• No results found

Experiment Droge vingers

Les Natuur | Meester Henrik | Naam: _______________________

Als je in het water springt ben je nat. Als alleen je vingertopje in het water steekt is hij ook nat. Of toch niet?

Heb je je weleens afgevraagd waarom je op de aarde kan blijven staan of waarom sommige dingen op een tafel blijven staan of waarom dingen nat worden door water, terwijl andere dingen juist droog blijven?

Dat ga je uitzoeken bij dit experiment.

Alles op aarde blijft staan, omdat de aarde het naar zich toe trekt. Zou dat niet gebeuren, dan zou alles en iedereen zweven! Dat je op aarde blijft, komt door G-krachten. Deze G-krachten trekken jou en alles om je heen nu ook naar beneden.

Om te bepalen hoe hard iets naar beneden wordt gedrukt, moet je dingen wegen. Dit doe je met een weegschaal. Wanneer je iets op een weegschaal zet, kun je zien hoe zwaar iets is. Precies met dat gewicht wordt iets naar beneden getrokken.

Ook in een glas water wordt alles naar elkaar toe getrokken. Het water wordt dus in het glas getrokken door de aarde.

Water is niet zo sterk, daarom ga je ook direct naar de bodem als je in een zwembad springt. Maar je kunt water sterker maken. Als je dat doet, dan zakt iets minder snel naar de bodem. Wat er precies gaat gebeuren, zie je in dit experiment.

16 Voor dit experiment is het belangrijk dat je goed oplet wat er gebeurt. Volg daarom de stappen op de volgende bladzijde goed en maak de vragen.

Stappen:

1. Strooi een flinke laag kruiden op het water 2. Wacht tot het water in het glas stilstaat

Beantwoordt nu vraag 1 hieronder.

3. Duw nu voorzichtig je vingertopje in het water, niet te diep Beantwoordt nu vraag 2 en 3 hieronder.

Vragen:

Stap 2.

Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je met je vinger in het water duwt?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 3.

Vraag 2: Wat gebeurt er?

_________________________________________________________________

Les Natuur | Meester Henrik | Naam: _______________________

Olie en water mengen niet goed. Als je ze bij elkaar doet, dan krijg je twee lagen. Wat gebeurt er als je er zout in strooit?

Heb je je weleens afgevraagd waarom je sommige dingen wel kan optillen en anderen niet en waarom sommige dingen blijven drijven en anderen zinken? Dat ga je uitzoeken in dit experiment.

Alles om je heen heeft een ander gewicht. Zo kan jij bijvoorbeeld zwaarder zijn dan je buurman of buurvrouw, maar kan je kleine broertje of zusje veel lichter zijn dan je. Wanneer je dingen optilt, heb je de kracht om een bepaald gewicht omhoog te houden. Maar soms zijn dingen gewoon te zwaar om ze op te tillen en krijg je ze niet van de grond. Denk maar eens aan een blaadje papier en de auto van je ouders. Een bladje papier kun je heel makkelijk optillen, maar de auto van je ouders krijg je niet zo snel omhoog.

Water en olie kunnen natuurlijk niks optillen, omdat het allebei vloeistoffen zijn. Maar vloeistoffen kunnen wel iets anders. Ze kunnen namelijk dingen laten drijven die lichter zijn dan ze en dingen laten zinken als ze zwaarder zijn.

Zo werkt dat met water en olie. Olie is lichter dan water en dus heeft water genoeg kracht om olie omhoog te houden.

Maar zout is veel zwaarder Daarom zakt zout ook omlaag als je het in water strooit. In dit experiment ga je kijken wat er gebeurt als je water, zout en olie bij elkaar doet.

Voor dit experiment is het belangrijk dat je goed oplet wat er gebeurt. Volg daarom de stappen op de volgende bladzijde goed en maak de vragen.

Stappen:

1. Vul het glas tot over de helft met water

18 2. Doe ongeveer een centimeter olie in het glas

Beantwoordt nu vraag 1 hieronder.

3. Wacht tot de olie stil op het water ligt.

Beantwoordt nu vraag 2 hieronder.

4. Doe een beetje afwasmiddel aan je wijsvinger Beantwoord nu vraag 3 hieronder.

5. Duw je wijsvinger in het midden van het bord in de peper Beantwoord nu vraag 4 hieronder.

Vragen:

Stap 2.

Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je olie in het water doet?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 3.

Vraag 2: Wat denk je dat er gebeurt als je zout bij de olie doet?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 4.

Vraag 3: Wat gebeurt er?

_________________________________________________________________

Les Natuur | Meester Henrik | Naam: _________ ______________

Olie en water mengen niet goed. Als je ze bij elkaar doet, dan krijg je twee lagen. Wat gebeurt er als je er zout in strooit?

Zoals je wel weet, maakt water dingen schoon. Als je vieze handen hebt, kun je ze schoonspoelen met een beetje water. Dat doet water ook met Skittles. Skittles hebben een bepaalde kleur gekregen, omdat er kleurstof op zit. Dit is een soort poeder of water waar kleur op zit en ervoor zorgt dat iets een bepaalde kleur krijgt. Dit is hetzelfde als verf.

Wanneer water de Skittles schoon maakt, is het de kleurstof aan het opnemen. Het steelt als ware de kleur van de Skittles. Wanneer je iets langer wacht, dan zie je dat de Skittles langzaam weg gaan en alle kleuren veranderen naar een soort bruin. De Skittles lossen op en de kleuren mengen tot een andere kleur.

Altijd als je een hele hoop kleuren mengt, wordt het een soort bruinige kleur. Dit is omdat elke kleur uit het kleurenspectrum, de kleuren die je kunt zien dus, opgebouwd zijn uit een soort bruin.

