• No results found

In voorgaande hoofdstukken is uitgebreid aandacht besteed aan de karakteristieken van het gebied en de instandhoudingsdoelstelling. Ook in de visie zijn de instandhoudingsdoelstelling leidend. In de visie wordt de ambitie beschreven die op korte en lange termijn wordt nagestreefd in de verschillende deelgebieden. Onder de korte termijn wordt de eerste zes jaar verstaan. Dit beheerplan geldt ook alleen voor deze periode. Voor de lange termijn is op dit moment nog geen einddatum bepaalt.

3.1. Korte termijn visie Weerterbos/Hugterheide

In het Weerterbos komen verschillende Zwakgebufferde vennen voor die omgeven zijn door moerassen, vochtige en droge heiden.. De omvorming van de bossen in het Weerterbos is ingezet en gaat zich verder ontwikkelen naar natuurlijke bossen waarbij het aandeel natte (veen)bossen toe is genomen . Het gebied is in staat om het gebiedseigen water vast te houden wat ten goede komt aan de kwaliteit van het. De zwakgebufferde vennen in staan onder invloed van kwel en de bijbehorende vegetatie is in

ontwikkeling. Neerslag en wind zorgen voor voldoende dynamiek in de vennen waardoor de

karakteristieke piobiervegetaties van deze vennen goed tot ontwikkeling komt met kenmerkende soorten als de drijvende waterweegbree welke plaatselijk algemeen voor komt.De afgekoppelde Oude Graaf is strek in kwlaiteit toegenomen en soorten als de Kleine Modderkruiper gedijen goed. Ook andere bijzondere beekfauna als de Bosbeekjuffer en de Beekschaatsenrijder hebben gerpofiteerd van de kwaliteitsverbetering.

De droge open bossen en heiderelicten in het Maarheezerveld en Hugterheide vormen plaatselijk broedbiotoop voor Nachtzwaluw en Boomleeuwerik. Door de komst van een ecoduct over de Rijksweg A2 en de spoorlijn Eindhoven-Weert, welke overigens niet wordt gerealiseerd in het kader van het Natura 2000-beheerplan, krijgt het Weerterbos een fysieke ecologische verbinding met Weerter- en

Budelerbergen.

Weerter- en Budelerbergen

Het militair oefenterrein bestaat uit naald- en loofbossen met een gevarieerde open structuur (met verjongingsplekken) waar tevens zoom- en mantelvegetaties aanwezig zijn. Daarnaast zijn er geleidelijke en structuurrijke overgangen van gesloten naar open terrein zoals heiden en open zand. De structuurrijke overgangen en structuurrijke heide wordt bewoond door vogelsoorten als Roodborsttapuit. De

zandverstuiving bestaan uit ‘levend’ zand dat onder invloed van de wind, maar ook kunstmatig door het militair gebruik, een bijzonder dynamisch landschap vormt. Hierdoor worden open stuifzanden

afgewisseld met kortsmos- en mosvegetaties. Er is voldoende kwalitatief goed habitat voor de Nachtzwaluw en de Boomleeuwerik.

De populatie Kamsalamanders in Bakewell heeft zich kunnen handhaven en breidt zich gestaag uit naar de omliggende gebieden doordat er voldoende geschikte poelen aanwezig zijn die de uitbreding mogelijk maken.

Ringselven

Het Ringselven bestaat uit een groot open water, omgeven door kraggen van Galigaan en Riet. Met name aan de zuidzijde bevinden zich enkele Zwakgebufferde vennen omgeven door vochtige heiden.

Hier komt onder andere de Kempense Heidelibel voor. Het Ringselven biedt ruimte voor tal van water- en moerasvogels als de Roerdomp, Snor en de Blauwborst.

De waterkwaliteit is nog onvoldoende voor een goede ontwikkeling van Galigaanmoerassen. De

Kamsalamander wordt plaatselijk waargenomen. Dit houdt wel in dat het Ringselven leefgebied is voor de soort. De Zwakgebufferde vennen worden gevoed door onder andere kwelwater uit de Zuid-

Willemsvaart. Om een goed beeld te krijgen van de kwantiteit en de kwaliteit van het complexe watersysteem wordt er onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek geeft duidelijkheid in de werking van het watersysteem en maakt het mogelijk om keuzes te maken in de te nemen maatregelen die nodig zijn voor de instandhouding van vooral Galigaanmoeras en in mindere mate Zwakgebufferde vennen.

Kruispeel

In de Kruispeel liggen vegetaties die behoren tot goed Zwakgebufferde vennen. met soorten als Gagel, Drijvende waterweegbree, Veenpluis en Pilvaren. Plaatselijk komt Galigaanmoeras voor. De kwaliteit van de Veenbossen is toegenomen omdat er vernatting heeft plaatsgevonden met gebiedsiegenwater. Het deel van de Tungelroysche beek dat door de Kruispeel stroomt is hydrologisch gescheiden van de Kruispeel. De Tungelroyse beek vormt als beek een eenhied waardoor soorten als de Kleine

Modderkruiper zich vrij kunnen verplaatsen over de gehele beeklengte en hierdoor kunnen uitbreiden.

