• No results found

I. Lijst van afkortingen

5. Uitbreiding juridische functie bij de waardering van IE rechten

5.3. Voorstel tot model voor de waardering van IE rechten

Ondanks dat er niet kan worden gesteld dat er van een bepaalde methode gebruik moet worden gemaakt bij de waardering van intellectueel eigendom, zou het wel kunnen bijdragen aan de transparantie bij de waardering van IE. Dit zou bijvoorbeeld bij een overdracht van IE voor de partijen tot een meer betrouwbare en transparantere waardering kunnen leiden.

Zoals in de vorige paragraaf werd vermeld, moet er niet strikt gebruik worden gemaakt van één bepaalde methode.204 In dat opzicht kan de economische benadering van belang zijn aangezien die wordt aangevuld door zowel de marktbenadering als de kostenbenadering.205 Van de in hoofdstuk 2 behandelde methoden zullen de belangrijkste eigenschappen met elkaar worden vergeleken. Op basis van de gemeenschappelijke eigenschappen zal er een model worden opgesteld, dat te vinden is op de volgende pagina (tabel 1). Hierdoor wordt een waardering niet in isolement van één methode gedaan en is hij breder toepasbaar. Deze methode wordt thans de “hybride waarderingsmethode” genoemd.

Daarbij staat zes factoren centraal, namelijk de vergelijking met vergelijkbaar IE op de markt, de handhavings- en juridische kosten, vraag en aanbod, de mogelijke toekomstige risico’s bij de exploitatie, de groeimogelijkheden en de resterende levensduur van het IE recht. Er kan nog ook met andere factoren rekening worden gehouden, maar deze dienen dan niet centraal te staan. Zo kunnen bijvoorbeeld de kosten geen juist beeld geven van de waarde van IE. De kosten zeggen in beginsel namelijk niets over de eventuele inkomsten en hebben derhalve geen correlatie met de waarde.

Komt voort uit methode zelf Waarderingsmethoden Kosten- benadering* Markt- benadering Inkomsten- benadering Economische benadering Vrijstelling van royalty benadering Differentiële waardering Momentopname van waarde benadering Invulling via andere methode N.v.t. Gemaakte kosten In het verleden behaalde resultaat Handhavings- en juridische kosten 204 Weimer en Lazar 2015, p. 3-4 205

43 F a c t o r e n Vergelijking met vergelijkbare IE- rechten/producten Benodigde kosten voor creatie van een vergelijkbaar IE-recht Vraag en aanbod Markt- ontwikkelingen Mate van concurrentie Mogelijke toekomstige risico’s Toekomstige inkomsten Groei- mogelijkheden** Een relevante markt proberen te vinden Resterende levensduur

Tabel 1: eigenschappen waarderingsmethoden

* hier zitten de vervangings- en reproductiemethode bij inbegrepen ** hier wordt tevens rekening gehouden met de toekomstige levensduur

Zoals in bovenstaande tabel is weergegeven, zijn er een aantal factoren die bij de

verschillende waarderingsmethoden gebruikt worden. Zo wordt er vaak een vergelijking gemaakt met vergelijkbare IE-rechten om zo een marktwaarde te creëren of een indicatie van de waarde te krijgen. Dit blijft echter altijd moeilijk aangezien de IE-rechten niet identiek kunnen zijn en daarmee in beginsel niet dezelfde waarde kunnen hebben.

De zes factoren die het meest gehanteerd worden bij de waarderingsmethoden zullen bij de hybride waarderingsmethode centraal staan. De resterende factoren kunnen extra inzichten geven, maar zullen van minder belang zijn. Indien er volgens de hybride methode wordt gewaardeerd, zal er ten eerste worden gekeken of er vergelijkbaar intellectueel

44

eigendom op de markt beschikbaar is en zullen eventuele transacties daarvan worden vergeleken.

Ten tweede komen de handhavings- en juridische kosten aan de orde. Dit zijn de toekomstige uitgaven die nodig zijn om het desbetreffende IE-recht te kunnen blijven

exploiteren. Deze kosten kunnen ontstaan door het tegengaan van inbreuken op een IE-recht, maar ook bijvoorbeeld de kosten door de octrooi inschrijving of een (verlenging van de) merkinschrijving.

De derde eigenschap omvat vraag en aanbod die als het ware de unieke waarde van het IE-recht kunnen bepalen. Indien er geen of weinig alternatieve vergelijkbare mogelijkheden zijn op de markt, kan er veel voor het exclusieve IE-recht worden gevraagd of geboden.

De vierde factor heeft betrekking op de mogelijke toekomstige risico’s bij de

exploitatie van het IE. Dit staat in verband met de groeimogelijkheden, aangezien die evenals de te verwachten inkomsten beperkt kunnen worden door eventuele risico’s.

De twee laatste factoren kunnen worden aangemerkt als de meest beperkende factoren voor de waarde. De eerste daarvan houdt rekening met de groeimogelijkheden. Dit heeft betrekking op nieuwe methoden om het recht te exploiteren of bijvoorbeeld om nieuwe markten te betreden. Indien die groeimogelijkheden beperkt zijn, zal dat een negatieve invloed hebben op de waarde van het IE. De tweede is de resterende levensduur van het IE- recht. Dit zal voornamelijk van belang zijn bij het auteursrecht en het octrooirecht, aangezien de bescherming daarvan in ieder geval beperkt is tot een bepaald aantal jaren. Zo geeft het octrooirecht een bescherming van maximaal 20 jaar en het auteursrecht een maximale bescherming van 70 jaar tot na de dood van de maker.206 Een korte resterende

beschermingsduur zal in beginsel leiden tot een lagere waardering.

Toch is het niet mogelijk om een dwingend model op te leggen, aangezien in veel gevallen de waarde wordt bepaald door de prijs die partijen er voor willen betalen. Vraag en aanbod vormen hier een centrale factor in de waardering van IE. Dit is echter wel een

onvoorspelbare factor. De overige factoren kunnen wel tot een ‘eerlijke’ of “fair” waardering komen. Hierin zit ook een groot verschil tussen het waarderen ten behoeve van de

jaarrekening of ten behoeve van bijvoorbeeld transacties. Zo ligt er een nauwkeurig

onderzoek ten grondslag aan het waarderen (van IE) voor de jaarrekening. In het geval van

206 Zie voor een verdere uitleg van de reikwijdte van het auteursrecht hoofdstuk 3.2.2. en voor het octrooirecht

45

transacties wordt dit meestal in house en zonder expert gedaan.207 Tevens is er voor de waarderingen die niet ten behoeve van de jaarrekening geschieden, geen verplichting om de waardering te melden.

Het waarderen van IE, in de gevallen buiten de jaarrekening, wordt daarmee grotendeels aan de partijen overgelaten. Een “hybride waarderingsmethode” kan wel een transparanter beeld bieden en zal breder toepasbaar zijn. Deze methode kan echter door de partijen zelf ook op verschillende wijzen worden gehanteerd. Aangezien er geen juridische verplichting is tot een bepaalde waardering, lijkt het ook niet waarschijnlijk dat daarvoor een grotere juridische rol moet komen. Het blijft immers grotendeels een kwestie van vraag en aanbod. Het is overigens wel raadzaam dat er meer transparantie tussen partijen komt zodat ook de onervaren partijen inzicht in het waarderingsproces hebben.