• No results found

Welke preventiemaatregelen bestaan er om te vermijden dat minderjarige meisjes

II. Theoretische achtergrond

2. Welke preventiemaatregelen bestaan er om te vermijden dat minderjarige meisjes

Welke maatregelen passen politie en parket toe?

Zowel de actoren, politie en parket werken vooral in de opsporings- en vervolgingsketen. Uiteraard zijn er maatregelen of initiatieven die aansluiten bij de preventieve aanpak om slachtofferschap te voorkomen. Bij de bevraging van respondenten binnen politie en het parket, komt de nadruk zeer sterk te liggen op de ontwikkeling van het netwerk tussen verschillende actoren die met de problematiek in contact komen. Concreet gaat het over: Payoke, Child Focus, jeugdparket, jeugdrechter, politie, instellingen, scholen en uiteraard nog een tal van andere organisaties. “[…] We moeten wel onze middelen zo intelligent mogelijk inzetten, vandaar dat

partnerschap. De instellingen, wij komen uit een tijd waar de instellingen een halve vijand waren van ons en wij van hun een halve vijand waren […]” (respondent 3). Dit citaat van een

respondent binnen politie duidt aan dat er sterk werd/wordt ingezet op de opbouw van het vertrouwen en communicatie tussen de verschillende actoren. Er moeten bruggen gebouwd worden tussen de verschillende eilandjes die samen zouden moeten streven tot een goede aanpak van de problematiek. Er werd verwezen naar een goede samenwerking tussen de politie, Payoke en parket. Door het ontstaan van die bruggen kan er ook een kruisbestuiving plaatsvinden. Zo gaat de jeugdbrigade van Antwerpen, vaak samen met Payoke op bezoek in instellingen of op vraag in scholen om preventief toelichting te geven over bijvoorbeeld de gevaren van tienerpooiers. Hoe kunnen jongeren dit herkennen en bij wie ze allemaal terecht kunnen in het geval dat nodig zou zijn. Die uitwisseling van kennis verkleint de kans op tunnelvisie. Niet enkel werd er meer begrip voor elkaar opgemerkt, ook het vertrouwen tussen de verschillende actoren en de communicatie steeg positief volgens de respondenten. Al bleven ze kritisch en gaven ze toe dat het altijd beter kan. Naast de kruisbestuiving over de verschillende eilandjes heen, wordt ook binnen verschillende recherchediensten aan uitwisseling gedaan. Zo organiseert de jeugdbrigade van Antwerpen studiedagen voor andere recherchediensten om hun kennis en expertise omtrent de problematiek te delen. Er wordt bijvoorbeeld ingegaan over hoe ze te werk gaan, welke feiten er belangrijk zijn om te weten/onderzoeken, welke onderzoeksmogelijkheden de dienst heeft en hoe ze de problematiek in kaart kunnen brengen. Naast deze voorbeelden van de politie, kan er een voorbeeld

aangehaald worden van de stappen die de geïnterviewde parketmagistraat heeft genomen tot het bouwen van die bruggen tussen de eilandjes.

[…] [Parketmagistraat en een collega van het jeugdparket] hebben een rondje gedaan in jeugdinstellingen om te laten zien dat we normale mensen zijn, omdat iedereen altijd wat schrik heeft van het parket en van: ge moogt ons echt bellen, ge moet niet bang zijn voor je beroepsgeheim. Want iedereen heeft daar wel bang voor. Ge kunt ons bellen, ge kunt ons anoniem bellen allé fin, anoniem over een meisje overleggen en dan kunnen we dat bekijken. […] (Respondent 6)

Op deze manier kunnen er bezorgdheden en eventuele stappen besproken worden om de meisjes op een zo goed en zo vlug mogelijke manier te helpen.

Ook de zware straffen die mensenhandelaars krijgen, werden aangehaald als maatregel.9 Dit kan voor een demotivatie zorgen om eventuele daden te plegen. Daarnaast kunnen ze tijdens hun straf geen nieuwe slachtoffers meer maken, al geeft dit geen garantie voor na hun vrijlating. De respondenten geven aan dat het vooral belangrijk is dat er een preventieve focus ligt bij de (potentiële) slachtoffers. Al de hierboven besproken maatregelen hebben rechtstreeks en onrechtstreeks verband met de preventie van slachtofferschap bij tienerpooiers.

Welke maatregelen past de hulpverlening toe?

