• No results found

Timetable De Dorpslinde:

Methodiek 3: Vrij spel

Locatie: bij mooi weer op de speelplaats, bij regenweer in de turnzaal (de 2 klassen samen) Activiteit: Er worden allerlei gekke fietsen aangeboden aan de kinderen (https://desven.be/circusmateriaal). De kinderen mogen zelf kiezen op wat ze rijden, en ze mogen vrij rondrijden met de gekke fietsen. Ze mogen ook naar het fotostandje komen waar ze een fotoshoot kunnen doen met hun vriendjes en de gekke fietsen. We doen ook een oproep om zelf dingen mee te nemen (step, waveboard, skeelers…) Doel: De kinderen ervaren het plezier van fietsen/skaten/steppen… En ze voelen de verbondenheid. Na de workshop worden de foto’s afgedrukt en bezorgd aan de school om eventueel op te hangen in de klas, zodat de kinderen steeds herinnerd worden aan hoe leuk fietsen/skaten/steppen… is.

Evaluatie:

Locatie: bij mooi weer op de speelplaats, bij regenweer in de turnzaal (de 2 klassen samen) We vragen:

• “Wie gaat er wel eens proberen om samen met een vriendje naar school te komen?” Wie niet: gaat links staan; wie wel: gaat rechts staan

• “Wie vond het vandaag leuk?”

Wie niet: gaat links staan; wie wel: gaat rechts staan • “Wie fietst er liever dan voorheen?”

Wie niet: gaat links staan; wie wel: gaat rechts staan

Materiaallijst:

• Grote bladeren met de vragen voor tijdens het dobbelen • Dobbestenen

• Gekke fietsen

• Eigen fiets/steps/skeelers… • Camera

Stimulatie van gecontroleerde motivatie. In twee van de drie condities, namelijk de

Gecombineerde conditie en de Beloningsconditie werd gebruik gemaakt van een beloningssysteem. Het doel was om per klas een door ons bepaalde hoeveelheid stickers te verzamelen om zo een prijs te verdienen. Per kind kon er per dag één sticker verkregen worden door op een actieve manier naar school te gaan. De onderzoekers wilden oorspronkelijk werken met individuele prijzen, maar de scholen zagen dit niet zitten, dus schakelden we over naar een collectieve prijs. In de ene school (Beloningsconditie) kozen ze ervoor om frietjes te eten met de klas, in de andere school (Gecombineerde conditie) hadden ze liever pizza. Deze prijzen zijn vergelijkbaar, dus dat was oké voor ons. De onderzoekers legden zelf uit aan de kinderen wat de bedoeling was en wat de uiteindelijke prijs was. We vermeldden er ook bij dat ze de prijs enkel zouden ontvangen indien ze hun doel gehaald hadden.

Het eerder vermelde doel was dat 75 procent van de kinderen gedurende 3 ‘experimentele weken’ op een actieve manier naar school zouden gaan. Dit percentage was gebaseerd op een bestaad onderzoek (Departement Mobiliteit en Openbare Werken, 2016-2017) en we vernamen ook van de directies dat er door de leerlingen al veel gebruik gemaakt werd van actief transport om naar school te gaan. De kinderen konden hun klassikale vooruitgang gedurende de hele periode bijhouden aan de hand van een Fitometer (zie einde van deze Bijlage). Dit was een soort thermometer die door de onderzoekers was samengesteld met allemaal lege bolletjes in. Na 50 bolletjes stond telkens een streep waardoor goed zichtbaar was hoeveel stickers nog verdiend moesten worden om de prijs te halen en hoeveel stickers er al verzameld waren. De Fitometer was ook zo gemaakt dat er nog wat ruimte was om over het doel te gaan, zodat het niet abrupt stopte eens het doel bereikt was. Deze Fitometer was uniek voor elke klas. Het aantal bolletjes dat bereikt moest worden werd berekend aan de hand van de volgende formule: 0.75 x aantal leerlingen x 5 (schooldagen) x 3 (weken). Er kon slechts één bolletje per kind per dag verdiend worden.

In de Gecombineerde Conditie bereikten beide klassen het doel, dus wij leverden pizza’s bij hen op school waar ze dan samen van konden eten. In de Beloningsconditie bereikte enkel de klas uit de derde graad het vooropgestelde doel. Dit wel nadat we de

berekening een klein beetje hadden moeten aanpassen. Ons vooropgestelde doel werd niet bereikt, maar ze zeiden ons dat ze het niet goed begrepen aangezien ze echt wel heel hard hun best hadden gedaan. Na een gesprek met de juf bleek dat één van de kinderen niet op een actieve manier naar school kon gaan door een blessure. Hier hadden wij in onze berekening geen rekening mee gehouden. Na de berekening opnieuw te hebben gemaakt, zonder die ene leerling mee te tellen, bleek dat ze het doel van 75 procent eigenlijk wel bereikt hadden en ze dus hun beloning verdiend hadden. Ze waren zeer blij met hun frietjes. Bij de andere klas uit de Beloningsconditie, de klas uit de tweede graad, werd het doel niet gehaald. Er moesten nog heel veel bolletjes opgevuld worden. Na overleg tussen de onderzoekers werd dan ook beslist om hen de grote beloning (frietjes) niet te geven. Echter wilden we ook hun inspanning niet teniet doen, want ze hadden heel hard hun best gedaan, dus besloten we om hen een kleine beloning te geven. In deze klas kreeg iedereen één klein zakje chips als beloning voor de geleverde inspanning en zodat ze niet ontmoedigd raakten om nog gebruik te maken van actief transport.

Het beloningssysteem werd ook geëvalueerd aan de hand van een korte vragenlijst die de kinderen invulden.