• No results found

Voorbeeld van vergisting in

In document Kennisbundeling covergisting (pagina 100-104)

samenwerkingsverband

_____________________________________

In deze bijlage beschrijven we een praktijkvvoorbeeeld hoe in samenwerkingsverband mestver- gisting wordt opgepakt. Het betreft het initiatief ‘Clean Minerals’ in Esbeek.

Clean Minerals BV is oorspronkelijk een initiatief van 19 veehouders uit de regio Hilvarenbeek met het oorspronkelijke doel een complete mestverwerking. Om deze plannen te realiseren is door de initiatiefnemers een perceel op het in ontwikkeling zijnde industrie terrein in Esbeek aangeschaft waarop vergunningen zijn aangevraagd voor de vergisting en verdere verwerking van drijfmest en co-substraten.

Door diverse ontwikkelingen is na het verkrijgen van de vergunningen besloten om samen te werken met de energiemaatschappij NRE energie b.v. (NRE). Daarbij is besloten om het initiatief te splitsen: NRE heeft de b.v. Clean Minerals overgenomen en de veehouders participeren via Farm Energy b.v.. In onderstaande figuur geven we de bedrijfsopzet weer en daaronder leggen we de rol van deze twee partijen toe.

Figuur B3.2 Schematische weergave bedrijfsopzet Clean Minerals project

WKK

NRE

Farm energy

MEST

biomassa

Vergister

Vergister

Na opslag

Farm Energy

Activiteiten:

• aanleveren mest en covergisting producten, • afvoeren van het digestaat

• zoeken naar een optimale productenmix van mest en covergisting producten tbv een zo hoog mogelijke gasopbrengst = elektriciteitsopbrengst

Rechten:

• het op een later tijdstip eventueel (laten) realiseren van een mest scheidingsinstallatie op het terrein van NRE INSTALLATIE BV tegen nader overeen te komen voorwaarden en condities • Vergoedingen voor transport, mineralenadministratie en het uitvoeren van analyses van de

aangeleverde (co-)vergistingmaterialen

• Delen in de extra winst door aanlevering van biomassa (mest en co-substraten) met meer gasopbrengst

Plichten:

• Levering van 36.000 ton mest en covergisting producten per jaar met een minimale energe- tische inhoud. Ter voorkoming van de levering van biomassa (mest en co-substraten) met een mindere energetische opbrengst is een boeteclausule opgenomen.

NRE

Activiteiten:

• opwekken en verkoop van elektriciteit en warmte uit biomassa (mest en co-substraten) Activa:

• industriegrond

• Mestvergisting installatie Rechten

• beslissingbevoegd om verzoeken vanuit Farm Energy om af te wijken van de overeengeko- men levering van biomassa, met als doel een verbetering van de hoeveelheid biogas, goed of af te keuren.

In verband met juridische zaken is besloten om een contract te ontwikkelen waardoor de biomas- sa immer in eigendom van Farm Energy blijft. Na een bepaalde tijd komt het digestaat weer be- schikbaar voor Farm Energy om zelf te gebruiken als mest of om af te zetten. NRE betaalt hier- voor aan Farm Energy een vergoeding voor transport, analyses en mineralenadministratie.

Met deze opzet acht men het oorspronkelijke doel van het initiatief – een duurzame oplossing voor het mestprobleem van betrokkenen en een reductie in de afzetkosten middels afzet buiten de Nederlandse landbouw – haalbaar.

De inkomsten van de installatie bestaan uit de levering van elektriciteit die middels de WKK wordt opgewekt uit het biogas. Voor een maximale productie is het zaak dat er binnen de grenzen van de installatie zoveel mogelijk biogas geproduceerd wordt. De hoeveelheid te verwerken biomassa is beperkt door de vergunning tot 36.000 ton/jaar. Dus kan er alleen meer biogas worden gepro- duceerd indien Farm Energy biomassa aanlevert met een hogere energetische inhoud. Uitgangs- punt hierbij is de overeengekomen levering van biomassa met een door de leverancier van de installatie ingeschatte en contractueel vastlegde hoeveelheid biogas. Ontstaat er door het aanle- veren van betere biomassa meer biogas dan vindt er een verdeling plaats van de extra inkomsten tussen Farm Energy en NRE. Deze situatie geldt ook in het geval van lagere opbrengsten. Bij levering van biomassa van mindere kwaliteit wordt het verschil in inkomsten door de lagere bio- gasproductie verrekend.

Bijlage 4 Stimuleringsmaatregelen

________________

Energie Investeringsaftrek (EIA)

De Energie Investeringsaftrek (EIA) is een regeling ter stimulering van energiebesparing en de inzet van duurzame energie door het Nederlandse bedrijfsleven. Voor de EIA komen die energie- middelen in aanmerking die een doelmatig gebruik van energie bevorderen en voldoen aan be- paalde energieprestatie-eisen. Energieprestatie-eisen kunnen een besparingsnorm per geïnves- teerde euro of een rendementseis zijn. De EIA biedt ondernemer een fiscaal voordeel als geïnvesteerd wordt in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie.

In het jaar van aanschaf mag 44% (EIA 2005) van het investeringsbedrag ten laste worden gebracht van de winst. Aan de hand van onderstaand voorbeeld kan het voordeel geïllustreerd worden.

