• No results found

Samenhang met het eigen karakter

5. Vrouwen geven antwoorden

Het doel van dit onderzoek was om erachter te komen hoe vrouwen de verschillende discoursen gebruiken om de eigen (pre-)menstruele belevingen te begrijpen. Uit de literatuur kwam naar voren dat het medicaliseren van de menstruatie en de nadruk op het biomedische discours ertoe dient de sociale normen rondom femininiteit in stand te houden en de aandacht weghaalt van de mogelijke sociaal-culturele en psychologische redenen voor de belevingen van vrouwen.

De data lieten zien dat wanneer het biomedische discours de overhand krijgt bij de omgang met de (pre-)menstruele belevingen, bepaalde belevingen inderdaad als inherent onwenselijk worden gevoeld. Dit is het discours waarin de myth of femininity (Moi, 1999, p. 81) het meest voorkomt en de beleving het meest wordt gemedicaliseerd. Om verschillende redenen begrijpen vrouwen binnen dit discours de eigen emoties als niet legitiem en wordt de oorzaak voor belevingen intrinsiek binnen zichzelf gelokaliseerd.

Waar de beleving wordt verklaard door middel van hormonen begrijpen vrouwen hun emoties zoals prikkelbaarheid en ongeduld als onafhankelijk van externe factoren en als inherent onwenselijk.

Daardoor komen zij in een situatie terecht waarin zij zich schuldig voelen over de eigen emoties en/ of hun (pre-)menstruele beleving willen reguleren en hebben zij niet de mogelijkheid om te

proberen de problemen die zij waarnemen op te lossen (Moi, 1999, pp. 65-66). Vrouwen oefenen dan controle uit over hun eigen emoties en niet over de situatie die als problematisch wordt ervaren. Emotionaliteit wordt of als onnodig en onwenselijk voor de omgeving beschouwd omdat er wordt geprobeerd aan de myth of femininity (Moi, 1999, p. 81) te voldoen waarbij vrouwen geduldig en niet prikkelbaar zijn (Chrisler & Caplan, 2002, pp. 288-289) of als storend omdat er juist sterke oppositie is tegen het toegeven aan de myth of femininity waarbij ‘de vrouw’ wordt beschouwd als emotioneel. Het tonen van sterke emoties wordt dan als ingeven op een stereotype waargenomen. Terwijl het verklaren van de beleving van vrouwen in het algemeen als ondermijnend wordt beschouwd, worden de eigen belevingen verklaard aan de hand van hormonen en hoeft een vrouw zelf zich niet meer te identificeren met het stereotype, maar haar ‘menstruatie-zelf’.

Door slechts één vrouw werd er gebruik gemaakt van het psychologische discours waarbij er een samenhang is gemaakt tussen de (pre-)menstruele beleving en een in het verleden beleefde

depressie. Waarbij het gebruik van het PMS label in de literatuur wordt gezien als een manier om te kunnen voldoen aan de myth of femininity (Moi, 1999, p. 81), laat de data van dit onderzoek zien dat dit ook kan worden gebruikt om zichzelf te beschermen van sterk negatieve gedachtes en gevoelens wanneer een depressie onderdeel is geworden van het lived experience (Moi, 1999, p. 81).

Er wordt duidelijk aangegeven dat de eigen emoties geuit worden. Het PMS label dient hier als vorm van emotionele zelfbescherming.


De data liet ook zien dat vrouwen ook andere concepten hanteren om hun (pre-)menstruele belevingen een plaats geven.

De (pre-)menstruele beleving wordt binnen het sociale interactie discours begrepen als sterkere waarneming van interpersoonlijke conflicten. De conflicten bestaan dan niet alleen tijdens de (pre-)menstruele fase maar worden in die tijd intensiever gevoeld. Het lichaam en de eigen beleving worden hier beschouwd als samenhangend met de omgeving waardoor vrouwen controle hebben over hun eigen welzijn en de mogelijkheid krijgen om problemen die waar worden genomen op te lossen. Het koppelen van de beleving aan externe factoren kan dan worden gezien als vorm van demedicalisering omdat niet alleen intrinsieke hormonale veranderingen worden gezien als verklaring voor problematische belevingen.

Wanneer de (pre-)menstruele beleving wordt beschouwd als versterkte beleving van sociale conflicten kan deze beleving dienen als sociale mediator.

