• No results found

Welke gevolgen zal deze regeling hebben voor hun positie op de arbeidsmarkt?

Hoofdstuk 4: Verwachtingen en kansen van de Wajong doelgroep

5.2. Welke gevolgen zal deze regeling hebben voor hun positie op de arbeidsmarkt?

5.2.1. Knelpunten

Het maatschappelijke draagvlak voor het samenvoegen van de drie regelingen tot de

Participatiewet is groot. Het streven van het kabinet naar een samenleving waar mensen met een arbeidsbeperking ook deelnemen aan het reguliere werkproces wordt door veel mensen ondersteund. De opvattingen over de uitvoerbaarheid van de kansen op de arbeidsmarkt van de Wajong doelgroep na inwerkingtreding van de Participatiewet lopen uiteen. De knelpunten hierbij zijn:

- Het beperkte budget waarover de gemeenten beschikken om de toebedeelde taken uit te voeren. Van de gemeente wordt verwacht dat zij maatwerk uitvoeren, maar in de ogen van de GroenLinks-fractie is dit alleen haalbaar, als zij voldoende re-

integratieinstrumenten hebben om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen.

33

- Het ontstaan van een concurrentiestrijd tussen het UWV en de gemeenten, gezien het gegeven dat de Wajongers die voor 2015 de Wajong zijn ingestroomd niet over worden geheveld naar de gemeenten maar onder de verantwoordelijkheid van het UWV blijven.

- Bij de financiering en investeringsbereidheid van de werkgevers worden vraagtekens gezet. Bedrijven die over voldoende financiële middelen beschikken kunnen de boete afkopen in plaats van een jonggehandicapte in dienst te nemen, waardoor de leden van de GroenLinks-fractie verwachten dat jonggehandicapten hier de dupe van worden. Met als gevolg dat zij terechtkomen in de bijstand in plaats van bij een reguliere werkgever aan de slag gaan.

De gedachte om iedereen met arbeidsvermogen te ondersteunen bij het vinden van een baan bij een reguliere werkgever wordt door vriend en vijand ondersteund. De vraag die rijst is of jonggehandicapten daadwerkelijk een baan krijgen bij een reguliere werkgever. De mate waarin de banen daadwerkelijk gerealiseerd worden laat zich moeilijk voorspellen. Het kan twee kanten opgaan, in paragraaf 5.2.2. worden de positieve gevolgen voor de Wajong doelgroep besproken en in paragraaf 5.2.3 komen de negatieve gevolgen voor de Wajong doelgroep aan de orde.

5.2.2. Vooruitgang positie Wajong doelgroep

Het slagen van de Participatiewet met positieve gevolgen voor de arbeidspositie van de Wajong doelgroep is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de opstelling van gemeenten, de jonggehandicapten zelf en de werkgevers.

Het positieve aan de nieuwe wet is dat alle jonggehandicapten die beschikken over

arbeidsvermogen gestimuleerd worden om bij een reguliere werkgever te gaan werken. De gemeenten spelen hierin een cruciale rol, zij zijn door de Participatiewet zelf verantwoordelijk voor de jonggehandicapten. De gemeenten worden geprikkeld om het aantal

jonggehandicapten die in de uitkering terechtkomen laag te houden. Als de uitstroom van jonggehandicapten uit de Participatiewet groter is dan de instroom dan ondervinden zij hier financiële voordelen van. Om jonggehandicapten te ondersteunen bij het vinden van een reguliere baan, kunnen gemeenten verschillende instrumenten gebruiken. Gemeenten kunnen door middel van maatwerk invloed uitoefenen op het aantal jonggehandicapten die arbeid verrichten. Als gemeenten zich volledig inzetten dan bevordert dit de positie van de Wajong doelgroep.

Daarnaast worden jonggehandicapten zelf ook gestimuleerd om actief te zoeken naar een geschikte baan, mede gelet op de strengere voorwaarden die gelden bij de Participatiewet. Deze voorwaarden wijken af van de Wajong, zo kan de uitkering in de Participatiewet onder andere worden gekort door de zogeheten kostendelersnorm en partnertoets.