Om maximaal gebruik te maken van het fiscale voordeel dient een voldoende grote winst ge- maakt te worden. Dit zal niet altijd het geval zijn waardoor een deel van het fiscale voordeel verloren gaat. Een oplossing kan dan zijn dat het fiscale voordeel door derden met een voldoende grote winst benut wordt en vervolgens in een lease constructie aan u doorgegeven wordt.

De energiemiddelen en hun energieprestatie-eisen staan beschreven in de Energielijst die jaarlijks door SenterNovem wordt uitgegeven (SenterNovem 2005).

Regeling willekeurige afschrijving milieu-investering (VAMIL)

Indien een energie middel uit de Milieulijst

(http://www.senternovem.nl/mmfiles/Brochure%202005_tcm24-115911.pdf ) een A code bevat dan mag hiervoor ook de VAMIL worden toegepast. Dankzij de VAMIL-regeling kan men zelf be- palen wanneer investeringskosten van een bedrijfsmiddel worden afgeschreven. Het is zelfs mogelijk om de totale investering al in het jaar van aanschaf volledig af te schrijven. Door sneller af te schrijven drukt men de fiscale winst wat tot een aanzienlijk voordeel kan leiden. Over dat jaar hoeft men dus minder inkomsten- of vennootschapsbelasting te betalen. Uiteraard valt er dan in latere jaren minder af te schrijven. Daarentegen boekt men een liquiditeits- en een rente- voordeel doordat het betalen van belastingen naar de toekomst wordt verschoven.

Milieu Investerings Aftrek (MIA)

MIA staat voor milieu-investeringsaftrek. Dit is een fiscale aftrekregeling voor ondernemers die investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Via MIA zijn 15, 30 of 40% van de investerings- kosten op bepaalde bedrijfsmiddelen aftrekbaar van de fiscale winst. Investeringen van minder dan ! 1.900 komen niet voor MIA in aanmerking. De MIA-regeling heet officieel de Aanwijzings- regeling milieu-investeringsaftrek. Mestvergisting maakt onderdeel uit van de MIA lijst

(http://www.senternovem.nl/mmfiles/2005%20bochure%20compleet_tcm24-112727.pdf ).

In de energielijst onder nummer A 9181 (zie:

http://www.senternovem.nl/mmfiles/Brochure%202005_tcm24-115911.pdf) staan de componen- ten beschreven waarop de betreffende stimuleringsmaatregelen van kracht zijn.

Anaërobe vergistinginstallatie bestemd voor: het anaëroob vergisten van organische reststoffen, en bestaande uit: reactor, (eventueel) menger, (eventueel) dual fuel brander, biogashouder, warmtewisselaar, (eventueel) silo, (eventueel) biogasbehandeling, (eventueel) gasmotor of - turbine, (eventueel) generator, (eventueel) compressor.

Voor de categorie (A) waar de vergistingsinstallatie in valt, geldt 30% MIA plus Vamil.

Fiscaal voordeel algemeen

Het totale voordeel van fiscale voordelen is afhankelijk van het belastingtarief van de investeer- der. In de praktijk kan er zo’n 30% voordeel worden behaald (na belasting), indien de investeer- der voldoende winst maakt. Maakt de investeerder niet voldoende winst, dan kan een lease-optie uitkomst bieden. Het netto voordeel op de investeringskosten is in dit geval naar schatting 20% voor de investeerder. De lease partij neemt de rest van het belastingvoordeel. Verder is groenfi- nanciering mogelijk voor een deel van de investering: dit is een lening tegen een rentetarief dat 0,5 tot 0,75% lager ligt dan de marktrente.

Groen beleggen

Groen Beleggen is een fiscale regeling die voorziet in een lagere rentelast voor investeerders in ‘groene projecten’. Groen beleggen is mogelijk op grond van artikel 5.13 van de Wet Inkomsten- belasting 2001 en bestaat uit twee regelingen: de regeling groenfondsen en de regeling groen- projecten. Eerstgenoemde regelt de aanwijzing van krediet- en beleggingsinstellingen tot groene instellingen en stelt eisen met betrekking tot het functioneren. De meeste Nederlandse banken hebben een groenfonds of een groenbank.

De Regeling groenprojecten maakt in combinatie met de Wet inkomstenbelasting groene financie- ring mogelijk. Daarvoor trekt een groenfonds financiële middelen aan van particuliere beleggers. Normaliter betalen zij 1,2% vermogensrendementsheffing over het gespaarde of belegde bedrag. Deelnemers in groenfondsen zijn tot een gesteld maximum hiervan vrijgesteld. Daarnaast krijgen zij, tot hetzelfde maximum, een heffingskorting van 1,3% van de waarde van het groen belegde bedrag. Ten opzichte van gewoon sparen of beleggen levert dit een fiscaal voordeel op van teza- men 2,5%. Particulieren kunnen daardoor genoegen nemen met een lagere vergoeding van de bank voor hun inbreng. Vanuit het groenfonds verstrekt de bank of instelling vervolgens een lening aan een investeerder in een groenproject. Omdat spaarders en beleggers genoegen nemen met een lagere vergoeding kunnen groenfondsen leningen met een lager rentetarief aanbieden. Het rentetarief hangt af van de gekozen leenvorm, maar uit de praktijk blijkt dat door groen beleggen een 0,5 tot 0,75% lagere rente geboden kan worden.

In document Kennisbundeling covergisting (pagina 100-104)