• No results found

Vooruitlopend op de antwoorden kunnen we zeggen dat mensen met een arbeidsbeperking minder vaak een baan hebben dan mensen zonder arbeidsbeperking. Als ze een baan hebben, is dat vaak een tijdelijke

In document Leven met een beperking in Den Haag (pagina 191-199)

of gesubsidieerde baan. Vaste contracten komen bij arbeidsgehandicapten aanzienlijk minder vaak voor.

Ze hebben hierdoor minder kans op economische onafhankelijkheid. In de regel hebben ze een lager inkomen en zijn vaker afhankelijk van een uitkering. Hoe de cijfers precies zijn verdeeld, laten wij u in dit hoofdstuk zien. In het eerste deel zijn dat overwegend landelijke cijfers en percentages, in het tweede deel gaat het over Haagse cijfers.

Arbeidsgehandicapten

Een arbeidsgehandicapte is iemand die door een langdurige of chronische ziekte, of door een handicap niet kan werken. Een werknemer kan de ‘arbeidsgehandicaptenstatus’ krijgen door een beoordeling van een bedrijfsarts van de arbodienst of een verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Die status biedt de werknemer maar ook diens werkgever een voordeel. Werknemer en werkgever kunnen gebruikmaken van

‘werkvoorzieningen’ die vergoed worden door het UWV.

Een arbeidsgehandicapte kan een baan hebben of werkloos zijn. Maar er is altijd sprake van een blijvende of langdurige beperking. Daardoor kan de persoon bepaalde taken niet of minder goed verrichten. In de wet heet dat een ‘structurele functionele beperking’.

Aantal arbeidsgehandicapten in Nederland en Den Haag (2017)

Aantal arbeidsgehandicapten

Nederland 1,87 miljoen

Den Haag (o.b.v. 3,12%) 58.344

Bron: CBS Statline 2017

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

192

Verhouding man-vrouw arbeidsgehandicapten in Nederland (2017)

Geslacht Percentage landelijk

Man 44%

Vrouw 56%

Uitleg - Er zijn in Nederland 1,8 miljoen arbeidsgehandicapten. Dat is ruim 15% van alle mensen van 15 tot 65 jaar. Iets meer dan de helft (56%) van de arbeidsgehandicapten is vrouw en 44% is man. Arbeidsgehandicapten zijn gemiddeld ouder dan niet-arbeidsgehandicapten. Een derde van de arbeidsgehandicapten is 55 jaar of ouder. (www.arbokennisnet.nl, 2013).

Het Nivel heeft in samenwerking met het Trimbos-instituut onderzocht hoe de deelname aan betaald werk eruitziet voor mensen met een chronische aandoening en/of een beperking ten opzichte van de algemene bevolking (de mensen met en zonder chronische aandoening en/of beperking).

Betaald werk in 2016 (Nivel en Trimbos-instituut, 2018)1

Percentage personen met en zonder betaald werk in 2016

Betaald werk Geen betaald werk

Personen met een lichamelijke beper-king

36 64*

Personen met een lichte lichamelijke beperking

53 47

Personen met een matige lichamelijke beperking

26 74

Personen met een ernstige lichamelijke beperking

14 86

Personen met een chronische ziekte 53 47

Personen met één chronische ziekte 59 41

Personen met meerdere chronische ziekten

45 55

Personen met een ernstige psychische aandoening

22 78*

Algemene bevolking 72 28

*Opmerkelijk verschil met de algemene bevolking (p<0.05).

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

193 Wat valt op? Het percentage mensen met een lichamelijke beperking en/of een ernstige psychische

aandoening zonder betaald werk blijkt aanzienlijk te verschillen van de algemene bevolking.

Mensen met een chronische aandoening en/of beperking hebben dus minder vaak betaald werk.

Onder betaald werk in deze tabel wordt verstaan het aantal werknemers of zelfstandigen. Het percentage mensen zonder betaald werk is het hoogst onder mensen met een ernstige lichamelijke beperking, namelijk 86% in 2016. Van de mensen met een ernstige psychische aandoening heeft respectievelijk 78% geen betaald werk. Vergelijk: van de algemene bevolking heeft 28% geen betaald werk.

