• No results found

weergave van de door ouders ingevulde vragenlijsten

Overprikkeling heeft minstens 20 minuten nodig om te laten betijen

Bijlage 13: weergave van de door ouders ingevulde vragenlijsten

Vraag 1:

In onderstaande tabel vindt u een lijst met kenmerken die voor kunnen komen bij hoog sensitieve leerlingen. Kruis aan of u deze eigenschap of dit kenmerk bij uw kind herkent. Als u dit herkent, geeft u aan of u denkt of ziet dat uw kind last heeft van deze eigenschap of deze juist als een kwaliteit/ goede eigenschap ervaart. Het kan ook zijn dat u ziet dat uw kind het als last én als kwaliteit ervaart. In dat geval kruist u beide kolommen aan.

Leerling kenmerken Ja: ik heb last van

dit kenmerk

2 Mijn kind beleeft gebeurtenissen intens 5 3

3 Mijn kind gaat graag zijn eigen gang, zonder dat hem gezegd wordt wat hij moet doen

3 2 1

4 Mijn kind is creatief 4 2

5 Mijn kind handelt intuïtief (handelen volgens een ingeving)

1 3 2

6 Mijn kind is meestal erg eerlijk 2 5

7 Mijn kind neemt dingen intens waar (hij ziet bijvoorbeeld veel details)

3 4

8 Mijn kind is zorgvuldig in de dingen die hij doet 4 2

9 Mijn kind presteert beter als anderen niet meekijken 5 1

10 Mijn kind is aandachtig 3 3

11 Mijn kind is perfectionistisch 5 2

12 Mijn kind heeft een groot inlevingsvermogen 2 5 1

13 Mijn kind heeft snel door waar problemen en oplossingen liggen

18 Mijn kind heeft veel tijd nodig om prikkels te verwerken

5 1

19 Mijn kind raakt vermoeid als er teveel prikkels zijn 6

20 Mijn kind is soms angstig 3 3

21 Mijn kind is gevoelig voor stress 6

22 Gevoelens hebben bij mijn kind snel een lichamelijk effect (hoofdpijn, vermoeidheid, maagpijn)

6 23 Mijn kind wordt soms depressief van alles wat hij

voelt

5 1

24 Mijn kind heeft nachtmerries 1 5

25 Mijn kind slaapt slecht als er op een dag teveel prikkels zijn geweest

5 1

26 Mijn kind is snel geraakt door het leed van anderen 3 2 1

27 Mijn kind heeft vaak een heel vol hoofd 6

28 Mijn kind wil graag alles op zijn eigen manier doen 4 2 29 Mijn kind kan soms dwingend zijn in wat hij wil en hoe

hij het wil

4 2

30 Mijn kind reageert sterk op storende invloeden 5 1

32 Mijn kind is gevoelig voor onverwachtse

gebeurtenissen, hij kan daar onrustig van worden

6

33 Mijn kind lijkt vaak verlegen maar is dit niet 2 1 4

Praktijkgericht onderzoek Marjon Velsink Vraag 2

U hebt waarschijnlijk een aantal eigenschappen aangekruist waar uw kind last van heeft.

Hebben deze invloed op zijn26 ervaringen op school? Kunt u beschrijven op welke manier?

- Marja heeft last van overvolle gangen; ze blijft liever even langer in een lokaal. Ook de drukte bij de kluisjes.

Ze is een paar jaar geleden erg gepest/ buitengesloten op school. Het lijkt me nu mogelijk dat een van de redenen haar hoog sensitiviteit zou kunnen zijn, waardoor ze zich een buitenbeentje voelde en anderen haar ook als zodanig beschouwde.

- Ze voelt vaak stress bij schoolresultaten

- Onze dochter heeft een zeer negatieve ervaring gehad op school (pesten). Dit heeft zij zich zo aangetrokken dat ze erg aan zichzelf en haar uiterlijk is gaan twijfelen en vervolgens ontevreden is geworden over haar uiterlijk/lichaam (het was perfect). Vervolgens is ze (ernstig) ziek geworden.

- Mijn kind beleeft alles intens en is hierdoor snel afgeleid en overprikkeld

Mijn kind is erg eerlijk, als een beoordeling van een leraar onterecht is zal ze daar heftig op reageren.

- Deze eigenschappen hebben zeker invloed op Sandra haar schoolervaringen. Sandra is erg onzeker in de sociale omgeving van school. Ook bij wisselingen in het rooster, uitval, op tijd ergens aanwezig zijn, plannen van huiswerk, maken van huiswerk, concentratie in de les en presteren op school spelen haar eigenschappen nogal eens een negatieve rol.

- Wat ik vaak opmerk is dat bij thuiskomst niet de inhoud van de diverse vakken wordt besproken, maar de vorm waarmee ze gegeven worden. Docenten die niet in staat zijn om de klas rustig te houden en niet de storende factoren aanpakken. Ook de interactie tussen docent en leerling wordt vaak besproken. Het is moeilijk om richting docent aan te geven dat deze communicatie als

onprettig wordt ervaren.

Vraag 3

Wat zou er volgens u op school moeten veranderen zodat uw kind minder last heeft van deze eigenschappen?

