• No results found

Voorbereidende Activiteiten

Subproces: Vervolg

1. Balie / Secretaresse

4.2 Voorbereidende Activiteiten

4.2.1 Voorbereiden dag

Voordat de dag aanvangt worden een aantal taken voltooid:

 Opstarten en inloggen computer en EZIS;

 Doorkijken stapel dossiers van de betreffende dag

4.2.2 Doornemen uitslagen

Stap voor stap beschrijving

 Doorlezen nieuwe uitslagen;

 Eventueel zelf analyse maken indien dit niet is gebeurd door betreffende specialisme;

 Notitie maken voor secretariaat om patiënt op de hoogte te brengen dat uitslag binnen is; óf

 Patiënt is al op de hoogte van uitslag doordat deze rechtstreeks gebeld is door andere specialisatie waarna patiënt zelf contact opneemt met de polikliniek;

 Uitslag in dossier stoppen.

4.2.3 Corrigeren en Tekenen Uitgetypte Dictaten

Stap voor stap beschrijving

 Haal uitgetypte brieven uit het postvakje;

 Doorlezen brieven;

 Patiëntgegevens in EZIS en dossier bekijken (inclusief uitslagen);

 (Eventueel) Correcties maken;

 Brief Tekenen;

 (Eventueel) DBC afhandelen / aanpassen;

Rijksuniversiteit Groningen 54

4.3 Spreekuur

Neurologie kent verschillende spreekuren. De spreekuren CTS, geheugen en rug worden apart gehouden i.v.m. efficiëntievoordelen. De overige zorgvragen worden gehouden in gecombineerde spreekuren, waarin zowel controlepatiënten als nieuwe patiënten gezien worden. Een controlespreekuur is een spreekuur waarin de arts voornamelijk patiënten ziet die in het verleden zijn behandeld en die terug komen ter controle.

In deze paragraaf worden de handelingen van de specialisten tijdens het spreekuur beschreven, waarbij onderscheid wordt gemaakt in vijf verschillende subprocessen.

N.B.: In geval van een telefonisch consult vervallen subprocessen 4.2.1 en 4.2.3.

4.3.1 Voorbereiden Spreekuur

Stap voor stap Beschrijving

 De specialist kijkt in EZIS of de patiënt aanwezig is;

 De specialist haalt het dossier op van de balie secretariaat en leest deze door;

 Eventueel worden brieven / uitslagen die in EZIS staan bekeken;

 De patiënt wordt opgeroepen vanuit de wachtkamer;

N.B.: Sommige specialisten lezen dossiers begin van de dag door. Bij het ophalen van het dossier, nemen ze dan gelijk de patiënt mee.

4.3.2 Consult

Stap voor stap Beschrijving

 Bij een controlepatiënt wordt gevraagd hoe het gaat t.o.v. het vorige bezoek;

 Bij een nieuwe patiënt worden vragen gesteld, zoals: o Relevante voorgeschiedenis

o Anamnese (inclusief sociale anamnese, familieanamnese etc.) o Alcoholgebruik en rookgedrag;

o Huidig medicatiegebruik;

 In enkele gevallen worden simpele (lichamelijke) onderzoeken in de spreekkamer zelf uitgevoerd;

 Alle relevante kennis wordt op het decursusformulier gezet;

 Nadat de patiënt (eventueel) terugkomt van het lichamelijk onderzoek worden de relevante feiten en de conclusie medegedeeld aan de patiënt.

4.3.3 Lichamelijk Onderzoek

Stap voor stap Beschrijving

 Indien nodig gaat de specialist met de patiënt naar de onderzoeksruimte om lichamelijk onderzoek te doen;

 In sommige gevallen loopt de specialist terug naar de spreekkamer om het dictaat gedeeltelijk in te spreken, terwijl de patiënt zich uitkleedt.

4.3.4 Inspreken Dictaat

Stap voor stap Beschrijving

 Indien nodig gaat de specialist met de patiënt naar de onderzoeksruimte om lichamelijk onderzoek te doen;

 In sommige gevallen loopt de specialist terug naar de spreekkamer om het dictaat gedeeltelijk in te spreken, terwijl de patiënt zich uitkleedt.

