• No results found

Visie van ambtenaren op de huidige samenwerking binnen de gemeente

maatschappelijke organisaties

7 Samenwerking binnen het gemeentelijk apparaat

7.1 Visie van ambtenaren op de huidige samenwerking binnen de gemeente

Figuur 4.5 laat zien dat veel gemeenten al samenwerken: voor iets minder dan de helft van de ambtenaren (79) geldt dat zij zeggen veel te hebben samengewerkt met andere afdelingen binnen de gemeente. Deze ambtenaren komen voornamelijk uit Delft, Den Haag, Utrecht en Eindhoven.

Slechts zeven van de 189 ambtenaren geven aan dat hun afdeling helemaal niet heeft samengewerkt met andere afdelingen het afgelopen jaar, maar hierbij gaat het bijna altijd om maar één

ambtenaar per gemeente. Saillant detail is dat ongeveer dertig ambtenaren aangeven helemaal niet te weten of er samengewerkt wordt met andere afdelingen. Ook geven veel respondenten aan niet veel of niet weinig samen te werken binnen het gemeentelijk apparaat.

Figuur 7.1 Mate van samenwerking binnen het gemeentelijk apparaat het afgelopen jaar (n:189)

0

Veel Niet veel/niet weinig Weinig Helemaal niet Weet niet

Net als bij de externe samenwerking is de interne samenwerking binnen de gemeenten vaker gericht op de bevordering van de maatschappelijke participatie van minima dan op hun

inkomensverbetering. Inkomensverbetering is een zaak die de afdeling Sociale Zaken (ook wel Werk en Inkomen genoemd) of de dienst Schuldhulpverlening vaak alleen afdoet. Daarnaast bestaat de samenwerking vooral uit uitwisseling van informatie en overleg over de grote lijnen van het beleid.

Ook is er vaak contact over individuele cases en worden gezamenlijk projecten geïnitieerd, georganiseerd en/of uitgevoerd. Het komt relatief minder vaak voor dat afdelingen worden betrokken bij de beleidsvorming van andere gemeentelijke afdelingen of dat afdelingen een frontoffice, deskundigheid of faciliteiten delen.

Alle ambtenaren tezamen beoordelen de interne samenwerking met andere gemeentelijke afdelingen gemiddeld met een 6.82. Ook hier zien we dat de gemiddelde beoordeling van de samenwerking binnen de 23 gemeenten varieert, hier van een 6 tot een 7.8 (zie tabel 4.2). Bij deze beoordeling moeten we wel aantekenen dat er een groot verschil in respons was per gemeente: in sommige gemeenten hebben erg weinig ambtenaren de enquête ingevuld.

Tabel 7.1: Gemiddelde beoordeling door de ambtenaren van de interne samenwerking Gemeente Gemiddelde beoordeling

Net als bij de externe samenwerking is de interne samenwerking binnen de gemeenten vaker gericht op de bevordering van de maatschappelijke participatie van minima dan op hun inkomensverbetering. Inkomensverbetering is een zaak die de afdeling Sociale Zaken (ook wel Werk en Inkomen genoemd) of de dienst Schuldhulpverlening vaak alleen afdoet. Daarnaast bestaat de samenwerking vooral uit uitwisseling van informatie en overleg over de grote lijnen van het beleid. Ook is er vaak contact over individuele cases en worden gezamenlijk projecten geïnitieerd, georganiseerd en/of uitgevoerd. Het komt relatief minder vaak voor dat afdelingen worden betrokken bij de beleidsvorming van andere gemeentelijke afdelingen of dat afdelingen een frontoffice, deskundigheid of faciliteiten delen.

Alle ambtenaren tezamen beoordelen de interne samenwerking met andere gemeentelijke afdelingen gemiddeld met een 6.82. Ook hier zien we dat de gemiddelde beoordeling van de samenwerking binnen de 23 gemeenten varieert, hier van een 6 tot een 7.8 (zie tabel 4.2). Bij deze beoordeling moeten we wel aantekenen dat er een groot verschil in respons was per gemeente: in sommige gemeenten hebben erg weinig ambtenaren de enquête ingevuld.

Tabel 7.1 Gemiddelde beoordeling door de ambtenaren van de interne samenwerking

Gemeente Gemiddelde beoordeling

Woerden 7.8

Vlaardingen 7.6

Tilburg 7.3

Lelystad 7.2

Delft 7.1

Zeist 7.1

Breda 7

Enschede 7

Oss 7

Rotterdam 7

Alkmaar 6.9

Zoetermeer 6.9

Den Haag 6.8

Eindhoven 6.8

Sittard-Geleen 6.8

Waddinxveen 6.8

Utrecht 6.7

Hengelo 6.6

Schiedam 6.4

Roosendaal 6.3

Leidschendam-Voorburg 6.2

Almere 6

*data over Ridderkerk niet beschikbaar

Ambtenaren geven, net als de organisaties, aan het in de samenwerking vooral belangrijk te vinden dat gemaakte afspraken worden nagekomen. Nederlandse armoedebestrijding blijkt een kwestie van afspraken, maar ook hier is regelmatig formeel overleg opmerkelijk genoeg het minst belangrijk volgens de betrokkenen. Er is bij ambtenaren geen behoefte aan een nieuwe vergadercultuur. Gemiddeld genomen zijn de ambtenaren het meest tevreden met het feit dat ze weten bij welke collega ze moeten zijn voor een bepaalde vraag. In kleine gemeenten is dat vaker het geval dan in grote.