- Meer duidelijkheid en inzet van bepaalde leerkrachten.

- Door de grote groepen komen er teveel prikkels binnen

- Ze pikt de sfeer in de klas steeds erg op, waardoor ze van slag kan raken. Ze heeft zichtzelf aangeleerd wat langer in een lokaal te blijven, zodat het niet meer zo druk is op de gangen.

- Volgens mij zou de school (nog) meer kunnen doen om een veilige situatie te creëren. Kinderen zijn tussen de 12 en 15 zo gevoelig en onzeker. Daar zou volgens mij meer signaleringsvermogen op gezet moeten worden.

- Meer voorspelbaarheid door vast rooster, geen uitval, overzichtelijk huiswerkrooster en optimale geordende omgeving. (dit alles betekent niet dat Sandra ontzien moet worden of er gedoogd moet worden dat zij ongewenst gedrag vertoont. Ook realiseren wij ons dat de omgeving niet op haar alleen aangepast kan worden).

26 Waar hij of zijn staat wordt hij, zij, zijn of haar bedoeld

Praktijkgericht onderzoek Marjon Velsink

- Klassen minder groot, waardoor er meer tijd komt voor persoonlijke begeleiding en minder prikkels.

Klankbordgroep die deze kinderen vertegenwoordigd. Docenten opleiden die dit gedrag kunnen herkennen en begeleiden. Workshops organiseren voor leerlingen, ouders en docenten.

Vraag 4

Kunt u een concreet voorbeeld geven van wat een vakdocent binnen een les kan doen zodat uw kind minder last heeft van deze eigenschappen?

- Een aantal weken geleden had Esther les, de leraar kwam te laat. De leraar heeft toen opdracht gegeven om in het lokaal te wachten en komt vervolgens zelf niet meer opdagen.

- Men zou tijdens de lessen lichamelijke opvoeding aandacht kunnen besteden aan meditatie en yoga, zodat de HSP’s kunnen leren de “overprikkeling” meer tot rust te brengen, zodat nadelige gevolgen als een “vol hoofd”, hoofdpijn en slapeloosheid verminderen.

- Een klein vraagje dat duidt op persoonlijke betrokkenheid helpt!!

- Meer aandacht voor het individu. Ze wil gezien/gehoord worden. Echte aandacht krijgen.

Oprechte waardering en acceptatie. Onoprechtheid/ongeïnteresseerdheid van een docent wordt gelijk doorzien.

- Een docent kan door vertrouwen te bieden Sandra haar faalangst verminderen. Een goede en overzichtelijke evaluatie van behandelde stof. Huiswerk bespreken dat gemaakt had moeten worden.

- Docenten horen de rust te bewaren binnen de klas. Duidelijke regels scheppen waarbinnen gewerkt wordt en deze ook handhaven. Aanpassing van de omgeving met licht, kleur en geluid. Dominantie werkt vaak meer tegen als mee. Ook de toenadering is bepalend. De vorm is voor deze kinderen meer bepalend dan de inhoud. Respect is volgens mij de sleutel.

Vraag 5

Kunt u ook een concreet voorbeeld geven van wat de mentor anders kan doen zodat uw kind minder last heeft van deze eigenschappen?

- Esther is heel tevreden over haar mentor!

- Wij hebben met onze dochter zowel vorig jaar als dit jaar een hele goede situatie. De mentor heeft persoonlijke betrokkenheid, inlevingsvermogen en zoekt naar mogelijke oplossingen zodat de leerling toch kan blijven functioneren. Ook de ouders krijgen ruimte om hun gedachten en mogelijke oplossingen te uiten. Perfect, bedankt Marjon!!

- Hetzelfde als de vakdocenten. Echte aandacht.

- Het is al heel positief dat er aandacht aan dit onderwerp wordt besteed en kennis wordt vergaard over dit onderwerp. Als we ons realiseren dat er sprake is van HSP, dan kunnen problemen ook vanuit dit perspectief beschouwd worden en wellicht opgelost. Nu worden deze eigenschappen nog als negatief ervaren, terwijl als we erg goed mee om kunnen gaan, het om kunnen buigen naar positief.

- Docenten inlichten over Sandra, goed contact onderhouden met haar en ouders. Schoolse problemen die worden ervaren richting schoolleiding en kernteamleider communiceren (wij ervaren hierin overigens zeker een goede steun).

Praktijkgericht onderzoek Marjon Velsink

- Mentor, kan als vertrouwenspersoon meer inspelen op de belemmeringen die op school ontstaan, maar mentoren worden niet gekozen, maar aangesteld. Hierdoor is de communicatie lastig als de verbinding er niet is. Mentor zal op gevoel moeten kunnen handelen en dat is niet voor iedereen weggelegd. Een voorbeeld zou kunnen zijn om als mentor met deze kinderen een traject in te gaan die ze bewust maakt van allerlei prikkers, de oorzaak vast te stellen en oplossingen te zoeken waardoor ze minder storend worden.