 Het tweede deel van het dictaat of het volledige dictaat wordt ingesproken nadat de patiënt de spreekkamer heeft verlaten;

N.B.: In enkele gevallen wordt het dictaat pas ingesproken aan het einde van de dag, bijvoorbeeld door drukte.

4.3.5 Afhandeling / Afronden

Stap voor stap Beschrijving

 Indien aanvullend onderzoek nodig is, worden de benodigde formulieren ingevuld;

 Indien medicatie gewenst is of moet worden gewijzigd wordt een nieuw recept uitgeschreven;

N.B.: Indien punten één en twee plaatsvinden gedurende het consult, dan wordt dit gemeten bij subproces 4.2.2.

 De formulieren en recepten worden meegegeven aan de patiënt of worden achtergelaten bij het secretariaat. De patiënt neemt in een aantal gevallen het formulier zelf om direct het onderzoek te ondergaan. In andere gevallen gaat het per interne post naar de betreffende afdeling om op afspraak aanvullend onderzoek te ondergaan;

Rijksuniversiteit Groningen 55

 DBC afhandelen (sluiten of vervolg)

 Het dossier gaat op de linkerhoek van het bureau op de stapel met overige dossiers van het spreekuur (dit verschilt per specialist).

4.3.6 Uitgebreide Beschrijving van enkele zaken

Beleid voorstellen

Op basis van de klachten, de bevindingen van het lichamelijk onderzoek en de uitslagen, bepaalt de arts welke stappen er moeten worden genomen.

De stappen die genomen worden kunnen variëren. Mogelijkheden zijn het geven van een advies, het voorschrijven van medicatie, een operatieve ingreep, een consult bij een ander specialisme of een nader onderzoek.

Bevindingen in decursus noteren

In het decursusformulier schrijft de behandelaar de anamnese, zijn/haar bevindingen naar aanleiding van onderzoeksuitslagen, zijn/haar beleid en de handelingen die hij/zij op het spreekuur heeft uitgevoerd.

Het maken van notities in de decursus kan op elk moment tijdens het consult plaatsvinden. Vaak wordt na elke stap (vragen stellen, lichamelijk onderzoek, vaststellen beleid) een notitie gemaakt. De informatie in het decursus kan erg beknopt zijn. Wanneer een patiënt op een controlespreekuur meldt dat er geen bijzonderheden zijn kan worden volstaan met een korte notitie “patiënt ontslagen” of “uitbehandeld”.

Verrichtingenregistratie

De specialist vult de verrichtingen in die tijdens het consult zijn gedaan in EZIS. Deze worden gekoppeld aan een DBC. Wanneer er nog geen DBC is wordt een nieuwe DBC geopend.

Correspondentie

Wanneer nodig verzorgt de specialist de correspondentie naar aanleiding van het consult. Dit kan gebeuren door een brief te dicteren of door een notitie op het dossier te maken waarin de secretaresse wordt geïnstrueerd een standaardbrief te versturen.

Dictaat

Bij het inspreken van het dictaat wordt een standaard volgorde aangehouden die per specialist licht kunnen verschillen. Bij het inspreken van het dictaat gebruikt de specialist de gegevens zoals deze reeds bekend zijn. De invoer bestaat uit gegevens uit het papieren dossier, uitslagen en andere documentatie in EZIS en alle informatie zoals deze verkregen is tijdens het consult.

Dossier opruimen

Het dossier wordt teruggehangen in het (mobiele) spreekuurrek. Aan het eind van het spreekuur worden deze dossiers met het bandje samengebonden met een elastiekje en aan het spreekuurrek gehangen. De specialist rijdt dit spreekuurrek naar het secretariaat.

Bijzonderheden

Bijzonderheden hoofdpijnpoli

Patiënten die worden doorverwezen naar de hoofdpijnpoli gaa naar het Medisch Centrum Wilhelmina (MCW). Deze poli hanteert een eigen agenda die ook beheert kan worden door Neurologie. De hoofdpijnpoli is uitgebreid behandeld als aparte poli.

