• No results found

Voorlopige conclusie na analyse van Mannen van Sta-Vast (1874)

6. Analyse van Mannen van Sta-Vast (1874)

6.6 Voorlopige conclusie na analyse van Mannen van Sta-Vast (1874)

Dit hoofdstuk bevat het onderzoek naar Mannen van Sta-Vast. Hierbij heb ik onderzocht hoe Pieter Louwerse de held Jan Pietersz. Coen heeft vormgegeven en hoe hij deze held aantrekkelijk heeft gemaakt voor de jeugd. Hoewel Coen de held is die in dit boek centraal staat, is de hoofdpersoon een onbekend kind van 15 jaar uit de omgeving van de held, namelijk Gerrit Bras, zoon van de kapitein. Ook krijgt de lezer aan het begin van het verhaal al een korte samenvatting van Dirk over de jeugd van Coen. Louwerse heeft dus twee bewerkingstechnieken toegepast, namelijk eerst de jeugd van de held beschrijven en daarna pas zijn volwassen leven, hoewel de informatie over zijn jeugd heel beperkt

86

blijft, en een onbekend kind uit de omgeving van de volwassen held als hoofdpersoon nemen, zodat de lezer zich met dit kind kan identificeren en via dit kind kennis kan maken met de held. Deze twee bewerkingstechnieken noemt Dasberg (1981) ook. De held treedt pas in de tweede helft van het boek, vanaf hoofdstuk 12, op als personage, dus eerst maakt de lezer uitgebreid kennis met Gerrit. De held is dus enerzijds aantrekkelijk gemaakt door zijn jeugd kort te omschrijven en anderzijds doordat de lezer de held, die al volwassen is, via een leeftijdsgenootje ontmoet.

Louwerse heeft Coen vormgegeven door voor de lezer zijn innerlijke eigenschappen en uiterlijke kenmerken te benoemen. Aan Coen heeft hij verschillende positieve eigenschappen toegeschreven, die of overeenkomen met Hourihan (1997) of met Dasberg (1981). Opvallend is dat Louwerse Coen en zijn mannen als niet wreed bestempelt en twee voorbeelden geeft van situaties waarin ze niet wreed zijn, terwijl hij net beschreven heeft hoe ze Jakarta innemen en ze daarbij wapens gebruikten. Hij noemt ze niet wreed, maar hij beschrijft ze eerder daarvoor wel als wreed. Wat betreft uiterlijk is Coen te herkennen aan de voorwerpen die hij bij zich draagt, zijn ogen en zijn houding en straalt hij bepaalde innerlijke eigenschappen uit. Wat betreft uiterlijk past hij niet in het plaatje van Hourihan (1997). De verhaalhandeling bestaat voornamelijk uit één zeereis met aan het eind een paar korte fragmenten over de toekomst. De belangrijkste gebeurtenis tijdens de reis is de verovering van Jakarta. De verhaalhandeling komt haast precies overeen met de verhaalhandeling die Hourihan (1997) voor heldenverhalen omschrijft. Het enige in het verhaal ontbreekt is de terugkeer, de ontvangst in het vaderland en de beloning. In het verhaal is er sprake van een combinatie van heldenmoed en huiselijkheid, zoals Kloek en Mijnhardt (2001) omschrijft als typerend voor 19e-eeuwse

heldenverhalen. Tijdens een van deze fragmenten geeft de alwetende verteller weer wat de jongens denken als ze denken aan thuis. Daarnaast vergelijken personages en de verteller verschillende situaties op reis met situaties thuis. Hierdoor is het verhaal aantrekkelijk en herkenbaar voor de jeugd. Heldenmoed komt vooral voor bij gewone mannen, zoals Gerrit en zijn vrienden en een man zonder achternaam en zonder vuurwapens. Louwerse koppelt hier de wijsheid aan dat elke Hollandse jongen moed heeft wanneer het echt nodig is.

Wat betreft relaties heeft Louwerse Coen niet uitgebreid vormgegeven. Over zijn ouders en vrienden komt de lezer niets te weten en zijn gezin benoemt de verteller slechts een keer als hij de ziektesituatie van Coen beschrijft. Volgens Hourihan (1997) zijn moeders en vrienden juist wel belangrijk voor de held en volgens Kloek en Mijnhardt (2001) is het gezin van de held juist belangrijk in 19e-eeuwse heldenverhalen, maar in dit boek heeft Louwerse hier voor Coen weinig informatie over

gegeven.

