• No results found

Op weg naar de juiste bestemming

3. De personages in de schijnwerpers

3.5 Op weg naar de juiste bestemming

In de paragraaf ‘Karakter in woord en daad’ is al enige aandacht besteed aan de boodschap die de meisjesboeken bevatten. In deze paragraaf zal deze boodschap nader worden bekeken. Daarbij zal worden gefocust op de weg die de personages afleggen, aangezien de ontwikkelingen die personages doormaken en de ‘bestemming’ die zij uit eindelijk bereiken, de lezer de visie van de auteur tonen. In deze paragraaf zal daarom aandacht worden besteed aan de ontwikkeling die de personages doormaken, de hindernissen die zij onderweg tegenkomen, de bestemming die zij uiteindelijk bereiken en de boodschap die hieruit spreekt.

Van ‘ondeugd’ tot dame?

In Een Hollandsch meisje op een Engelsche kostschool, School-idyllen en De h.b.s-tijd van

Joop ter Heul spelen ondeugendheid en ongehoorzaamheid een belangrijke rol. De

hoofdpersonen overtreden regelmatig de schoolregels en Jet en Joop halen samen met hun vriendinnen kattenkwaad uit. De ontwikkeling die Suze, Jet en Joop doormaken richt zich op hun ondeugendheid en ongehoorzaamheid. De meisjes dienen van ‘wildebrassen’ in keurige dames te veranderen. Deze ‘eindbestemming’ wordt in de boeken echter niet bereikt. Hoewel Suzes kostschooltijd ertoe heeft geleid dat ze netter en welgemanierd is geworden, heeft ze niet alle ‘damesachtige’ gebruiken verinnerlijkt. Zo loopt ze zonder hoed door de tuin en zal ze nog steeds de regels negeren, wanneer deze in tegenspraak zijn met haar rechtvaardigheidsgevoel. Ook Jet schikt zich niet naar het beeld van de ideale vrouw. Volgens De Raat dient School-idyllen te worden opgevat als een pleidooi voor het behoud van de eigen identiteit, in plaats van het aanpassen aan de verwachtingen die de maatschappij van vrouwen heeft. Hoewel Jet op haar ziekbed vromer en zachter lijkt te worden, schikt zij zich niet naar de verwachtingen die de maatschappij van ‘vrouwelijkheid’ heeft. Tenslotte is ook Joop de ‘branie’ gebleven die ze aan het begin van het boek was. Hoewel ze zich meer inspant voor school en ze op dat gebied haar verantwoordelijkheid neemt, blijft ze plezier houden in het uithalen van een grap en wordt ze er niet ‘damesachtiger’ op. De boodschap van deze drie boeken is dat goede manieren belangrijk zijn, maar dat een oprecht en eerlijk innerlijk de beste kwaliteiten voor een meisje zijn. Het is dan ook belangrijk je eigen waarden te behouden en je slechts op zekere hoogte aan te passen.

In deze boeken trouwen de hoofdpersonages niet, noch verloven zij zich. Toch bevatten de boeken het traditionele beeld waarin het huwelijk als het ideaal voor de vrouw werd beschouwd. In Een Hollandsch meisje op een Engelsche kostschool kijkt Suze enigszins vertederd naar een stel dat pas is verloofd. In School-idyllen trouwen Maud en Noes respectievelijk met de broer van Jet en de zoon van de dominee. Ondanks hun huwelijk blijken de meisjes vrijwel niet te zijn veranderd, wat de eerder beschreven boodschap van het boek ondersteunt. In De h.b.s.-tijd van Joop ter Heul stelt Joops zus zich ontzettend aan wanneer zij zich verlooft met een leraar van Joop. Joop bekijkt het tafereel in eerste instantie met afgrijzen, maar stelt haar mening over de verloving uiteindelijk bij. Dat er aan het eind van deze drie meisjesboeken geen sprake is van een verloving of een huwelijk voor de hoofdpersonages heeft waarschijnlijk te maken met de leeftijd van de meisjes. Ze zijn mogelijk nog te jong om al ‘onder de pannen’ te zijn. De boeken bevatten dus wel het traditionele ‘vrouwelijke’ ideaal, maar de boodschap van de boeken focust op het belang van eigenschappen als oprechtheid, een sterk rechtvaardigheidsgevoel en het bewaren van de eigen identiteit.