Bijzonderheden CTS

CTS heeft een eigen spreekuur om efficiëntievoordelen te behalen. Vaak is in dit spreekuur sprake van dezelfde klachten, waardoor dit sneller kan worden afgehandeld als één specialist enkel dit spreekuur doet. Periodiek rouleren de specialisten dit spreekuur. De neurochirurg behandelt CTS-patiënten.

Bijzonderheden Algemeen

De coassistent behandelt nieuwe patiënten. Elke week begeleidt een andere specialist dit proces, waarbij deze specialist zelf alleen controlepatiënten ziet. Nadat de coassistent vragen heeft gesteld aan de patiënt en eventueel onderzoek heeft verricht, wordt dit besproken met de begeleidende specialist. De specialist zal zelf vervolgens

Rijksuniversiteit Groningen 56 nog wat aanvullende vragen stellen aan de patiënt en de patiënt nogmaals onderzoeken, waarna de specialist, samen met de patiënt en coassistent, tot een conclusie komen.

In geval van drukte wordt het dictaat soms pas aan het eind van de dag ingesproken. De voorkeur van specialisten gaat uit naar het direct inspreken van het dictaat, omdat het moeilijk is om alles te onthouden wat er is besproken tijdens een consult.

Hetzelfde geldt tevens voor het afhandelen van de DBCs. Indien dit door drukte achteraf gedaan moet worden, wordt dit vaak vergeten, waarna de secretaresse het dossier weer terugsturen naar de specialist met de notitie „DBC Check – Vervolg of Afsluiten‟.

Voor sommige patiënten is het echt een sociale aangelegenheid en dit kost extra tijd voor de specialist. Verschillende Zorgvragen

Neurologie richt zich op ziekten met betrekking op de hersenen, ruggenmerg en zenuwen. Een globaal overzicht van de zorgvragen binnen neurologie:

 Epilepsie  Parkinson  Dementie  Beroerte  Hersenbloeding\  Herseninfarct  Beknelling zenuwen  CIAP  MS  Dubbelzien  CTS  Hernia  Spierdystrofie  Hersentumoren  Hersenvliesontsteking  Coma  Hersenschudding / Hersenkneuzing

4.4 Overig & Niet-Werkgerelateerd

Andere zaken behoren niet tot één specifiek werkproces, maar kunnen beschouwd worden als enkele losse taken die wel moeten worden volbracht uit het oogpunt van de functie:

 Naar secretariaat t.b.v. vragen;

 Formeel overleg;

 Opruimen werkplek en sorteren van gegevens;

 Eigen indeling / planning maken;

 Uren invoeren;

 Taken n.a.v. verzoek collega;

 Afhandelen openstaande DBC‟s.

Een aantal zaken kan niet worden geschaard onder het uitvoeren van de functie. Hieronder valt:

 Persoonlijke verzorging & Toiletbezoek;

 Informele communicatie met collega‟s;

Rijksuniversiteit Groningen 57 Bijlage A (Als onderdeel van Bijlage 2 in deze scriptie)

AfspraakCode Omschrijving Duur Consulttype

BGCP CP Bollen Geheugenpoli 15 H

BGNP NP Bollen Geheugenpoli 30 E

CA Controle patiënt Anholt 15 H

CB Controle botox 15 H

CBR Keuring CBR 30 K

CM Controle patiënt Mariëncamp 15 H

CNP Combinatie nieuwe patiënt 20 E

CP Controle patiënt 15 H

GCP CP Geheugenpoli 30 H

GNP NP Geheugenpoli 60 *

GTC TC Geheugenpoli 5 *

NA Nieuwe patiënt Anholt 30 E

NC Neurochirurg controle 20 H

NM Nieuwe patiënt Mariëncamp 30 E

NN Nieuw neurochirurg 20 E

NO Nieuw ouderenpoli 30 E

NP Nieuwe patiënt 30 E

NRS Nieuw radiculair syndroom 30 E

NV Nieuwe patiënt valpoli 30 E

NV Nieuwe patient valpoli 30 E

NV Nieuwe patiënt valpoli 30 E

RGCP Controle patiënt van 't Riet 15 H

RGNP Nieuwe patiënt van 't Riet 45 E

SP Spoed patiënt 30 E

TC Telefonisch consult 10 T

TIA TIA service 30 E

VCP Verpleegkundige controle patiënt 60 H

Rijksuniversiteit Groningen 58 Bijlage 3a – Impressie layout vragenlijst (Ronde 1)

