• No results found

Waterkwaliteit

In document MAG Complex 2015 BERGEN (pagina 30-35)

Hoofdstuk 4    Onderzoek

4.9    Waterkwaliteit

Onderzoek en conclusie 

In  de  omgeving  van  het  plangebied  vinden  geen  risicovolle  bedrijfsactiviteiten  plaats.  Over  de  wegen  rond  het  plangebied  vindt  geen  vervoer  van  gevaarlijke  stoffen  plaats,  er  zijn  ook  geen  buisleidingen  voor het transport van gevaarlijke stoffen aanwezig.   

Geconcludeerd  wordt  dat  het  aspect  externe  veiligheid  niet  relevant  is  voor  het  voorliggende  bestemmingsplan. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg. 

4.9    Waterkwaliteit 

4.9.1    Beleidskader  Waterbeheer en watertoets 

De  initiatiefnemer  dient  in  een  vroeg  stadium  overleg  te  voeren  met  de  waterbeheerder  over  een  ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met  duurzaam  waterbeheer.  Het  plangebied  ligt  binnen  het  beheersgebied  van  het  Hoogheemraadschap  Hollands  Noorderkwartier,  verantwoordelijk  voor  het  waterkwantiteits‐  en  waterkwaliteitsbeheer.  Bij  het tot stand komen van het bestemmingsplan uit 2013 is overleg gevoerd met de waterbeheerder over  deze waterparagraaf.   

 

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer 

Op  verschillende  bestuursniveaus  zijn  de  afgelopen  jaren  beleidsnota's  verschenen  aangaande  de  waterhuishouding,  allen  met  als  doel  een  duurzaam  waterbeheer  (kwalitatief  en  kwantitatief).  Deze  paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's. 

  Europa 

Kaderrichtlijn Water (KRW) 

De Kaderrichtlijn water (KRW) is een Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat de kwaliteit van het  oppervlakte‐ en grondwater in 2015 op orde is. Om dit te bereiken moeten de landen van de Europese  Unie een groot aantal maatregelen nemen. Enerzijds om de kwaliteit van de ‘eigen’ wateren op peil te  brengen,  anderzijds  om  ervoor  te  zorgen  dat  andere  landen  geen  last  meer  hebben  van  de  verontreinigingen die de buurlanden veroorzaken. 

 

De Kaderrichtlijn Water: 

 beschermt alle wateren;   

 stelt ambitieuze doelen om ervoor te zorgen dat alle wateren in het jaar 2015 de ‘goede toestand’ 

hebben bereikt;   

 vereist dat er per stroomgebied een beheersysteem wordt opgezet, waarin er rekening mee wordt  gehouden dat watersystemen niet stoppen bij politieke grenzen;   

 vereist grensoverschrijdende samenwerking tussen landen en tussen betrokken partijen;   

 zorgt  ervoor  dat  belanghebbenden,  met  inbegrip  van  maatschappelijke  organisaties  en  lokale  gemeenschappen, actief deelnemen aan waterbeheer;   

 zorgt voor de vermindering en beperking van verontreiniging, ongeacht de bron;   

 vereist het voeren van een waterprijsbeleid en zorgt ervoor dat de vervuiler betaalt;   

 houdt de milieubelangen en de belangen van zij die afhankelijk zijn van het milieu in evenwicht. 

 

Nationaal 

Nationaal Waterplan (2010) 

Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle  voorgaande  Nota's  Waterhuishouding.  Het  Nationaal  Waterplan  is  opgesteld  op  basis  van  het  wetsvoorstel  Waterwet.  Het  Nationaal  Waterplan  beschrijft  de  hoofdlijnen  van  het  nationale  waterbeleid.  Op  basis  van  de  Wet  ruimtelijke  ordening  heeft  het  Nationaal  Waterplan  voor  de  ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan  zijn  het  nieuwe  beleid  op  het  gebied  van  waterveiligheid,  het  beleid  voor  het  IJsselmeergebied,  het  Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de KRW. Tevens bevat het Nationaal  Waterplan  een  eerste  beleidsmatige  uitwerking  van  de  kabinetsreactie  op  het  advies  van  de  Deltacommissie. 

 

Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21) 

Na  het  hoge  water  van  1993  en  1995  en  de  wateroverlast  in  de  jaren  daarna,  werd  het  duidelijk  dat  Nederland anders met water om moet gaan. Het klimaat verandert en dit heeft veel gevolgen: er komen  korte  maar  hevige  regenbuien,  meer  smeltwater  dat  via  de  rivieren  ons  land  binnenkomt,  en  de  zeespiegel  stijgt.  Om  te  voorkomen  dat  dit  meer  wateroverlast  geeft,  hebben  het  Rijk,  provincies,  gemeenten en waterschappen het Waterbeleid 21ste Eeuw ontwikkeld. Dit beleid springt in op de het  onder  andere  de  verwachte  klimaatverandering,  zeespiegelstijging,  bodemdaling  en  toename  van  verhard oppervlak.   