Ook de manier waarop de samenleving omgaat met (pre-)menstruele belevingen speelt een rol bij het begrijpen van vrouwen. Dit komt terug binnen het sociaal-culturele discours. Het aanpassen van bepaalde structuren zoals werk of studie vanwege (pre-)menstruele belevingen wordt vaak niet als ‘verantwoord excuus’ gezien. De medicalisering van menstruatie en de mogelijkheden van de geneeskunde tot het onderdrukken van (pre-)menstruele belevingen wordt hier in direct verband gebracht met de manier waarop de samenleving met deze belevingen om gaat. De mogelijkheid tot reguleren wordt dan gezien als een middel tot verschuiving van verantwoordelijkheid. Wanneer een vrouw er niet voor kiest om haar belevingen te reguleren nu dit mogelijk is, is zij er zelf

verantwoordelijk voor om met haar belevingen om te gaan en hoeft er minder rekening mee worden gehouden door de omgeving. Vrouwen krijgen zo het gevoel dat zij hun belevingen bij zich moeten houden.

Terwijl er ook bij vrouwen onderling een dynamiek is te zien waarin het uiten van (pre-)menstruele belevingen wordt gezien als verraad aan vrouwen die zich sterk houden, worden belevingen ook als reden voor een gevoel van verbondenheid en een gedeelte vrouwelijke identiteit begrepen.

Ook waterretentie en het gevoel van opgeblazenheid dat door de menstruatiecyclus ontstaat wordt in een samenleving waarin groot belang wordt gehecht aan bepaalde sociale normen rond het lichaam (Bordo, 2004, p. xvii) gezien als reden voor prikkelbaarheid en geïrriteerdheid. Wanneer vrouwen hun beleving als samenhangend met externe factoren begrijpen en de

(pre-)menstruele fase als tijd waarin hun waarneming van sociale conflicten versterkt is, kunnen emoties in die tijd juist als heel ‘echt’ worden ervaren. Anders dan in de rest van de maand waar emoties en gedachtes worden gerelativeerd en aan worden gepast aan de omgeving beleven vrouwen hun emoties binnen dit concept als helemaal ‘eigen’ tijdens de (pre-)menstruele fase. Verder wordt er door vrouwen verband gelegd tussen de (pre-)menstruele beleving en wat zij als hun ‘eigen karakter’ beschouwen, waardoor de menstruatie niet als beïnvloeding van het eigen karakter waar wordt genomen.

Het natuurlijkheid-discours kan worden gezien als de tegenhanger tot Zola’s ‘omnipresence of disorders’ (Zola, 1972, p. 498) en een vorm van demedicalisering. Niet alleen de structuren van de samenleving worden door vrouwen echter ervaren als in conflict met de natuurlijkheid van

(pre-)menstruele belevingen van vrouwen. Ook zelf ervaren vrouwen een conflict tussen de wens om bepaalde aspecten te reguleren door middel van medische interventie en de waardering voor de natuurlijkheid van het proces.

Dit onderzoek laat zien, dat vrouwen voor hun belevingen andere redenen vinden naast een hormonale en dat zij zich hun belevingen daardoor toe kunnen eigenen en controle kunnen nemen over hun eigen welzijn. Wel is aan de hand van de data te zien dat wanneer de nadruk ligt op het biomedische discours, er inderdaad externe redenen buiten beschouwing worden gelaten en dat een sterkere mate van zelfcontrole wordt uitgeoefend over de eigen emoties dan binnen de andere twee discoursen.

Er werd door de respondenten echter een grote samenhang aangegeven tussen de beleving van de (pre-)menstruele fase en het slikken van hormonale anticonceptie op jonge leeftijd en de manier waarop deze in hun leven werd geïntroduceerd. Zij lieten zien hoe het slikken van hormonen op een vroege leeftijd en voor een lange periode onontkomelijk hun (pre-)menstruele beleving gekleurd heeft. Voor toekomstig onderzoek lijkt het mij belangrijk om deze samenhang nader te onderzoeken en te kijken hoe de beleving van vrouwen door de hormonen van anticonceptie precies wordt beïnvloed en wat er veranderd zou kunnen worden met betrekking tot het introduceren van de pil aan jonge meisjes en de informatie die daarover wordt gegeven.

