• No results found

De data laten zien wat Martin (1987) dertig jaar geleden ook heeft waargenomen in de verhalen van vrouwen. Waar vrouwen het gevoel hebben dat anderen weinig geduld hebben met wat zij beleven en dat hun belevingen in maatschappelijke structuren zoals werk en studie weinig ruimte krijgen, kan het delen van ervaring en beleving leiden tot een gemeenschappelijke identiteit en kunnen vrouwen zich met elkaar verbonden voelen (Martin, 1987, p. 103).

I: Ja. En ehm. Ja gesproken over positief. Ervaar je ook positieve dingen tijdens je menstruatie? R: Oh ja nou... vroeger dus niet zwanger. Maar nu weet ik dat sowieso zeker door het spiraaltje. En... soms dus solidariteit met vrouwen als zij dat ook hebben. (R2)

De ervaringen die worden gedeeld kunnen een gevoel van samenhorigheid geven. Menstruatie is dan iets wat vrouwen verbindt.

I: Ja. Maar je ziet die dagen... waar je negatiever bent... zie je daar ook positieve dingen in?
 (…)

R: Nou misschien dat je samen kan zeuren over hoe kut je je voelt haha. I: Ja.

R: Dat je soort van wel... soort van verbondenheid of zo… (R6)

Anne voelt op zulke momenten niet zelfcontrole maar juist echtheid, intuïtie en het aanvoelen van juist of onjuist als de essentie van vrouw zijn. Deze komen volgens haar onder meer voort uit het feit dat vrouwen menstrueren.

R: Mannen kunnen ook vaak... hebben ook een andere emotie of zo vaak... maar mannen kunnen ook maar door en door gewoon met oogkleppen op vaak maar door banjeren wat... wat misschien nu dan een vrouw ook wil of zo... maar ik denk dat dat... dat is een heel raar idee omdat te willen want ik denk dat wij zijn... mede omdat wij ongesteld zijn zijn wij zo en ik vind ons best wel mooi. Vrouwen zijn heel... juist heel down to earth. En heel erg goed kunnen zien wat juist is of wat niet juist is of onzin is of dingen kunnen... ja soort van echtheid. Zo’n echte oeremotie. (R3)

De sterke emotionaliteit en de confrontatie met de eigen emoties maakt een vrouw dan juist sterker.

R: Maar ook intuïtie en... ik denk dat ook... ook met vrouw zijn en ongesteldheid en dat je continu in contact moet met jezelf moet maken door die gekke wolk waar je last van hebt en...

I: Ja.

R: Ja je moet jezelf continu weer naar... soort van terugtrekken... je moet continu van ‘ok maar... het yourself together’ en je moet weer door en... ik denk dat dat ook wel... ja... vrouwen ook sterk maakt. (R3)

4.3.5 Echtheids-discours

Waar vrouwen hun beleving in samenhang met externe factoren beschouwen en menstruatie als een versterkende factor van hun emoties beschouwen kunnen zij de emotionaliteit tijdens de

(pre-)menstruele fase juist als heel ‘echt’ ervaren.

(Pre-)menstruele emoties als ‘echte’ emoties

Wanneer vrouwen niet in hun (pre-)menstruele fase zitten relativeren zij problemen die zij beleven sterker en schijnen de problemen minder zwaar te wegen.

R: (…) ja en als je niet ongesteld bent is dat gewoon minder. Dat je er beter mee om kan gaan. Ja en dat is ook dat relativeren van dingen. ‘Misschien morgen lukt het wel weer’... ‘Ga gewoon slapen’... ‘Morgen is weer een andere dag’. (R3)

Het relativeren en het aanpassen van de eigen emoties aan die van de omgeving lijkt hier de schil te zijn die de respondent om zich heen draagt als zij niet ongesteld is. Wanneer deze schil eraf valt, dan blijven alleen haar eigen emoties over. Deze emoties ervaart zij als ‘echt’. De medicalisering van het vrouwelijke lichaam volgde volgens Ehrenreich (1978) het idee dat de intrinsieke ziekte van de vrouw te lokaliseren valt in haar baarmoeder. Hier is er echter het idee te zien dat de intrinsieke ‘echtheid’ van vrouwen in samenhang staat met de baarmoeder en de menstruele cyclus. Vrouwen worden hier dan ook gedefinieerd aan de hand van hun reproductie orgaan. Dit wordt echter gereframed als iets positiefs.

R: (…) Dus het is zó belangrijk en zó bijzonder en... en... ja en ook zo... zo... weet niet... wat ongesteldheid ook doet door die emotionaliteit dat... dingen... het is heel écht of zo en emoties worden écht en... er worden geen spelletjes meer... je schil valt er ook af en dat is misschien lelijk of

moeilijk om voor een man mee om te gaan maar het is... ik denk dat dat echt héel belangrijk is voor de essentie van vrouw zijn ook. (R3)

Het onderscheid tussen het relativerende zelf oftewel de schil die zij om zich heen voelt, is dan weer terug te zien in het onderscheid dat zij maakt tussen de realiteit en de eigen belevingswereld. Zoals eerder aangegeven, wordt er een onderscheid gemaakt tussen het echte zelf en het niet echte zelf als belevingen worden gezien als veroorzaakt door hormonen.

Hier is er een ander onderscheid te zien. De realiteit staat tegenover de eigen belevingswereld. Het woord ‘realiteit’ heeft een notie van echtheid. Het ‘eigen’ doet dat echter ook. De realiteit kan hier weer worden gezien als de sfeer waarin de eigen gedachtes en emoties worden gerelativeerd, aangepast en gerelateerd aan de omgeving - de gedeelte realiteit. De eigen belevingswereld is daar gedeeltelijk onafhankelijk van. De menstruatie-emotionaliteit wordt dan gezien als iets dat de externe realiteit verder weg duwt en de eigen emoties dichterbij haalt. Het zelfde ‘zelf’ bevind zich in verschillende belevingswerelden.