• No results found

Voorstanders en tegenstanders van blasfemiewetten 1 Voorstanders

Er zijn twee soorten voorstanders van blasfemiewetten, namelijk: religieuze extremisten en voorstanders van mensenrechten. De gedachte van de eerste groep is gebaseerd op het gevoel dat zij een spirituele en culturele plicht hebben.223 Religieuze extremisten wijzen naar de opkomst van “Islamophobia” op internationaal niveau als reden waarom het invoeren van blasfemiewetten hun godsdienstvrijheid zou beschermen.224 Als steun voor hun argument wordt gewezen naar antisemitisme en de Holocaust- ontkenningswetten die Joden beschermen binnen Europa.225 Zij menen dat dit soort wetten ook de islam

moeten beschermen.226

Als antwoord op de toenemende media-interesse en kritiek op de islamitische dogmatiek, geloven de religieuze extremisten dat hun geloof, heiligen en aanhangers speciale bescherming verdienen tegen degenen die hen beledigen en bekritiseren.227 Het classificeren van kritiek en beledigingen als haatspraak en blasfemie om geloof en religieuze gevoelens te beschermen op internationaal niveau, is hun ultieme doel.228 Deze groep is zeer sterk beïnvloed door de godsdienstige doctrine die voorschrijft dat ze gewelddadig moeten optreden tegen individuen die hun gevallen aanvallen.229

De tweede groep voorstanders, de voorstanders van mensenrechten, benadrukken het mensenrechtelijk aspect. Zij menen dat meningsuiting godsdienstvrijheid kan schenden.230 Dit standpunt ziet de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst als tegenpolen.231 Hun voornaamste argument is dat

blasfemische uitlatingen een aanval op de menselijke waardigheid zijn.232 Zij willen uitlatingen beperken die anderen “provoceren”,233 omdat zij vinden dat het beschermen van de menselijke waardigheid zwaarder weegt dan de vrijheid van meningsuiting.

223 C. Holzaepfel, 'Can I Say That?: How An International Blasphemy Law Pits The Freedom Of Religion Against The Freedom

Of Speech', Emory International Law Review, Volume 28, Issue 1, 2014, p. 629.

224 M. Durie, Sleepwalking into Sharia: Hate Speech Laws and Islamic Blasphemy Strictures, Int'l Trade & Bus. L. Rev.,

Volume 15, 2012, p. 398.

225 In Nederland bestaat geen aparte wet, maar volgens art. 137c tot en met 137e Sr is vervolging mogelijk op basis van

discriminatie, haat of beledigen. In Duitsland is holocaustontkenning verboden op grond van art. 130 Wetboek van Strafrecht.

226 L. Bennett Graham, 'Defamation of Religions: The End of Pluralism?', Emory International Law Review, Volume 23, 2009,

p. 74.

227 T. Heneghan, 'West’s Free Speech Stand Bars Blasphemy Ban: OIC', Reuters 15 October 2012, www.reuters.com/article/us-

islam-blasphemy-idUSBRE89E18U20121015.

228 S. Brooks Thistlethwaite, 'Shouting ‘Fire’ in a Crowded World: What Blasphemy Law Debate Can Mask', Washington Post

24 September 2012, www.faithstreet.com/onfaith/2012/09/25/shouting-fire-in-a-crowded-world-what-the-un- blasphemy-law- debate-can-mask/10341.

229 R. J. Dobras, 'Is the United Nations Endorsing Human Rights Violations? An Analysis of the United Nations’ Combating

Defamation of Religions Resolutions and Pakistan’s Blasphemy Laws', Ga. J. Int’l & Comp. L., Volume 37, 2009, p. 348–50.

230 C. Holzaepfel, 'Can I Say That?: How An International Blasphemy Law Pits The Freedom Of Religion Against The Freedom

Of Speech', Emory International Law Review, Volume 28, Issue 1, 2014, p. 632.

