4.1 De gedachten van clubleiders over geestelijk mentoraat
4.2.2 Hoe je volgens jongeren een betere relatie met God krijgt
Tijdens mijn interviews vroeg ik de jongeren wat zij zelf denken te moeten doen, om een betere relatie met God te krijgen. In grafiek 4 staan antwoorden die door tenminste vier van de vierentwintig jongeren werden genoemd (zij gaven vaak meer dan één antwoord).
Grafiek 4
Wat moet jij zelf doen om een betere relatie met God te krijgen?
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Bijbel lezen
Bidden / praten met God Meer tijd vrijmaken voor
God Met andere christenen
over het geloof praten Naar de kerk gaan
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf
Drie of minder jongeren beantwoordden de vraag nog met: ‘meer kennis opdoen over God,’ ‘mij meer verdiepen in het geloof’, ‘mij laten dopen,’ ‘mij overgeven aan God,’ ‘Bijbelstudie houden’, ‘stille tijd houden’, ‘opletten bij de preek’, ‘meer vertrouwen op God,’ ‘goede vrienden hebben die je helpen bij het geloof’, ‘aan het avondmaal gaan’ en ‘meer nadenken over God’.
4.2.3 Hoe jongeren denken over groepsmentoraat
Ik heb bij de jongeren geïnformeerd of zij het leuk zouden vinden om in de weken dat er geen club is, met enkele vrienden en een jeugdleider samen te komen in kleine groepen, om samen Bijbel te lezen, te bidden, te praten over geloofsvragen en ontspannen dingen te doen. Ik gaf jongeren de antwoordopties: ‘ja’, ‘denk het wel’, ‘misschien’, ‘denk het niet’ of ‘nee’. Grafiek 5a laat hun antwoorden zien.
Grafiek 5a
Zou je het leuk vinden om met enkele vrienden en een jeugdleider samen te komen in kleine groepen om samen Bijbel te lezen, te bidden, over
geloofsvragen te praten en ontspannen dingen te doen, in de weken dat het geen club is?
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Ja Denk het w el Misschien Denk het niet Nee
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf
Grafiek 5b laat zien hoe de jongeren van de verschillende clubs deze vraag beantwoordden. Het blijkt dat minstens vijftig procent van de geïnterviewde jongeren van elke club het leuk zou vinden om samen te komen in kleine groepen.
Grafiek 5b
Zou je het leuk vinden om met enkele vrienden en een
jeugdleider samen te komen in kleine groepen om samen Bijbel te lezen, te bidden, over geloofsvragen te praten en ontspannen dingen te doen, in de weken dat het geen club is?
0% 20% 40% 60% 80% 100% 12+ club 14+ club 15+ club 16+ club 18+ club
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf in procenten
Ja
Denk het wel Een beetje Denk het niet Nee
Ik vroeg de jongeren of zij deel zouden willen uitmaken van een kleine groep, wanneer de kerk dit daadwerkelijk aanbiedt. Ik gaf hen opnieuw de antwoordopties: ‘ja’, ‘denk het wel’, ‘misschien’, ‘denk het niet’ of ‘nee’. Grafiek 6a toont hun antwoorden.
Grafiek 6a
Als de kerk daadwerkelijk de mogelijkheid biedt om naast de club samen te komen in kleine groepen, zou je dan deel willen uitmaken van zo'n groepje?
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Ja Denk het w el
Misschien Denk het niet Nee
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf
Ik gaf de jongeren ook de gelegenheid om buiten de meerkeuzevraag om, op een open manier te reageren op het idee van samenkomen in kleine groepen naast de club. Er zijn drie interessante en noemenswaardige reacties die ik van verschillende jongeren terugkreeg. Ongeveer de helft van de jongeren prefereert (om verschillende redenen) het samenkomen in kleine groepen boven het samenkomen in grote groepen. Bijvoorbeeld omdat je in een kleine groep gemakkelijker open kunt zijn, er echt naar je geluisterd wordt en je dieper op een onderwerp in kunt gaan. Tien jongeren zeiden dat ze het wel belangrijk zouden vinden dat het echt klikt met de mensen bij wie je in de groep zit. En zes jongeren noemden expliciet dat ze het erg druk hebben, waardoor zij niet veel tijd hebben voor zo’n kleine groep.
Grafiek 6b laat zien hoe de jongeren per club deze vraag beantwoordden. Het valt op dat jongeren in de 12+, 14+ en 15+ gemotiveerder zijn om in kleine groepen samen te komen, dan de 16+ en 18+.
Grafiek 6b
Als de kerk daadwerkelijk de mogelijkheid biedt om naast de club samen te komen in kleine groepen, zou je dan deel willen uitmaken van zo'n groepje?