Wel heeft Louwerse de relaties van de hoofdpersoon Gerrit uitgebreid vormgegeven inclusief de hoofdpersoon zelf. Gerrit heeft geen moeder, maar zijn vader speelt een grote rol in het verhaal. Nicolaes en Maerten spreken met tranen in hun ogen over hun moeder, dus voor hen is hun moeder erg belangrijk. Toch blijven de verwijzingen naar moeders beperkt in het verhaal. Hourihan (1997) noemt niet dat vaders ook belangrijk kunnen zijn in een heldenverhaal. Gerrits vrienden zijn erg belangrijk voor hem en zij zorgen voor veel herkenbare situaties voor de lezer. Gerrit zelf heeft Louwerse aantrekkelijk gemaakt doordat hij herkenbaar is voor de lezer: hij is van dezelfde leeftijd, alles is nog nieuw voor hem, hij is erg enthousiast, hij heeft een hechte band met zijn vader en hij maakt de spannendste dingen mee. Maerten is zijn meester die hem altijd bijstaat en vergezelt in spannende situaties. Volgens Hourihan (1997) is het gebruikelijk dat een held omringd is door vrienden en een wijze man. In het geval van Gerrit gedraagt hij zich ook dapper en heldhaftig en gaan de kenmerken van Hourihan zeker op voor hem.

Louwerse gebruikt veel vooruitwijzingen om de spanning in het verhaal te verhogen. De vooruit- wijzingen kunnen afkomstig zijn van de personages zelf of van de verteller. De vooruitwijzingen hebben betrekking op naderend onheil of de personages in de verre toekomst. Vooral wanneer er onheil nadert en de verteller of de personages hiernaar vooruitwijzen verhoogt de spanning in het verhaal.

87

De lezer zal willen doorlezen om te weten wat er gaat gebeuren en hoe het precies zal gaan. Daarnaast gebruikt Louwerse bij 4 van de 22 hoofdstukken een cliffhanger. Twee van deze hoofdstukken eindigt hij met een vraag, waardoor de lezer extra nieuwsgierig zal zijn naar het volgende hoofdstuk. Ook doseert Louwerse de informatie op een manier waardoor de lezer meer, minder of even weinig weet dan het personage. Dit is een veelgebruikte techniek om de spanning in het verhaal te verhogen. Wanneer de lezer even weinig weet als het personage is dat omdat het personage een geluid hoort of iemand hoort spreken en zowel het personage als de lezer niet weten wat of wie het is of als het personage niet weet wat er aan de hand is en de lezer daar ook nog geen informatie van de verteller over heeft gekregen. Louwerse heeft in twee fragmenten de techniek toegepast waardoor de lezer meer informatie heeft dan het personage. Vooral belangrijke informatie voor Coen die de lezer al wel heeft maar Coen zelf nog niet zorgt voor een oplopende spanningsboog. Ten slotte gebeurt het ook nog zo dat de lezer minder weet dan de personages en hierdoor de lezer nieuwsgierig wordt. Een andere methode om spanning te verhogen is nog het gebruik van korte zinnen, uitroepen, streepjes en puntjes. Louwerse gebruikt dit erg vaak, maar het heeft niet altijd het een spanning- verhogend effect. Korte zinnen en uitroepen hebben dit effect bijvoorbeeld wel in het verhaal van de Vliegende Hollander en in het fragment waarin Gerrit en Lammert aan thuis denken. Louwerse heeft hierbij ook gebruik gemaakt van streepjes en puntjes, maar alleen de puntjes verhogen direct de spanning. Louwerse gebruikt door het hele verhaal heen streepjes, maar geen enkele keer verhoogt het ook de spanning. Puntjes aan het einde van zinnen dragen wel bij aan de spanning wanneer personages elkaar niet uit laten spreken (de lezer wil weten waarom het personage plots stopt met spreken) en wanneer de verteller pauzes laat vallen. Ook gebruikt Louwerse puntjes wanneer personages emotioneel zijn en moeilijk kunnen praten, bijna stotteren om de dramatiek in het verhaal te verhogen.

Met de resultaten van de analyse van Mannen van Sta-Vast kan ik nu de vraag beantwoorden hoe Louwerse Jan Pieterszoon Coen heeft vormgegeven en aantrekkelijk heeft gemaakt voor de jeugd. De hoofdpersoon van het verhaal is Gerrit. Hij heeft erg veel bewondering voor Coen en maakt veel spannende dingen mee. Door een onbekend personage van 15 jaar als hoofdpersoon te nemen heeft Louwerse een personage gecreëerd met wie de lezer zich kan identificeren. Via Gerrit leert de lezer de held Coen kennen. Gerrit heeft Louwerse uitgebreid vormgegeven met een vader, vrienden en meester Maerten. Dit zorgt voor herkenbare en vermakelijke situaties. Louwerse geeft Coen vorm door verschillende positieve eigenschappen aan hem toe te schrijven, maar over zijn relaties komt de lezer nauwelijks iets de weten. De hoofdpersoon met zijn avonturen domineert het verhaal. De boodschap van dit verhaal is ook dat een gewone man, een gewone jongen het in zich heeft om een held te zijn wanneer dat nodig is.

88