In Tonnie Beekhout en Dona Alve is een soort gelijke boodschap voor de lezer te vinden. Tonnie leert voor zichzelf op te komen en te vertrouwen op haar intuïtie. Waar Tonnie aan het begin van het boek zich de ‘vriendschap’ met de nuffige en gekunstelde Louise laat aanleunen, kiest ze er uiteindelijk voor haar eigen weg te zoeken. Ondanks de bezwaren van haar moeder, ontstaat er een hechte band tussen Tonnie en de wat onverzorgde, maar oprechte Bep. Tonnie leert daardoor dat ze zich niet zomaar door anderen moet laten leiden. Van een wat verlegen meisje wordt Tonnie een zelfstandige jonge vrouw. Net als in de drie eerder

beschreven boeken is de boodschap dat je vast moet houden aan je eigen waarden en je je niet zomaar door iemand moet laten beïnvloeden. Daarnaast zijn ook in Tonnie Beekhout oprechtheid en rechtvaardigheidsgevoel belangrijke eigenschappen die gekoesterd dienen te worden. Ook in Dona Alve draait het om de spanning tussen aanpassen en het bewaren van de eigen identiteit. Deze spanning uit zich voor Dona in de verschillen tussen Oost en West, waarbij Dona’s Javaanse afkomst staat voor natuur en de opvoeding van oom Alve voor cultuur. Uiteindelijk blijken de Europese opvoeding en scholing geen Europese vrouw van Dona te hebben kunnen maken. Ze is een Javaanse en kan die identiteit niet afleggen. De boodschap in dit boek is dan ook niet dat je trouw moet blijven aan je eigen identiteit, maar dat je je identiteit niet kunt negeren of wegstoppen. Het is mogelijk om kleine aanpassingen te maken, maar je kunt niet veranderen wie je bent. Daarnaast bevat het boek de les dat het niet nodig is je identiteit te veranderen, zolang je beschikt over een oprecht en eerlijk karakter.

Van twijfel naar acceptatie

In Het Beugeljong en De plaats waarop gij staat speelt acceptatie een belangrijke rol. Ruut is al eerder omschreven als een hardwerkend en vroom meisje. De boodschap van De plaats

waarop gij staat is dan ook vroom, deugdzaam, oprecht en onbaatzuchtig te leven. Het boek

bevat echter nog een andere les. Om zichzelf te kunnen onderhouden gaat Ruut naar de kweekschool, zodat ze na haar opleiding als onderwijzeres aan de slag kan. Wanneer Ruut in aanraking komt met jongeren die mogen gaan studeren, twijfelt ze aan haar toekomst. Dr. Van Arlevoort doet haar inzien dat het onderwijzerschap een prachtige toekomst biedt en dat ze zeker niet onderdoet voor de meisjes die gaan studeren. De woorden van Dr. Van Arlevoort maken indruk op Ruut en ze accepteert haar toekomst. Acceptatie speelt ook een rol wanneer Ruut haar gevoelens voor Hugo aan de kant schuift en aanvaardt dat er geen toekomst voor hen samen is. Dat Ruuts twijfel tot tweemaal toe omslaat in acceptatie en berusting, kan worden gezien als het leren aanvaarden van lot dat God de mens oplegt. Ook op dit vlak is er dus een vrome boodschap in het boek te vinden, namelijk: aanvaard Gods wil.

Het Beugeljong draait om de acceptatie van een handicap. Beugeltje voelt zich vaak

eenzaam en buitengesloten, doordat ze door haar kreupele been veel dingen niet kan. Ze vraagt zich af wat er van haar moet worden en wat voor toekomst ze heeft. Beugeltje ziet in het begin vooral de beperkingen van haar handicap. In de loop van het boek leert ze de andere kant van haar afwijking te zien. Haar vader wijst haar erop dat ze altijd oog heeft voor details en zoveel meer ziet en opmerkt dan de andere mensen om haar heen. De boodschap aan de lezer is dan ook dat in alles iets goeds is te vinden en dat men het kleine dient te waarderen.

