• No results found

Willem III, een korte levensschets

In document Snelwegen voor de Koning (pagina 44-48)

Willem Hendrik van Oranje werd op 14 november 1650 geboren op het Binnenhof in Den Haag, acht dagen nadat zijn vader Stadhouder Willem II (1626-1650) was overleden aan de pokken.94 Zonder vader en zonder moederliefde van Mary Henrietta Stuart (1631-1660), die zelfs bij orangisten niet geliefd was omdat zij weigerde Nederlands te spreken en zich liet voorstaan op haar titel Princess Royal, kwam de jonge Willem in een politiek geladen voogdijschap terecht. Mary moest de voogdij namelijk delen met Willem’s grootmoeder Amalia van Solms (1602-1675), de weduwe van Frederik Hendrik en met Frederik Wilhelm von Brandenburg (1620-1688) die getrouwd was met een dochter van Frederik Hendrik.95

94 T. Claydon, William III (Londen: 2014), 9.

42 Figuur 19: Portret van de jonge

Willem III door Jan David de Heem. Bron: Musée des Beaux-arts, Lyon.

De spanningen rond de jonge Willem werden nog verergerd doordat zijn moeder vanaf 1654 het grootste deel van haar tijd in het buitenland zou doorbrengen. Na de restauratie van Karel II van Engeland bedacht Johan de Wit (1625-1672) het plan om Willem een opvoeding te laten geven onder leiding van de Staten van Holland, waarmee het ‘Kind van Staat’ was geboren.96 Vanaf 1653 kreeg hij een eigen hofhouding en een opvoedkundig programma, dat vanaf 1666 persoonlijk door Johan de Witt werd uitgevoerd. Willem III zou later over zijn jeugd opmerken: “Ik ben in tegenspoed geboren en opgevoed.”97

Door de invasie van Frankrijk en Münster in het rampjaar 1672 kon Willem, na zijn benoeming tot kapitein-generaal van de Unie en Stadhouder van Holland en Zeeland, een doorslaggevende rol vervullen, zowel op militair als ook op politiek vlak.98 In de komende jaren zou hij zijn streven naar volledige soevereiniteit voorzichtig, maar met groot doorzettingsvermogen, tot stand brengen.

Na zijn huwelijk met Princess Mary (1662-1694), de oudste nicht van koning Karel II en tweede in lijn van de Engelse troonopvolging, zag Willem zijn kansen op de Engelse troon stijgen na de benoeming van haar vader James II tot Koning van Engeland. Zijn massale invasie in Engeland in 1688 leidde tot de Glorious Revolution, waarna hem in 1689 samen met Mary de Engelse en Ierse kroon werd aangeboden.99

96 W. Troost, Stadhouder-koning Willem III. Een politieke biografie (Hilversum: 2001), 51.

97 L. Panhuysen, Oranje tegen de zonnekoning (Amsterdam, 2016), 50.

98 W. Troost (2001), 85.

43 Figuur 20: Huwelijk van Prins Willem III met Mary Stuart (1677). Bron:

Rijksmuseum, Amsterdam.

Na deze kroning voelde Willem III zich zo sterk dat hij in datzelfde jaar Frankrijk de oorlog verklaarde, nadat Lodewijk XIV het Rijnland was binnengevallen.

Vanaf dat moment zag ieder jaar (tussen 1691 en 1696) er bijna identiek uit, hetgeen goed te volgen is in de dagboeken van Constantijn Huygens jr. (1628-1697), zijn secretaris en in de briefwisseling met zijn goede vriend Hans Willem Bentinck (1649-1709). In grote lijnen reisde hij ieder najaar naar Londen, kwam in het voorjaar meestal in mei of zelfs al in maart weer naar Nederland om daarna in de zomer in de Zuidelijke Nederlanden oorlog te voeren tegen Lodewijk XIV. Ook daar verruilde hij waar mogelijk het krijgsgewoel om af en toe een dag te gaan jagen. Na wederom een tussenstop in Nederland reisde hij in oktober weer door naar Londen.

Leyden heeft getracht op grond van primaire bronnen het verblijf van Willem III op de Veluwe gedurende deze zes jaren in een calendarium vast te leggen.100 De tijdvakken worden in onderstaande tabel gepresenteerd. Willem III verbleef in deze perioden afwisselend op Het Loo en op Het Hof te Dieren.

jaar 1e jachtperiode (voorjaar) 2e jachtperiode (najaar)

1691 17 – 21 maart en 18 – 1 juni 23 september – 9 oktober 1692 31 maart – 5 mei 28 september – 9 oktober

1693 18 april – 11 mei 1 – 10 oktober

1694 21 – 31 mei 10 – 22 oktober

1695 31 mei – 7 juni (?) 17 september – 7 oktober 1696 23 mei – 2 juni 26 augustus – 5 oktober (?)

Tabel 2: Overzicht van de tijdvakken dat Willem III op de Veluwe verbleef om daar te jagen. Bron: F. Leyden (1940) aangevuld met eigen onderzoek in het Koninklijk Huisarchief, Den Haag.

44 Figuur 21: De val van Willem III van zijn paard, Jacobus Buys (1793). Bron: Rijksmuseum, Amsterdam.

“Ik reed van den middagh in het perk en willende het paard van den stap in den gallop brengen, viel het op zijn kniën; ik meende het met den toom te lichten, maar het storte vor over en toen ter zijen en zoo viel ik op mijn rechter schouwer tegen de grond: ’t is wonderlijck, want het was gelijke grond”101

In 1702 stierf Willem III op 8 maart, enkele dagen nadat zijn paard was gestruikeld en hij zijn sleutelbeen had gebroken, aan een longontsteking. Panhuysen schrijft hierover dat hij stierf zoals hij zijn veldslagen had geleverd: zwijgzaam en ongeduldig.102

Bij de obductie reageerden de acht geneesheren verbaasd dat de koning met zo’n zwartgeblakerde inboedel nog zo lang had kunnen functioneren. Met gevoel voor drama schrijft Panhuysen dat diegenen die hem beter kenden minder verbaasd waren. In dit innerlijk had Willems vuur huisgehouden met de energie van een verterende wilskracht. Maar zijn geest was de baas, zijn breekbare lichaam slechts een van de vele soldaten die onder zijn bevel stonden.103

101 G. Bidloo, Verhaal der laatste ziekte en het overlijden van Willem de IIIde, Hoogloff: Gedachtenisze Koning van

Groot Britanje, Vrankrijk en Ierland (Leiden: 1702), 85.

102 L. Panhuysen, Oranje tegen de zonnekoning, 13.

45

“The chase was his favourite recreation; and he loved it most when it was most hazardous. His leaps were sometimes such that his boldest companions did not like to follow him.”

Th.B. Macaulay, The History of England from the accession of James the second, volume II (Philadelphia, 1849), 209.

“Au nom de Dieu, Monsieur, ne me parlez plus des chasses de Lo; il faut éviter d’entendre parler des choses dont on seroit aussy touchéz, quants elles sont si difficiles à exécuter, surtout à un homme mon age.”

Philippe, Chevalier de Lorraine, 27 december 1698 in F. Leyden, “De jachttochten van den stadhouder-koning Willem III op de Veluwe,” Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en

Oudheidkunde 1-8 (1940): 244.

“De Coningh was op de jacht en vongh een hart. De Cheurvorst was met hem en volgde sachtjes. “

Constantijn Huygens jr., Journaal van 21 october 1688 tot 2 september 1696. Tweede deel, 50.

In document Snelwegen voor de Koning (pagina 44-48)