• No results found

http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2013/winkelleegstand-groter-dan-gedacht (geraadpleegd 20 maart 2014) Plan Bureau voor de Leefomgeving: Den Haag

46 Planviewer (2012) Bestemmingsplan Centrumgebied Susteren.

http://www.planviewer.nl/files/plannen/NL.IMRO.1711.BP20130560-

VG02/t_NL.IMRO.1711.BP20130560-VG02.html#_3.4_Gemeentelijkbeleid (geraadpleegd 9 mei 2014) Porter, Michael E. (1995) The competitive advantage of the inner city. The city reader: 274-286. Provincie Limburg (2014) Stimulering Bouw

http://www.limburg.nl/Beleid/Ruimtelijke_Ontwikkeling_en_Volkshuisvesting/Stimulering_bouw (geraadpleegd 3 mei 2014)

Provincie Zuid-Holland (2012a) Verordening Ruimte. Den Haag: provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland (2012b) Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie en energie 2012-2015: Kansen zien, kansen grijpen. Den Haag: provincie Zuid-Holland

Provincie Zuid-Holland (2014a) Visie Ruimte en Mobiliteit. Den Haag: provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland (2014b) Vestiging Decathlon botst met verordening http://www.zuid- holland.nl/contentpagina.htm?id=128373 (geraadpleegd 1 mei 2014)

Publicatieblad van de Europese Unie (2006a) Verordening (EG) Nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de- minimissteun. Straatsburg: Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie (2006b) De Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt. Straatsburg: Europese Unie.

Robertson K (1999) Enhancing downtown’s sense of place. Main Street News September:1-4, 12-13. Robertson, K. A. (2004) The main street approach to downtown development: An examination of the four-point program. Journal of Architectural and Planning Research, 21(1), 55-73.

SER Overijssel (2012) Advies Detailhandel. Zwolle: Sociaal Economische Raad Overijssel. Sittard-Geleen Nieuws (2014) Leegstand stijgt landelijk nog steeds. http://sittard-

geleen.nieuws.nl/nieuws/20140112/De-top-5-waarin-je-niet-wilt-staan (geraadpleegd 7 mei 2014) Smith, A., (2003/[1776]) An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations, 5th ed. Bantam Classics, New York

Tasan-Kok, T. & Korthals Altes, W. (2012) Transnational Neoliberalisation and the Role of

Supranational Trade Agreements in Local Urban Policy Implementation:The Case of the European Union., In: G. Baeten, red. Contradictions of Neoliberal Planning. Dordrecht: Springer

Science+Business Media B.V., pp. 79-97.

Tiesdell, S. (1998) City centre management and safer city centres: approaches in Coventry and Nottingham. Cities, 15(2), 85-103.

47 Vastgoedmarkt (2014) Brede oproep om winkelleegstand aan te pakken

http://www.vastgoedmarkt.nl/nieuws/2014/02/13/Brede-oproep-om-winkelleegstand-aan-te- pakken (geraadpleegd 15 februari 2014).

Verhees, G. (2013) Publiek-private samenwerking: adaptieve planning in theorie en praktijk. Proefschrift: Rijksuniversiteit Groningen.

48 Bijlagen

Bijlage 1 Interview met de heer Nijssen van de provincie Zuid-Holland

- Kunt u uw functie omschrijven binnen de provincie Zuid-Holland

Ja, beleidsmedewerker detailhandel. Wij hebben deels met het leegstandsdossier te maken, maar hebben daar een bescheidenere rol in dan de gemeenten

- De winkelleegstand in Nederland neemt steeds meer toe, wat merkt een provincie als Zuid-

Holland hiervan?

Heel veel, het staat dagelijks in de krant en de Provinciale Staten lezen het in de krant, dus wij krijgen er staatsvragen over. De gedeputeerde voert het dagelijks beleid voor de provincie onder andere op het gebied van detailhandel uit, en als er sprake is, en dat is er nog steeds want de woningmarkt is vrijwel ingestort, de kantorenmarkt ligt vrijwel op zijn gat, maar de winkelmarkt is nog steeds heel levendig want de pensioenfondsen, dat zijn eigenlijk de grootste investeerders in winkelontwikkeling, die beleggen in winkelvastgoed vanwege het rendement. Hierdoor zijn pensioenfondsen nog een hele grote drijfveer achter de totstandkoming van nieuwe winkelmeters in Nederland. Maar elke nieuwe winkelmeter lijdt tot uitstoot van bestaande winkelmeters en daarmee een groot deel van de leegstand. Omdat winkelleegstand voor iedereen waarneembaar is, is het een maatschappelijk probleem. Waar de provincie Zuid-Holland dus ook mee te maken heeft.

