• No results found

In dit hoofdstuk wordt de doelgroep van de trainingen van Van de Bunt omschreven, en wordt ingegaan op de aanpak van de werving en het gerealiseerde bereik van de training.

1. Werving

Jeugdhulpverleners vormen de doelgroep van de training van Van de Bunt. En wel specifiek

‘hulpverleners die in hun dagelijkse praktijk te maken (kunnen) krijgen met mogelijke radicalisering.

Dat zijn de professionals die intensieve klantcontacten hebben met personen uit de vatbare

doelgroepen zoals (moslim)jongeren en hun sociale omgeving zoals ouders. Daarnaast kan het zinvol zijn om iemand uit de staf of het management (een deel van) de training te laten volgen zodat daar een goed beeld ontstaat van de problematiek in relatie tot de praktijk van de medewerkers’

In samenspraak met de gemeente is een lijst met hulpverleningsinstellingen opgesteld, waarna door Van de Bunt de contactpersonen van deze instellingen zijn opgespoord. Vervolgens zijn aan deze personen wervingsbrieven gestuurd. Na de brieven is een belronde gedaan. Het duurde vaak lang voordat instellingen definitief uitsluitsel gaven over deelname aan de trainingen. De redenen hiervoor zijn, aldus de trainer, dat het thema gevoelig ligt (men heeft bijvoorbeeld vraagtekens over de rol van de gemeente), draagvlak niet vanzelfsprekend is en dat tijd nodig is om intern te peilen hoe het thema binnen de instelling ligt. Met drie instanties heeft de trainer een persoonlijk gesprek gevoerd om aanvankelijke argwaan weg te nemen. Deze instanties wilden een in-company variant van de training.

De deelnemende instellingen hebben vervolgens een leerovereenkomst ondertekend. Daar staat onder meer in dat betaald moet worden voor deelnemers die zonder geldige reden niet komen opdagen. Deze stok achter de deur blijkt goed te werken.

Alle aangeschreven instellingen zijn bereikt en de meeste hebben deelnemers uitgevaardigd. De aangeschreven instellingen die geen werknemers konden of wilden laten deelnemen aan de training, zijn:

- AMC-De Meren - Blankenberg - De Combinatie

- De Combiwel Groep (Combiwel en Kansweb) - Dynamo

Vanuit Sezo werd deelgenomen aan vier trainingen, vanuit Spirit, HVO-Q, Reclassering en Buitenamstel aan drie trainingen, vanuit NIFP en Bascule Jeugd aan twee trainingen. Voor medewerkers van Altra Jeugdzorg, Kinderbescherming, MaDi Zuidoost, De Bascule FP en Mentrum Mobiel Crisisteam werd één training verzorgd, terwijl één gezamenlijke training is georganiseerd voor een/enkele medewerkers van Doras, Meldpunt Z&O O-W'meer, Meldpunt Z&O Centrum, Mentrum en Bureau Jeugdzorg.Bureau Jeugdzorg was met slechts twee deelnemers relatief ondervertegenwoordigd. Volgens de trainer hing dit samen met interne prioriteiten binnen de organisatie. Naar verhouding leverden sommige grote organisaties een klein aantal deelnemers. Volgens de trainer is er echter ook sprake van interne overdracht aan collega’s, waardoor het bereik groter is dan op het eerste oog lijkt. In hoeverre dit het geval is komt nog aan de orde aan de hand van de betreffende items in de internetenquête.

Hoe hebben de cursisten over de training gehoord en waarom waren zij hierin geïnteresseerd? De nadere interviews met vier van de cursisten bieden hier enig zicht op. De betreffende personen hebben alle via hun werkgever over de training gehoord. Zij ontvingen een mailtje met daarin informatie over de training.

De vier geïnterviewden noemen verschillende motivaties om zich op te geven voor de training. Een respondent vertelt dat hij de mail (met informatie over de training) verkeerd had begrepen. Hij dacht dat de training zou gaan over radicalisering van werknemers naar aanleiding van het gedrag van

“(Marokkaanse) cliënten in de dagelijkse werkpraktijk”. Dit onderwerp verbaasde de respondent, maar hij wilde er wel meer van weten.

Behoefte aan meer kennis vormde de motivatie van de andere drie respondenten om zich op te geven voor de training. De respondenten noemen allen het feit dat zij veel werken met moslims: “60-70% van de mensen in mijn caseload hebben een islamitische achtergrond”. Een van de respondenten was gemotiveerd om deel te nemen aan de training door een recente ervaring: “Een paar maanden geleden hebben we hier in de Valeriuskliniek Bilal B. als cliënt gehad. Daardoor ga je jezelf de vraag stellen

‘hoe signaleer je zoiets eigenlijk’”.

De vier geïnterviewde respondenten hadden weinig specifieke verwachtingen van de training. Wel verwachtten zij algemene informatie over de islam en radicalisering te krijgen. Twee respondenten meldden dat ze graag willen leren hoe radicalisering te signaleren en er mee om te gaan, voor het geval zij er in de werkpraktijk mee te maken zouden krijgen.

