• No results found

Voorlopige conclusie na analyse van Een Delfshavensche kwajongen (1879)

3. Analyse van Een Delfshavensche kwajongen (1879)

3.6 Voorlopige conclusie na analyse van Een Delfshavensche kwajongen (1879)

In dit hoofdstuk stond het historische jeugdboek Een Delfshavensche kwajongen centraal over het leven van Piet Heyn. Ik heb onderzocht hoe Louwerse in dit boek de held vormgeeft en hoe hij de held Pieter Heyn aantrekkelijk maakt voor de jeugd.

De lezer kan zich met Pieter identificeren, omdat het verhaal begint met gebeurtenissen uit de jeugd van Pieter. De held is dan 14 jaar oud en zal ongeveer de leeftijd hebben van de lezer voor wie dit boek bedoeld is. Het boek bestaat voor de helft uit een beschrijving van zijn jeugd en voor de helft uit een beschrijving van zijn volwassen leven, zodat de lezer eerst met de held als kind kan kennismaken en

29

zich met de held kan identificeren, omdat de held ongeveer dezelfde leeftijd heeft. De overgang van Pieters jeugd naar volwassen leven voert de verteller geleidelijk door. Zo maakt Louwerse Piet Heyn toegankelijk voor de jeugd. De bewerkingsstrategie van eerst de jeugd en daarna pas het volwassen leven van de held omschrijven onderscheidt Dasberg (1981) ook. Zij noemt niet dat het specifiek om twee ongeveer gelijke helften gaat. Wellicht heeft zij hierin geen patroon gevonden bij het bestuderen van een groot corpus aan historische jeugdboeken.

De verteller geeft uitgebreide beschrijvingen van het karakter en uiterlijk van de held waardoor de lezer een duidelijk beeld krijgt van wie de held is en hoe hij eruit ziet. De held beschrijft hij grotendeels positief en hij benoemt nastrevenswaardige eigenschappen. Toch benoemt hij ook twee negatieve eigenschappen, namelijk ondeugendheid en wraakzucht. Ondeugendheid zorgt voor herkenbaarheid voor de jeugd. Daarnaast is de verteller dicht bij de realiteit gebleven door ook de wraakzucht van de held te beschrijven. Het gaat weliswaar om een afschuwelijk situatie en de verteller keurt dit ook duidelijk af. Hiermee geeft de held ook een voorbeeld aan de lezer van hoe de lezer zich juist niet zou moeten gedragen. Het patroon dat Hourihan (1997) voor innerlijke eigenschappen en uiterlijke kenmerken vond was dat de verteller vrijwel alleen positieve eigenschappen en kenmerken van de held benoemt. In het geval van Piet Heyn hebben de twee negatieve eigenschappen een duidelijke functie: vergroten van de mogelijkheid om zich te kunnen identificeren met de held en een afschrikbeeld vormen van hoe je je niet moet gedragen.

De verhaalhandeling komt wat betreft de reizen sterk overeen met het patroon dat Hourihan (1997) schetst van de verhaalhandeling van een heldenverhaal. In Een Delfshavensche Kwajongen beschrijft Louwerse naast de reis en de heldendaden die hierbij centraal staan ook het huiselijke leven. Het aspect huiselijkheid is niet bij Hourihan (1997) terug te vinden, maar wel bij Kloek en Mijnhardt (2001), die beschrijven hoe een combinatie van huiselijkheid en heldenmoed kenmerkend is voor teksten uit de 19e eeuw over helden. Aan de ene kant is de huiselijke situatie herkenbaar voor de jeugd en aan de

andere kant zorgt de heldhaftige situatie op zee voor spanning. Beide aspecten zijn dus aantrekkelijk voor de lezer.

