verwijzen objecten echter ook naar meer specifieke interesses van Huygens. Het muziekinstrument op de tafel is hier een duidelijk voorbeeld van. Dat muziek belangrijk was in het leven van Huygens blijkt wel uit zijn autobiografie Mijn jeugd die hij in 1629 schreef. Hoe belangrijk de muziek hierin is blijkt wel uit een van de hoofdstukken waarin Huygens schrijft over de viola da gamba die hij bespeelde. Hij beschrijft hier dat het een van de muziekinstrumenten is “waarvan het gebruik in adellijke en hogere kringen niet ongepast geacht wordt”.60 Alhoewel het instrument op het portret niet de zessnarige viola da

gamba is die Huygens beschrijft, lijkt een dergelijk instrument wel naar deze liefde voor de muziek verwijzen.

Ook de achtergrond van het werk bevat interessante elementen die belangrijke elementen uit het leven van de geleerde weergeven. Op de achtergrond is een open deur te zien. De ruimte is verder gevuld met een open haard, waarboven een schilderij hangt dat in de literatuur is geïdentificeerd as een zeelandschap van Jan Porcellis (1583/85-1632).61 Op een wandtapijt is de bijbelse voorstelling te zien van de heilige Franciscus voor de sultan.62 Met name het schilderij van Porcellis is interessant, omdat Huygens hiermee uitdrukking lijkt te geven aan zijn liefde voor en kennis over de schilderkunst. Constantijn liet zichzelf graag zien als een belangrijk kunstkenner. Vroeg in zijn jeugd kreeg hij al onderricht in de schilderkunst, omdat vader Christiaan erachter was gekomen dat dergelijk onderwijs steeds belangrijker werd voor het leven aan het hof.63 Porcellis is een van de schilders die genoemd wordt in de autobiografie van Constantijn Huygens.64 Het gebruik van het zeegezicht op het schilderij kan hierdoor gezien worden als een uiting van de kennis van de schilderkunst die Constantijn had.

59 Leerintveld/Lemmens/Van der Ploeg 2013, p. 84. 60 Heesakkers 1987, p. 24.

61 Leerintveld/Lemmens/Van der Ploeg 2013, p. 84.

62 Website National Gallery, https://www.nationalgallery.org.uk/paintings/thomas-de-keyser-portrait-

of-constantijn-huygens-and-his-clerk (7-12-2019)

63 Tilborg 2013, p. 6 64 Heesakkers 1987, p. 78.

35

Alhoewel dit schilderij nog steeds invloeden laat zien van de werken met personen als geleerden in een studeervertrek die in de zestiende eeuw werden geschilderd, verschilt het op sommige belangrijke punten van de werken van bijvoorbeeld Erasmus en Scaliger. De meest interessante verschillen voor dit onderzoek bevinden zich in de afgebeelde objecten, waarin Ook het toevoegen van een bediende op het portret lijkt de geportretteerde een extra status te geven. Waar portretten van Erasmus en Scaliger gericht waren op het tonen van een geleerde die met een wetenschappelijk werk bezig was, lijkt het portret van Constantijn Huygens zich veel meer te richten op het tonen van de sociale status van de geportretteerde, waarbij de wetenschappelijke bezigheden van Huygens veel meer gebruikt worden als een van de eigenschappen die bijdragen aan deze status. Het schilderij geeft op deze manier niet zozeer uiting aan de rol van Constantijn als geleerde, maar veel meer aan alle eigenschappen die hij bezat die pasten bij zijn rol aan het hof van Oranje. Ook in de kleding van de geportretteerde draagt bij tot dit narratief. In tegenstelling tot de tabbaards waarin geleerden uit de zestiende eeuw werden uitgebeeld, draagt Huygens een rijkostuum. Volgens Quentin Buvelot moet deze kleding worden gezien als een statussymbool. Dit type kostuum was in de zeventiende eeuw erg duur, en kon daarom alleen gepermitteerd worden door de rijkste personen in de

samenleving.65 Ook dit kostuum draagt er daarom aan bij dat het portret meer geïnterpreteerd moet worden als een schilderij dat de sociale status van Constantijn Huygens aangeeft door middel van andere verworvenheden dan alleen zijn geleerdheid.

