• No results found

Analyse van het nettoresultaat

Realisatie 2015 Begroting 2015 Verschil x € 1.000 x € 1.000 In 2015 is op totaalniveau een positief resultaat gerealiseerd van circa 104.000 euro, bij een begroot resultaat van 37.000 euro negatief. Het totale resultaat kan als volgt worden uitgesplitst naar kostenplaats:

Kostenplaats Realisatie 2015 Begroting 2015 Verschil

Eben-Haëzerschool 70 -5 75

Rehobothschool 31 -25 56

Schoolfonds Eben-Haëzerschool -0 -4 4

Schoolfonds Rehobothschool 2 -4 6

Vereniging 0 0 0

De totale afwijking ten opzichte van de begroting van circa 141.000 euro komt voor circa 131.000 euro voor rekening van de beide scholen en voor circa 10.000 euro voor rekening van de private kostenplaatsen.

Voor het jaar 2015 is geen verenigingsbegroting opgesteld. De verenigingsbaten (B3) bestaan met name uit ledencontributies (4.500 euro), opbrengsten acties en collecten (1.000 euro). De lasten van de vereniging bestaan uit afschrijvingslasten (1.500 euro), representatiekosten (3.500 euro) en diverse overige verenigingslasten (1.000 euro). Ten behoeve van het schoolfonds van de Eben-Haëzerschool zijn ouderbijdragen (B3) begroot en diverse lasten (L4). De realisatie bestaat slechts uit geringe afschrijvingslasten en enkele overige lasten voor schoolreis en overblijven. De realisatie van de baten van het schoolfonds van de Rehobothschool bestaan uit opbrengsten voor overblijven (13.000 euro) welke vrijwel conform begroting zijn gerealiseerd. Daarnaast zijn ouderbijdragen begroot, welke niet zijn

35 gerealiseerd. De kosten bestaan grotendeels uit kosten voor overblijven (11.000 euro) terwijl ook divers ander kosten waren begroot, maar niet gerealiseerd.

Met betrekking tot de Eben-Haëzerschool en de Rehobothschool zijn de baten circa 182.000 euro hoger en de lasten circa 49.000 euro hoger ten opzichte van de begroting. De afwijkingen die betrekking hebben op de beide scholen worden hieronder toegelicht.

De realisatie van de rijksbijdragen (B1) is circa 86.000 euro hoger uitgekomen dan begroot.

Circa 72.000 euro hiervan is gerealiseerd vanuit een hogere rijksbijdrage van het ministerie.

Deze afwijking wordt met name veroorzaakt doordat voor beide scholen een totaalbedrag van circa 57.000 euro is ontvangen in verband met de decentralisatie van het buitenonderhoud. Hiermee was geen rekening gehouden bij het opstellen van de begroting.

Daarnaast is in het najaar 2015 extra bekostiging beschikbaar gesteld als compensatie voor de afgesproken loonsverhoging vanuit het loonruimteakkoord. Hiertegenover staan ook extra loonkosten. Voor passend onderwijs is circa 6.000 euro meer ontvangen dan vooraf werd begroot. Dit komt met name door hogere reguliere opbrengsten vanuit het samenwerkingsverband voor de Rehobothschool. Tenslotte zij als gevolg van de samenvoeging van de scholen bekostigingsbedragen overgeheveld, welke circa 6.000 euro hoger zijn uitgekomen dan begroot.

Onder de overige overheidsbijdragen (B2) zijn ten behoeve van beide scholen gemeentelijke bijdragen gerealiseerd welke niet in de begroting waren opgenomen. Het betreft bijdragen van circa 26.000 euro voor gymuren, natuurwandelingen en volkstuinen. Tenslotte zijn op schoolniveau uitsluitend baten met betrekking tot de peuterspeelzaal begroot in de overige baten (B3). De realisatie van deze baten is circa 3.000 euro hoger uitgekomen dan begroot.

Daarnaast zijn baten gerealiseerd welke niet vooraf zijn begroot. Een aanzienlijke opbrengst vormt de teruggaaf vanuit BWGS (stichting waarbij de scholen zijn aangesloten om wachtgeldrisico’s af te dekken) van circa 39.000 euro. Ook is circa 18.000 euro aan ouderbijdragen ontvangen. Daarnaast zijn er diverse overige baten gerealiseerd.

De personele lasten (L1) zijn binnen de begroting gebleven en lager (7.000 euro) uitgekomen dan verwacht. Per saldo zijn de loonkosten circa 4.000 euro hoger uitgekomen dan begroot en de overige personele lasten circa 11.000 euro lager dan begroot. De hogere loonkosten worden enerzijds veroorzaakt door een hogere personeelsinzet dan begroot (circa 0,89 fte) en anderzijds vanwege hogere loonkosten als gevolg van de afspraken uit het loonruimteakkoord. Daartegenover staat dat diverse uitkeringen zijn ontvangen met betrekking tot vervanging (UWV/VFGS) en de pensioenpremies lager zijn uitgekomen dan begroot. Hoewel de overige personele lasten 11.000 euro lager zijn dan begroot, zijn de kosten voor nascholing/schoolbegeleiding circa 12.000 euro hoger dan begroot.

