• No results found

Hoofdstuk 3 | Theoretisch kader

3.3 Geïntegreerd maritiem beleid

3.5.2 Vooruitblik op de operationalisatie van het conceptueel model

Het voorliggende onderzoeksrapport is gericht op het bestuderen van het Bescherm een Wrak beleidsarrangement, bestaande uit verschillende groepen actoren met min of meer gedeelde hulpbronnen, spelregels en discoursen. De uiteindelijke analyse van de stakeholders en het participatieproces van Bescherm een Wrak, vindt plaats op basis van de vijf stappen van stakeholdermanagement en de vier succesfactoren voor stakeholderparticipatie.

Stakeholdermanagement wordt gebruikt om te werken aan een betere voorbereiding en organisatie van Bescherm een Wrak. Op dit punt draait het om het analyseren en waar nodig aanvullen van de volgende vijf stappen: 1) netwerkanalyse, 2) stakeholderselectie, 3) stakeholdermobilisatie, 4) stakeholderanalyse en 5) stakeholderdeelname. De kwaliteit van stakeholderparticipatie wordt bepaald door te kijken naar de volgende criteria: 1) openheid, 2) gelijkwaardigheid, 3) debat en 4) invloed. Deze succesfactoren dragen in eerste instantie bij aan het creëren van draagvlak en het verrijken van kennis. In totaal hebben we hier te maken met negen criteria voor het verbeteren van participatieve beleidsprojecten. De mate waarin aan deze criteria wordt voldaan, wordt gemeten door per criterium verschillende indicatoren op te stellen. Hoe beter Bescherm een Wrak aan deze indicatoren voldoet, des te beter zijn de mogelijkheden van stakeholderparticipatie voor

scheepswrakkenbescherming en breder gezien voor het opzetten van een geïntegreerd maritiem beleidsarrangement. In het volgende hoofdstuk wordt de operationalisatie van het conceptueel model nader uiteengezet. Daarbij wordt ook duidelijk dat de opzet van dit onderzoek mogelijkheden biedt voor een gecombineerde aanpak. Zo is er sprake van een gecombineerde dataverzameling en een daarop volgende stapsgewijze data-analyse. Het analyseren van het management levert namelijk inzichten op die nodig zijn voor het beoordelen van de kwaliteit van het proces. Beide analysekaders zijn uitgevoerd op basis van de informatie die is verkregen door het bestuderen van de vier

dimensies van beleidsarrangementen binnen het Bescherm een Wrak beleidsarrangement. Daarbij is gebruikt gemaakt van verschillende vormen van dataverzameling: documentanalyse, interviews en participerende observatie. Bijzonder is dat sommige van deze activiteiten direct deel uitmaken van het stakeholderparticipatieproces van Bescherm een Wrak.

Hoofdstuk 4 | Onderzoeksmethodiek

Het vorige hoofdstuk is gebruikt om een theoretische basis te leggen voor het analyseren en beoordelen van de mogelijkheden van stakeholderparticipatie voor Bescherm een Wrak en breder gezien voor de totstandkoming van een geïntegreerd maritiem beleidsarrangement. Het

achterliggende doel is om een bijdrage te kunnen leveren aan de verbetering van natuur- en milieubeleidsprojecten in de Nederlandse Noordzee. Om de centrale vraag- en doelstelling van dit onderzoeksrapport te kunnen beantwoorden en bereiken, is empirische input onmisbaar. In dit hoofdstuk wordt gekeken hoe deze input is verzameld en geanalyseerd. Zo is er aandacht voor het beantwoorden van methodische vraagstukken: welk type onderzoek is in deze situatie geschikt en welke strategie sluit hierop aan (zie paragraaf 4.1)? Paragraaf 4.2 beslaat de operationalisatie van het conceptueel model. Vervolgens wordt er in paragraaf 4.3 gekeken naar de gebruikte bronnen en onderzoeksmethoden en naar de manier waarop de verzamelde informatie is geanalyseerd. Tot slot wordt er gekeken naar de geldigheid en betrouwbaarheid van dit onderzoek (zie paragraaf 4.4).