Alhoewel het schilderij duidelijk invloeden heeft van eerdere portretten van geleerden in een studeervertrek, zal het dus niet zozeer gezien moeten worden als een portret van een geleerde, maar veel meer een portret van een man die zich profileert als een vooraanstaand persoon die zich naast zijn muzikale en artistieke bezigheden ook in de wetenschap verdiept had.

Jacob Cats

Op veel portretten die later in de zeventiende eeuw verschijnen lijkt eenzelfde verschuiving te ontstaan in het narratief van het portret en de functie die de wetenschap hierin speelt. De compositie en de verschillende beeldelementen waaruit de werken bestaan staan nog wel steeds in de traditie van de oudere geleerdenportretten, maar de betekenis die met de werken wordt uitgedragen verandert halverwege de zeventiende eeuw. De belangrijkste verschillen

36 die de portretten laten zien is dat de algemene verwijzing naar geleerdheid in sommige

gevallen wel blijft bestaan, maar deel gaat uitmaken van een groter verhaal dat over de geleerde verteld wordt.

Een schilderij dat verschillende gelijkenissen vertoont met met name de prenten van Barlaeus en Coster, is het portret dat Arnold van Ravesteyn (1605-1690) maakte van Jacob Cats (1577-1660) in 1660 (afb. 27). Cats is uitgebeeld in een kamer met een gevulde

boekenkast in de achtergrond en een gordijn. Op de tafel waar hij aan zit staan enkele boeken, waaronder een werk waarop de naam van de Romeinse dichter Vergilius staat geschreven. De buste die op het schilderij te zien is wordt door het RKD beschreven als een buste van de klassieke schrijver Seneca.66 Op de tafel is een brief met een waszegel te zien. Cats houdt met

zijn linkerhand deze stempel vast, in zijn rechterhand, die over een balustrade hangt, houdt hij een andere brief met een zegel vast. De schilder heeft op eenzelfde manier gebruik gemaakt van een klassieke buste op de manier die we op de eerdere prenten gezien hebben. Het boek is ook gebruikt op dezelfde manier als op veel eerdere portretten. Het werk is daarmee een goed voorbeeld hoe de prenten van Von Sandrart een invloed hebben uitgeoefend op latere werken in de schilderkunst. Toch verwijst dit werk niet alleen naar de kennis die Cats van de

klassieke oudheid bezat. De brieven en de zegels hebben namelijk naast de boeken een belangrijke plaats binnen het werk. Dit wordt nog benadrukt, doordat Cats in zijn ene hand een brief met zegel vasthoudt, en met de andere hand de zegel omklemt. Op het zegel is een leeuw te zien, waarmee wordt verwezen naar de Staten van Holland. Hiermee laat het portret direct de functie van grootzegelbewaarder zien die Cats tussen 1645 en 1651 vervulde. Alhoewel het werk dus zeker de klassiek geschoolde achtergrond laat zien die belangrijk was in het werk van Cats, heeft het portret niet alleen de betekenis van een geleerde, maar ook van een belangrijk staatsman. De geleerdheid die het werk ook uitstraalt is hier, evenals in het portret van Constantijn Huygens, onderdeel van geworden.

Hendrick Bicker

Tot ongeveer het midden van de zeventiende eeuw hebben de kostuums waarin de

geportretteerden worden uitgebeeld veel met elkaar overeen. De enige uitzondering is het portret van Huygens, die in rijkleding geportretteerd is. De andere geleerden op portretten in een studeervertrek dragen echter zwarte kleding met een kraag, vaak bestaat het kostuum uit

66 Website RKD, https://rkd.nl/nl/explore/images/record?query=cats+ravesteyn&start=0 (geraadpleegd