In beide boeken trouwen de hoofdpersonages niet. In De plaats waarop gij staat lijkt even een verloving op handen te zijn, maar al snel blijkt dat Ruut Hugo loslaat. Ruut spreekt zelfs over een mogelijke toekomst zonder man. Wanneer ze niet trouwt hoopt ze net zo’n leuke opgewekte vrouw te worden als een van de ongetrouwde nichten van vader. Toch blijft het ideale beeld van een traditioneel gezin gehandhaafd. In het eerder besproken citaat waarin moeder achter het theeblad zit, blijkt dat ook De plaats waarop gij staat de visie bevat dat een vrouw thuis hoort en daar warmte en rust brengt. Het was voor een meisje het ideaal om naar te streven. Ruut toont echter ook dat wanneer er geen sprake is van een huwelijk een meisje toch een gelukkige toekomst tegemoet kan zien, wanneer zij onbaatzuchtig en vroom leeft. Ook in Het Beugeljong is geen sprake van een huwelijk of een verloving met de hoofdpersoon. Zoals eerder beschreven speelt de thematiek rondom ‘vrouwelijkheid’ wel een rol in het boek, maar ligt de focus daarbij op de moeder. Beugeltjes moeder ziet uiteindelijk in dat ze bij haar gezin hoort, waarna het boek een gelukkig einde kent. De boodschap dat een vrouw in de privésfeer hoort is dus in Het Beugeljong terug te vinden, maar Beugeltje is nog te jong voor een huwelijk en door de thematiek van het boek is een dergelijk einde ook niet voor de hand liggend.

Van afkeer tot inkeer

De ontwikkeling van Babs en Inger richt zich op het emotionele aspect van hun karakter. De boodschap van zowel Babette Josselin, genaamd Babs als De Bikkel is dat het ‘vrouwelijke’ vermogen tot beminnen een essentiële eigenschap is voor het geluk van een vrouw. Wanneer een vrouw worstelt met de emotionele en zachte kant van haar karakter, kan zij zich niet vereenzelvigen met de ‘vrouwelijke’ identiteit. Het gevolg is dat zij niet functioneert in de maatschappij. Pas als Babs en Inger zich openstellen voor het emotionele, vinden zij geluk. Dit geluk uit zich voor de beide hoofdpersonen niet op dezelfde manier. De weg die Babs aflegt, eindigt in een huwelijk. De les voor de lezer is hier dat een toekomst als liefhebbende echtgenote en moeder een vrouw het meest gelukkig maakt. In De Bikkel is er geen sprake van een huwelijk. Inger ontdekt dat ze kan liefhebben, maar trouwt uiteindelijk niet met de ‘foute’ Hans. Het is mogelijk dat Ingers ontwikkeling nog niet is voltooid en ze nog niet ‘klaar’ is voor een huwelijk. Ze heeft zich weliswaar geopend voor de ‘vrouwelijke’ kanten van haar karakter, maar heeft nog niet alle ‘vrouwelijke’ aspecten en kenmerken verinnerlijkt. De afwezigheid van een huwelijk lijkt echter eerder te duiden op de boodschap dat een huwelijk geen vereiste is voor een gelukkige toekomst. Inger voelt zich zelfverzekerd en ziet haar toekomst met een open blik tegemoet. Ze lijkt meer dan capabel om aan haar volwassen leven te beginnen en heeft daar niet per se een man voor nodig. Dat een huwelijk niet altijd tot een gelukkige toekomst leidt is ook te zien in de gezinssituatie van Juup, waar haar vader en moeder ondanks hun huwelijk langs elkaar heen leven. Ook Non die naarstig opzoek is naar een huwelijkskandidaat die aan haar eisen voldoet, vangt bot. Het ‘vrouwelijke’ ideaal van een man en kinderen, wordt in De Bikkel voor het eerst ter discussie gesteld.

Dat de hoofdpersonages worstelen met de typisch ‘vrouwelijke’ gevoeligheid en hun toekomst als liefhebbende echtgenoot, wordt deels geweten aan de tijd waarin de personages opgroeien. De rector uit De Bikkel verbaast zich over de afstand tussen hem en zijn leerlingen. Voor het eerst is er sprake van een generatiekloof die hem onoverbrugbaar lijkt. Wanneer hij Non wegens onzedelijk gedrag van school heeft moeten sturen, spreekt hij de groep toe:

Ik begrijp ook wel dat het niet makkelijk is. Het viel nooit licht en de tijd, waarin jullie leven, maakt reinheid en geduld moeilijker dan ooit. Deze generatie is cynisch. […] [Maar] wie reinheid niet kent, de zelfbeheersing niet, het geduld niet, die zal nooit waardig zijn de waarachtige liefde te leren kennen en te ontvangen.167

Volgens de rector dienen de leerlingen geduld en zelfbeheersing op te brengen. Alleen op die manier kunnen ze een gelukkige toekomst veilig stellen. Dit betekent dat er geen intieme omgang tussen een jongen en een meisje mogelijk is, totdat zij zijn getrouwd. Die zelfbeheersing heeft ook als voordeel dat mensen er sterk van worden: “Meer dan ooit heeft de wereld een ras nodig van krachtige, zelfbewuste mensen.”168