Anders dan de auteur van de handleiding over hoe er met menstruerende vrouwen om moet worden gegaan, beschouwen vrouwen hun belevingen niet alleen aan de hand van hormonale processen. Het doel van dit onderzoek is niet om de stelling te onderbouwen dat hormonen geen rol spelen in de veranderingen die een vrouw tijdens haar menstruele cyclus beleeft. Het gaat er veel meer om te laten zien, dat hormonen niet de enige reden zijn. Ook al hebben hormonen wel degelijk invloed, dan nog zijn emoties, waarnemingen en gevoelens evenzeer echt. Het is daarom belangrijk dat vrouwen hun menstruatie niet meer zien als iets waardoor zij ‘ongeschikt’ zijn en moet de legitimiteit van de eigen beleving worden erkent. Dit zal zowel ten goede komen aan het eigen welzijn als aan de relaties die worden onderhouden.


6. Bibliografie

Bailey, J.M. (2006). More Power to the Pill: The Impact of Contraceptive Freedom on Women's Life Cycle Labor Supply. The Quarterly Journal of Economics, 121(1), 289–320.

Baumeister, R.F., Heatherton, T.F. & Tice, D.M. (1994). Losing control: How and why people fail

at self-regulation. Michigan: University Press.

Berenson, A.B. & Rahman, M. (2009). Changes in weight, total fat, percent body fat, and central-to- peripheral fat ratio associated with injectable and oral contraceptive use. American Journal

of Obstetrics & Gynecology, 200(3), 329.

Bordo, S. (2004). Unbearable weight. Feminism, western culture and the body (10th ed.). Berkley: University of Calofornia.

Boston Women's Health Book Collective. (1971). Our bodies, ourselves: A book by and for

women. Boston: New England Free Press.

Boston Women’s Health Collective. (1970). Women and their bodies. A course. Boston: Boston Women's Health Collective: New England Free Press.

Bryman, A. (2012). Social research methods (4de druk). Oxford: University Press.

Care for Women. (2018). Dit moet je doen bij pms. Verkregen op 14 Mei, 2018, via https:// careforwomen.nl/aandoeningen/vrouw/pms-copy/

Charmaz, K. (2006). Constructing grounded theory - A practical guide through qualitative

analysis. London: Sage.

Chrisler, J.C., & Caplan, P. (2002). The Strange Case of Dr. Jekyll and Ms. Hyde: How PMS Became a Cultural Phenomenon and a Psychiatric Disorder. Annual Review of Sex Research,

Chrisler, J.C. & Gorman, J. (2015). The Medicalization of Women's Moods: Premenstrual

Syndrome and Premenstrual Dysphoric Disorder. In C. McHugh & J.C. Chrisler (Red.), The

Wrong Prescription for Women: How Medicine and Media Create a "Need" for Treatments, Drugs, and Surgery (pp.77-98). Santa Barbara: Prager.

Chrisler, J.C. & Johnston-Robledo, I. (2002). Raging hormones? Feminist perspectives on premenstrual syndrome and postpartum depression. In M. Ballou & L.S. Brown (Red.),

Rethinking mental health and disorder - Feminist Perspectives (pp.174-197), Publisher:

Guilford, Editors: Mary Ballou, Laura S Brown, New York: Guilford.

Conrad, P. (1992). Medicalization and Social Control. Annual Review of Sociology, 18, 209-232.

Cosgrove, L. & Riddle, B. (2003). Constructions of Femininity and Experiences of Menstrual Distress. Women and Health, 38(3), 37-58.

Currie, D.H. & Raoul, V. (Eds.). (1992). Anatomy of gender. Women's struggle for the body. McGill-Queen's University Press.

De Beauvoir, S. (1972). The second sex (1949). Harmondsworth: Penguin.

De Gynaecoloog. (2018). Premenstrueel syndroom. Verkregen op 4 Juni, 2018, via https:// www.degynaecoloog.nl/onderwerpen/premenstrueel-syndroom-pms/

Ehrenreich, B. (1978). For her own good: Two centuries of the expert’s advice to women. (2nd ed.). New York: Anchor Books.

Fishel, E. (1973). The Women’s Self-Help Movement*. *Or, Is Happiness Knowing your own Cervix? Ramparts Magazine, 11(12), 29-31 & 56-59.