- Onlangs is er een rapport van platform 31 verschenen waarin advies wordt gegeven over de

aanpak van de winkelleegstand in Nederland bent u op de hoogte van dit rapport?

- (In dit rapport wordt gebruik gemaakt van de volgende categorisering van strategieën:

beleidsmatige, juridische, procesmatige, financiële en fysieke strategieën):

- In het kader van deze categorisering kwam ik in beleidsteksten van de provincie Zuid-Holland

een juridische strategie tegen, namelijk in de vorm van de Verordening Ruimte waarin is opgenomen dat het niet is toegestaan om (sport)detailhandel buiten centra van winkels te realiseren:

1. Welke onderbouwing hanteert de provincie Zuid-Holland voor dit

restrictieve beleid?

Wij voeren detailhandelsbeleid al heel veel langer dan de SER-ladder bestaat, maar de ladder is wel een nuttig instrument bij de toepassing van ons beleid gebleken. Eerst hield vooral het Rijk zich bezig met perifeer detailhandelsbeleid, en die stelde ook vast welke branches perifeer mochten. Dat waren de branches die niet inpasbaar waren en zijn in winkelgebieden. Dat waren eerst alleen de brand- en explosie- gevaarlijke goederen en milieu verstorende goederen en daar zijn later bouwmarkten en woonwinkels aan toegevoegd. Nog veel later heeft het Rijk besloten te stoppen met het voeren van detailhandelsbeleid op nationale schaal: dat kieperen we over de schutting van de provincies. Toen is er een motie ingediend in de Tweede Kamer die zei, als het Rijk ermee stopt en de provincies moeten dat overnemen, maken wij ons zorgen over een gat wat in de tijd gezien kan ontstaan tussen het moment waarop de provincies hun beleid op orde hebben en het moment waarop het Rijk ermee stopt, in die tijd kunnen er allerlei rampen gebeuren. En die motie riep het kabinet op de provincies

49 te verplichten vooraf aan te geven dat ze zich zouden voegen in het perifere detailhandelsbeleid van het Rijk, voordat het Rijk dat over de schutting van de provincies gooide. En daar heeft het Inter Provinciaal Overleg, dus de samenwerkende provincies, toen op gereageerd: Oke dat zullen wij beloven aan het kabinet, dat wij het huidige beleid van het rijk door zullen zetten als provincies, maar wij willen daarbij wel als provincies maatwerk kunnen leveren. Dus vanaf dat moment voeren alle provincies hun eigen beleid, wat niet één op één vergelijkbaar is met het beleid van de

buurprovincies. Dat vindt het bedrijfsleven heel vervelend want een Media Markt mag in Noord- Holland op een bedrijven terrein en in Zuid-Holland echt NIET, en zo heeft elke provincie zijn eigen beleid. Dat geldt ook wat betreft de branches die in de periferie worden toegelaten, er zijn provincies die daar een liberaler beleid in hebben dan het Zuid-Hollandse beleid. Maar wij hebben buiten de sfeer van woonwinkels en tuincentra eigenlijk nooit andere branches in de periferie toegelaten behalve de heel volumineuze goederen en door allerlei technologische ontwikkelingen hebben we er nog wel eens eentje aan toegevoegd zoals grootschalige muziekinstrumenten of buitenspeelgoed. Alleen voor dat soort specifieke zeer volumineuze artikelen heeft onze verordening een limitatieve reeks van artikelen die buiten centra verkocht mogen worden, en daar behoren sportartikelen niet toe behalve boten en kajaks en dus geen kleinschalige sportartikelen.