231 Ibid, p. 632.

232 S. Brooks Thistlethwaite, 'Shouting ‘Fire’ in a Crowded World: What Blasphemy Law Debate Can Mask', Washington Post

24 September 2012, www.faithstreet.com/onfaith/2012/09/25/shouting-fire-in-a-crowded-world-what-the-un- blasphemy-law- debate-can-mask/10341.

In hun ogen is provocatie vergelijkbaar met het “yelling fire in a crowded theater”234 argument. Dit gezegde wordt gebruikt bij uitlatingen die als doel hebben het creëren van onnodige paniek. Het illustreert dat uitlatingen die als gevaarlijk en vals worden beschouwd, niet door de vrijheid van meningsuiting worden beschermd.235 Het doel van traditionele “incitement” wetten is het beschermen van de publieke veiligheid.236 Echter, tegenwoordig kan een uitlating, zoals de Innocence of Muslims

YouTube film, een internationaal incident creëren. Hierdoor vinden ze dat blasfemiewetten een manier zijn om mensen tegen schadelijke uitlatingen te beschermen. Dus, in plaats van het vechten voor een internationale blasfemiewet, zijn ze bezig met het “[c]ombating intolerance, negative stereotyping, and stigmatization of, and discrimination, incitement to violence and violence against, persons based on religion or belief.”237

3.4.2 Tegenstanders

De groep bestaat uit voorstanders van de vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM) en de vrijheid van godsdienst (art. 9 EVRM). Zij zijn bezorgd als het gaat om de reikwijdte van blasfemiewetten en de gevolgen die ze hebben voor andere fundamentele mensenrechten. De voornaamste reden waarom tegenstanders tegen blasfemiewetten zijn, is het feit dat het doel van mensenrechten is de rechten van het individu te beschermen en niet van godsdiensten of Goden.238 Politieke en culturele meningen genieten in het algemeen geen bescherming; dus waarom dient geloof dit soort bescherming te genieten?

Sommigen zijn van mening dat de enige manier om een dialoog te hebben over het bestrijden van religieuze intolerantie is door een open discussie te voeren.239 Dit betekent dat alle deelnemers open moeten staan voor kritiek op hun geloof. Blasfemiewetten maken het moeilijk een eerlijke discussie te voeren, omdat de vragenpartij vaak van discriminatie wordt beschuldigd.

Daarnaast vormt het ontbreken van een definitie van blasfemie een uitnodiging voor misbruik. Vaak leggen blasfemiewetten de nadruk op het beschermen van gelovigen van een bepaalde godsdienst terwijl andere gelovigen minder of geen bescherming krijgen. Blasfemiewetten kunnen gebruikt worden om individuen te straffen een bepaald geloof te bekritiseren. Ook kunnen ze middelen vormen om de godsdienstvrijheid van gelovigen te beperken. Dit gebeurt in landen zoals Pakistan en Saoedi-Arabië.

234 Supreme Court (Verenigde Staten) 3 March 1919, Schenck v. United States [1917] 249 U.S. 47.

235 Supreme Court (Verenigde Staten) 3 March 1919, Schenck v. United States [1917] 249 U.S. 47: “The most stringent

protection of free speech would not protect a man in falsely shouting fire in a theatre and causing a panic. [...] The question in every case is whether the words used are used in such circumstances and are of such a nature as to create a clear and present danger that they will bring about the substantive evils that Congress has a right to prevent.”

236 L. Bennett Graham, 'Defamation of Religions: The End of Pluralism?', Emory International Law Review, Volume 23, 2009. 237 Human Rights Council Res. 16/18, Rep. of the Human Rights Council, 16th Sess., U.N. GAOR, 65th Sess.,

A/HRC/RES/16/18 para. 5(f) ( 2011).

238 R. J. Dobras, 'Is the United Nations Endorsing Human Rights Violations? An Analysis of the United Nations’ Combating

Defamation of Religions Resolutions and Pakistan’s Blasphemy Laws', Ga. J. Int’l & Comp. L., Volume 37, 2009, p. 367.