Uit de rest van het boek spreekt de boodschap dat het belangrijk is om waarden als geduld en zelfbeheersing in acht te nemen en hard te werken. Ook de oma van Babs wijt het gedrag van haar kleindochter aan de tijdsgeest:

“Daar had je ’t weer,” dacht ze, “die ontwrichting van dezen tijd. Die jonge meisjes die losgelaten werden op ’t leven, alles mochten, alles konden. Die er uitpikten wat ze vluchtig prettig vonden, en de rest lieten liggen. Die zonder beheersching, zonder maat pretjes najoegen en hun jeugd verknoeiden met cynische beschouwingen. Babs was hard bezig haar leven te verknoeien……”169

167 De Bikkel, 129. 168 De Bikkel, 130. 169 Babette Josselin, 121.

De vrijheid die de nieuwe generatie meisjes heeft, is volgens de oma van Babs de oorzaak van de problemen waartegen deze generatie aanloopt. De meisjes kennen geen rem en hebben geen oog voor de toekomst. Er lijkt in het boek te worden gepleit voor de terugkeer naar de eerder genoemde opvoedingsmethode, waarbij meisjes kort werden gehouden om zo de ‘vrouwelijke’ waarden te verinnerlijken en een gelukkige toekomst als echtgenote en moeder veilig te stellen. Deze visie wordt ondersteund door de ontwikkeling die Babs doormaakt. Haar losbandige levensstijl maakte haar ongelukkig. Pas toen ze ‘kort’ werd gehouden, vond ze geluk in een toekomst als echtgenote.

Van onafhankelijkheid tot huwelijksplannen

In Wil moet het zeggen is geen sprake van een grote ontwikkeling van het hoofdpersonage. Wils karakter geeft dan ook geen aanleiding tot een innerlijke worsteling of problemen. Opvallend aan Wil is dat ze zelfverzekerd en zeer zelfstandig is, maar tegelijkertijd ook de typisch ‘vrouwelijke’ kenmerken als een sterke intuïtie en zorgzaamheid vertoont. Deze combinatie van eigenschappen bevat de boodschap van het boek. De les aan de lezer lijkt te zijn dat vrouwen meer kunnen dan de maatschappij van ze verwacht. Wil blijkt prima in staat om in haar eentje op pad te gaan, voor zichzelf te zorgen en zich uit netelige situaties te redden. Dat zij tegelijkertijd toch haar ‘vrouwelijkheid’ weet te bewaren, toont de lezer dat het mogelijk is om ‘vrouwelijk’ en tegelijkertijd zelfstandig en onafhankelijk te zijn. Een dergelijke boodschap vertoont duidelijk raakvlakken met de opvattingen van de feministen uit de eerste feministische golf, die streden voor meer rechten voor vrouwen. Toch blijft in Wil

moet het zeggen het ‘traditionele’ toekomstbeeld van de vrouw gehandhaafd. Aan het eind

van het boek lijkt alles erop te wijzen dat Wil spoedig in het huwelijksbootje zal treden. Dit mogelijke huwelijk toont de lezer nog eens expliciet dat een zelfstandige vrouw toch ‘vrouwelijk’ genoeg is om een goede echtgenote te zijn. Het is echter de vraag of Wil haar onafhankelijkheid tijdens haar huwelijk weet te bewaren.

Samenvattend

De tien meisjesboeken lijken grofweg vier lessen voor de lezers te bevatten. In de eerste meisjesboeken wordt de nadruk gelegd op het bewaren van de eigen identiteit en het belang van oprechtheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel. In Tonnie Beekhout en De plaats

waarop gij staat wordt deze boodschap gecombineerd met het christelijke ideaal: oprecht en

onbaatzuchtig leven. De tweede boodschap die in de tien meisjesboeken is te vinden, is dat men het kleine dient te leren waarderen. Deze boeken tonen de lezer dat in alles iets moois is te vinden. De derde les is te vinden in Babette Josselin, genaamd Babs en De Bikkel. In deze boeken wordt gefocust op het belang van emotionaliteit voor een vrouw en het vermogen tot beminnen. Ten slotte toont Wil moet het zeggen de lezer dat een vrouw prima in staat is zichzelf te redden, zonder daarbij haar ‘vrouwelijkheid’ te verliezen.