• No results found

Vordering door de officier van justitie

Theoretisch kader

Groepsleider 1: Ja, dat ze altijd zo hard praten, wat wij altijd heel intimiderend vinden, maar voor hen is het heel gewoon blijkbaar

4.2 Fase één: voorbereiding

4.2.2 Vordering door de officier van justitie

in drie casussen24 is (enige vorm van) argumentatie van de officier van justitie gevonden over de inhoud van de vordering:

y

y in één van deze casussen refereert de officier van justitie expliciet naar cultuur. onder het kopje ‘ernst van de feiten en persoon van de verdachte’ wordt in steekwoorden weergegeven dat de verdachte het zorgaanbod uit de weg gaat, dat zijn directe familie in winti gelooft en dat hij het niet eens is met het voorgestelde medicamenteuze beleid. Het lijkt erop dat het geloof in winti wordt opgevoerd als extra complicerende factor, die vrijwillige behandeling in de weg staat en dat dwangverpleging dus op zijn plaats is.

y

y in een andere casus pleiten zowel de advocaat van de verdachte als de officier van justitie ervoor om geen cultureel verweer te voeren, blijkt uit de pleitaantekeningen van de advocaat: “Zelfs de officier van justitie heeft tijdens haar requisitoir naar voren gebracht dat nederlandse wetgeving van toepassing is, omdat we hier in nederland leven en dat er geen rekening gehouden moet worden met de culturele achtergronden.”

y

y in een derde casus vraagt de officier aan de getuige-deskundigen of een tbs-behandeling wel zin heeft, gezien de lage intelligentie van de verdachte. Het later opgestelde behandelingsplan wijst erop dat migratieproblematiek in deze casus geen doorslaggevende rol speelt. evenwel is in andere casussen mogelijk dat migratieproblematiek tot een lagere inschatting van de intelligentie leidt en in een uiterst geval bijdraagt aan een andere eis van de officier van justitie. in twee dossiers refereert de officier van justitie naar culturele aspecten: eenmaal lijkt het geloof in winti te worden aangehaald als extra factor die vrijwillige behandeling in de weg staat; in een tweede casus wordt ervoor gepleit geen cultureel verweer te voeren.

24 in 21 casussen is expliciet naar het oordeel van de officier van jusitie gezocht en naar de motivatie voor de vordering. dit betrof 10 casussen van patiënten die in fase één zijn ingedeeld en 11 casussen van patiënten uit fase twee.

4.2.3 Rechters

om in beeld te krijgen op welke manier rechters in hun vonnis rekening houden met culturele diversiteit, is in de dossiers in de voorbereidings- en beëindigingfase van de tbs-maatregel het vonnis bestudeerd. Hierin zijn geen verwijzingen naar de culturele achtergrond van de betrokkene gevonden. in deze paragraaf worden daarom de resultaten van een interview met twee rechters uiteengezet.

Oordeel pro justitia adviseurs

Wettelijk gezien bepalen de rechters de mate van toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. Hiervoor worden ze geadviseerd door deskundigen: aan het niFP verbonden forensisch psychiaters en psychologen. Twee geïnterviewde rechters geven aan dat ze kritisch naar deze rapporten kijken, voornamelijk naar de consistentie van het rapport en of het geen vragen oproept. Tegelijkertijd maken deze rechters duidelijk dat ze niet op de stoel van de psychiater of psycholoog willen zitten:

Kijk, je laat je voorlichten door de rapporteurs en dat is ook iets waar je het mee moet doen. Het is jouw tak van sport niet, dus wanneer er iets staat over verminderde toerekeningsvatbaarheid ga je toch af op de rapportages van de psycholoog en de psychiater.

Soms vermeldt een pro justitia verslag dat culturele factoren een rol spelen, maar dat de persoonlijkheidsproblematiek dominanter is. Wanneer gevraagd wordt of dat vragen oproept, antwoordt een van de geïnterviewde rechters het volgende:

Het zou best wel eens kunnen. ik bedoel als [in het verslag staat dat, nV] cultuur een rol speelt en de persoonlijkheid prevaleert en als niemand daar een vraag over stelt, dan heb ik daar ook niet meteen een reden om aan te twijfelen. ik bedoel: als ik dit zo hoor, tenzij het verhaal zodanig cultureel bepaald is dat dit als een konijn uit de hoed komt, dan kunnen we er iets mee, maar ja, als het heel aannemelijk klinkt, dan is er daar geen reden om aan te twijfelen. ik bedoel, je leest het kritisch en als er geen reden is om eraan te twijfelen en niemand zegt er wat over, dan laten we dat zo denk ik.

