• No results found

Wilt u de leerlingen een canon bijbrengen? Zo ja: uit welke boeken bestaat de canon die u onderwijst of zou willen onderwijzen?

104 Het boek is door 3 leerlingen gelezen.

Bijlage 1 Ingevulde vragenlijst

B. Vragen over het onderwijs op uw school: wilt u bij de vragen de situatie op uw school beschrijven? 19 Hoe gaat uw school om met de eindtermen voor literatuur uit het eindexamen van havo 5?

49. Wilt u de leerlingen een canon bijbrengen? Zo ja: uit welke boeken bestaat de canon die u onderwijst of zou willen onderwijzen?

I. Ja, (‘moeilijke vragen zijn het’). Het is een beetje ook boeken die je ook in Lezenvoordelijst terugziet. De wat oudere boeken, niet de recente (bijvoorbeeld Karel ende Elegast (onbekend)of

Van de vos Reynaerde (Willem)). Als ze het niet nu aanbiedt, dan betwijfelt ze of ze er later nog

mee in aanraking zullen komen. Ze hoeven die boeken ook niet per se te kiezen, maar het is fijn dat ze uit bepaalde periodes wel bepaalde werken kennen (zeker vwo) en dat ze er een stukje uit hebben gelezen. Dat ze in ieder geval weten dat het bestaat. Daar komen ze dan achter doordat ze het zien staan op Lezenvoordelijst of dat het wordt aangeraden in het boek van Nieuw Nederlands.

II. Nee, wat ze de leerlingen wil bijbrengen is begrip over dat literatuur de maatschappij weerspiegelt en dat de maatschappij heel ingewikkeld in elkaar zit. Dus dat eigenlijk in elk literair werk een ander onderdeeltje van de maatschappij weerspiegeld wordt. Als je dan verder naar vroeger kijkt dan kan er door die verhalen te lezen een idee bestaan over waar ze vroeger nou eigenlijk me bezig waren. Dat gebeurt niet door middel van specifieke boeken. Ze heeft nu net de Max Havelaar (Multatuli) behandeld en leest ze wel een aantal stukken voor. Ze heeft vanmorgen Saidjah en Adinda voorgelezen, want ze vindt dat je dat in elk geval 1 keer gehoord moet hebben op de middelbare school. De leerlingen zitten dan braaf ruim een half uur te luisteren en dan zeggen ze: het is wel een mooi verhaal, maar een beetje lang. Ze hoeven boeken dus niet per se te lezen, maar ze behandelt wel een soort van canon (met daarin ook Reve -De avonden, Max Havelaar

(Multatuli) en dat soort). Ze is zich niet heel bewust van een canon (ze kwam erbij dat ze het wel behandelt doordat ze aan Reve dacht). De avonden vindt ze bijvoorbeeld wel een beeldbepalend boek van na de oorlog. In de middeleeuwen heb je ook een paar van die boeken. Leerlingen moeten bijvoorbeeld toch wel van Van den vos Reynaerde (Willem) gehoord hebben. Je kunt toch niet van de middelbare school zonder dat je daarvan gehoord hebt. Karel ende Elegast (onbekend) wil ze dan toch eigenlijk ook en de Beatrijs (onbekend), maar je mag er maar 1. Ze weet niet welke het nog meer zijn. Ze gaf geen antwoord op de vraag of er ook vrouwen bij de schrijvers waar je het altijd toch wel over hebt zitten.

III. Bij vwo is dat wel de reden dat leerling Max Havelaar (Multatuli) moeten lezen, want iedereen kent dat. Er zit een hele geschiedenis aan vast en over wat je met een boek kan doen. Ze lezen fragmenten. In het begin lieten ze het hele boek lezen, maar kinderen vinden dat ook saai. Ze krijgen 25 fragmenten van 2-3 pagina’s. Ze krijgen dan de opdracht erbij dat ze moeten doen alsof ze in een archief werken in het plaatsje Hongerig Wolf. Er is een pakket met oud papier daar gevonden en dat hebben de leerlingen voor zich liggen. Ze weten niet of het 1 boek is of hoe het bedoeld is. De opdracht is dan kijkt naar wat bij elkaar hoort en waarom. Ze gooien dan sommige delen eruit, bijvoorbeeld Saidjah en Adinda. Leerlingen denken dan dat dat er niet bij hoort. De Japanse Steenhouwer weten ze ook niet waarom dat erin zit. Daarmee leren ze nadenken over hoe iemand schrijft en wat je verwachting is over een roman (over of het 1 geheel is bijvoorbeeld) en aan de hand daarvan gesprek over Max Havelaar (Multatuli) voeren. Daarmee willen ze

basiskennis en algemene vorming doen. Dat doen ze ook met Mariken van Nieumeghen. Sommige leerlingen zijn daar dan in vragen of ze meer standaard werken en verhalen kunnen lezen. Sommige leerlingen prikkel je en andere helemaal niet. Maar met die fragmenten ben je er vrij snel doorheen. Bij havo heeft de lijst waar leerlingen uit kunnen kiezen ermee te maken er zitten belangrijke werken in.