Daarentegen is de realisatie voor werving van personeel en extern personeel circa 13.000 euro lager dan verwacht. Ook was een bedrag begroot voor diverse personele lasten (10.000 euro) waarvoor geen bedragen zijn gerealiseerd.

De materiële lasten (L2 t/m L4) zijn voor de beide scholen 56.000 euro hoger uitgekomen ten opzichte van de begroting. De afschrijvingslasten (L2) zijn een fractie hoger (5.000 euro) vanwege onder andere niet begrootte desinvesteringen (3.000 euro). In de huisvestingslasten (L3) zijn de lasten met betrekking tot de huur van de gymzaal niet vooraf begroot (16.000 euro). Daarnaast is sprake geweest van een hogere dotatie aan de voorziening groot onderhoud (14.000 euro), lagere lasten voor klein onderhoud (5.000 euro) en lagere lasten voor energie en water (7.000 euro).

De realisatie van de overige instellingslasten (L4) ligt voor de scholen ruim boven de begroting (35.000 euro). Het verschil ten opzichte van de begroting wordt met name

36 veroorzaakt door niet begrootte kosten voor diverse leerlingactiviteiten (25.000 euro) en kosten voor het onderwijsleerpakket (9.000 euro).

Financiële positie

ACTIVA Ultimo 2015 Ultimo 2014 Ultimo 2013

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000

PASSIVA Ultimo 2015 Ultimo 2014 Ultimo 2013

x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 afgelopen drie boekjaren. De waarde van de materiële vaste activa is afgelopen jaar gestegen als gevolg van een hoger investeringsniveau dan de afschrijvingen op de boekwaarde van de materiële vaste activa. Als gevolg van het positieve resultaat is de waarde van het eigen vermogen gestegen. Verder maakt het overzicht inzichtelijk dat de waarde van de voorzieningen de afgelopen jaren is gestegen. In 2015 is circa 84.000 euro gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud terwijl slechts circa 7.500 euro is onttrokken ten behoeve van schilderwerk.

37 Financiële kengetallen

Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële gezondheid van de organisatie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2013, 2014 en 2015, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven.

Kengetal Norm 2015 2014 2013

Liquiditeit 2,00 10,82 11,07 9,44

Solvabiliteit 0,50 0,79 0,81 0,82

Rentabiliteit n.v.t. 4,06% 1,04% 4,84%

Weerstandsvermogen (bestuursniveau) 15,00% 72,20% 72,55% 65,79%

Weerstandsvermogen (schoolniveau) 15,00% 59,10% 58,99% 52,64%

Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen max.60% 104,93% 100,24% 92,36%

Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen max.60% 93,22% 88,56% 97,44%

De financiële kengetallen laten zien hoe de financiële situatie van de school zich over de afgelopen drie jaar heeft ontwikkeld. De liquiditeitsratio is de afgelopen drie jaar relatief hoog, wat betekent dat de school beschikking heeft over ruim voldoende liquide middelen om de korte termijn schulden te kunnen aflossen. Ook de solvabiliteit ligt ruim boven de geadviseerde norm. De positieve rentabiliteit van 4,06% laat zien dat in 2015 een fors positief resultaat is gerealiseerd. Dit heeft een positieve weerslag op de andere kengetallen. De kapitalisatiefactor is een kengetal waarmee de overheid beoordeeld in hoeverre het aanwezige kapitaal efficiënt wordt benut. De signaleringsgrens is gesteld op maximaal 60%.

De hoge kapitalisatiefactor, zowel inclusief als exclusief privaat vermogen, laat zien dat er voldoende financiële ruimte is om te investeren in het onderwijs. Over het algemeen voldoen de financiële kengetallen in zeer ruime mate aan de gestelde adviesnormen. Hieruit blijkt dan voldoende financiële ruimte is om te investeren in het onderwijs. In de volgende paragraaf blijkt dat de komende jaren negatieve resultaten worden verwacht. Hiervoor kan de vermogenspositie van de school worden aangewend en zal hierdoor naar verwachting afnemen in de komende jaren.

Investerings- en financieringsbeleid

In 2015 is er voor 108.000 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa terwijl een bedrag was begroot van circa 133.000 euro. In totaal werd in 2015 circa 77.000 euro afgeschreven op de boekwaarde van de materiële vaste activa. Dit betrof circa 3.000 euro aan desinvesteringen.

De investeringen betroffen onder andere een aircosysteem, koffie automaten, digiborden, tablets en diverse leermethodes.

Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.

Treasury verslag

In 2015 hebben geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.

38