• No results found

De regionale “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabellen kunnen zeer eenvoudig berekend worden door een combinatie van de gebruikstabellen voor de regionale output en de regionale maaktabellen (output-gedeelte regionale aanbodtabel) (Avonds, 2006).

Eerst berekenen we de regionale marktaandelen-matrix voor het Vlaamse Gewest:

1 '⋅ˆ

= V V

V Z q

D (5)

ZV: de maaktabel van het Vlaamse Gewest

qV : de vector van de totale output per product van het Vlaamse Gewest

Het element dijv geeft weer hoeveel bedrijfstak i van de totale regionale output van product j voortbrengt.

De regionale “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabel van het Vlaamse Gewest volgens het principe van een “fixed product sales structure” (Konijn,1994) is dan gegeven door:

[

VV VV

]

V U F

D ⋅ (6)

UVV: het intermediaire luik van de Vlaamse intraregionale gebruikstabel – FVV : het finale luik van de Vlaamse intraregionale gebruikstabel

Een “fixed product sales structure” houdt de veronderstelling in dat het aandeel van een be-drijfstak in de totale (in dit geval regionale) output van een product ook zijn aandeel is in iede-re component van het intermediaiiede-re en finale gebruik (uit iede-regionale output in dit geval). Deze tabel geeft de stromen weer tussen bedrijfstakken in het Vlaamse Gewest en van deze bedrijfs-takken naar de finale verbruikers in deze regio.

Kan de gebruikstabel van de regionale invoer ook omgezet worden naar een “bedrijfstak x be-drijfstak”-formaat? Ja, maar niet zonder meer. De regionale invoer is hier gegeven per product zonder onderscheid naar de regio van oorsprong. Eerst moet de regionale invoer opgedeeld worden in producten geproduceerd in respectievelijk het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest. De “Brusselse” producten kunnen dan vervolgens gekoppeld worden aan bedrijfstakken gevestigd in Brussel en idem voor het Waalse Gewest. Dit impliceert de omzet-ting van de gebruikstabel van de regionale invoer in interregionale gebruikstabellen. Bij deze omzetting werden twee sterk vereenvoudigende veronderstellingen gemaakt:

– Per product is de totale regionale uitvoer van een regio proportioneel verdeeld aan de hand van de totale regionale invoer van de andere regio’s (om de totale regionale handel in één product tussen alle combinaties van twee regio’s te berekenen).

– De horizontale structuur van de interregionale gebruikstabellen per leverend gewest is dezelfde als deze van de oorspronkelijke regionale gebruikstabel.

De “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabel van de regionale invoer kan dan, eveneens volgens het prin-cipe van een “fixed product sales structure” berekend worden als:

[

BV BV

]

W

[

WV WV

]

B U F D U F

D ⋅ + ⋅ (7)

UBV: de Vlaamse intermediaire gebruikstabel van de regionale invoer uit het Brussels Hoofdstedelijke Gewest

FBV: de Vlaamse finale gebruikstabel van de regionale invoer uit het Brussels Hoofdste-delijke Gewest

– W: Waalse Gewest

De som van alle intra- en interregionale “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabellen van alle regio’s, waarbij de kolom van de regionale uitvoer in de intraregionale tabellen wordt weggelaten om dubbeltellingen te vermijden, is niet (exact) gelijk aan de nationale “bedrijfstak x bedrijfstak”-IOT die rechtstreeks afgeleid wordt van de nationale AGT (de verschillen lijken wel klein). De reden hiervoor is dat de marktaandelenmatrices (de rijstructuur van de aanbodtabellen) van de drie gewesten verschillen. Dit is het gevolg van de hypothese van een gelijke product-mix voor de drie gewesten (de kolomstructuur van de aanbodtabellen)28. Een identieke marktaandelen-structuur veronderstellen voor de verschillende regio’s bleek niet mogelijk. Hiervoor is de eco-nomische structuur van de gewesten te verschillend.

De afleiding van een “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabel van dit type steunt enkel op de veronder-stelling van deze marktrelaties. Maar het gebruik ervan bij impactanalyses houdt de bijkomen-de veronbijkomen-derstelling van bedrijfstaktechnologie in (alle producten voortgebracht door eenzelfbijkomen-de bedrijfstak hebben dezelfde inputstructuur29). In de Belgische context stelt dit niet te verwaarlo-zen problemen. De aanbodtabel vertoont namelijk een hoge heterogeniteitsgraad.30 Een aanzien-lijk deel van de productie van de Belgische bedrijfstakken bestaat uit secundaire (niet-karakteristieke) productie, en bevindt zich bijgevolg niet op de diagonaal van de aanbodtabel.

