• No results found

8.1 Inleiding

Centraal in het plangebied, net ten noorden van het voetpad dat ten tijde van het veldwerk van oost naar west door het onderzoeksgebied loopt, is een circulaire greppel aangetroffen met in de cirkel een kruisvormig spoor. Deze structuur is geïnterpreteerd als een molen.

8.2 Sporen en structuren

De circulaire greppel (spoor 13015) is 2 tot 3 m breed en heeft een diameter van circa 22 m. In het noordwesten en zuidoosten bevinden zich tegenover elkaar twee onderbrekingen in de greppel van circa 2,5 m (afb. 8.02). Deze onderbrekingen zijn zowel in het vlak als in de coupes duidelijke intentioneel. De greppel is 40 tot 88 cm diep en bestaat uit verschillende vullingen. Er zijn in totaal zeven vullingen herkend waarvan de bovenste drie grijsbruin of bruingrijs zijn met lichtbruine, oranjebruine en oranjegrijze vlekken. De onderste vullingen zijn grijs, geelbruin of grijsbruin met oranje, oranjebruine of grijze vlekken. Alle vullingen bevatten oxidatievlekken en vulling 2 en 7 zijn zwak humeus.

Afb. 8.01 Sporen van de molen in het vlak.

De ruimte binnen de greppel is 18 m in diameter. Centraal binnen de cirkel bevindt zich een kruisvormig spoor(afb. 8.02). De assen zijn bijna 7,5 m lang en 90 tot 125 m breed. De vulling van de assen is in het middelpunt en aan de uiteinden dieper dan in de rest van het spoor, respectievelijk 30 en 37 tot 42 cm. Er zijn vijf vullingen herkend. De bovenste vulling is lichtbruingrijs van kleur, gevolgd door een donkerbruingrijze; bruingrijs, oranje gevlekte vulling; een bruingrijze, zwartgrijs gevlekte vulling en tenslotte een bruinoranje, grijs gevlekte vulling. Alle vullingen bevatten oxidatievlekken en vulling 3 en 4 zijn zwak tot matig humeus.

Afb. 8.02 Molen uit de volle middeleeuwen, structuur 10. 82.230 82.230 82.240 82.240 82.250 82.250 82.260 82.260 19 2. 51 0 19 2. 51 0 19 2. 52 0 19 2. 52 0 19 2. 53 0 19 2. 53 0 19 2. 54 0 19 2. 54 0 19 2. 55 0 19 2. 55 0 Ruiselede, Bundingstraat Ligging standerdmolen 0 10 m A-14.0123© BAAC bv greppel heuvel funderingssleuf overige sporen

Deze structuur is geïnterpreteerd als molen waarbij het kruisvormige spoor in het midden de houten fundering heeft bevat van een standerdmolen. Het midden en de uiteinde van de kruisvorm zijn waarschijnlijk dieper gefundeerd omdat hier de voet van de balken bevinden die de kast (bovenwerk met wieken) ondersteunen. De greppel eromheen bakent het molenterrein af, waarschijnlijk is de grond uit de greppel gebruikt om het tussenliggende terrein op te hogen en is op die manier een zogenaamde molenberg ontstaan (afb. 8.03).

8.3 Vondstmateriaal uit de volle middeleeuwen

Bij de aanleg en het couperen zijn in de fundering van de molen en de greppel daaromheen vondsten aangetroffen.

Hieronder zal per vondstcategorie het specialistisch onderzoek gepresenteerd worden, bestaande uit aardewerk, natuursteen en metaal.

8.3.1 Aardewerk

A.M.J.H. Huijbers

Uit de sporen van de molenstructuur komt Romeins, grijs gedraaid,

handgevormd vroeggrijs, vroegrood en hoogversierd. Rood gedraaid aardewerk ontbreekt, evenals proto-, bijna- en echt steengoed (tabel 8.01).

Vijf vondstnummers met scherven komen uit vastgestelde lagen van sporen van de molen. Uit de bovenste laag van de fundering van de windmolenplattegrond komen vondstnummers 811, 812, 813, 814 en 821. In vondstnummer 811 zit een wandfragment grijs gedraaid aardewerk, in 812 een wandfragment grijs gedraaid, in 813 4 wandfragmenten grijs gedraaid. In vondstnummer 821 tenslotte zitten zes wandfragmenten grijs gedraaid en een randfragment van een grijs gedraaide kogelpot.