De belangrijkste speler voor preventiemaatregelen voor de tienerpooiersproblematiek is Child Focus. Elke respondent benadrukt hun onmiskenbaar belang en invloed door middel van het geven van voorbeelden van maatregelen en campagnes die door Child Focus al werden georganiseerd. Zo wordt er verwezen naar www.stoptienerpooiers.be, de uitgebreide website van Child Focus en verschillende tools zoals GPS of Girl Power Squad waar er in het volgende deel wordt op teruggegaan en vormingen die door hun worden gegeven in zowel instellingen, als scholen, als bij politie. Ook op het vlak van sensibilisering van de problematiek ontwikkelt Child Focus posters of maken ze filmpjes. Door die sensibilisering en het verschijnen in de actualiteit worden mensen bewuster van de situatie en de mogelijke herkenningspunten van slachtofferschap. Door de sensibiliseringscampagnes zullen scholen en instellingen meldingen doen en wordt ook de omgeving van een potentieel slachtoffer bewuster van bepaalde verontrustende situaties. Payoke benadrukt het effect van sensibilisering: “[…] Dat als Payoke

een paar keer in het nieuws komt, dat de aanmeldingen de hoogte in gaan. Omdat mensen er

9 Art. 433septies Sw.

dan aan worden herinnerd en beginnen ze op te zoeken en maken ze de link” (respondent 5). Er

moet duidelijk gesteld worden dat dit enkel meldingen zijn. Dit wil dus niet zeggen dat er dan wel degelijk sprake is van een tienerpooierproblematiek. Dat brengt meteen een kritisch punt naar boven bij de sensibilisering, namelijk het risico op paniek-denken van mensen. Een respondent haalt aan, dat er in 2019 een ministerieel besluit naar jeugdinstellingen werd gestuurd. Hierin stond duidelijk vermeld dat, bij enig vermoeden, er een melding dient worden gemaakt bij Payoke. Dit besluit werd echter niet naar scholen of andere organisaties als Kind & Gezin gestuurd. Er worden in instellingen specifieke thematieken besproken met de jongeren. Een respondent haalt daarbij het volgende aan:

[…] Ik denk dat ze daar ter preventie van dit fenomeen het meeste slaagkans in hebben. Door jongeren te leren en wat ze zelf moeten aanvaarden wat dat niet kan. Wat oké is of niet nog voor het gebeurt. […] Je moet dan niet de loverboyproblematiek of tienerpooierproblematiek te benoemen, maar gewoon: wat is een gezonde relatie? Wat zijn gezonde vriendschappen? Hoe omgaan met sociale media? Wanneer ga je te ver? […] (Respondent 2)

Ook de andere respondenten halen aan dat het belangrijk is om een gezond beeld over seksualiteit aan de meisjes in bijvoorbeeld instellingen mee te geven. Zo komen er bijvoorbeeld in sommige instellingen seksuologen praten om dit thema aan te kaarten. Maar ook de rol van school wordt door de respondenten uitvoerig besproken. Waarbij er geopteerd wordt om deze te betrekken bij de bewustmaking van hoe vriendschappen en relaties er uit zien, alsook welke effecten pesten heeft op het zelfbeeld van het slachtoffer. Bij die bewustmaking hebben ouders en vrienden ook een belangrijke rol. Een respondent haalt aan dat dit nog steeds bij vele ouders en vrienden niet besproken wordt. “Je wilt niet weten hoeveel meisjes er al tegen mij hebben

gezegd van: amai, ik kan met u over seks praten, dat gaat met niemand anders. Omdat dat onderwerp niet wordt aangesneden. Terwijl dat echt gewoon een onderwerp is” (respondent

4). Er werd door een respondent een voorbeeld aangehaald waarbij er in een instelling een gigantische poster hing. In stripvorm werden de verschillende stappen uitgelegd om op een correcte manier een condoom aan te doen. Op deze creatieve en leuke manieren proberen ze seksuele opvoeding door te geven aan de jongeren. Bovendien kan de reeds besproken kruisbestuiving ook vermeld worden als een maatregel die hulpverlening neemt om kennis met elkaar te delen. De Nederlandse organisatie Helse Liefde wordt gezien als partner die hun expertise deelt met de organisaties hier in België. De uitbreiding van kennis over de verschillende organisaties heen zorgt voor het begrijpen en het inzien van deze problematiek.

Die kennis kan gebruikt worden om preventief te kunnen optreden. Een grondige expertise over de verschillende kenmerken, methodieken en risicofactoren is daarbij noodzakelijk.

Zijn de maatregelen afgestemd op de digitalisering van de maatschappij?