4.1 Onderzoekstype en -strategie

In de onderzoekswereld wordt er vaak een onderscheid gemaakt tussen praktijkgerichte en theoriegerichte onderzoeken. Bij een praktijkgericht onderzoek draait het om kennis dat roept om toepassing. Op deze manier dient er een bijdrage te worden geleverd aan het oplossen van problemen in de praktijk. Bij een theoriegericht onderzoek draait het om het behandelen van theoretische vraagstukken (Verschuren & Doorewaard, 2005, p. 33). In hoofdstuk 1 is al naar voren gekomen dat dit onderzoeksrapport grotendeels kan worden gekenmerkt als praktijkgericht. Centraal staat immers het bestuderen van de stakeholders en het participatieproces van Bescherm een Wrak. Daarmee dient er een bijdrage te worden geleverd aan het verbeteren maritieme

beleidsprojecten in de Nederlandse Noordzee. Toch is dit onderzoek ook deels gericht op theorie. Dit heeft alles te maken met de verschillende theoretische concepten die in dit stuk naar voren komen en tegelijkertijd op bruikbaarheid worden getoetst. Eerder is bijvoorbeeld al naar voren gekomen dat de centrale concepten van de beleidsarrangementenbenadering niet altijd even duidelijk zijn.

Terugkomend op het praktijkgerichte karakter van dit onderzoek, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen vijf verschillende fasen van probleemoplossend handelen: probleemsignalering, diagnose, ontwerp, interventie en evaluatie (Verschuren & Doorewaard, 2005, pp. 37-38). Het samenwerkingsproject van Bescherm een Wrak bevindt zich momenteel nog in een vroeg stadium. Dit onderzoek kan daarom verder worden gekenmerkt als probleemsignalerend. Vaak denkt men precies te weten wat het probleem is en waar het vandaan komt. Echter, bij nader inziens ligt dit toch niet zo eenvoudig. Belangrijk is dat het centrale probleem rond wrakken(bescherming) op tafel komt, zodat het voor iedereen zichtbaar en bespreekbaar wordt gemaakt. Waarom is het een probleem? Wat is de feitelijke situatie en wat is wenselijk? Als een probleem ook echt als zodanig wordt erkend, kan de diagnostische fase beginnen. In deze fase worden de achtergronden en oorzaken van de problematiek in kwestie nader verkend en mogelijke oplossingsrichtingen.

Gezien het specifieke projectkader dat in dit onderzoeksrapport centraal staat, is er gekozen voor het uitvoeren van een casestudy. Deze strategie wordt veelal gesitueerd binnen de kwalitatieve

onderzoekstraditie. Het gaat dan niet zozeer om het in kaart brengen van kwantitatieve gegevens, maar eerder om het bereiken van diepgang. Bij de casestudy draait het om het analyseren van

problemen binnen een specifieke onderzoekssituatie. Volgens Woolthuis et al. (2005) is het gebruik van deze strategie “(…) very suitable for exploratory research where understanding is the primary objective and the phenomenon to be investigated is difficult to quantify, not well understood and needs to be studied within its natural setting (…)” (p. 819). Eén van de belangrijkste argumenten voor het uitvoeren van een casestudy is het verkrijgen van een integraal beeld van het te bestuderen onderzoeksobject. Ook zullen de onderzoeksresultaten eerder door het veld zelf worden

geaccepteerd, omdat ze in principe herkenbaar zijn. Daarbij is het minder voorgestructureerd dan bijvoorbeeld een statistisch onderzoek (Verschuren & Doorewaard, 2005, p. 175). Bij de casestudy worden sociale fenomenen altijd binnen een bepaalde context geplaatst. Dit gegeven sluit aan bij de beleidsarrangementenbenadering. Denk hierbij aan het belang van bredere structuren en

ontwikkelingen als het gaat om het analyseren van beleid. In dit onderzoek is er sprake van een enkelvoudige casestudy. Dit houdt in dat er één casus diepgaand wordt behandeld. In dit geval gaat alle aandacht uit naar Bescherm een Wrak. Op grond van deze casus kunnen vervolgens conclusies worden getrokken voor een beter gebruik en beheer van de Nederlandse Noordzee in het algemeen.