2. Bereik

In totaal zijn 262 personen opgegeven voor de training, waarvan uiteindelijk 209 personen de training ook daadwerkelijk hebben gevolgd. Van de overige 53 individuen zijn er 26 uitgevallen wegens ziekte, begrafenis, etc., terwijl 27 cursisten zonder opgaaf van reden zijn weggebleven. Van de 209 cursisten die de training hebben gevolgd in de periode tussen november 2007 en juni 2008 hebben er 190 een evaluatieformulier ingevuld.

Van tussentijdse uitval is volgens de trainer nauwelijks sprake geweest. Deelnemers die na de eerste cursusdag wegbleven zijn op een hand te tellen. De reden van hun afwezigheid lag in externe oorzaken, zoals ziekte, en was niet aan de training gerelateerd.

Voor een nadere beschrijving van de groep deelnemers kan gebruik worden gemaakt van de gegevens uit de internetenquête. Deze is verstuurd naar 170 van de 190 cursisten die de training hebben gevolgd, namelijk diegenen waarvan een mailadres beschikbaar was. Na twee herinneringsmails kwam het aantal respondenten uiteindelijk op 98. Dit betekent een respons van 58%. Aan de hand van de informatie uit de enquête ontstaat het volgende beeld van de achtergrond van dit deel van de cursisten.

70% van de respondenten is vrouw; 30% is man. Bijna de helft van de respondenten (namelijk 47%) is 35 jaar of jonger, ruim een kwart is tussen de 36 en 45 jaar oud en ruim 20% heeft een leeftijd van 46 tot 55 jaar. Zeven procent van de respondenten is tussen de 56 en 65 jaar oud.

88 van de 98 respondenten geeft aan dat zijn/haar functie ‘hoofdzakelijk uitvoerend’ is. Zeven van de 98 respondenten heeft een ‘hoofdzakelijk leidinggevende’ functie. Drie respondenten hebben een gecombineerde functie, waarin naar eigen zeggen uitvoering en leidinggeven even zwaar wegen.

De grootste beroepsgroep bij de respondenten wordt gevormd door de maatschappelijk werkers (20) en de ambulant hulpverleners (17). Ook sociaalpedagogische hulpverleners, reclasseringsmedewerkers en therapeuten zijn goed vertegenwoordigd (respectievelijk 11, 10 en 9).

In onderstaande tabel is aangegeven welke beroepen de 98 respondenten uitvoeren.

Beroep van de respondent Aantal

Docent 1

(Forensisch) psychiater 1

Gezinscoach 1

Medewerker politie 1

Anders3 22

TOTAAL* 115

*Omdat diverse respondenten meer dan een beroep hebben aangegeven is het totaal aantal beroepen hoger (namelijk 115) dan het aantal respondenten.

De 98 respondenten zijn werkzaam in diverse delen van de stad. 24 van de respondenten geeft aan werkzaam te zijn ´in de hele stad´. De overige respondenten zijn werkzaam in een of meer stadsdelen.

Osdorp is het stadsdeel waarin de meeste respondenten werkzaam zijn (namelijk 23). Ook in Amsterdam Zuidoost (17), Centrum (16), Slotervaart (15), Geuzenveld-Slotermeer (13), Oost-Watergraafsmeer, Amsterdam-Noord en Oud-Zuid (alle drie 11) wordt vaak door de respondenten gewerkt. Zie onderstaande tabel voor een overzicht.

Stadsdeel aantal

Werkzaam in heel de stad 24

Osdorp 23

Amsterdam Zuidoost 17

Centrum 16

Slotervaart 15

Geuzenveld-Slotermeer 13

Oost-Watergraafsmeer 11

Amsterdam-Noord 11

Oud-Zuid 11

Oud-West 9

De Baarsjes 7

Bos en Lommer 7

Westerpark 6

Zeeburg 3

Zuideramstel 1

TOTAAL4 174

De vier geïnterviewde cursisten zijn sociaalpsychologisch of psychiatrisch verpleegkundige op een open (2) of gesloten (2) crisisafdeling. Het gaat om twee mannen en twee vrouwen. Hun dagelijkse

bezigheden bestaan uit het begeleiden van cliënten, het observeren van gedragingen, het bieden van structuur en het uitvoeren van verpleegkundige handelingen. Twee geïnterviewden onderhouden daarnaast contacten met huisartsen, politie, etc. De doelgroep van de crisisafdelingen waar de verpleegkundigen werken is divers: ‘Iedereen met acute psychiatrische problemen’; depressie en bipolaire stoornissen komen het meest voor. Een van de verpleegkundigen merkt op dat het grootste deel van de cliënten met schizofrene klachten jonge Marokkaanse jongens betreft.

3De respondenten die ‘anders’ hebben ingevuld, hebben oa de volgende beroepen: woonbegeleider, manager, beleidsmedewerker, unitmanager, trajectbegeleider, projectmedewerker, etc.

4Omdat de respondenten kunnen aangeven in meer dan één stadsdeel werkzaam te zijn telt het totaal aantal op tot meer dan 98 (namelijk 178).