• No results found

De Koningsweg van Het Loo naar kasteel Doorwerth

In document Snelwegen voor de Koning (pagina 104-110)

koningswegen: model en werkelijkheid

3.6 De Koningsweg van Het Loo naar kasteel Doorwerth

De mislukte verwerving van kasteel Doorwerth

Naast Het Loo bestonden er nog twee hoge heerlijkheden op de Veluwe; Rosendael en Doorwerth. Aan beiden was een heerlijk jachtrecht op grofwild verbonden.183 Zoals we in de

182www.cultureelerfgoed.nl/monumenten/14459

183 H. Wassenaar, “Stadhouder Willem III als opperjachtmeester van de Veluwe: een vriend van de adel?,” Virtus.

102 dagboeken van Huygens jr. en in de brieven van en aan Bentinck kunnen lezen werd er veel gejaagd ten noorden van kasteel Doorwerth, ook in de jaren dat er vanaf Het Loo werd gestart. Het lag dus voor de hand een koningsweg dwars over de Veluwe aan te leggen om de relatief grote afstand van hemelsbreed ruim 31 kilometer tussen deze twee plaatsen te overbruggen.

De liefde van Willem III voor Doorwerth en omgeving ging zo ver dat hij na de verwerving van het Uddelermeer in 1698 vanuit Kensington Palace er alles aan deed ook deze heerlijkheid te verwerven. Hij schakelde hiervoor zijn goede vriend Johan van Arnhem, Heer van Rosendael, in en het verloop van deze onderhandelingen is goed te volgen uit de briefwisseling tussen beide heren.

Kasteel Doorwerth, van oorsprong een 13e -eeuws kasteel in de uiterwaarden van de Rijn, was in die tijd in handen van de weduwe Ch.A. de la Trémouille, douairière von Aldenburg (1652-1732)184. Willem III was de voogd van haar zoon, Anton von Aldenburg, die op 15-jarige leeftijd in 1696 heer van Doorwerth werd.

Van Arnhem vertrok op 12 februari 1698 naar Doorwerth om het verzoek tot overname van Willem over te brengen, maar zij reageerde negatief.185 Bentinck probeerde daarna een ruiling met een ander landgoed voor te stellen en na overleg met Willem III werd dat de Baronie van IJsselstein. Op 15 maart schreef Bentinck dat hij dit verzoek aan de prinses had overgebracht, maar daarna liepen de onderhandelingen spaak.

Figuur 93: Kasteel Doorwerth na de restauratie in 1910. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

184 Charlotte Amélie de la Trémouille, prinses van Tarente was getrouwd geweest met Anton H.R. rijksgraaf von Aldenburg, heer van Varel, Kniphausen en Doorwerth (1633-1680), een weduwnaar met vijf dochters. Hij stierf al vijf maanden na de huwelijksinzegening en liet zijn zwangere weduwe achter. Haar zoon Anton werd geboren in 1681. In 1684 gaat zij met haar zoon op Doorwerth wonen. Bron: www.resources.huygens.knaw.nl

185 N. Japikse, Correspondentie van Willem III en van Hans Willem Bentinck, eerste gedeelte, deel II. ’s Gravenhage, 1928, 695-696. Johan van Arnhem schrijft aan Willem III op 12 februari 1698: “Tot gehoorsame paritie nu van

Uwe Majesteyts orders hebbe ick daechs na den ontfanc van Uwe Majests. scryvens by de Princesse van Aldenburch geweest alleere, en den selven eerst vragende, of se wel genegentheyt soude hebben de heerlijckheyt Doreweert af te staan, antwoorde my van neen,…

103 De douairière stuurde haar zoon, die in Utrecht studeerde, tijdens de paardenmarkt naar IJsselstein en die constateerde niet alleen de vervallen staat van het kasteel, maar ook de inwoning van de plaatselijke drost, voldoende redenen om verder van de ruil af te zien.186 Uit het feit dat Willem III vanuit Engeland zoveel persoonlijke aandacht aan dit mislukte project gaf blijkt wel zijn passie voor de uitbreiding van zijn Veluws jachtrevier, zelfs vanaf Het Loo helemaal tot Doorwerth. Maar waarschijnlijk werd er door de douairière nauwelijks gejaagd en gedoogde zij Willem III met zijn jachtgezelschap op haar bezittingen en in haar kasteel.187 Bouwer heeft het in zijn boek over de zuidwest-Veluwe over de glorietijd van Doorwerth rond 1700, omdat er toen veel vorstelijke personen op het kasteel verbleven.188 De langste koningsweg dwars over de Veluwe

In voorliggende hoofdstukken hebben we de koningsweg van Het Loo naar Doorwerth reeds enkele malen gekruist. Het historische kruispunt ligt, zoals we gezien hebben, niet op het hedendaagse kruispunt van de Koningsweg (N311) met de Oude Koningsweg, maar westelijk daarvan in het bos ten zuiden van het Aalderinksveld op de Hoge Veluwe. Zowel op de kaart van het Reemsterveld uit 1722 (fig. 94) als op de Topografisch Militaire Kaart uit 1852 (fig. 95) is deze koningsweg en het kruispunt goed te zien.

Figuur 94: Detail van de kaart van het Reemsterveld met het kruispunt van de beide koningswegen door B. Elshoff (1722). Bron: archief Huis Keppel 0409, inv. nr. 1538-0001. Gelders Archief, Arnhem.