Er werden reeds maatregelen besproken die toegepast worden door politie, parket alsook hulpverlening. Daar wordt er echter eerder gekeken naar algemene preventieve maatregelen en niet naar maatregelen die specifiek zijn afgestemd op de digitalisering van de maatschappij. Zoals eerder vermeld worden er door zowel hulpverleners als de politie lezingen gehouden over de methodiek, de risicofactoren en problematiek van tienerpooiers. Op deze lezingen wordt er volgens de respondenten ook aandacht besteed aan sociale media. Er worden kritische vragen gesteld aan de jongeren zoals: ken je de personen die je toevoegt? Vanwaar ken je hem? Heb je hem al eens in het echt gezien? Ook in sommige instellingen wordt er ingespeeld op de digitalisering. Zo vertelt een respondent over een spreekuurtje in een instelling. Er worden verschillende thema’s besproken zoals het gebruik van sociale media. Al hangen de maatregelen sterk van de instelling zelf af en kunnen deze dus verschillen. Daarnaast wordt aangegeven dat als er in gesprek met een jongere wordt opgemerkt dat ze zeer sterk geclusterd is aan de sociale media, dit onderwerp zeker wordt opengetrokken. Bovendien geeft een respondent soms tips and tricks aan ouders:

[…] Als ouder, log ook eens in, maak een account, voeg vrienden toe via u, zorg dat jij ook bevriend bent met de vrienden van de vriendengroep tot een bepaalde leeftijd. Post daar niets in, maak het niet gênant voor je kinderen. Je moet het niet doen, maar dat ze weten dat het kan, dat je om de tijd de vriendenlijst overloopt en vraagt van ken je die mensen, heb je ze in het echt gezien? […] (Respondent 3)

Ook gemeenten helpen bij maatregelen omtrent sociale media. Er werd een voorbeeld aangehaald waarbij een gemeente een praatgroep had georganiseerd waar ouders naartoe konden gaan om te praten met elkaar over het gebruik van sociale media en samen met een gespecialiseerde therapeute verschillende tips and tricks te bespreken. Een concreet voorbeeld zijn de cursussen van Gezinsbond, over het gebruik van sociale media en hoe ouders het beste met deze uitdagingen omgaan (Child Focus, Gezinsbond, n.d.). Indien er gekeken wordt naar de afstemming van preventiemaatregelen die door Child Focus worden aangeboden, kan er geconcludeerd worden dat ze heel digitaal actief zijn en zeer toepasbaar zijn op de huidige populariteit van online platformen. Zo wordt er op hun website informatie gegeven over seksuele uitbuiting en meer specifiek over termen: sexting, sextortion en grooming, die gelinkt

kunnen worden aan het online gebruik. Daarnaast wordt ook pedagogisch materiaal aangeboden voor ouders, alsook informatie voor jongeren over bijvoorbeeld het veilig gebruiken van internet (Child Focus, 2019a). Een preventietool dat door verschillende respondenten wordt aangehaald is GPS, Girl Power Squad. De tool tracht minderjarigen kennis te maken met de problematiek en ze risicovolle situaties te leren herkennen (Child Focus, 2019b). In deze online en offline tool worden verschillende thema’s besproken: vriendschap, relatie en seksualiteit, zelfbeeld, grenzen en weerbaarheid en tot slot vertrouwen en hulp.

[…] Minderjarige gaan inloggen op een profiel en komt verschillende situaties tegen, waarin ze keuzes moeten maken. Dus je ziet een fictief Messenger gesprek en de minderjarige kan kiezen wat die zal antwoorden en komt zo in een situatie terecht waar dat de minderjarige moet kiezen wat oké is en wat niet oké is. […] (Respondent 1)

Bij elke keuze wordt er ook uitleg gegeven hoe die keuze eventueel zou kunnen overkomen. Er wordt getracht om op deze manier de meisjes bewuster te laten worden met verschillende risicovolle situaties. Deze tool kunnen begeleiders van jeugdvoorzieningen gebruiken om preventief op te treden. Twee respondenten haalden aan dat deze tool ook een meerwaarde kan bieden in het lessenpakket op school. Al is dit volgens hen nog niet het geval. Ondanks de snelle ontwikkeling van verschillende kanalen, haalt een respondent uit politie aan dat dit echter er niet voor zorgt dat het moeilijker is om preventief op te treden. De preventiemaatregelen hebben namelijk de focus op het online gedrag en het herkennen van risicovolle situaties en kunnen dus toegepast worden op elk sociaalmediakanaal.