Mensen met lichte of matige verstandelijke beperking - De percentages mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking met en zonder betaald werk, bedragen respectievelijk 21% en 79%. Bijna 80% heeft dus geen betaald werk.

Arbeidsongeschiktheid van mensen met een chronische aandoening of beperking Het Nivel heeft ook onderzoek gedaan naar de mate van arbeidsongeschiktheid van mensen met een chronische aandoening of beperking (Nivel, 2018). Daaruit komt het volgende naar voren.

Het percentage mensen met een chronische aandoening en/of beperking dat arbeidsongeschikt is verklaard, is in de periode 2012-2016 afgenomen onder mensen met een lichamelijke beperking.

Het gaat vooral om een afname van het percentage mensen dat deels arbeidsongeschikt is

verklaard. Zowel bij werkenden met een lichte, matige als met een ernstige lichamelijke beperking.

Bij geen van deze subgroepen is de afname echter opmerkelijk. Het CBS heeft alleen informatie over het percentage dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. Ook hierin is in 2016 een daling te zien onder de algemene bevolking (CBS, 2016). Deze daling vindt plaats sinds verschillende wijzigingen in regelingen zijn doorgevoerd.

Het College voor de Rechten van de Mens (CRM) heeft voor de monitoring van het ‘VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap’ ook aan het CBS gevraagd indicatoren te ontwikkelen. Daarbij wordt steeds de vergelijking gemaakt tussen de mensen mét en zonder chronische aandoening en/of beperking2.

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

194

Personen van 15 tot en met 74 jaar naar arbeidsmarktpositie, 2016 (CBS, 2018)

Omschrijving groep Werkzame beroepsbevol-king

Werkloze beroepsbevol-king

Niet-beroepsbevolking

Personen zonder een chronische aandoening en/

of langdurige psychische aandoening (15 tot en met 74 jaar)

Personen met een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening (15 tot en met 74 jaar)

Chronische of langdurige psychische aandoening

Verstandelijke beperking Geen gegevens Geen gegevens Geen gegevens

Wat valt op? U ziet een aanzienlijk verschil tussen het percentage werkenden onder mensen met een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening (56%) en zonder een chronische aandoening (76%). Dit verschil is een stuk kleiner voor de jongere leeftijdsgroep (73% versus 78%) en groter voor de oudere leeftijdsgroep (49% versus 74%), vooral wat betreft de mensen met een chronische zintuiglijke beperking (37%).

Belemmeringen

Mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking worden op verschillende manieren belemmerd betaald werk te vinden en te behouden. Behalve door hun beperking of aandoening zijn er ook belemmeringen van buitenaf, zoals regelmatige afspraken met specialisten, artsen, of

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

195 de nodige verzorging op een bepaald tijdstip. Het vinden of behouden van werk kan botsen met

hun zorgbehoefte. Veel mensen met een beperking of chronische ziekte ervaren ook vermoeidheid als een grote belemmering om betaald werk te kunnen doen. Vaak kosten dingen meer moeite en hebben zij regelmatig pijn. Een andere belemmering is ziekte.

Ziekteverzuim bij mensen met chronische ziekte of beperking (2012-2013)

Minimaal 1 keer verzuimd in het afgelopen jaar (per-centage), 2013

Gemiddeld aantal keer verzuim, 2012

Gemiddeld aantal dagen, 2012

Ziekteverzuim door mensen met een chronische ziekte of beperking en met betaalde baan

60% 3,2 30

Ziekteverzuim onder mensen zonder chronische ziekte of beperking

Lager dan 60% 1,1 7

Uitleg - Het ziekteverzuim bij mensen met een chronische ziekte of beperking is hoger dan het ziekteverzuim onder de algemene bevolking. Het kan hier om kort én langdurig ziekteverzuim gaan. In 2013 gaf 60% van de mensen met een chronische ziekte of beperking met een betaalde baan aan dat zij in het afgelopen jaar minimaal één keer verzuimd hadden wegens ziekte. Gemiddeld verzuimden mensen met een chronische ziekte of beperking 3,2 keer in 2012, gemiddeld 30 dagen. Bij de algemene bevolking werd gemiddeld 1,1 keer verzuimd en het gemiddelde aantal verzuimdagen bedroeg 7.