Gabeler, E. (2015). Rumag bereikt met ongecompliceerde slogans bijna een miljoen fans. Verkregen op 11 Juni, 2018, via https://www.parool.nl/kunst-en-media/rumag-bereikt-met-

ongecompliceerde-slogans-bijna-een-miljoen-fans~a4155796/

Glasbergen, R. (2002). Meno7. Verkregen op 9 Juni, 2018, via http://www.glasbergen.com/ngg_tag/ cartoons-about-menopause/nggallery/image/meno7

Hardam, J. (2017). Premenstrueel syndroom (PMS) - Maandelijks terugkerende klachten tijdens

tweede helft menstruatiecyclus. Verkregen op 12 Mei, 2018, https://www.gezondheidsnet.nl/

menstruatie/premenstrueel-syndroom-pms

Hoogland, A. (2015). Alles wat je moet weten over de menstruatie - Voor het eerst ongesteld?. Verkregen op 28 Mei, 2018, via https://www.gezondheidsnet.nl/menstruatie/alles-wat-je- moet-weten-over-de-menstruatie

Info & Cliëntondersteuning Gynaecologie. (2018). Premenstrueel Syndroom. Verkregen op 10 Juni, 2018, via http://www.icgynaecologie.nl/dossiers/premenstrueel-syndroom/

Instituut voor de Nederlandse Taal. (2017). Menstruatie. Verkregen op 10 Juni, 2018, via http:// gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=A010673

Instituut voor de Nederlandse Taal. (2017). Ongesteld. Verkregen op 10 Juni, 2018, via http:// gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M044454

Johnson, T.M. (1987). Premenstrual syndrome as a Western culture-specific disorder. Culture

Medicine and Society, 11(3), 337-356.

Kline, W. (2005). “Please include this in your book”: Readers Respond to Our Bodies, Ourselves.

Bulletin of the History of Medicine, 79(1), 81-110.

Kulkarni, J. (2007). Depression as a side effect of the contraceptive pill. Expert Opinion on Drug

Lee, S. (2002). Health and Sickness: The Meaning of Menstruation and Premenstrual Syndrome in Women’s Lives. Sex Roles, 46(1-2), 25-35.

Markens, S. (1996). The Problematic of “Experience”: A Political and Cultural Critique of PMS.

Gender & Society, 10(1), 42-58.

Martin, E. (1987). The woman in the body. A cultural analysis of reproduction. Boston: Beacon.

Mens-Verhulst, J. Van & Waaldijk, B. (2008). Vrouwenhulpverlening 1975-2000. Beweging in en

rond de gezondheidszorg. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Moi, T. (1999). What is a woman? And other essays. Oxford: University press.

Nederlands Huisartsen Genootschap. (2014). Ik heb het premenstrueel syndroom. Verkregen op 2 Mei, 2018, via https:// www.thuisarts.nl/premenstrueel-syndroom/ik-heb-

premenstrueel-syndroom

Nichols, F.H. (2000). History of the Women’s Health Movement in the 20th Century. Journal of

Obstetric, Gynecologic & Neonatal Nursing, 29(1), 56-64.

Oakley, A. (1980). Sex, gender and society (6th ed.). London: Temple Smith.

Oinonen, K. A. & Mazmanian, D. (2002). To what extent do oral contraceptives influence mood and affect?. Journal of Affective Disorders, 70(3), 229-240.

Reilly, J. & Kremer, J. (1999). A qualitative investigation of women's perceptions of premenstrual syndrome: implications for general practitioners. The British Journal of General Practice,

49(447), 783-786.

Richters, A. (1989). Moderniseringsprocessen en de gezondheid van vrouwen. Medische

Rittenhouse, C.A. (1991). The Emergence of Premenstrual Syndrome as a Social Problem. Social

Problems, 38(3), 412-425.

Rumag. (2018). Mannen, zo ga je om met je ongestelde vriendin. Verkregen op 10 Juni, 2018, via https://rumag.nl/mannen-zo-ga-je-om-met-je-ongestelde-vriendin/

Rumag. (z.d.). Timeline [Instagram pagina]. Verkregen op 11 Juni, 2018, via 
 https:// www.instagram.com/rumag/?hl=en

Rumag. (z.d.). Timeline [Facebook pagina]. Verkregen op 11 Juni, 2018, via 
 https:// www.facebook.com/RUMAGNL/

Sabatini, R. & Cagiano, R. (2006). Comparison profiles of cycle control, side effects and sexual satisfaction of three hormonal contraceptives. Contraception, 74(3), 220-223.