2. Bent u bekend met de Spaanse casus wat betreft de hypermarkten in

Catalonië, Zo ja: In welke zin verschilt de weigering van twee grote vestigingen van de Franse sportgigant Decathlon met deze casus? Decathlon is een lastig dossier, Decathlon probeert denk ik nu tien jaar lang in Zuid-Holland perifere winkels uit de grond te stampen. Die hebben wij altijd tegengehouden onder het motto, het past niet binnen onze verordening: sportwinkels moeten gewoon in de centra gevestigd worden. Er is geen ruimtelijke titel om de verkoop van sportartikelen in de periferie mogelijk te maken want die zijn niet volumineus en de schaalgrootte van de winkel is evenmin een reden om perifeer te gaan, dat is een argument dat Decathlon aanvoert. Want je kunt hele grote winkels heel goed in centra

accommoderen, hier in Den Haag wordt de Primark op het Spui 9000 m2 en Saturns zijn 6000 m2 groot, dus ook Decathlons kunnen wat ons betreft qua schaalgrootte niet een uitzondering doen om op uitzonderingsgrond perifeer te gaan. Evenmin de aard van hun assortiment voldoet hier niet aan. Decathlon had binnen 6 jaar 2 accountmanagers versleten die niet in staat waren gebleken om winkels in Zuid-Holland te realiseren, inmiddels is een derde accountmanager aangesteld, die heeft het wat slimmer aangepakt en is met ons daarover in gesprek gegaan. Dit heeft ertoe geleid dat mijn gedeputeerde, die en Economische Zaken en Ruimtelijke ordening in zijn portefeuille heeft, heeft gezegd als ze al zolang aan onze poorten rammelen dan wil ik op een andere manier met dit bedrijf omgaan dus ik wil met ze aan tafel gaan zitten. Hierdoor is er vorig jaar mei de afspraak gemaakt met Decathlon dat zij hun hele vestigingsplan openbaar maakten naar ons toe want ze wilden niet één winkel, maar meerdere winkels. En hoe meer winkels hoe groter je marktaandeel wordt en dus hoe groter de gevolgen voor de bestaande ruimtelijke structuur kunnen zijn. Dus wij als provincie, willen niet van geval tot geval met jullie vestigingsaanvragen worden geconflicteerd maar wij willen in één keer jullie hele vestegingsstrategie kennen. Daarnaast wilden wij als provincie daar ook de

onderbouwing van hebben zoals de ladder voor de duurzame verstedelijking dat voorschrijft en via klassiek distributie planologisch onderzoek moet je ook laten zien wat dat betekent voor de centra in het verzorgingsgebied wat jullie ambiëren te dekken. En omdat jullie heel veel mensen denken te trekken in de periferie heeft dat ook verkeerskundige consequenties dus die willen wij ook goed geïnventariseerd zien. Decathlon heeft hierdoor inderdaad zijn policy geopenbaard, 5 perifere

50 winkels in Zuid-Holland wilden ze van een plek voorzien en 4 stadswinkels omdat men inzag dat men in vele landen in Europa niet binnenkomt als je alleen perifere vestigingen bouwt. Nederland heeft in het arena gebied een stadswinkel, naar verluidt schijnt deze vestiging vanaf dag één rode cijfers te hebben. Maar men wil niet weg vanwege de naamsbekendheid die deze plek genereert. Bij die 9 winkels was een DPO gevoegd, maar gaande weg het proces kwam Decathlon erachter dat dit toch wat te hoog was gegrepen. Want zij kwamen terug op hun afspraak en lieten de provincie weten dat zij nog slechts voor vier winkels gingen, die 5 andere die we in gedachte hadden komen er ooit nog wel maar heel veel later. Deze 4 winkels bestonden uit 2 perifere winkels en 2 stadswinkels. Naar aanleiding van deze verandering is de afspraak herbevestigd, en Decathlon moest voor deze winkels een nieuwe ruimtelijke onderbouwing en effectenrapportage aanleveren. Dat zijn winkels in Den Haag, en dat noemt men de Rijkswaterstaatkavel die ligt in de buurt van het Forepark, en in Rotterdam wil men een vestiging op het nog te ontwikkelen knooppunt van de A4 en de A20. Schiedam wil de door te trekken A4 vanwege geluidsoverlast ondergronds brengen, en daar hebben ze natuurlijk een smak geld voor nodig dus het verdienmodel is het onderbrengen van een

Decathlon. Formeel is dus nu sprake van 2 perifere vestigingen: Den Haag en Schiedam. Beide steden hebben zich achter de vestiging van Decathlon op de kavels geschaard, dus dat wordt nu door lokale overheden gedragen. Daar is inmiddels een DPO voor beschikbaar wat ik niet in handen heb.