Mate waarin arbeidsgehandicapten qua kennis en vaardigheden worden onderbenut

Meer kennis en vaardigheden dan voor werk nodig Percentage

Arbeidsgehandicapten 35,5%

Niet-arbeidsgehandicapten 32,5%

Uitleg - Arbeidsgehandicapten zijn vaker ‘onderbenut’ dan niet-arbeidsgehandicapten: hun kennis en vaardigheden worden niet (volledig) ingezet.

Van de arbeidsgehandicapten zegt 35,5% hoger gekwalificeerde kennis en vaardigheden te hebben dan nodig voor het werk. Van de mensen zonder arbeidshandicap is dat 32,2%.

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

196

Educational mismatch bij mensen met een arbeidshandicap in Nederland

Percentage

Arbeidsgehandicapten 17,1%

Niet-arbeidsgehandicapten 21%

Bron: D. Poulissen e.a, ESB, ‘Arbeidsgehandicapten zijn relatief vaak onderbenut’. In ESB, 11 mei 2017

Uitleg - Educational mismatch, dat wil zeggen dat het opleidingsniveau niet goed bij het werk past, komt juist minder vaak voor bij arbeidsgehandicapten, 17,1%. Bij mensen zonder arbeidshandicap is dat 21%. Dit verschil kan onder andere verklaard worden doordat arbeidsgehandicapten over het algemeen een lager onderwijsniveau hebben dan niet-arbeidsgehandicapten. En hoe lager het niveau is, des te kleiner de kans dat iemand werk doet dat te hoog gekwalificeerd is.

Onbetaald werk

VRIJWILLIGERSWERK

Vrijwilligerswerk is werk dat iemand onbetaald doet in georganiseerd verband, bijvoorbeeld bij een sportvereniging, politieke partij of belangenorganisatie. Vrijwilligerswerk doen kan positieve effecten hebben op de gezondheid doordat het de persoonlijkheid versterkt, het sociale netwerk vergroot en een gevoel van voldoening geeft. Maar gezondheidsproblemen kunnen het doen van vrijwilligerswerk belemmeren.

Bron: Gezondheidsmonitor 2016

Vrijwilligers in Haaglanden - Uit de Gezondheidsenquête Haaglanden 2016 blijkt dat een kwart van de inwoners van 19 jaar tot 65 jaar in Haaglanden vrijwilliger is. Dit zijn bijna 190.000 inwoners.

In Den Haag is één op de vijf inwoners vrijwilliger (21%), het laagste percentage van alle

gemeenten in de regio (ongeveer 80.000 inwoners). In Delft is het percentage 26%, in Zoetermeer 24%, in Westland 32%. De helft van de vrijwilligers in Haaglanden doet het werk voor twee uur of meer in de week. Het percentage inwoners dat vrijwilligerswerk doet in Haaglanden stijgt van 20%

bij 19- tot en met 34-jarigen tot 31% bij 65- tot en met 74-jarigen en neemt daarna af tot 7% bij 85-plussers.

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

197 Vrijwilligerswerk en gezondheid - Het percentage inwoners dat een minder goed ervaren

gezondheid heeft, is lager bij inwoners die vrijwilliger zijn, dan bij inwoners die geen vrijwilliger zijn. Dit geldt ook voor het percentage mensen dat beperkt is door de gezondheid, een matig of hoog risico heeft op angststoornis of depressie. Vrijwilligerswerk wordt dus meer door gezonde mensen gedaan (Gezondheidsenquête Haaglanden 2016).

Vrijwilligerswerk door mensen met een beperking (2009-2013)

Percentage landelijk

Mensen met een chronische aandoening 19%

Mensen met een beperking 16%

Uitleg - Als we specifiek kijken naar de groep mensen met een chronische aandoening, zien we dat landelijk 19% vrijwilligerswerk deed (in de periode 2009 - 2013). De mate waarin, verschilde niet naar de soort of het aantal chronische ziekten waaraan ze leden. Van mensen met een beperking deed 16% vrijwilligerswerk. Het maakte daarbij niet uit of zij een matige of ernstige beperking hadden, en wat de aard van de beperking was.