Afb. 8.03 Een 16e eeuwe prent met twee standerd-molens.

Laag Vondstnummer(s) Inhoud Bovenste laag

fundering

811, 812, 813, 814 en 821

1 x rand grijs gedraaid kogelpot en 12 x wand grijs gedraaid

Bovenste laag

greppel 815

1 x rand grijs gedraaid kogelpot late 12de en 13de eeuw, 3 x wand grijs gedraaid, 1 x wand vroegrood

Hele vulling 42, 43, 816

3 x rand grijs gedraaid (waarvan 1 van kogelpot), 7 x wand grijs gedraaid, 1 x bodem grijs gedraaid

2 x wand handgevormd vroeggrijs

1 x rand hoogversierd, 3 x wand hoogversierd, 1 x worstoor hoogversierd, 1x bodem hoogversierd

1 x wand Romeins aardewerk

2 x wand vroegrood, 1 x bodem vroegrood , 1 x additief vroegrood

Uit de bovenste laag van de greppel van de windmolenplattegrond komt vondstnummer 815 met daarin drie wandfragmenten grijs gedraaid, een randfragment grijs gedraaid van een kogelpot uit de late 12e en 13e eeuw en een wandfragment vroegrood.

Drie vondstnummers bevatten scherven uit de hele vulling van sporen van de molen, de vondstnummers 42, 43 en 816. Uit 42 komt een grijs gedraaide rand van een kogelpot. Uit vondstnummer 43 komen een rand en een wand van grijs gedraaid aardewerk en een bodem van hoogversierd aardewerk. Uit 816 komen zes wandfragmenten van grijs aardewerk, een rand van grijs aardewerk, een bodemfragment van grijs aardewerk, twee wandfragmenten van handgevormd vroeggrijs, drie keer een hoogversierd wand, een hoogversierde rand, een worstoor van hoogversierd aardewerk, een wandfragment van mogelijk Romeins aardewerk, twee vroegrood wandfragmenten, een vroegrode bodem en een vroegrode additief.

De Romeinse scherf buiten beschouwing latende, is het oudste materiaal vroeggrijs, wat vanaf de Karolingische tijd kan voorkomen. Het jongste materiaal betreft grijs gedraaid dat tot in de 16e eeuw kan voorkomen. Tegelijkertijd bevinden zich een rand van een grijs gedraaide kogelpot uit de late 12e en 13e eeuw en vroegrood (1150-1300) in de bovenste laag van de greppel van de windmolenplattegrond. Ook is hoogversierd aanwezig in de vulling van de sporen als geheel, dat uit de late 12e tot en met 1300/1350 dateert. Daarom lijkt, alles bijeen genomen, een datering van de molen in de late 12e en/of 13e eeuw het meest waarschijnlijke.

Tabel 8.01 Aardewerk uit structuur 10.

8.3.2 Natuursteen

P. Kubistal

Uit de greppel rond de molenfundering zijn 39 natuursteen fragmenten natuursteen verzameld, bestaande uit tefriet, zandsteen en (kalk)tufsteen. Hiervan zijn 16 stuks als artefactfragmenten verdeeld, 18 stuks zijn vermeld als bouwsteenfragmenten, en de andere vijf stenen waren vrij sterk gefragmenteerd en daarom horen deze fragmenten bij de groep “steengruis”. Het meest opvallend in deze verzameling is vrij grote percentage van de werktuigen. Het zijn acht maalsteenfragmenten en vier slijpsteen/maalstenen verzameld. Deze artefacten kunnen mogelijk in verband worden gebracht met het gebruik van de structuur als molen.

8.3.3 Metaal

M. Hendriksen

In de molenstructuur, structuur 10, is één nagel (vondst 814) gevonden.

8.4 Synthese

Binnen de grenzen van het onderzoeksgebied is één structuur uit de volle middeleeuwen aangetroffen, een molen. De molen bevindt zich centraal in het plangebied, op een hoger deel van het landschap. In het onderzoeksgebied zijn verder geen sporen aanwezig uit de volle middeleeuwen. Dit is te verklaren door het feit dat een molen het beste op een hoger gelegen gebied, buiten de bebouwing kan liggen om zo optimaal wind te vangen. De locatiekeuze in een open cultuurlandschap bevestigt daarmee de interpretatie als molen.