186 N. Japikse, Correspondentie van Willem III en van Hans Willem Bentinck, eerste gedeelte, deel II. ’s Gravenhage, 1928, 695-696. Johan van Arnhem schrijft aan Willem III op 30 april 1698: “Dewijl het peerdemarc te Iselsteyn

was, heeft de graef die occasie waergenomen, om in een confluentie van veel mensen die plaats te besien, vont dat het een soet steetjen is, maer, oock in ’t casteel sijnde geweest, heeft hetselve seer vervallen gevonden, en alleenen drie of 4 gemacken wat in staet, in welcke den drost woont, waeronder een gemack, ’t geen genaemt wiert de camer voor de jonge Princes.”; “Als eerst dat het casteel in sulcken slechten en vervallen staet is, en voorts dat, den drost daer wonende, samen daerin niet wel sullen conne wonen, niet alleen omdat soo veel gemacken daertoe niet in staet sijn, maer oock omdat tegelij met hem in te wone, al veel ongemacke soude geven.”

187 H. Wassenaar, 23.

188 K. Bouwer, Voor profijt en genoegen: de geschiedenis van bos en landschap van de zuidwest-Veluwe (Utrecht, 2008): 151.

104 Figuur 95: Het kruispunt van de

beide koningswegen oostelijk van Ginkel op de Topografisch Militaire Kaart uit 1850. Bron: TMK bladen 33 en 40.

Opvallend is dat deze koningsweg, die op de bovenstaande TMK werd afgebeeld van Papendal in het zuiden tot de kruising met de weg naar Hoog Baarlo ter hoogte van De Pampel in het noorden, niet getekend is op de oudere kaart van De Man uit 1806-1811.

De oost-west koningsweg liet De Man eindigen oostelijk van Kemperberg en niet zoals hierboven tot vlak bij Ginkel. Was deze weg misschien voor deze onderdirecteur van het Depot-Generaal van Oorlog van weinig militair-strategische betekenis? We kunnen er slechts naar gissen.

Ook het gebruik van hoogtekaarten uit het AHN-bestand (www.ahn.arcgisonline.nl), zoals hierboven aangetoond voor de koningsweg van Ginkel naar Dieren, laten de koningsweg weer bijna volledig zien binnen de grenzen van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Alleen bleek de zichtbaarheid in het veld minimaal te zijn (fig. 97).

105 Figuur 97: Gezicht naar het noorden over het Aalderinksveld. De gele pijl staat op de plaats waar de koningsweg enigszins omhoog loopt tegen de helling van een smeltwaterdal. Bron: eigen foto.

Figuur 96: De koningsweg over het Aalderinksveld (AHN2). Bron:

www.ahn.arcgisonline.nl

Na kartering hebben we in twee dagen de gehele koningsweg met behulp van GPS afgelopen van het kruispunt in het bos ten zuiden van het Aalderinksveld tot de kruising met de Delenseweg (N804) in het noorden.

Als voorbeeld van het verschil tussen de zichtbaarheid op AHN-kaarten en in het veld zijn hierboven twee beelden van het Aalderinksveld getoond (fig. 96 en 97). Met enige moeite is rechts het verloop van de weg tegen de helling van het smeltwaterdal op te volgen, terwijl op de AHN-kaart links de koningsweg goed te zien is (zie ook fig. 1 voor een meer noordelijk, bijna verdwenen tracé).

Buiten de grens van Het Nationaal Park De Hoge Veluwe, aan de oostzijde van de N804, is de koningsweg op de AHN-kaart nog maar sporadisch te zien (fig. 98). Het gebied rond Hoenderloo is bezaaid met moderne bungalowparken en verder naar het noorden richting Apeldoorn was in de 19e eeuw een enorm stuifzandgebied, het Groote Zand geheten. Waarschijnlijk is de historische koningsweg daar onder het zand verdwenen.

106 Figuur 98: Het enig, nog zichtbare, noordelijke

tracé van de koningsweg van Doorwerth naar Het Loo bij Hoog Baarlo richting Hoenderloo (AHN2). Bron: www.ahn.arcgisonline.nl

Figuur 99: Het zuidoostelijke deel van de Hoge Heerlijkheid Het Loo op de “Caart der Limitten van de Hooge en Vrije Heerlijckhijdt van het Loo”, F. Beyerinck (1764). Gegeorefereerd met QGIS 2.18. Bron: Nationaal Archief, Den Haag.

107 Dat de overstuiving van deze koningsweg al gebeurd kan zijn in het begin van de 18e eeuw blijkt uit de kaart van Beyerinck uit 1764 (fig. 99). Vanaf de omgeving van Hoenderloo loopt een weg naar het noordoosten richting Het Loo die al snel ophoudt in een grote leegte. Ten westen van Ugchelen, vanaf de noordelijke rand van het Ugchelse Bos, begint weer een wegtracé dat dezelfde richting noordoostelijk naar Het Loo volgt (fig. 100). Aangezien Beyerinck bij deze weg ‘Konings Tra’ heeft geschreven, ligt het voor de hand te veronderstellen dat we hier een ontbrekend tracé van de koningsweg van Doorwerth naar Het Loo zien lopen.189

Figuur 100: Detail van de kaart van Beyerinck getoond in figuur 92, met de Konings Tra vanaf de rand van het Ugchelse Bos richting Het Loo. Bron: Nationaal Archief, Den Haag.

Figuur 101: Detail van de kaart van Leenen met dezelfde Konings Tra die hier ook door het bos getekend is. Bron: Rijksmuseum Paleis Het Loo.

Op de twee jaar eerder door Leenen vervaardigde kaart van Het Loo is deze Konings Tra rechtdoor het bos getekend en loopt nog verder door naar het zuidwesten richting Hoenderloo (fig. 101). Ook is er nog een aftakking naar het oosten getekend. Heeft Beyerinck bij het maken van zijn kopie deze tracés over het hoofd gezien of zijn ze in het verloop van de twee jaren verdwenen?

In document Snelwegen voor de Koning (pagina 104-110)