 

Waterwet 

De  Waterwet  is  op  22  december  2009  in  werking  getreden.  Deze  wet  heeft  negen  waterrelevante  wetten  samengevoegd  (de  Wet  Verontreiniging  Oppervlaktewater,  Wet  Verontreiniging  Zeewater,  Grondwaterwet,  Wet  Droogmakerijen  en  Indijkingen,  Wet  op  de  Waterkering,  Wet  Beheer 

Rijkswaterstaatwerken, Wrakkenwet en Waterstaatswet). Daarnaast wordt de regeling waterbodems uit  de  Wet  Bodembescherming  opgenomen  in  de  nieuwe  Waterwet.  Het  wetsvoorstel  regelt  niet  alles. 

Bepaalde onderwerpen zijn nader uitgewerkt in onderliggende regelgeving: het Waterbesluit (algemene  maatregel  van  bestuur),  de  Waterregeling  (een  ministeriële  regeling)  of  in  de  verordeningen  van  waterschappen en provincies. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en  verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Daarnaast levert de Waterwet  een  flinke  bijdrage  aan  kabinetsdoelstellingen  zoals  vermindering  van  regels,  vergunningstelsels  en  administratieve lasten.   

 

Provinciaal 

Waterplan Noord‐Holland 2010‐2015 

Het Provinciaal Waterplan beschrijft de kaders voor waterbeheer in Noord‐Holland. Binnen deze kaders  nemen  hoogheemraadschappen,  waterleidingbedrijven  en  gemeenten  maatregelen  om  inwoners  te  beschermen tegen wateroverlast, de kwaliteit van het water te verbeteren en te zorgen voor voldoende  water aan‐ en afvoer. 

Het  Waterplan  heeft  het  motto  ‘Beschermen,  benutten,  beleven  en  beheren’.  Klimaatbestendig  waterbeheer speelt een centrale rol in het Waterplan. De klimaatverandering, het steeds intensievere  ruimtegebruik  in  Noord‐Holland  en  de  toenemende  economische  waarde  van  wat  beschermd  moet  worden  vragen  om  een  herbezinning  hoe  we  met  water  omgaan  voornamelijk  bij  ruimtelijke  ontwikkeling.   

 

Waterschap 

Waterbeheersplan 2010‐2015 

In  het  Waterbeheersplan  2010‐2015  beschrijft  het  Hoogheemraadschap  Hollands  Noorderkwartier  de  doelstellingen  voor  de  periode  2010‐2015  voor  de  drie  kerntaken:  veiligheid  tegen  overstromingen,  droge  voeten  en  schoon  water.  Hiermee  wil  het  hoogheemraadschap  anticiperen  op  de  voorspelde  extra  wateroverlast,  droogte  en  het  verhoogde  overstromingsrisico  en  het  bewerkstelligen  van  een  betere waterkwaliteit.   

  Keur 

De  Keur  van  het  Waterschap  is  een  vastgestelde  verordening  waar  gedoogplichten,  geboden  en  verboden in staan. In dit kader is het van belang te weten dat langs hoofd‐ en overige watergangen een  zone  ligt  van  respectievelijk  5 m  en  2 m  ter  bescherming  van  het  profiel  en  onderhoud.  Ook  langs  waterkeringen ligt een (variabele) zone voor bescherming en onderhoud van de waterkeringen, voor het 

De  gemeenten  Bergen,  Castricum  en  Heiloo  hebben  samen  met  het  hoogheemraadschap  Hollands  Noorderkwartier gewerkt aan een Regionaal Waterplan. Dit waterplan bevat een watervisie tot 2050 en  een  pakket  maatregelen  voor  de  periode  2012  ‐  2016.  In  juni  2012  is  het  Regionaal  Waterplan  vastgesteld door de gemeenteraad van Bergen.   

Het  waterplan  vormt  een  kapstok  voor  de  verschillende  onderdelen  van  het  waterbeleid.  Deze  onderdelen zijn verbetering van waterkwaliteit, voorkomen van wateroverlast, waterveiligheid, ruimte  maken voor water, verbeteren van de waterkwaliteit, beheer van afvalwater (riolering), grondwater en  hemelwater.   

Waterprojecten worden in het plan zoveel mogelijk gecombineerd met natuur en recreatie. Belangrijke  onderdelen  uit  het  waterplan  zijn  het  aansluiten  bij  de  identiteit  van  het  landschap  en  het  meer  zichtbaar maken van water.   