Hiernaast staat het kleurenspectrum.

Zo’n bruine kleur maken, kun je heel makkelijk thuis doen. Pak maar eens veel verschillende kleuren verf en meng alles maar door elkaar, dan wordt het altijd een soort bruin.

Voor dit experiment is het belangrijk dat je goed oplet wat er gebeurt. Volg daarom de stappen op de volgende bladzijde goed en maak de vragen.

Stappen:

1. Zet het bord voor je neer

2. Leg de skittles in een cirkel langs de rand op het bord

20 Beantwoordt nu vraag 1 hieronder.

3. Schenk een dun laagje water op het bord, zodat alle Skittles in het water liggen Beantwoordt nu vraag 2 en 3 hieronder.

Vragen:

Stap 2.

Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je water bij de Skittles doet?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 3.

Vraag 3: Wat gebeurt er?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Experiment Speedboot maken

Les Natuur | Meester Henrik | Naam: _______________________

Om te bewegen moet je iets doen. Om te fietsen, moet je trappen. Maar in een auto of een speedboot ga je zonder zelf te trappen of duwen vooruit. De motor zorgt voor de beweging. Bij een echte speedboot zit de motor ingewikkeld in elkaar. Toch kun je zelf een mini

speedboot maken.

Alles om je heen bestaat uit allemaal kleine deeltjes. Deze deeltjes noem je moleculen.

Deze moleculen kun je eigenlijk niet zien, maar ze zijn er toch. Alleen als je met een microscoop, een soort supersterk vergrootglas, kun je ze zien. Als de deeltjes er niet zouden zijn, zou er ook geen water zijn.

Je kunt het vergelijken met stenen en een huis. Elk huis bestaat uit stenen. Als je ver van een huis af staat dan kun je de stenen niet zo goed zien. Maar als je dicht bij een huis staat, kun je de stenen wel zien.

Net zoals jij, hebben alle dingen om je heen ‘vrienden’ en ‘vijanden’. De ‘vrienden’ van elkaar komen bij elkaar zitten en de ‘vijanden’ van elkaar komen liever niet te dicht bij elkaar. Soms is een vriend van je beste vriend niet jouw vriend. Dan ga je wel met je beste vriend om maar niet met die andere jongen of dat andere meisje.

Dat hebben water, papier en zeep ook. Water en papier zijn vrienden, net zoals water en zeep. Maar papier en zeep zijn geen vrienden. Het papier wil zo ver mogelijk van de zeep vandaan blijven. Wat er precies gebeurt, zie je in dit experiment.

Voor dit experiment is het belangrijk dat je goed oplet wat er gebeurt. Volg daarom de stappen hieronder goed en maak de vragen.

Stappen:

22 1. Vul de bak met water, een laagje is genoeg

2. Knip het bootje hiernaast precies uit 4. Leg het bootje voorzichtig op het water

Beantwoordt nu vraag 1 hieronder.

5. Doe een druppel afwasmiddel op de achterkant van een potlood

6. Zorg dat het bootje met de achterkant naar de rand ligt

7. Stip met het afwasmiddel op het potlood in het gaatje van het bootje Beantwoordt nu vraag 2 en 3 hieronder.

Vragen:

Stap 4.

Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je afwasmiddel in het gat van het bootje doet?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 7.

Vraag 2: Wat gebeurt er?

_________________________________________________________________

Les Natuur | Meester Henrik | Naam: _______________________

Je kunt peper over een bord met water strooien. De peper blijft dan bovenop het water liggen. Kun je de peper ook laten zwemmen?

Alles om je heen bestaat uit allemaal kleine deeltjes. Deze deeltjes noem je moleculen.

Deze moleculen kun je eigenlijk niet zien, maar ze zijn er toch. Alleen als je met een microscoop, een soort supersterk vergrootglas, kun je ze zien. Als de deeltjes er niet zouden zijn, zou er ook geen water zijn.

Je kunt het vergelijken met stenen en een huis. Elk huis bestaat uit stenen. Als je ver van een huis af staat dan kun je de stenen niet zo goed zien. Maar als je dicht bij een huis staat, kun je de stenen wel zien.

Net zoals jij, hebben alle dingen om je heen ‘vrienden’ en ‘vijanden’. De ‘vrienden’ van elkaar komen bij elkaar zitten en de ‘vijanden’ van elkaar komen liever niet te dicht bij elkaar. Soms is een vriend van je beste vriend niet jouw vriend. Dan ga je wel met je beste vriend om maar niet met die andere jongen of dat andere meisje.

Dat hebben water, peper en zeep ook. Water en peper zijn vrienden, net zoals water en zeep. Maar peper en zeep zijn geen vrienden. Wat water, peper en zeep gaan doen zie je in dit experiment.

Voor dit experiment is het belangrijk dat je goed oplet wat er gebeurt. Volg daarom de stappen op de volgende bladzijde goed en maak de vragen.

Stappen:

1. Spoel het bord goed af met water 2. Doe een laagje water in het bord

3. Strooi een beetje peper over het water

24 Beantwoordt nu vraag 1 hieronder.

4. Doe een beetje afwasmiddel aan je wijsvinger Beantwoord nu vraag 2 hieronder.

5. Duw je wijsvinger in het midden van het bord in de peper Beantwoord nu vraag 3 hieronder.

Vragen:

Stap 3.

Vraag 1: Wat denk je dat er gebeurt als je afwasmiddel in het water doet?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 4.

Vraag 2: Wat gebeurt er?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

Stap 5.

Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________

_________________________________________________________________