Net als bij de externe samenwerking blijken de ambtenaren bij de interne samenwerking gemiddeld ook het minst tevreden over het gezamenlijk analyseren van het effect van maatregelen. Dit is dus een belangrijk signaal dat gemeenten dienen op te pakken; intern of met externen, want ook externen uit het maatschappelijk middenveld signaleren dit probleem. Het gevoel van ambtenaren en maatschappelijke organisaties sluit aan bij onze eerdere constatering in de inleiding dat er weinig bekend is over het beleidsrendement en de effectiviteit van concrete interventies op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting van minima. Dit thema verdient nader onderzoek. Op lokaal niveau zouden gemeenten het initiatief kunnen nemen om effectevaluaties op te zetten, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld en de afdeling onderzoek, indien aanwezig.

Figuur 7.2 Tevredenheid met de verschillende aspecten van de samenwerking binnen de gemeente (n:154)

Uit onze analyse blijkt dat de algemene tevredenheid met de samenwerking vooral wordt beïnvloed door de tevredenheid met de mate waarin andere afdelingen de ambtenaar goed informeren en door de mate waarin met elkaar gemaakte afspraken worden nagekomen. Vooral op het eerste valt grote winst te behalen: dit aspect staat op de een na laatste plek, met 28 ambtenaren die er ontevreden over zijn.

*data over Ridderkerk niet beschikbaar

Ambtenaren geven, net als de organisaties, aan het in de samenwerking vooral belangrijk te vinden dat gemaakte afspraken worden nagekomen. Nederlandse armoedebestrijding blijkt een kwestie van afspraken, maar ook hier is regelmatig formeel overleg opmerkelijk genoeg het minst belangrijk volgens de betrokkenen. Er is bij ambtenaren geen behoefte aan een nieuwe vergadercultuur.

Gemiddeld genomen zijn de ambtenaren het meest tevreden met het feit dat ze weten bij welke collega ze moeten zijn voor een bepaalde vraag. In kleine gemeenten is dat vaker het geval dan in grote.

Net als bij de externe samenwerking blijken de ambtenaren bij de interne samenwerking gemiddeld ook het minst tevreden over het gezamenlijk analyseren van het effect van maatregelen. Dit is dus een belangrijk signaal dat gemeenten dienen op te pakken; intern of met externen, want ook externen uit het maatschappelijk middenveld signaleren dit probleem. Het gevoel van ambtenaren en maatschappelijke organisaties sluit aan bij onze eerdere constatering in de inleiding dat er weinig bekend is over het beleidsrendement en de effectiviteit van concrete interventies op het gebied van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting van minima. Dit thema verdient nader onderzoek. Op lokaal niveau zouden gemeenten het initiatief kunnen nemen om effectevaluaties op te zetten, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld en de afdeling onderzoek, indien aanwezig.

Figuur 7.2: Tevredenheid met de verschillende aspecten van de samenwerking binnen de gemeente (n:154) Gezamenlijk met de andere afdelingen het effect van maatregelen analyseren

Goed geïnformeerd worden door de andere afdelingen De andere afdelingen hebben kennis over mijn afdeling en wat wij doen t.a.v.

armoede en sociale uitsluiting

Regelmatig formeel overleg Gezamenlijk beleid bepalen Direct effect bereiken voor minima De andere afdelingen weten wat er in de praktijk van armoede en sociale

uitsluiting speelt

De andere afdelingen luisteren goed naar de punten die door mijn afdeling naar voren worden gebracht

Resultaatgericht samenwerken Met elkaar gemaakte afspraken nakomen Regelmatig informeel contact hebben Weten bij welke collega je moet zijn voor een bepaalde vraag

Aantal ambtenaren

Zeer ontevreden Ontevreden Neutraal Tevreden Zeer tevreden Geen mening

Meer samenwerking in de toekomst gewenst?

Het overgrote deel van de geënquêteerde ambtenaren geeft aan dat in de toekomst meer

samenwerking met andere gemeentelijke afdelingen nodig is omtrent minima. Slechts 31 van de 189 ambtenaren vinden dit niet nodig en 33 weten het niet of hebben geen mening. De ambtenaren willen vooral meer onderling samenwerken binnen de afdeling Sociale Zaken, maar ook met de afdeling Wmo (inclusief zorg) en Onderwijs. Het minst noemen de ambtenaren de afdeling Onderzoek.