Antwoorden per club
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% 12+ club 14+ club 15+ club 16+ club 18+ club
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf in procenten
Ja
Denk het wel Misschien Denk het niet Nee
Grafiek 6c laat zien hoe de jongeren van verschillende geloofsniveaus deze vraag beantwoordden. Ik heb de geloofsniveaus van de jongeren bepaald op basis van de plaats die zij zichzelf gaven op de illustratie van het zwembad.1
Grafiek 6c
Als de kerk daadwerkelijk de mogelijkheid biedt om naast de club samen te komen in kleine groepen, zou je dan deel willen uitmaken van zo'n groepje? Antwoorden per geloofsniveau
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Jongeren die langs de kant staan (3
jongeren) Jongeren die dicht
bij het w ater zijn (13 jongeren) Jongeren die in het
w ater zijn (8 jongeren)
Aantal jongeren dat dit antwoord gaf in procenten
ja
denk het wel Misschien denk het niet nee
1
Conclusie
Bij de 12+,15+ en 18+ gelooft meer dan vijftig procent van de jongeren dat de club hen helpt om een betere relatie met God te krijgen. Bij de 14+ is dat veertig procent en bij de 16+ drieëndertig procent. Bij de 14+ en 16+ valt het op dat tenminste vijftig procent van de jongeren meent dat de club hen ‘een beetje’ helpt om te groeien in hun relatie met God (zie grafiek 2b).
Zeventien van de geïnterviewde jongeren (71%) zijn tevreden over de mate waarin club in combinatie met andere christelijke activiteiten, evenementen en samenkomsten, hen helpen om een betere relatie met God te krijgen. Het valt echter op dat de meeste dingen die jongeren - naast de club - ervaren als helpend voor de groei in hun relatie met God, nauwelijks iets te maken hebben met langdurige, liefdevolle en vertrouwelijke relaties. In hoofdstuk één heb ik het punt gemaakt dat dit soort relaties juist nodig is om jongeren te helpen om Jezus (beter) te leren kennen en volgen. Blijkbaar zien jongeren niet in dat langdurige, liefdevolle en vertrouwelijke relaties een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan hun geloofsgroei en hebben zij er ook weinig tot geen ervaring mee. Hun geloofsgroei is voor een deel gebaseerd op het bezoeken van eenmalige of kortstondige activiteiten zoals jeugddiensten, festivals en evenementen. De vraag is echter hoe sterk deze geloofsgroei is en hoe lang hij stand houdt.
Het is opvallend dat veel geïnterviewde jongeren geloven dat Bijbel lezen, bidden en tijd vrijmaken voor God hen kunnen helpen om een betere relatie met Hem te krijgen. Mijn ervaring met jeugdwerk (waaronder Youth Alpha, catechisatie tijdens mijn stage in de Christelijk Gereformeerde Bethelkerk en de 15+ club in de Baptistengemeente Veenendaal) leert mij echter dat veel jongeren deze zelfde drie dingen vaak lastig vinden en er moeilijk discipline voor op kunnen opbrengen. Geestelijk mentoraat kan hen effectief bij deze drie dingen helpen.
Een groot deel van de jongeren (ongeveer drieënzestig procent) is best positief over groepsmentoraat en denkt deel te nemen aan zo’n groep, wanneer de Baptistengemeente die mogelijkheid daadwerkelijk biedt. Grafiek 6b laat zien dat de jongeren van de 14+ en 15+ hier het meest enthousiast over zijn. De jongeren van de 18+ zijn hier het meest onzeker over (zie grafiek 6b). Wanneer we de zaak per geloofsniveau bekijken zien we dat vooral jongeren die al ‘dicht bij het water zijn’ enthousiast zijn over groepsmentoraat. Jongeren die langs de kant staan zijn relatief gezien het minst gemotiveerd.
Veel van de jongeren van de Baptistengemeente Veenendaal (in het bijzonder de jongeren van de 12+, 14+ en 15+, én jongeren die wat betreft hun geloofsniveau al ‘dicht bij het water zijn’) zien groepsmentoraat als een welkome nevenactiviteit naast de club. Alhoewel een aantal clubleiders zich afvragen of jongeren hier behoefte aan hebben, is er (onder een deel van de jongeren) dus wel degelijk animo voor.
Het feit dat er weinig mogelijkheden zijn voor jongeren om Jezus (beter) te leren kennen en volgen door middel van functionele, liefdevolle relaties, onderstreept dat geestelijk mentoraat de jongeren van de Baptistengemeente veel goeds zou kunnen brengen. In de aanbevelingen en conclusies moet wel rekening worden gehouden met het tijdprobleem van jongeren. Clubleiders zien dit als een obstakel voor mentoraatgroepjes naast de club en een aantal van de geïnterviewde jongeren gaf zelf ook aan dat tijd een probleem is.
5.
Conclusies en Aanbevelingen
De kern van mijn conclusies en aanbevelingen is het advies om jongeren van de 12+ club tot en met de huidige 16+ club1, vanaf september 2009 een mentorgroep aan te bieden in de weken dat het geen club is. Dit advies wordt in het huidige hoofdstuk toegelicht.