Afb. 8.04 Standerdmolen met gemetselde stiepen in Kuurne (foto gemaakt door BAAC bv).

Aan de hand van het aardewerk is de molen gedateerd in de 12e-13e eeuw. Bij jongere standerdmolens staat de molen op zogenaamde teerlingen, gemetselde vierkante of rechthoekige funderingen of stiepen (afb. 8.04). Dat is in Ruiselede niet het geval, wat mogelijk een aanwijzing is voor een oudere datering. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat het gebruik van baksteen in het landelijk gebied pas later voorkwam dan in stedelijke context. Zowel op historisch kaartmateriaal als in het Belgische molenbestand van Vlaanderen is de molen niet bekend, wat wijst op een datering voor de 18e eeuw, ouder dan de eerste kaarten die van dit gebied bekend zijn.227

Vergelijkbare structuren, bestaande uit een kruisvormige fundering met daaromheen een circulaire greppel zijn aangetroffen in Sint-Denijs (Flanders Expo) en De Panne (Oosthoekduinen). De structuur in de Panne bestaat uit een cirkelvormige, ondiepe gracht van 2 tot 3 m breed en diameter van 17 m. Daarbinnen bevindt zich een kruisvormig spoor van maximaal 7 m lang waarbij aan de uiteinde uitstulpingen voorkomen. Deze sporen zijn geïnterpreteerd als de teerlingen van een windmolen. Deze structuur is ook in de 12e/13e eeuw gedateerd.228

De structuur in Sint-Denijs bestaat, net als in Ruiselede, uit een circulaire greppel met daarin twee openingen. Deze is wel groter, de greppel is 5,5 m op zijn breedst en heeft een diameter van 32 m. De binnenruimte is 27 m in diameter met daarin een kruisvormige structuur. De benen hiervan zijn circa 10 m lang en 1,5 m breed. Deze structuur is als een fundering van een houten standerdmolen geïnterpreteerd . Bij de oudste types van dit soort molens is de fundering licht ingegraven en is er nog geen gebruik gemaakt van teerlingen als fundering. Aardewerk uit de bovenste laag van de omliggende greppel dateert de molen in ten minste de 13e eeuw, mogelijk zelfs vroeger.229

Dit zijn molens uit een archeologische context met een oude datering. In deze periode komen molens ook voor in juridische teksten over bezit en schenkingen. De oudste jaartallen die zijn aangetroffen op hout (planken en balken) van standerdmolens in Vlaanderen dateren in de 11e en 12e eeuw.230 Hierbij kan gebruik zijn gemaakt van hergebruikt hout waardoor de werkelijke datering toch jonger uit kan vallen.

In het Belgische molenbestand zijn enkele molens opgenomen die zich in Ruiselede bevinden. In de meeste gevallen gaat het om bakstenen molens uit de 18e tot en met de 20e eeuw. Aan de Oude Tieltstraat is de romp van een molen aanwezig die in de 18e eeuw in baksteen is opgetrokken. Daarvoor was er sprake van een houten graanmolen waarvan de eerste vermelding van deze molen zou teruggaan tot 1457. De molen behoort dan als dwangmolen toe aan de heerlijkheid Ter Vlaagt, eigendom van de Ridders van Malta.231 Ook wordt er melding gemaakt van een watermolen langs de huidige Aaltervoetweg, gelegen tussen Aalter en Ruiselede.232

227 Op historisch kaartmateriaal zoals de Ferrariskaart, de Popp-kaart en de Atlas van buurtwegen is op deze locatie geen molen te zien. Belgisch molenbestand: http://www.molenechos.org; 228 Dewilde / Wyffels 2003, 36-37. 229 Hoorne et al. 2008, 98-102. 230 www.molensvlaamsbrabant. be. 231 Belgisch molenbestand: http://www.molenechos.org;

De Inventaris van het Bouw- kundig Erfgoed, https:// inventaris.onroerenderfgoed.

be.

232 Belgisch molenbestand: http://www.molenechos.org;

De Inventaris van het Bouw- kundig Erfgoed, https:// inventaris.onroerenderfgoed.