Rijksuniversiteit Groningen 59 Bijlage 3b – Impressie layout vragenlijst (Ronde 2)

Rijksuniversiteit Groningen 60 Bijlage 4 – Beoordelingen Ronde 2

2 5 6 7 9 10 12 14 15 21 22 24

Leuk Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Neuroloog 1 4 4 4 - 4 5 4 3 -

-Neuroloog 2 - 4 1 3 4 4 4 3 3 3

AVG 4 4 2,5 3 4 4,5 4 3 3 3

SD #DEEL/0! 0 2,12132 #DEEL/0! 0 0,707107 0 0 #DEEL/0! #DEEL/0!

Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Poli 1 2 1 5 4 5 5 1 3 3 4 Poli 2 5 4 4 5 5 5 - 4 3 5 Poli 3 - 2 3 3 3 3 2 2 2 3 AVG 3,5 2,333333 4 4 4,333333 4,333333 1,5 3 2,666667 4 SD 2,12132 1,527525 1 1 1,154701 1,154701 0,707107 1 0,57735 1 Tot. AVG 4 3,75 2,333333 4 3,4 4 4,2 3 3,4 2,8 3 3,75

Tot. SD #DEEL/0! 1,258306 1,527525 1 1,516575 1,154701 0,83666 1,825742 0,894427 0,447214 #DEEL/0! 0,95742711

Nuttig Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Neuroloog 1 4 3 5 5 5 5 5 4 2 2

Neuroloog 2 - 4 1 3 4 4 4 3 3 3

AVG 4 3,5 3 4 4,5 4,5 4,5 3,5 2,5 2,5

SD #DEEL/0! 0,707107 2,828427 1,414214 0,707107 0,707107 0,707107 0,707107 0,7071068 0,70710678

Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Poli 1 2 1 5 5 5 5 1 3 3 4 Poli 2 3 4 4 5 5 5 - 4 2 5 Poli 3 - 2 4 3 2 2 2 2 2 3 AVG 2,5 2,333333 4,333333 4,333333 4 4 1,5 3 2,333333 4 SD 0,707107 1,527525 0,57735 1,154701 1,732051 1,732051 0,707107 1 0,57735 1 Tot. AVG 4 3 2,333333 4,333333 3,8 4 4,2 3 3,6 2,8 2,5 3,4 Tot. SD #DEEL/0! 0,816497 1,527525 0,57735 1,788854 1,414214 1,30384 1,825742 1,140175 0,83666 0,7071068 1,14017543

Bereidwillig Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Neuroloog 1 4 3 - 5 4 4 4 3 2

-Neuroloog 2 - 4 1 3 4 4 4 3 3 3

AVG 4 3,5 1 4 4 4 4 3 2,5 3

SD #DEEL/0! 0,707107 #DEEL/0! 1,414214 0 0 0 0 0,7071068 #DEEL/0!

Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling 6 Stelling 7 Stelling 8 Stelling 9 Stelling 10

Poli 1 2 1 5 5 5 5 1 3 3 4 Poli 2 4 4 4 5 5 5 - 4 2 5 Poli 3 - 3 3 3 2 2 2 2 3 3 AVG 3 2,666667 4 4,333333 4 4 1,5 3 2,666667 4 SD 1,414214 1,527525 1 1,154701 1,732051 1,732051 0,707107 1 0,57735 1 Tot. AVG 4 3,25 2,666667 4 3,5 4 4 2,75 3,4 2,8 2,5 3,75 Tot. SD #DEEL/0! 0,957427 1,527525 1 1,914854 1,414214 1,224745 1,5 0,894427 0,447214 0,7071068 0,95742711