Decathlon heeft daarnaast twee stadswinkels in de betreffende regio’s in gedachte maar die zijn nog niet van een concrete plek voorzien, voor Den Haag is een mogelijkheid op de parkeergarage

Veerkade, deze staat namelijk half leeg. In Rotterdam is men nog zoekende naar een mogelijkheid voor een stadswinkel. Decathlon heeft aan ons gevraagd om onze Verordening Ruimte zo aan te passen dat zij daar generiek in zouden passen, dus sportdetailhandel mogelijk te maken als uitzonderingscategorie die perifeer zou mogen. Dat verzoek hebben wij afgewezen, wij hebben Decathlon gezegd: dien maar een verzoek in tot ontheffing op de verordening. En dat

ontheffingsverzoek zullen wij serieus beoordelen. We zitten nu in het stadium dat zowel de gemeente Den Haag als de gemeente Schiedam een dossier aan het opbouwen zijn voor dat ontheffingsverzoek, dit gaan zij op een termijn van twee weken met onze provincie bespreken en dan gaan wij uiteindelijk die ontheffingsverzoeken waarderen. En tussen ons gezegd en gezwegen veronderstel ik dat de gedeputeerde er een negatief oordeel aan zal verbinden. Dat heeft hij al een beetje in de openbaarheid gebracht. Onze verordening schrijft voor dat er in ieder geval DPO moet worden aangereikt en een REO advies, dat staat voor Regionaal Economisch Overleg. Toen het Rijk het detailhandelsbeleid aan de provincies overdroeg, hebben wij gezegd dat wij dit niet alleen willen doen en dus gemeenten willen dwingen vooraf plannen met elkaar af te stemmen zodat zij niet allemaal in verschillende verzorgingsgebieden aan dezelfde consument zitten te trekken waardoor de leegstand alleen maar toeneemt. Dus wij nemen in onze verordening als plicht op dat elk plan groter dan 1000 m2 in de periferie regionaal afgestemd moet zijn en elk plan groter dan 2000 m2 in het centrum moet ook regionaal afgestemd zijn. En ligt er geen REO advies dan nemen wij het plan niet in behandeling. Inmiddels liggen de REO adviezen er zowel voor Den Haag als Rotterdam en deze zijn beide positief, dat heeft ermee te maken dat er hele grote bestuurlijke druk is uitgeoefend op de beide REO’s hen positief te laten adviseren en dat komt weer voort uit de grote individuele belangen. Den Haag en Schiedam verdienen een smak geld met de verkoop van de grond aan Decathlon en deze kunnen goed gebruikt worden in deze krappe tijden. Ik zeg altijd: dat is exploitatie gedreven planologie en geen functie gedreven planologie, het is dus gewoon een functie zoeken die veel geld genereert. De REO’s hebben dus positief gereageerd hoewel het eigenlijk in strijd is met het beleid van die regio’s want die hebben ook vastgesteld dat sportdetailhandel eigenlijk in winkelcentra moet,

51 maar in mijn waarneming zijn ze dus gezwicht voor politieke druk, bestuurlijke druk en er liggen positieve adviezen dus aan die vereisten hebben ze voldaan. Het DPO voor de vier vestigingen heb ik nog niet in handen, ik veronderstel dat dit wel bestaat want de gemeenten Den Haag en Schiedam hebben ons eergister aangegeven dat zij hun dossiers compleet hebben dus dat de onderbouwing volgens de ladder van de duurzame verstedelijking er nu is, dat zij hebben aangegeven hoe in het bestemmingsplan de bestemming zo zal worden geborgd dat mocht een Decathlon omvallen het niet een Albert Heijn XL wordt of een andere vorm van detailhandel. Ik schat dat we over 2 weken aan tafel gaan met beide gemeenten om de compleetheid van hun dossier te bespreken en gaan dit dan beoordelen. En de verwachting is dat wij deze negatief zullen beoordelen, en die verwachting komt voort uit de besluitvorming die over het FOC Bleizo vorig jaar hier in huis heeft gespeeld en die ertoe heeft geleid dat het positieve voorstel van Gedeputeerde Staten om het FOC bij Bleiso in de periferie mogelijk te maken door Provinciale Staten is weggestemd. Er is een sterk gevoel binnen de