4.2 Operationalisatie van het conceptueel model

In deze en de komende paragrafen wordt het conceptueel model dat in dit onderzoeksrapport centraal staat, verder geoperationaliseerd. Volgens Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2005) draait het hierbij om het kiezen en nauwkeurig omschrijven van indicatoren voor complexe en/of abstracte begrippen (pp. 102-103). Wanneer of onder welke voorwaarden is een bepaald begrip van toepassing op verschijnselen in de praktijk? In het vorige hoofdstuk is naar voren gekomen dat de maritieme beleidspraktijk in dit onderzoek wordt beschouwd als bestaande uit een verzameling van verschillende beleidsarrangementen. De samenwerking binnen en tussen deze

beleidsarrangementen is vaak ondermaats. Dit komt het probleemoplossend vermogen van maritieme beleidsprojecten niet altijd ten goede. Hierin dient verandering te komen door het analyseren van de mogelijkheden van stakeholderparticipatie voor Bescherm een Wrak en breder gezien voor het ontwikkelen van een geïntegreerd maritiem beleidsarrangement. Bij dit laatste wordt gedacht aan het samenbrengen en daarmee reduceren van het aantal losse beleidsarrangementen en aan het op elkaar afstemmen van de vier dimensies: actoren, hulpbronnen, spelregels en

discoursen. Stakeholderparticipatie wordt hierbij als middel gezien om dit te bereiken. Daarbij dient er te worden gestreefd naar een kwalitatief goed stakeholderparticipatieproces. Op dit punt wordt er gekeken naar de kwaliteit van stakeholdermanagement en stakeholderparticipatie. De vraag is welke indicatoren er gelden voor goed stakeholdermanagement en goede stakeholderparticipatie. Maar ook, waar moet men op letten bij het bestuderen van het Bescherm een Wrak beleidsarrangement? De theoretische concepten die hier naar voren komen en geoperationaliseerd moeten worden, zijn: beleidsarrangementen, de kwaliteit van stakeholdermanagement en de kwaliteit van

stakeholderparticipatie.

4.2.1 Beleidsarrangementen

Beleidsarrangementen spelen een belangrijke rol in dit onderzoek. Dit begrip wordt niet alleen gebruikt bij het beschrijven en interpreteren van de maritieme beleidspraktijk in het algemeen, maar het staat ook centraal in de onderzoeksvraag naar de mogelijkheden van stakeholderparticipatie voor het ontwikkelen van een geïntegreerd maritiem beleidsarrangement. Het projectkader van Bescherm een Wrak dient hierbij als casus. Eerder is al naar voren gekomen dat beleidsarrangementen bestaan uit een viertal dimensies. De vraag die hier dient te worden beantwoord, is hoe actoren, hulpbronnen,

spelregels en discoursen zich manifesteren binnen het Bescherm een Wrak beleidsarrangement. De vier dimensies van beleidsarrangementen worden in dit onderzoek ingezet als sensitizing concepts. Deze concepten hebben geen nauwgezette eigenschappen, maar zijn desalniettemin bepalend voor de richting waarin moet worden gezocht: “Sensitizing concepts draw attention to important features of social interaction and provide guidelines for research in specific settings (...), they provide starting points for building analysis, not ending points for evading it” (Bowen, 2006, p.3). Het Bescherm een Wrak beleidsarrangement wordt onderzocht door per dimensie verschillende vragen te stellen. Deze vragen zijn gebaseerd op de theorie, zoals besproken in paragaaf 3.2.3 Welke actoren zijn relevant? Wat zijn hun onderlinge verhoudingen? Welke middelen zijn beschikbaar en hoe zijn deze verdeeld? Waar is macht gelokaliseerd? Welke regels spelen een rol? En tot slot, welke belangen, waarden en perspectieven worden belangrijk gevonden? De operationalisatie van beleidsarrangementen mondt uit in verschillende indicatoren die de vorm hebben van vragen voor een interview: