• No results found

5. Vox populi: meningen van grondeigenaren en andere betrokkenen

5.8 De visie van de gemeenten

Op 25 oktober zijn gesprekken gevoerd met K. Matthijs en J. van der Heide van de ge- meente Achtkarspelen en P. de Haan van de gemeente Wûnseradiel. Alle drie zijn als beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening met name betrokken bij de inrichting van het buitengebied.

In Wonseradeel-Noord is de voornaamste ruimtelijke verandering de functieverande- ring van vrijkomende boerderijen als gevolg van het schaalvergrotingsproces in de landbouw. De gemeente hecht grote waarde aan het instandhouden van de historische boerderijgebouwen, en verstrekt hiertoe ook een bescheiden subsidie. De meeste van deze boerderijen krijgen een woonfunctie, maar ook komt het voor dat appartementen ten be- hoeve van recreatie worden ingericht; ook dit wordt door de gemeente positief geacht. Voor nieuwe bewoners ligt Wonseradeel-Noord gunstig ten opzichte van de Randstad, en dit verhoogt de aantrekkelijkheid van vrijkomende boerderijen in het gebied. De gemeente beschikt niet over nauwkeurige gegevens over dit veranderingsproces, omdat niet alle wij- zigingen bij haar hoeven te worden gemeld. De indruk bestaat echter dat op dit moment de meerderheid van de bewoners van het buitengebied geen boeren meer zijn. Behalve de be- woners van vrijgekomen boerderijen zijn er overigens hier en daar ook voormalige landarbeiderswoningen in het gebied, die al in de zestiger jaren als tweede woning werden

opgekocht. Dit geldt meestal niet voor de boerderijen: die zijn voor de meeste mensen te duur om als tweede woning te dienen en zijn meestal hoofdwoning - voor de gemeente en de lokale gemeenschap een gunstige zaak. Wel levert, zoals ook door de boeren gesteld, de bewoning van boerderijen door niet-boeren soms wederzijdse hinder op.

Voor woningen in de dorpskernen hebben nieuwkomers zelden belangstelling; deze worden grotendeels bewoond door mensen die vanouds in het gebied woonden, vroeger landarbeiders waren en nu pendelen naar nabijgelegen steden. In en om de dorpen vindt nu en dan enige uitbreiding van woongebieden plaats ter accommodatie van de eigen bevol- king. In het buitengebied wordt nieuwbouw echter in principe niet toegestaan, behalve op het eigen erf. Ook hiervoor gelden regels: men mag alleen bouwen op het zogenaamde bouwblok, dat op het bestemmingsplan is aangegeven; die bouwblokken zijn in principe 1 ha groot, al kan dit wel worden uitgebreid.

In Achtkarspelen streeft men, in samenwerking met de andere gemeenten binnen de regio Noordoost-Friesland, naar enige mate van groei, zowel in de woonfunctie als in werkgelegenheid. Het gaat dan niet alleen om het accommoderen van de huidige bevol- king, maar om het aantrekken van nieuwe bewoners; voor de regio als geheel hoopt men op een groei van zo'n 6% over 12 jaar (Stuurgroep Revi-NOF, 2003). De aantrekkelijkheid van het landschap wordt hierbij als een belangrijk element gezien. Met een dergelijke groei zou de recente trend van stagnatie worden gekeerd en die van eerdere decennia worden hersteld (zie hoofdstuk 2). Deze visie wordt overigens niet in alle opzichten door andere betrokkenen gedeeld: de provincie is terughoudend wat betreft de uitbreiding van dorpen en nieuwe bedrijventerreinen. De gemeente streeft overigens niet naar uitbreiding van de bewoning in het buitengebied (behalve de uitplaatsing van boerderijen uit de dorpskernen in het kader van de ruilverkaveling); het idee is om de bestaande lintbebouwing te verdich- ten.

Bij de ontwikkeling van recreatie denkt men onder meer aan watersport; de Kuik- hornstervaart en het Prinses-Margrietkanaal liggen op doorgangsroutes voor pleziervaartuigen, en in de eerste bevindt zich een jachthaven. In het Prinses- Margrietkanaal wil men dergelijke faciliteiten vermijden, vanwege de hinder voor het vrachtverkeer te water. Voor de openstelling van het houtwallenlandschap voor wandelaars en fietsers moet nog studie worden gedaan (Stuurgroep Revi-NOF, 2003).

Wat betreft de landbouw is de gemeente zich zeer bewust van de spanning tussen de noodzaak van behoud van de houtwallen en elzensingels enerzijds en de economische be- langen van de boeren anderzijds. De boeren zouden graag kavels van 5 ha willen zien, terwijl de huidige kavels ongeveer 1 ha zijn; vooral de dwarswallen vormen een probleem. Toch is ook bij de huidige kavelgrootte schaalvergroting niet onmogelijk, al zou dit wel ingrepen in het landschap vergen: er zouden grotere stallen gebouwd kunnen worden die door de houtwallen aan het gezicht worden onttrokken. Daarnaast verwachten sommige boeren soelaas van het aanleggen van een soort tussenwallen, waardoor een zigzagland- schap zou ontstaan. In dat beeld past ook het idee van een 'koppellijn' tussen de percelen van Twijzel en die langs het iets noordelijker gelegen Wyldpaed. Hoewel hierbij de visuele indruk van kleinschaligheid behouden blijft, ervaren andere boeren dit toch als een aantas- ting van het traditionele landschap - de meningen zijn verdeeld.

Verder verwacht men in Twijzel-Buitenpost ook veel van verbreding: natuurbeheer, recreatie en zorgboerderijen (al gaat het bij dit laatste type om zeer kleine aantallen, en een

mogelijkheid die alleen voor bepaalde mensen aantrekkelijk is). Naast verbreding in de ge- bruikelijke zin van het woord (activiteiten buiten de landbouw die deel uitmaken van het landbouwbedrijf) zijn er natuurlijk ook de boeren die deels leven van activiteiten buiten het bedrijf, en waar de boerderij als zodanig slechts een nevenbedrijf is. Ten slotte zijn er de zeer kleine hobbyboeren, waar de landbouw niet meer als belangrijke bron van inkomen geldt. Bij deze groep wordt gevreesd dat dezen mogelijk niet in staat zullen zijn om het landschap op de lange duur te blijven onderhouden.