Wat betreft relaties zijn vrienden en familie erg belangrijk voor Pieter. Zijn moeder en vrouw komen veel terug in het verhaal en zijn vader dient als inspiratiebron. Door steeds naar zijn moeder te verwijzen komt ook steeds het huiselijke aspect terug. Zijn vrienden gaan met hem mee op avontuur op zee en er zijn (na elkaar) twee mannen die hem ondersteunen. Hourihan (1997) bevestigt het belang van vrienden en moeders in heldenverhalen. De vrouw van Pieter past niet in het beeld dat Hourihan (1997) schetst, want volgens haar laat de held zich in de meeste heldenverhalen niet in met vrouwen. Kloek en Mijnhardt (2001) beweren wel dat het gezin belangrijk is in 19e-eeuwse heldenverhalen. In

het geval van Pieter Heyn gaat het alleen om zijn vrouw, omdat hij geen kinderen heeft gekregen. Technieken om de spanning te verhogen, zoals Parlevliet (2009) die onderscheidt, past Louwerse veelvuldig toe in het verhaal. Hieronder vallen vooruitwijzingen, cliffhangers, dreigend onheil, informatiedosering (de lezer weet meer dan de personages), korte zinnen, uitroepen en veel streepjes en puntjes. Hiermee verhoogt Louwerse de levendigheid van het verhaal en maakt hij het verhaal aantrekkelijker voor kinderen om te lezen. Het verhaal bevat vooruitwijzingen naar de succesvolle toekomst van de held, de afloop van een reis, het wraak nemen op de Spaanse beul en naderende stormen. Het wraak nemen op de Spaanse beul bevat ook een cliffhanger, namelijk dat het hoofdstuk eindigt met de naderende galeischepen. De lezer al weet dat ze wraak gaan nemen door de eerdere vooruitwijzingen. In het verhaal komen meerdere fragmenten voor waarin de lezer meer weet dan de persoon die focaliseert. Tijdens de onweersbui in het begin van het boek komt dit meerdere keren voor en dit verhoogt de spanning nog extra in de al spannende situatie. De verteller benadrukt ook dat een onweersbui destijds erg gevaarlijk was. Ook in het fragment waarin de wraak op de Spaanse beul aan bod komt, verhoogt de verteller de spanning door de personages aan te spreken in de hoop dat ze luisteren en hij de vreselijke daad kan voorkomen. Omdat Louwerse verschillende technieken toepast

30

in dit fragment en hij vaak van focalisatie wisselt tijdens de onweersbui zijn dit de twee spannendste gebeurtenissen in het verhaal. Niet toevallig zijn deze twee gebeurtenissen ook bepalend voor het beeld dat de lezer van de held krijgt. Door de wraak krijgt de lezer een negatief beeld van de held en door de onweersbui juist een positief beeld.

Met deze analyseresultaten kan ik de onderzoeksvraag beantwoorden voor Een Delfshavensche

Kwajongen. De vraag is hoe Louwerse de held, Pieter Heyn, heeft vormgegeven en aantrekkelijk heeft

gemaakt voor de jeugd. Louwerse beschrijft Pieter Heyn met positieve eigenschappen en uiterlijke kenmerken en benoemt ook twee negatieve eigenschappen. Ondeugendheid als kind brengt voor de lezer veel herkenbare en vermakelijke situaties met zich mee en hierdoor kan de lezer zich beter met de held identificeren. Door Pieters wraakzucht te beschrijven geeft Louwerse een afschrikbeeld van hoe de lezer zich niet zou moeten gedragen. Het is niet gebruikelijk voor een heldenverhaal dat een schrijver negatieve aspecten van een held beschrijft en al helemaal niet dat hij dit zo gedetailleerd doet. Louwerse beschrijft de held in al zijn glorie op zee en als man die gezellig met zijn moeder en vrouw op de bank zit te kletsen. Daarnaast heeft Pieter een vriend, Marten, die hem helpt en bijstaat. Louwerse heeft de spanningstechnieken vooral toegepast rondom twee belangrijke gebeurtenissen waarin enerzijds de positieve kant van de held uitvergroot wordt en hij anderzijds de minder positieve kant beschrijft. De lezer krijgt in dit boek een compleet beeld van de held doordat Louwerse zowel zijn positieve als negatieve eigenschappen belicht. Daarbij zijn Pieters positieve eigenschappen bedoeld om als lezer zelf na te streven.

31