Laurabossen

De Laurabossen bestaat uit een gemengd bos afgewisseld met structuurrijke heideterreinen. Langs het kanaal liggen Zwakgebufferde vennen die onder invloed van kanaalkwel zich steeds verder ontwikkelen en er groeien al soorten als Gagel, Veenpluis en Drijvende Waterweegbree. Er bevindt zich voldoende geschikt biotoop voor de Boomleeuwerik en de Nachtzwaluw. De structuurrijke heide is geschikt voor soorten als de Levendbarende hagedis. Militaire activiteiten en de extensieve recratie vormen geen bedreiging voor de natuurkwaliteit.

3.2. Lange termijn visie

Voor het hele gebied geldt dat de huidige barrières dat de versnippering is opgeheven door de aanleg van faunapassages . De huidige versnipperde beheersituatie is in belangrijke mate teruggebracht door middel van gebiedsgerichte beheerafspraken. Het aantal beheerders is teruggebracht.

Weerterbos

Het Weerterbos bestaat in zijn geheel uit een natuurlijk nat loofbos met verspreid in de lage terreindelen goed ontwikkelde Zwakgebufferde vennen met soorten als Oeverkruid, Ongelijkbladig fontijnkruid en Veelstengellige waterbies. Het bosareaal is enigszins afgenomen ten behoeve van de vennen. Geleidelijke vernatting met gebiedseigen water heeft geleidt tot een toename van Veenbossen. De Veenbossen zijn goed ontwikkeld en herbergen de diversiteit tussen Veenbossen onder invloed van kwel als ook de Veenbossen die boven de invloed van kwel zijn uitgegroeid. Tussen de Zachte Berken groeien kussens van veenmossen waaronder ook karakteristieke soorten als Smalbladig Veenmos. De bossen worden bewoond door Houtsnippen en Matkoppen.

In de watergangen buiten het Weerterbos komt de Kleine modderkruiper voor. De agrarische gronden binnen de begrenzing hebben de functie natuur en vormen een natuurlijk geheel met het natuurgebied. Er is geen sprake meer van versnipperde eigendomssituatie.

Op de droge delen van de Hugterheide en Maarheezerveld komen Nachtzwaluw en Boomleeuwerik plaatselijk algemeen voor.

Weerter- en Budelerbergen

Dit gebied is een robuust, grootschalig en dynamisch stuifzandgebied op basis van een halfnatuurlijk landschap met behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden gebaseerd op het voormalige open landschap. De bossen bestaan naast restanten naaldbos uit een gevarieerd structuurrijk loofbos. Op de overgangen naar het open terrein zijn alle successiestadia die behoren tot een dynamisch

stuifzandlandschap aanwezig. Hierdoor is er een mozaiek van kaal zand, kortmos- en mosvegetaties met verspreide grassen en struikheide. In dit gebied is ruimte voor duurzaam militair gebruik en extensieve recreatie. Vogelsoorten als de Nachtzwaluw, Boomleeuwerik en Roodborsttapuit hebben hier een bolwerk in hun landelijke verspreiding. Daarnaast komen tal van andere soorten voor die gebonden zijn aan het dynamische systeem van de stuifzanden en droge heideterreinen zoals de Heivlinder,

Heideblauwtje, Levendbarende hagedis en de Blauwvleugelsprinkhaan.

Ringselven

Het Ringselven bestaat uit een groot aaneengesloten moerasgebied bestaande uit open water, omgeven door een Galigaanmoeras waarin een grote diversiteit aan planten, vogels en amfibieën voorkomt. Aan de rand van het Ringselven en De Hoort komen Veenbossen voor, alsmede goed ontwikkelde

Zwakgebufferde vennen. De kraggen met Galigaan zijn vitaal en er is sprake van verjonging. Het gebied houdt zijn gebiedseigen water langer vast waarna het geleidelijk wordt afgevoerd via de Tungelroysche beek. Ook de waterkwaliteit van het toestromend water vanuit België is aanzienlijk verbeterd waardoor het water minder voedselrijk is en voldoende kalkrijk dat ten goed komt aan de vegetatie. Er is sprake van een gradiënt in vochtgehalte en in voedselrijkdom waarbij het merendeel van het water voedselarm is. De Zwakgebufferde vennen floreren dankzij het vastgehouden regen- en kwelwater.

Het Ringselven bevat een duurzame gezonde populatie van de Kamsalamander en er zijn voldoende migratiemogelijkheden zodat er een optimale uitwisseling plaatsvindt met andere kernleefgebieden in de directe omgeving en met het landbiotoop.

Kruispeel

De waterkwaliteit in het Ringselven heeft zijn doorwerking op de Zwakgebufferde vennen langs de Tungelroysche beek en in de beek zelf waar de Kleine modderkruiper talrijk voorkomt. De Veenbossen zijn kwalitatief goed ontwikkeld mede doordat omliggende gronden die direct grenzen aan de Kruispeel de functie natuur hebben gekregen en nu een eenheid vormen met de overige natuur. De vegetatie in de zwakgebufferde vennen is van goede kwaliteit en de plantenassociatie is vrijwel volledig. Het straalbedrijf is verplaatst.

Laurabossen

De Laurabossen vormen een kerngebied voor Nachtzwaluw en Boomleeuwerik Er is een structuurrijke heide aanwezig en een gevarieerd loof- en naaldbos met open plekken en brede bospaden. Aan heidegebonden soorten als Levendbarende hagedis en heivlinder komen er voor,