Schagen, J. (2016). Premenstrueel syndroom (PMS). Amsterdam: Vrije Universiteit medisch centrum.

Skovlund, C.W., Mørch, L.S., Kessing, L.V., Lidegaard, Ø. (2016). Association of Hormonal Contraception With Depression. JAMA Psychiatry, 73(11), 1154–1162.

Swann, C.J. (1995). A discourse analytic approach to women's experience of Premenstrual Syndrome, Journal of Mental Health, 4(4), 359-368.

Zola, I.K. (1972). Medicine as an institution of social control. The Sociological Review, 20(4), 487-504.

Zondag-Coulier, S.M.B., Eekhof, J.A.H. & Knuistingh Neven, A. (2002). Premenstrueel syndroom. Verkregen op 2 Juni, 2018, via https://www.henw.org/artikelen/premenstrueel-syndroom

7. Bijlagen

7.1 Bijlage 1 - Topiclijst

1. Veel bezig met menstruatie in alledaagse leven?

2. Wat zijn eerste associaties wanneer er aan menstruatie wordt gedacht. 3. Het gebruik van anticonceptie tegenwoordig en in verleden.

4. Welke fysieke en mentale belevingen worden ervaren? 5. Hoe wordt daarmee omgegaan?

6. Zijn er dingen die worden ondernomen om de (pre-)menstruele fase aangenamer te maken? 7. Zo ja, wat is daarvan het verwachte effect?

8. Wordt er met anderen over belevingen gepraat?

9. Zijn er bepaalde situaties die maandelijks terugkomen?

10. Wanneer er geen hormonale anticonceptie wordt gebruikt: zou het reguleren van belevingen een optie zijn?

11. Waarom wel/niet?

12. Hoe reageert omgeving op hun beleving?

7.2 Bijlage 2 - Co Occurence Tabel Anticonceptie

Anticonc. algemeen Met hormonale Antic. Zonder hormonale Antic.

Afvlakkende werking Anticonceptie Hormonen 0 3 1

Afwijzing/Antipathie Anticonceptie Hormonen 3 8 4

bewust voor gekozen 0 1 0

Bewuster met je lichaam 2 2 0

buikkrampen 0 0 1

chaos 0 1 0

Culturalisering 0 1 0

Echte zelf 0 0 1

Emotionaliteit 0 0 2

fluctuaties in gedrag reden voor plaatsen spiraal 0 1 0

ga ik daarna huilen 0 0 0

Gevoel 'normaal' zelf niet te kennen 0 2 0

Gevoel benadeeld te zijn tegenover mannen 0 1 0

Gevoel niet genoeg voorgelicht te zijn 1 3 0

hoge pieken en diepe dalen 0 1 0

iets lichter 0 0 1

ik voel me niet altijd heel vrolijk 0 0 1

Lage libido 0 2 0

Lichaam nooit kans gegeven 0 1 0

Lichaam verandering 1 2 2

Lichaam versus Hormonen 0 2 0

lijkt me ook wel mooi 0 0 1

long-term willen oplossen 0 1 0

Menstruatie hoort zo bij je leven 0 0 1

mijn cyclus steeds meer op gang 0 0 1

Mijn hele jeugd. 0 1 0

moeilijke dagen 0 1 0

Natuurlijkheid 0 0 2

Normalisering 0 0 2

onstabiel 0 1 0

Onzeker over 'eigen' zelf/lichaam 0 2 0

pijn 0 1 0

Reden voor hormoonspiraal - stemming 0 1 1

reguleren 0 2 1

schommelingen 0 0 1

Stemming valt mee 0 1 0

Stemmingen Onwenselijk 0 1 0

Stemmingswisseling opvallend 1 0 1

Twijfel over samenhang hormonen-stemming 1 0 1

Verklarend 0 3 0

vlak nog kwa hormonen 0 0 1

Voor het eerst echt meemaken 0 0 1

wil toch elke keer weten dat alles het nog doet 0 1 0

Zelf uit willen zoeken hoe dingen werken 1 0 0

Zichzelf/Lichaam leren kennen 0 0 4