IV. Van de oude literatuur zeker (Max Havelaar dat moet je gewoon weten). Karel ende Elegast doet ze vaak en het Wilhelmus.

V. Nee, ze wil ze leesplezier bijbrengen.

VI. Niet per se. Ze vindt literatuurgeschiedenis best wel een lastig iets. Aan de ene kant vindt ze het belangrijk, aan de andere kant zou ze vooral heel graag willen dat ze plezier krijgen in lezen. Met de historisch literatuur bereikt ze dat tot nu toe niet echt en dat vindt ze best wel lastig. Dus aan de ene kant vindt ze dat leerlingen er wel iets van moeten weten, aan de andere kant duw je het door hun strot en daardoor raken ze het hele plezier in lezen kwijt. Ze koppelen literatuurgeschiedenis en lezen aan elkaar. Dat is jammer van in principe is moderne literatuur iets heel anders dan

historische literatuur, maar dat is voor hen moeilijk los te zien. Ze probeert ze wel wat bij te brengen over de historische literatuur en ook aan te geven dat het belangrijk is, omdat het bepaalde thematiek enzo van vroeger nog in moderne literatuur terugkomt. Maar ze vindt het niet echt belangrijk dat ze een canon meekrijgen.

VII. Nee. Ze vindt het belangrijk dat ze ontdekken wat ze leuk vinden om te lezen, wat hun smaak is, dat ze beter gaan lezen en het aandurven om een moeilijk boek te lezen. Dan ontdekken ze vanzelf wel wat er een beetje bestaat. De keuze voor Max Havelaar (Multatuli) is wel vanuit canon genomen. Maar dat is de enige.

VIII. Nee. Ze vertelt altijd wel over de grote drie. Wie dat zijn, ze vindt het belangrijk dat ze dat weten. De belangrijke namen uit de Nederlandse literatuur komen altijd wel een keer voorbij tijdens de literatuurles. Namen zoals Arnon Grunberg (daar is ze enthousiast over en dat is wel een

belangrijke schrijver van nu natuurlijk). In de bovenbouwlessen lezen ze dan een keer een fragment en daar koppelt ze een les aan. Mulisch, Reve, die komen allemaal wel eens voorbij (genoemd). In 5v hebben ze er nu wel voor gekozen om aantal belangrijke Nederlandse schrijvers (er zitten ook minder belangrijke tussen) dat ze daar een keer mee in aanraking komen. Ze leren ze dus wel wie belangrijk zijn en zijn geweest in de Nederlandse literatuur. In de bovenbouw vwo merkt ze dat leerlingen het ook leuk vinden en bijvoorbeeld vragen wat belangrijke werken zijn in Nederland.

Ze vinden het toch wel leuk om daar een keer iets van te lezen (Mulisch of Grunberg bijvoorbeeld). Maar dat willen ze niet allemaal en ze vindt dat ook niet belangrijk. Max Havelaar (Multatuli) is natuurlijk wel een van de belangrijkste werken van de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Maar je kan er ook mooi over vertellen, dat is ook een reden dat ze die hebben gekozen. Aan de hand van de Max Havelaar (Multatuli) kun je mooi duidelijk maken dat een werk dat in die tijd is

geschreven nog steeds invloed heeft in onze tijd. Dat is eigenlijk wat ze de leerlingen willen laten zien met literatuurgeschiedenis. Wat toen is geschreven is niet iets losstaand, wat toen is

geschreven en waar je van een afstandje naar kan kijken en denkt: Wat moet ik ermee? Maar laten zien dat die werken nog steeds invloed hebben gehad en dat dat er nog steeds is. Je kunt laten zien dat literatuur is iets wat doorloopt door de jaren heen. De stagiaire heeft nu een lessenserie gegeven over Max Havelaar in 6v, dat vond ze leuk. Je begint dat met Max Havelaarproducten en de leerlingen zijn dan ook echt verbaasd dat die link er nog zijn, uit die tijd. Ze gaan dan met een heel andere bril naar dat boek kijken. Van den vos Reynaerde (Willem) is ook een grappig werk om te koppelen aan deze tijd (door Hans Teeuwen). Ze kijken vooral naar welke verhalen de leerlingen kunnen aanspreken en aan de hand van welke verhalen ze de koppeling kunnen maken met deze tijd en kunnen laten zien dat er ook in onze tijd nog steeds aan gerefereerd wordt en dat het nog steeds onderdeel uitmaakt van onze cultuur. Ze doen dat dus niet omdat ze een canon voorstaan.

50. Hoeveel keuzevrijheid hebben uw leerlingen bij het samenstellen van hun leeslijst voor hun