Onder de hypothese van bedrijfstaktechnologie zal men de in dit geval problematische veron-derstelling maken dat als een bedrijfstak de productie van diensten en industriële goederen combineert, een gedeelte van de grondstoffen en half afgewerkte producten die duidelijk enkel voor de goederen bestemd zijn, ook als input dienen voor de diensten.

Tabel 19 geeft de nationale “bedrijfstak x bedrijfstak”-IO-tabel weer. Als we deze tabel vergelij-ken met de nationale aanbodtabel (tabel 3) en met de nationale gebruikstabel van de binnen-landse output (tabel 15) dan stellen we vast dat:

– De laatste kolom overeenkomt met de totale output per bedrijfstak in de laatste rij van de nationale aanbodtabel.

– De laatste 6 rijen overeenstemmen met de laatste 6 rijen uit de nationale gebruikstabel.

Dit illustreert heel goed het symmetrisch karakter van deze tabel:

– De rijen en kolommen van het intermediair luik zijn gebaseerd op dezelfde begrippen (bedrijfstakken)

– De randtotalen zijn aan elkaar gelijk (totaal output per bedrijfstak)

28 De regionale aanbodtabellen (uiteraard zonder de kolommen van de regionale invoer) sommeren steeds tot de nati-onale aanbodtabel. De intra- en interreginati-onale gebruikstabellen (uiteraard zonder de kolom van de reginati-onale uit-voer) sommeren steeds tot de nationale gebruikstabel. Maar voor de “bedrijfstak x bedrijfstak”-tabellen is dit niet noodzakelijk het geval.

29 Dit is de extreme tegenhanger van producttechnologie.

30 De reden voor deze hoge heterogeniteitsgraad is het gebruik van de door het ESR 95 minst aangeraden statistische eenheid, de onderneming.

Tabel 19: de nationale bedrijfstak x bedrijftak tabel (2003, miljoenen euro’s)

1. 2. 3. totaal P.31 P.32 P.5 P.6 totaal,

basisprijzen

1. 161 4334 350 4845 887 0 58 1179 6969

2. 1932 46753 26290 74975 17714 0 22612 103757 219058

3. 1258 39681 92255 133194 123499 25003 9794 49814 341305

totaal, basisprijzen 3352 90768 118895 213015 142100 25003 32464 154750 567331

D.21 – D.31 74 456 6505 7035 15977 0 5426 534 28971

internationale invoer 790 67007 33797 101594 24118 0 14577 61400 201689 totaal, aankoopprijzen 4215 158231 159197 321644 182195 25003 52466 216684 797992

B.1g 2753 60827 182107 245687

P.1 6969 219058 341304 567330

Tabel 20 geeft de Vlaamse “bedrijfstak x bedrijfstak”-IO-tabel van de Vlaamse output weer.

Tabel 20: de Vlaamse bedrijfstak x bedrijfstak tabel van de regionale output (2003, miljoenen eu-ro’s)

1. 2. 3. totaal P.31 P.32 P.5 P.6 regionale uitvoer

totaal, basis prijzen

1. 108 3035 199 3341 534 0 39 855 213 4982

2. 1355 30029 14361 45745 9676 0 14033 72139 6432 148025

3. 752 24252 43897 68901 65231 10278 5534 31040 6154 187137

totaal, basis-prijzen

2215 57316 58456 117987 75440 10278 19606 104035 12799 340144

D.21 - D31 53 309 3560 3923 9595 0 3489 333 - 17339

internationale invoer

569 45177 20058 65804 14874 0 9186 41992 0 131855

regionale invoer

202 4176 7421 11799 9217 3733 512 0 0 25261

totaal, aank-oopprijzen

3039 106979 89495 199512 109126 14010 32792 146359 12799 514599

B.1g 1944 41046 97642 140631

P.1 4982 148025 187137 340144

De laatste kolom van deze tabel komt overeen met de laatste rij in de Vlaamse aanbodtabel (ta-bel 4), die de totale Vlaamse output per bedrijfstak weergeeft.

Tabel 21 geeft de Vlaamse “bedrijfstak x bedrijfstak”-IO-tabel van de regionale invoer weer.

Tabel 21: de Vlaamse bedrijfstak x bedrijfstak tabel van de regionale invoer (2003, miljoenen eu-ro’s)

1. 2. 3. tot. P.41 P.42 P.5 P.6 regionale

uitvoer

totaal, basisprijzen

1. 4 95 1 100 4 0 1 0 0 105

2. 61 1923 1052 3036 1066 0 223 0 0 4325

3. 137 2159 6368 8664 8146 3733 288 0 0 20830

to-taal

202 4176 7421 11800 9217 3733 512 0 0 25261

De kolomtotalen van deze tabel zijn dezelfde als van de Vlaamse gebruikstabel van de regionale invoer (tabel 17).