   

4.9.2    Onderzoek  Huidige situatie  Algemeen 

Het  plangebied  is  gelegen  ten  noordoosten  van  Egmond  aan  den  Hoef  en  bestaat  uit  bebouwing,  opgaande beplanting en enkele watergangen.   

Volgens  de  Bodemkaart  van  Nederland  bestaat  de  bodem  ter  plaatse  uit  klei.  Er  is  sprake  van  grondwater  trap  III.  Dat  wil  zeggen  dat  de  gemiddeld  hoogste  grondwaterstand  minder  dan  0,4 m  beneden het maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen 0,8 m en 1,2 m  beneden het maaiveld. De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP +0,1 m. Het plangebied ligt in de kern‐ en  beschermingszone van de waterkering aan de zuidoostkant van het plangebied. 

Het watersysteem binnen het plangebied staat door middel van drie duikers in open verbinding met de  noordelijke poldersloot.   

 

  Figuur 4.1    Bodemsoort en grondwatertrap (www.bodemdata.nl) 

 

Toekomstige situatie  Algemeen 

In  het  plangebied  vindt  herontwikkeling  van  het  MAG‐complex  plaats.  Daarbij  worden  enkele  nieuwe  gebouwen gerealiseerd.   

 

Waterkwantiteit 

Binnen  het  plangebied  is  in  de  huidige  situatie  circa  9.150  m2  aan  verharding  aanwezig.  Door  de  beoogde  ontwikkeling  wordt  circa  2.060  m2  oppervlak  aan  nieuwe  gebouwen  gerealiseerd.  Daarnaast  wordt  circa  7.470  m2  aan  overige  terreinverharding  gerealiseerd.  De  totale  toename  aan  verharding  binnen het plangebied is dus circa 9.530 m2. Daarnaast wordt er binnen het plangebied een sloot en een  greppel gedempt, van in totaal circa 520 m2.   

De toename in verharding en het dempen van watergangen dient gecompenseerd te worden door de  aanleg  van  functioneel  open  water.  Om  het  dempen  van  de  watergangen  te  compenseren  wordt  de  bestaande  greppel  aan  de  rand  van  het  plangebied  verruimd  met  0,5  m  waardoor  een  watercompensatie  van  520  m2  wordt  gerealiseerd.  Om  de  toename  in  verharding  te  compenseren  worden  twee  vijvers  aangelegd  met  een  totaal  oppervlak  van  1.050  m2.  De  compensatie  binnen  het  plangebied bedraagt hiermee 11% van de toename in verharding.   

 

 

Figuur 4.2    Te verruimen en vervallen watergangen   

  Figuur 4.3    Beoogde locaties vijvers 

 

Watersysteemkwaliteit en ecologie 

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen  van zink, lood, koper en PAK's‐houdende bouwmaterialen. 

 

Afvalwaterketen en riolering 

Conform  de  Leidraad  Riolering  en  vigerend  waterschapsbeleid  is  het  voor  nieuwbouw  gewenst  een  gescheiden  rioleringsstelsel  aan  te  leggen  zodat  schoon  hemelwater  niet  bij  een  rioolzuiveringsinstallatie  terechtkomt.  Afvalwater  wordt  aangesloten  op  de  bestaande  gemeentelijke  riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: 

 hemelwater vasthouden voor benutting; 

 (in)filtratie van afstromend hemelwater; 

 afstromend hemelwater afvoeren naar oppervlaktewater; 

 afstromend hemelwater afvoeren naar AWZI. 

 

Waterbeheer 

Voor  aanpassingen  aan  het  bestaande  watersysteem  dient  bij  het  hoogheemraadschap  vergunning  te  worden  aangevraagd  op  grond  van  de  'Keur'.  Dit  geldt  dus  bijvoorbeeld  voor  het  graven  van  nieuwe  watergangen,  het  aanbrengen  van  een  stuw  of  het  afvoeren  van  hemelwater  naar  het  oppervlaktewater.  In  de  Keur  is  ook  geregeld  dat  een  beschermingszone  voor  watergangen  en  waterkeringen  in  acht  dient  te  worden  genomen.  Dit  betekent  dat  binnen  de  beschermingszone  niet  zonder  ontheffing  van  het  Hoogheemraadschap  gebouwd,  geplant  of  opgeslagen  mag  worden.  De  genoemde  bepaling  beoogt  te  voorkomen  dat  de  stabiliteit,  het  profiel  en/of  de  veiligheid  wordt  aangetast,  de  aan‐  of  afvoer  en/of  berging  van  water  wordt  gehinderd  dan  wel  het  onderhoud  wordt  gehinderd.  Ook  voor  het  onderhoud  gelden  bepalingen  uit  de  "Keur".  Het  onderhoud  en  de  toestand  van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd. 

In document MAG Complex 2015 BERGEN (pagina 30-35)