meerderheid van de Provinciale Staten om in deze tijd van crisis en afnemende omzetten en toenemende winkelleegstand niet weer nieuwe plekken voor detailhandel te bestemmen. Gisteren was er een hoorzitting van Provinciale Staten over onze nieuwe Visie Ruimte en Mobiliteit en onderdeel van deze nieuwe visie is een nieuwe verordening en Decathlon sprak gisteravond in bij monde van haar advocaat om Provinciale Staten te overtuigen dat de verordening aangepast moet worden waarvoor zij tevens een zienswijze hebben ingediend. Daar hebben Gedeputeerde Staten op geantwoord dat zij daar niet toe bereid zijn: grote winkels kunnen keurig in centra gevestigd worden en voor sportdetailhandel maken we geen uitzondering. En hebben bevestigd dat ze dus wel een ontheffing kunnen aanvragen maar dat daarvoor de provincie bevoegd gezag is, en het is dus nu aan de provincie om die verzoeken te verwerpen of te erkennen. Vervolgens staat er nog een rechtsgang open naar de Raad van State, indien wij dus die ontheffing verwerpen. Wij hebben geleerd van Hornbach, die probeert een flink netwerk op te bouwen; dat gaat in Zuid-Holland niet zo snel als men zou willen want hier loopt men tegen het perifere detailhandelsbeleid aan. Hornbach heeft lang geleden een aanvraag ingediend voor een plek in Alblasserdam, toen de provincie hier nog bevoegd over was. Dat verzoek hebben we toen afgewezen en na 3 jaar hebben we dat verzoek alsnog toegekend en toen is Hornbach naar het Europese Hof van Justitie gegaan en heeft gezegd dat ze die drie jaar “gemiste omzet” bij de provincie in rekening brengen. Dit was volgens hen 19 miljoen gulden, die claim is toen neergelegd en deze zaak loopt momenteel nog steeds in Luxemburg. Daarnaast is er ook een klacht bij de Europese Commissie neergelegd, deze zou ertoe kunnen leiden dat de Europese Commissie een formele inbreukprocedure tegen Nederland start. Dit zal ertoe leiden dat Nederland A. Een forse rekening tegemoet zou kunnen zien en B. Dat we ons beleid zouden moeten aanpassen. Daar is minister Schultz onrustig van geworden, als de Europese

Commissie met succes een inbreukprocedure tegen mij begint dan heb ik een probleem. Vandaar dat zij dit heeft geprobeerd voor te zijn en heeft begin van dit jaar een brief gestuurd waarin staat dat er klachten zijn over provinciale verordeningen die in strijd zijn met de Europese Dienstenrichtlijn aangezien zij de concurrentie zouden beperken, dus ik ga de ladder voor de Duurzame

Verstedelijking aanpassen en die wijziging houdt in dat de DPO niet langer mag plaatsvinden want Economische Behoefte Ramingen mogen niet meer want daarmee beperk je de concurrentie. Wij lazen deze brief en concludeerde hier uit dat we het zelf moesten uitzoeken hoe we het dan moesten regelen, want wat moet je doen als je geen behoefte meer mag ramen? Hoe kan je dan nog

ruimtelijk ordenen als je niet weet wat de vraagkant is en daar een aanbod tegenoverstelt en uit de verschillen dan een strategie kan ontwikkelen. Dus wij schrokken daarvan, en ik heb toen tegen mijn gedeputeerde gezegd dat dit dreigt ons beleid, niet alleen in Zuid-Holland maar ook in zijn geheel,

52 onderuit te halen. We kunnen er wel mee stoppen, is dat wat we willen, maar de gedeputeerde zei dat dit niet was wat we willen en zei dat hij ons beleid overeind wou blijven hebben. Dus via het IPO ga ik bewerkstelligen dat wij een contra expertise laten doen bij gezaghebbende juristen. Uit hun rapport blijkt dat de minister het helemaal mis heeft, en daarin is ook uitgebreid stil gestaan bij het arrest over de Catalaanse zaak, en het IPO heeft deze conclusie overgenomen; dus een gesprek aangegaan met de schrijvende pen (de juristen) van de minister. Ik ben daar ook bij aanwezig geweest en we hebben toen de juristen van de minister geprobeerd te overtuigen dat ze het bij het