Visite bij Victor Cousin. Hij woont in het kloosterachtige gebouw de Sorbonne. In
het kleine vertrekje, waar ik eerst werd gelaten, waren de portretten van Göthe,
Descartes, Cuvier en een plaat van den dood van Socrates. Waarom niet de dood aan
het Kruis? Evenals in 1826, werd ik met ongemeene vriendelijkheid, thans reeds als
oude kennis ontvangen
1). Wij zaten in het ruime studeervertrek, midden onder de
boeken en manuscripten. Ik bleef er 1½ uur. Lang, mager, bleek, heeft hij een sprekend
oog, een indrukwekkenden toon, eene conversatie die overvloeit van belangrijke
zaken in het kleed van bevallige uitdrukkingen gehuld. Met de aangenaamheid der
Fransche vormen, heeft hij de nauwkeurigheid en arbeidzaamheid der Duitsche
geleerden gepaard. Van Mignet, l'ami du premier Ministre, sprak hij als van dengenen
in Frankrijk die mij door eigene kennis der Archiven het meest van nut zou kunnen
zijn. Over Capefigue's
2)oppervlakkigheid, sprak hij, gelijk ik er steeds over had
gedacht. ‘Un de ces hommes comme vous n'en connoissiez point(?), qui ont une
certaine facilité, quelques connoissances et qui savent se donner l'apparence d'avoir
fait des recherches. - Hij had thans ‘deux passions, l'histoire de la philosophie et
l'instruction primaire. J'aurais pu peutêtre entrer aux affaires; je n'ai pas voulu; mon
but, ma vie à moi c'est l'instruction du peuple’. Daarvoor wilde hij naar Holland;
Cuvier was met de inrigtingen aldaar zeer ingenomen geweest, wilde van niets hooren
zoo het niet op Hollandsche leest was geschoeid. Hij daarentegen, in Pruisen geweest
zijnde, wilde somtijds iets anders. Le systême des adjoints (kweekelingen) achtte hij
onvoldoende; hij wilde ook écoles Normales, en dat de aldaar gevormde kweekeling
daarna onder een schoolmeester van ondervinding wierd geplaatst. Wij spraken van
het Godsdienstig onderwijs. ‘J'ai vivement
1) Zie ‘Groen te Parijs’ in ‘Onze Eeuw’, Jaargang 1913, pag. 90.
combattu le systême d'avoir quelque chose de mixte pour les catholiques et les
protestants; cela ne se peut que dans des temps, d'indifférence religieuse’. Aan eene
‘Christliche Volksschule’ van Krummacher
1)zou evenwel, geloof ik, door C. niet
worden gedacht. Hij gaf mij te kennen dat men met den Godsdienst in Frankrijk
uitermate voorzigtig moest zijn; dat men door de ‘prétendus philosophes’ al spoedig
van fanatismus beschuldigd werd; dat de Roomsche Geestelijkheid inderdaad un
obstacle was, dewijl zij het Jezuitismus terug wenschte, en ook niets van hem en de
zijnen wilde hooren. ‘La France a été si horriblement bouleversée par les révolutions,
par le scepticisme et l'impiété; l'ancien gouvernement s'est malheureusement précipité
vers l'extrême opposé; nous ne voulions pas qu'on nous gouvernât comme Louis XV
n'a jamais gouverné; nous ne voulions pas du jésuitisme, du régime absolu. La
révolution s'est faite. Elle a été le triomphe de tout ce qu'il y a de mauvais. Nous
avons bien vu le jour d'après que nous avions toutes les mauvaises passions à
combattre. Ce Gouvernement ci occupera, je le crois, une grande place dans l'histoire.
Il a sauvé la monarchie en Europe. S'il avait fléchi, le mouvement révolutionaire
combiné avec le radicalisme Anglois auroit occasionné des guerres plus terribles que
celles de la première révolution; je ne sais pas si le monde auroit eu la force de
supporter ce choc’. De revolutie in Belgie had hij, in 1827, toen hij zich aldaar bevond,
voorzien: Je l'ai dit au bon v. Gh., à M.v. Gobbels
2). Wij spraken veel over Holland,
1) Friedrich Adolph Krummacher, geb. 13 Juli 1767, overl. 4 April 1845.
2) Bedoeld zijn hier Mr. P.G. van Ghert, referendaris bij de directie van den R.C. eeredienst,
en Mr. P.L.J.S. van Gobbelschroy, die in 1825 minister van Binnenlandsche zaken was. Hij
was de zoon van een Leuvensch hoogleeraar, dien Willem I tot staatsraad benoemd had.
Onder het Fransche gouvernement, onder hetwelk hij zijn loopbaan begonnen was, was hij
tot sous-préfet opgeklommen, en later een der secretarissen van het kabinet des Konings
geworden, in het- welk hij zich hoofdzakelijk met het beheer der schouwburgen had bemoeid.
Men beweerde zelfs, dat hij de eerste danseuse van het theater te Brussel had willen huwen.
Het ontbrak hem niet aan talent. Zie Gedenkstukken Dl. VIII, 1e stuk, pag. 580.
over de wenschelijkheid, om de goede verstandhouding met Frankrijk te herstellen.
‘C'est cette malheureuse Belgique: Qu'y auroit il à faire’ Hij ontkende eerst dat de
Fransche invloed veel tot de Belg. omwenteling had medegewerkt, daarna bepaalde
hij zich met te beweeren que ce n'étaieut pas les mêmes individus. Thans stond Belgie
ook niet onder Frankrijk: die zulks meende, kende de kracht der Aristocratie aldaar
niet, poursuivant la chimère d'une nationalité Belge. Qui sait? Peut être pourra-t-on
revenir un jour à un projêt de partage, il est vrai que la B. est là comme une balle de
coton pour amortir les chocs entre la Prusse, la France, la Hollande. Pruissen was nu
sur le meilleur pied avec la France, daartoe had hij eenigzins medegewerkt; zoo
gaarne zou hij dit ook voor H. doen. Il est à regretter qu'on n'ait pas déployé d'abord
plus d'habileté; on eût pu garder Anvers et Maastricht. Votre union avec la B. ne
pouvoit exister. Hij gaf evenwel toe dat zoo men, in plaats van eene fusion, de
instandhouding der provincialiteiten, om het dus uit te drukken, had beproefd,
hiermede reeds veel gewonnen zou zijn geweest. Maintenant partout les bons doivent
s'unir contre les mauvaises passions. Hij liet mij voelen dat hem het Gezantschap
naar Holland onlangs was aangeboden geweest. - Hij houdt nog een privatissimum
over de Gesch. der Wijsbegeerte voor 50 à 60 toehoorders; parler devant 2000
auditeurs over onderwerpen die zijn gemoed aangrepen, was hem te vermoeijend.
In de laatste jaren was het in Fr. gelijk in Holland, de gewoonte geworden, dat
jongelieden, in plaats van stoutelijk over les dogmes les plus abstrus te beslissen,
zich met historische punten in hunne thèses bezig hielden. Die thèses werden ook
weder in het Latijn gesteld. Hij zelf is thans druk bezig met MSS. der Scholastieken,
in de uitgave van
een Handschrift van Mailard. De Introduction is in het Fransch, omdat de uitgever
het zoo begeert. - Hij sprak mij van een Gesch. der Hervorming, waaraan Mignet
werkt; de voortreffelijke Historie van Merle, Merle
1)
In document
Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 42 · dbnl
(pagina 61-65)