Vrouwen en mannen met een chronische ziekte of beperking deden in 2013 evenveel vrijwilligerswerk. Leeftijd en opleidingsniveau speelden wél een rol in de mate waarin zij

deelnamen. Mensen van 65 jaar en ouder deden minder vrijwilligerswerk dan degenen tussen 15 en 65 jaar. Of iemand een matige of ernstige beperking had maakte niet uit voor de mate waarin iemand vrijwilligerswerk deed. Ook de aard van de beperking had geen invloed op de cijfers (Nivel, Werk en Inkomen: kerngegevens & trends 2015).

Mantelzorg

Mantelzorg geeft iemand aan een bekende uit zijn of haar omgeving, zoals een partner, kind of vriend, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is.

De mantelzorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen enzovoort. Mantelzorg wordt niet betaald. Iemand is mantelzorger als de zorg al minimaal drie maanden duurt en/of iemand zorg biedt voor minimaal acht uur per week (CBS, 2017).

In Haaglanden - Het percentage mantelzorgers in Haaglanden is (in 2016) het hoogst bij 50- tot en met 74-jarigen. Bij 19- tot en met 34-jarigen en 85-plussers is het lager dan gemiddeld.

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

198

Meer vrouwen dan mannen zijn mantelzorger, en het percentage mantelzorgers onder inwoners van autochtone afkomst is hoger dan onder inwoners van niet-westers allochtone afkomst.

Hetzelfde geldt voor inwoners die gehuwd zijn of samenwonen met een partner: onder hen zijn meer mantelzorgers dan onder mensen die ongehuwd, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn (Gezondheidsenquête Haaglanden 2016).

Percentage mantelzorgers in Den Haag van 19 jaar en ouder (2016)

Gemeente Percentage

Regio Haaglanden 12%

Den Haag 11%

Uitleg - In Den Haag gaf 11% van de inwoners van 19 jaar en ouder in 2016 mantelzorg. In de regio Haaglanden als geheel was dit percentage 12%. Ter vergelijken, in Delft lag het percentage op 10%, in Zoetermeer op 14% en in Westland op 16% (Gezondheidsenquête Haaglanden 2016).

Mantelzorg door mensen met een beperking of chronische ziekte in Den Haag (2013)

Percentage

Chronische aandoening 15%

Lichamelijke beperking 12%

Uitleg - Als we specifiek kijken naar de groep met een chronische aandoening, dan verleende 15%

mantelzorg in 2013. Van de mensen met een lichamelijke beperking verleende 12% mantelzorg. Zij deden dit gemiddeld 4,9 uur per week. Of mensen matig of ernstig beperkt zijn, heeft geen invloed op de mate waarin zij mantelzorg verlenen.

Combinatie van mantelzorg en betaald werk in Den Haag (2013)

Percentage Beperking of chronische ziekte met een betaalde baan die

mantelzorg verlenen

37%

Allemaal Hagenaars | Werk en inkomen

199 Uitleg - Van de mensen met een chronische ziekte of beperking die 2013 mantelzorg verleenden,

had 37% ook een betaalde baan.

Percentage vrouwen en mannen met een beperking of chronische ziekte die mantelzorg verlenen buiten het eigen huishouden (2013)

Percentage

Vrouwen 18%

Mannen 10%

Cijfers ontleend aan Nivel, Werk en Inkomen: kerngegevens & trends 2015

Wat valt op? Vrouwen verleenden in 2013 vaker mantelzorg buiten het eigen huishouden dan mannen. In dat jaar gaf 18% van de vrouwen met een chronische ziekte of beperking aan dat zij mantelzorger waren van mensen buiten het eigen huishouden. Voor mannen met een chronische ziekte of beperking was dat met 10% beduidend minder vaak.

Tijdinvestering mantelzorg door mensen met een beperking of chronische ziekte

Uren Mensen met een beperking of chronische aandoening in Den Haag

4,9 (2013)

Algemene bevolking 10,8 (2012)

Uitleg - In 2013 besteedden mensen met een chronische ziekte of beperking bijna 5 uur per week aan mantelzorg voor mensen buiten het eigen huishouden. Uit de Gezondheidsmonitor 2012 blijkt dat de inwoners algemeen (mensen zonder beperking/ aandoening) gemiddeld 10,8 uur per week besteedden aan mantelzorg (Nivel, Werk en Inkomen: kerngegevens & trends 2015).

In document Leven met een beperking in Den Haag (pagina 191-199)