Vraag 6

Als u eigenschappen hebt aangekruist waarvan u vindt dat het een goed eigenschap is, vindt u dan dat deze eigenschappen binnen school goed gebruikt kunnen worden? Op welke manier gebeurt dat volgens u?

- Daar ben ik nog niet uit.

- Ze kan erg zelfstandig en oplossingsgericht werken - (niets ingevuld)

- ?

- De lijst is erg gericht op specifieke eigenschappen van een hoog-sensitief iemand. Zoals wij dit beleven, leidt dat vaker tot problemen en stress als dat zij daar profijt van heeft.

- Om deze speciale kwaliteiten die deze kinderen hebben te gebruiken op school zou kunnen door een speciaal programma aan te bieden, zodat deze goed kunnen ontwikkelen. Vakken als psychologie en andere zorg gerelateerde vakken zijn hierbij de mogelijkheden, maar ook (top)sportbegeleiding lijkt mij ook een mogelijkheid. Deze mensen ook zijn in staat om andere mensen beter te laten functioneren.

Vraag 7

Als u vindt dat uw kind deze eigenschappen niet goed kan gebruiken, wat zou er dan moeten veranderen zodat hij er wél iets mee kan doen? Kunt u dit aan de hand van een concreet voorbeeld beschrijven?

- Er zou eigenlijk meer zelfstandig gewerkt moeten kunnen worden en niet in grote groepen. Maar wel binnen handbereik van iemand die goede feedback kan geven.

Als ze thuis alleen is en zich verveelt dan komt ze in actie. Gaat experimenteren in de keuken, gaat tekenen of andere creatieve dingen doen.

- ?

- (niets ingevuld) - (niets ingevuld)

- Sandra zal moeten leren dat zij, ondanks dat zij zaken moeilijk vindt en als lastig ervaart, toch over haar drempels moet stappen om de “uitdagingen” aan te gaan. Zij moet niet in problemen denken maar in oplossingen. Wanneer het moeilijk is om aan je huiswerk te beginnen kun je dat uitstellen en kwaad worden als mensen je daaraan herinneren, maar je kunt ook beginnen , al is het maar in kleine stapjes en met kleine beetjes. Ieder stukje tekst dat je hebt geleerd is er weer één. School zou de stof in kleine stapjes en met korte uitlegmomenten kunnen behandelen. Daarbij rekening

houdend met een korte spanningsboog/concentratieperiode.(in een ideale situatie).

Praktijkgericht onderzoek Marjon Velsink

- We hebben meerdere keren de ervaring op school meegemaakt, dat de relatie docent/kind niet goed functioneerde. Dit komt in een langdurige strijd terecht. Resultaten lopen hierdoor terug. De oorzaak was meestal de interactie tussen docent en kind. Docent staat onder tijdsdruk om door de stof heen te komen. Oorzaken zijn uitval, complexe groep, verstoringen in de klas e.d. Hierdoor is er weinig individueel contact. Bij dit soort kinderen is dit contact essentieel om er een relatie mee op te bouwen. Anders trekken ze zich terug. Kinderen zijn dan niet gelukkig in deze situatie en soms doet de klas er nog een schepje boven op. De reacties zijn divers.

De relatie docent/kind dient snel helder te zijn. Signalen thuis en uit de klas naast elkaar leggen en bepreken wat de overeenkomsten en verschillen zijn. Hierdoor is het mogelijk om de situatie sneller bespreekbaar te hebben en te veranderen.

Ik ben niet op de hoogte of er leerlingendossiers gevormd worden met gedragsomschrijving, maar dit geeft elkaar inzicht.

Vraag 8

Heeft u nog andere opmerkingen?

- (niets ingevuld)

- Het zou fijn zijn als er meer aandacht zou zijn voor het HS kind. Vooral de grote klassen zijn funest.

Ze raakt hierdoor erg vermoeid en uit haar concentratie.

- Naar aanleiding van de vorige vragenlijst heb ik het boek HSP’s van Elaine N. Aron gekocht en ben erin aan het lezen. Het is een boeiend onderwerp en heel erg herkenbaar al denk ik dat dit “van alle tijden” is. Het lijkt me nu zo dat HSP’s in deze tijd eerder problemen ervaren met hun hoge

sensitiviteit dan in het verleden, omdat geloof en spiritualiteit een uitstekende basis vormen voor deze mensen en juist dit een randverschijnsel in onze maatschappij dreigt te worden. Doordat een HSP veel meer een “dieptebeleving” heeft bij levenservaringen, komen zij in deze veranderende oppervlakkige maatschappij in de problemen. Ik denk dat een HSP in een omgeving waar spiritualiteit, yoga en meditatie belangrijk is, veel beter zal floreren.

Ik ben overigens zeer benieuwd naar uw bevindingen bij dit onderzoek en zou er volgend jaar nog graag over willen horen.

- (niets ingevuld) - (niets ingevuld)

- Het zou mooi zijn dat deze kinderen hun ervaringen kunnen delen. Ze hebben dan mensen in de buurt die in hun gevoel kunnen mee gaan en geeft herkenning. Het geeft ze meer kracht om zicht te wapen tegen allerlei invloeden en prikkels.

Praktijkgericht onderzoek Marjon Velsink