• No results found

Voorstel: Inrichten van een hydrologische bufferzone langs de noordwestrand van circa 200 m breedte Minimaal zouden de landbouwinhammen aan de westkant van het

Wierdense Veld eenzelfde hydrologisch regime moeten krijgen als het reservaat.

Voorstellen voor externe maatregelen

Naast de voorgestelde interne maatregelen wordt geadviseerd buiten de grenzen van het Wierdense Veld maatregelen te nemen die de interne hydrologie van het gebied zullen verbeteren. Hieronder volgt een overzicht van gewenste externe maatregelen:

1) Verplaatsing/vermindering van de drinkwaterwinning in Hoge Hexel en Wierden.

2) Om ontwatering van het Wierdense Veld te verminderen, zou de sloot langs de noordrand van het terrein gedempt moeten worden en zou de ontwatering van het aangrenzende perceel moeten stoppen. Dit kan echter niet zolang dit perceel een landbouwfunctie heeft. Dit landbouwperceel is wel aangewezen als reservaatgebied en zou in het kader van de reconstructie een natuur(buffer)functie moeten krijgen.

3) Functieverandering en stopzetten van de ontwatering van de landbouwpercelen ten zuidoosten van Wierdense Veld.

4) Om ontwatering van (de zandondergrond van) het Wierdense Veld aan de oostelijke rand te verminderen, wordt aanbevolen de drainerende werking van de Hoogelaarsleiding te verminderen. Dit kan bereikt worden door verlegging van de Hoogelaarsleiding naar het oosten of door verhoging van het waterpeil in de Hoogelaarsleiding (daartoe is door waterschap reeds een regelbare stuw aangebracht). Verondiepen van de Hoogelaarsleiding met 50 cm past binnen de huidige functie van de leiding.

5) Het doorsnijden van het Wierdense Veld door de Westerveenweg (met landbouwverkeersfunctie) is voor de rust in het reservaat een onwenselijke situatie en het is wenselijk om deze weg uiteindelijk van de verkeersfunctie te ontdoen.

Intern peilbeheer

Na uitvoering van de maatregelen moet gaandeweg duidelijk worden wat het gewenste peil is. Bij aanvang moet het overlooppeil niet hoger worden ingesteld dan de huidige gemiddeld hoogste waterstand. Om ongewenste plotselinge, onvoorziene verhogingen van de waterstand te voorkomen, is het raadzaam bij de huidige overlooppeilen de effecten van het dempen van sloten en het plaatsen van het foliescherm op de waterstanden en het droogvalregime te monitoren. Op basis van de effecten van deze maatregelen op de waterstanden en het droogvalregime en op de ontwikkeling van de vegetatie en fauna kunnen de overlooppeilen geleidelijk verhoogd worden. Voorzieningen om het waterpeil te reguleren zijn hiertoe van essentieel belang. Het deel van het Wierdense Veld gelegen tussen de Westerveenweg en Hortmeerweg kan dienen als bufferzone, waarin wateroverschotten vanuit de oostelijke en westelijke deelgebieden ingelaten kunnen worden.

Het Wierdense Veld kan grofweg in vier peilcompartimenten worden ingedeeld, met de volgende streefpeilen en afwatering:

1. Huurnerveld Noordoost (ten noordoosten van bulldozerslenk en zandopduiking): 9,25 – 9,75 m +NAP (voldoende speelruimte voor de toekomst); watert nu en na uitvoering van maatregelen af naar bermsloot Dwarsdijk en Hoogelaarsleiding.

2. Huurnerveld Zuidwest: 9,25 – 9,75 m +NAP (voldoende speelruimte voor de toekomst); watert nu af naar bermsloten van Wulpenweg en Westerveenweg, maar na uitvoering van maatregelen zou afwatering zoveel mogelijk onder Westerveenweg door naar het middengebied moeten plaatsvinden.