Bibliografie

Avonds, L. (2006), Haalbaarheid van een interregionale input-outputtabel voor België, Rapport (Brussel: Federaal Planbureau).

Avonds, L. (2007a), Een eerste blik op (inter-)regionale input-outputtabellen, Nota, (Brussel:

Federaal Planbureau).

Avonds, L. (2007b), Een regionaal input-output systeem voor België: pilootstudie, Nota, (Brus-sel: Federaal Planbureau).

Avonds, L. (2007c), Een verdere opsplitsing van de rekening van de gemeenschappen en gewes-ten (een poging tot), Nota (Brussel: Federaal Planbureau).

Avonds, L. (2007d), Een( inter)regionaal input-output systeem voor België: eerste versie, Nota (Brussel: Federaal Planbureau).

Avonds, L. (2007e), Een( inter)regionaal input-output systeem voor België: versie december 2007.

Avonds, L. en Vandille, G. (2007), Een regionale input-outputtabel 2003 voor Vlaanderen: werk-schema, interim rapport in het kader van een studie in opdracht van de Vlaamse overheid, Departement LNE (Brussel: Federaal Planbureau).

Avonds, L., Hambÿe, C. and Michel, B. K. (2007), Supply and use tables for Belgium 1995-2002:

methodology of compilation, Working Paper 04-07 (Brussels: Federal Planning Bureau).

Boomsma P., Oosterhaven J., van der Veen A. (1991), Construction of a representative dutch bi-regional input-output table, Research Memorandum nr. 409, (University of Groningen, Fac-ulty of Economics).

Buyst W., Soete A., Haine W., Bilsen V. (2000), Uitgebreide regionale rekeningen volgens ESR95, Centrum voor Economische Studies, Katholieke Universiteit Leuven.

Eding G., Nijmeijer H., de Vet B., Oosterhaven J. (1998), Constructing Regional Supply and Use Tables: Dutch experiences. Paper presented at the 12th International Conference on Input-Output Techniques, New-York, United states of America.

Eurostat (1995), Regional Accounts Methods, Gross value added and gross fixed capital for-mation by activity, Theme 1, Series E (Luxembourg).

Eurostat (1996a), ESR 1995, Europees systeem van rekeningen 1995 ( Luxembourg).

Eurostat (1996b), Regional accounts methods, household accounts, General statistics, Methods (Luxembourg).

Eurostat (2000), Regional accounts methods: tables of general government, General statistics (Luxembourg).

Harrigan, F., McGilvray, J. WMcNicoll, I. H. (1981), The estimation of interregional trade flows, Journal of Rgional Science, Vol. 21, No. 1, pg. 65-78.

Instituut voor de Nationale Rekeningen, (2004), Statistiek buitenlandse handel, Kwartaalbericht, bijzonder nummer voor de periode 2002-2003 (Brussel: Nationale bank van België).

Instituut voor de Nationale Rekeningen (2006a), Nationale rekeningen, Deel 2, Gedetailleerde rekeningen en tabellen 1995-2005 (Brussel: Nationale bank van België).

Instituut voor de Nationale Rekeningen (2006b), Nationale Rekeningen, Rekeningen van de overheid 2005 (Brussel: Nationale bank van België).

Instituut voor de nationale rekeningen (2007), Regionale rekeningen 1995-2005(Brussel: Natio-nale bank van België).

Kauppila J. (1999), Estimating interregional trade flows in Finland 1996, paper presented at the European Regional Science Association (ERSA) 39th European Congress in Dublin, Ireland.

Konijn P. J. A. (1994), The make and use of commodities by industries, on the compilation of input-output data from National Accounts, Universiteit Twente, Enschede, Faculteit Bestu-urskunde

Kop Jansen, P. and ten Raa, T. (1990), The choice of model in the construction of input-output coefficients matrices, International Economic Review, Volume 31, Number 1, pp. 213-227.

Miller R. E., Blair P. B. (1985), Input-output analysis: foundations and extensions (Englewood Cliffs, New Jersey: Prentice-Hall).

Piispala J. (1998), Regional Input-Output Tables Based on Supply and Use Framework: the Finn-ish Case. Paper presented at Structures and Prospects of Nordic Regional Economics, Savonlinna, Finland.

Piispala (2000), On regionalising input/output tables - experiences from compiling regional supply and use tables in Finland. Paper presented at the XIIIth international conference on input-output techniques at University of Macerata, Italy.