Misverstanden tijdens de zitting

Het oordeel van de pro justitia rapporteur is dus in de meeste gevallen leidend. daarnaast is de presentatie van de verdachte ter zitting relevant. omgangsvormen zijn cultureel bepaald en kunnen misverstanden oproepen. een ambulante pro justitia rapporteur vertelt over een cultureel misverstand in de rechtszaal. de rechter richtte zich tot een willekeurig lid van een groep Sikhs, zonder op de hoogte te zijn van de onderlinge hiërarchie waarbij de hoogste in rang wordt aangesproken. de Sikhs vonden het hilarisch en barsten in lachen uit. de rechter wist niet wat hem overkwam en vond dat de verdachten de rechtbank niet serieus namen. een geïnterviewde rechter geeft een ander voorbeeld: Marokkanen houden liever hun jas aan, terwijl “wij hier de cultuur hebben dat je je jas uittrekt”. Het wordt niet gewaardeerd als een verdachte zijn jas aanhoudt. in nederland is het bovendien een teken van respect om mensen aan te kijken – in Marokko geldt dat precies andersom.

Je gaat natuurlijk geen hogere straf opleggen, omdat iemand je niet aankijkt. Maar het wekt wel een beetje wrevel op de zitting van: “krijgen we nog contact of hoe zit dat?”

de rechter geeft aan dat het handig is om te weten dat culturele verschillen hier een rol spelen. de andere geïnterviewde rechter merkt op dat ze daar net een training voor heeft gevolgd. na deze cursus behandelde ze een zaak van een afrikaanse man, die antwoord gaf “via allerlei omzwervingen tot ‘ie uiteindelijk bij de kern kwam”. Hierin herkende ze een cultureel bepaalde communicatiestijl dankzij de recent gevolgde cursus. Tegelijkertijd geeft ze aan dat het niet zo vaak voorkomt dat verdachten op een geheel andere wijze communiceren.

Andere opvattingen in de rechtszaal

de rechters geven aan dat er geen voorschriften zijn die bepalen hoe ze moeten omgaan met culturele verschillen in de rechtszaal. in principe wegen ze alle omstandigheden mee in het bepalen van de strafmaat, dus ook de culturele achtergrond:

Maar dat is meer voor de hoogte van de straf dat je zegt “het is iets verklaarbaarder dan een gemiddeld nederlands iemand, dus het mag een tandje minder”, maar ik denk niet dat als je kijkt naar de gemiddelde tbs, dat het zo doorslaggevend zou zijn om geen tbs op te leggen, omdat het om zodanig zware misdrijven gaat. als iemand onder druk een moord

gepleegd heeft of uit zichzelf, het blijft wel een moord. ik bedoel, niet iedere tbs’er zit daar voor moord, maar het zijn wel hele zware delicten. andere verklaringsmodellen voor een delict lijken op basis van dit interview niet snel tot een keuze voor een langere gevangenisstraf in plaats van behandeling te leiden. de rechters geven aan dat ze weten dat eergerelateerd geweld voorkomt en dat de verdediging in zulke gevallen soms betoogt dat de verdachte niet anders kon vanwege de familieomstandigheden. “dan ga je het toch in een nederlands model gieten: is het zo’n psychische dwang geweest bij iemand?” leggen de rechters uit. de publieke opinie laten de rechters niet meewegen in hun oordeel: “We houden rekening met de

publieke opinie, in die zin dat we vonnissen zo goed mogelijk motiveren. Maar de beslissing zelf, nee, we laten ons niet leiden door enige publieke opinie”. Ze geven aan nooit een zwaardere straf op te leggen als signaal naar de burger.

Culturele diversiteit is voor rechters hoofdzakelijk van belang in de communi-catie met verdachten. in het bepalen van de mate van toerekeningsvatbaarheid van de verdachte geven rechters aan zich vooral te beroepen op het oordeel van de forensisch gedragskundigen. Cultuurgebonden delicten beoordelen de rechters volgens nederlandse rechtsopvattingen.