Ook de werkgevers kunnen profijt hebben van het in dienst nemen van jonggehandicapten. Een werkgever kan een garantiebaan creëren voor een jonggehandicapte door bijvoorbeeld gebruik te maken van jobcarving, dit houdt in dat een bestaande functie wordt opgesplitst in gespecialiseerd en ongeschoold werk. Het ongeschoolde werk kan bijvoorbeeld het

rondbrengen van de interne post of de administratie bijwerken zijn. Hierdoor kunnen de hoogopgeleide werknemers zich richten op de hoofdtaken, waardoor dit de efficiëntie ten goede komt. De personeelskosten kunnen hiermee ook worden verlaagd, doordat minder gespecialiseerd personeel hoeft worden aangenomen. Werkgevers die mensen met een

34

beperking aannemen hebben de overheid aan hun zijde, die heeft namelijk verschillende instrumenten in het leven geroepen waarmee jonggehandicapten makkelijker en goedkoper kunnen worden aangenomen, waaronder loonkostensubsidies. Deze subsidie kan weer financiële voorwaarden opleveren voor de werkgever waardoor de werkgever wordt gestimuleerd om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Daarnaast kan een werkgever invulling geven aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen door mensen met een beperking aan te nemen, hierdoor creëert de werkgever niet alleen werkgelegenheid voor een groep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar kan de werkgever laten zien dat hij betrokken is bij de samenleving.

Kortom, de positie van de Wajong doelgroep kan verbeteren door de inwerkingtreding van de Participatiewet, indien er maatschappelijk draagvlak wordt gecreëerd om jonggehandicapten in dienst te nemen. De gemeenten, werkgevers en jonggehandicapten moeten dan wel samenwerken om tot het beste resultaat te komen. Maatschappelijke acceptatie in brede zin van het woord is een voorwaarde om de veranderende rechtspositie tot zijn recht te laten komen en de positie van de jonggehandicapten in onze moderne samenleving te verbeteren.

5.2.3. Verslechtering positie Wajong doelgroep

De arbeidspositie van de Wajong doelgroep kan evengoed ook verslechteren door de invoering van de Participatiewet. Om een jonggehandicapte aan een baan te helpen moet voldoende budget en middelen beschikbaar zijn om iemand zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen bij het vinden van een baan. Dit ondersteuningsproces is niet gegarandeerd succesvol. Gemeenten moeten op basis van maatwerk bepalen wie voor welke vorm van ondersteuning in aanmerking komt. Door de economische crisis van de afgelopen jaren is er fors gesneden in het budget van gemeenten en dit kan van invloed zijn op de kwaliteit van de hoognodige begeleiding bij het vinden van een baan van een jonggehandicapten. Hierdoor kan het vóórkomen dat een jonggehandicapte geen maatwerk krijgt bij het vinden van een baan, waardoor hij in een uitkeringsregeling belandt. Mede gezien de krapte op de

arbeidsmarkt, als gevolg van het grote aantal werklozen en starters op de arbeidsmarkt, is het de vraag of jonggehandicapten voldoende de kans krijgen om aan het werk te komen bij een reguliere werkgever. Jonggehandicapten moeten de concurrentie aangaan met mensen die hoger opgeleid zijn, waardoor zij nog minder snel worden aangenomen door een werkgever. Het creëren van draagvlak binnen het bedrijfsleven, zowel in het midden en kleinbedrijf als in grote bedrijven, is van belang om de uitvoering van de Participatiewet te realiseren. Met de banenafspraak uit het sociaal akkoord hebben werkgevers afgesproken om extra banen te realiseren, zowel in de bedrijfssector als bij de overheid, maar dit moet ook echt handen en voeten gaan krijgen. Dit is geen vrijblijvende afspraak, indien namelijk de werkgevers deze banen niet hebben gerealiseerd treedt de quotumwet in werking en moeten werkgevers per baan die ze niet hebben gerealiseerd een boete van 5000 euro betalen. Bedrijven die beschikken over voldoende vermogen kunnen de quotumwet omzeilen door de boete af te kopen, waardoor ze geen jonggehandicapten in dienst hoeven te nemen. Hierdoor komen de jonggehandicapten niet aan het werk bij een reguliere werkgever, maar komen zij terecht in de uitkeringsregeling van de Participatiewet. Door deze ontsnappingsclausule komen de

uitkeringskosten dan als een boemerang terug bij de overheid en slaagt het doel van de Participatiewet om zoveel mogelijk mensen te laten participeren in de samenleving onvoldoende.

35