3. Middengebied/bufferzone (tussen Westerveenweg en Hortmeerweg): grotere peilfluctuaties toegestaan, (maximaal 9,75 m +NAP) met overlaat naar Westerveenweg (bijv. ter hoogte van de T-splitsing Westerveenweg-Wulpenweg).

4. Notterveen (ten westen van Hortmeerweg): peil afhankelijk van hoogte Prinsendijk en aanwezige zand/restveenruggen in dit deelgebied; watert na maatregelen af naar middengebied en/of naar de bufferzone aan de noordwest-rand van het Wierdense Veld. Minimale hoogte van de wegen:

Westerveenweg: 10,25 m +NAP na zetting Hortmeerweg: 9,80 m +NAP (huidige hoogte) Prinsendijk: noordelijke deel 9,0 m +NAP of hoger

Voorgestelde peilen en hoogtes zijn gekozen op basis van ons beschikbare hoogtegegevens (Van Ziel & Ganzevles 1997; Hoofdstuk 2). Bij de verdere uitwerking van maatregelen moeten de hier voorgestelde peilen en hoogtes nader worden bekeken.

Fasering van de uitvoering van herstelmaatregelen

Om ongewenste schoksgewijze veranderingen in het terrein te voorkomen, is het van belang dat veranderingen in de waterstanden en het droogvalregime geleidelijk plaatsvinden. Dit kan door fasering in zowel tijd als ruimte van de uitvoering van maatregelen en geleidelijke veranderingen van overlooppeilen. Door geleidelijke verhoging van het overlooppeil van de (balken)stuwen worden veranderingen in de tijd gefaseerd. Eventueel kunnen dan binnen één tot twee jaar in het gehele terrein sloten worden gedempt, wegen worden opgehoogd en de folieschermen en stuwen worden geplaatst. De gezamenlijke effecten van deze maatregelen -nog zonder verhoging van

overlooppeilen- zijn moeilijk voorspelbaar, gezien de grote ruimtelijke variatie van restveendikte en doorlatendheid van het restveen binnen het terrein. Voor een voorzichtiger fasering van de maatregelen kan ervoor worden gekozen eerst maatregelen te nemen in het Huurnerveld (ophogen Westerveenweg en de maatregelen ten oosten daarvan) en in een tweede fase maatregelen te nemen ten westen van de Westerveenweg. Bij deze 2-fasen optie treden in tenminste de helft van het terrein geen veranderingen op als gevolg van maatregelen. Op basis van de ontwikkelingen in de vegetatie en fauna na uitvoering van fase 1 kan weloverwogen het tijdstip van de start van fase 2 gekozen worden en zonodig bijstelling van de maatregelen plaatsvinden.

Fase 1:

• Aanleg kade met foliescherm Huurnerveld (punt 5 & 6) • Verondiepen sloten haaks op de Wulpenweg (deel punt 5) • Ophogen Westerveenweg en dempen bermsloten (punt 4)

Fase 1 of 2:

• Dempen sloot noordzijde (punt 1)

• Inrichting bufferzone westzijde Wierdense Veld (punt 9)

Fase 2:

• Dempen bermsloten Hortmeerweg (punt 2) • Dempen oost-west sloot Huurnerveld (punt 3) • Dempen sloot zuidzijde Huurnerveld (punt 7) • Dempen sloten Prinsendijk (punt 8)

Bij het bepalen van de uiteindelijke volgorde van de te nemen herstelmaatregelen moet worden gekeken naar de praktische haalbaarheid.

+

+ = toename Sphagnum cuspidatum = toename Oxycoccus of Andromeda = Toe-/afname S. papillosum/magellanicum = Toe-/afname S. tenellum/compactum

= S. cuspidatum abundant tot codominant = Veenlaag ontbreekt, veenput

= Veenlaag ontbreekt

= grenzend aan gebied zonder veenlaag = Veenput zonder veenmosgroei

1

7

2

3

4

5

6

Prinsendijk Hortmeerweg Dw arsdijk Wulpenweg W e ste rve en w e g Huurnerveld Sch adde nbel tswe g Notterveen

8

9