• No results found

VERWOORDING VAN DE INTERVENTIE BIJ DE LEEFWERELD EN MOGELIJKHEDEN

In document HANDLEIDING Maatwerk voor risicojongeren (pagina 104-107)

VAN JONGEREN/OUDERS

• Voor het slagen van interventies is een gemeenschappelijk uitgangspunt nodig: wat willen hulpverlener en cliënt met de interventie bereiken?

• Ook moet de verwoording ervan aansluiten bij wat voor de doelgroep belangrijk is. Vertaling van interventiedoelen kan nodig zijn in termen van de voor klanten belangrijke waarden, opvattingen en strategieën.

3. AANSLUITING VAN METHODEN BIJ DE LEEFWERELD EN MOGELIJKHEDEN VAN JONGEREN/OUDERS

• Werken de gehanteerde methoden in de praktijk op vergelijkbare wijze uit bij verschillende groepen?

• Veel interventies doen een sterk appèl op cognitieve en verbale vermogens, op het vermogen tot zelfverantwoordelijkheid of de bereidheid tot psychologiseren. Laagopgeleide migranten kunnen meer gebaat zijn bij gebruik van audiovisuele middelen en ‘modelling’.

Ook kan meer investering nodig zijn in psycho-educatie. Meer in het algemeen is ruimte nodig voor differentiatie in het protocol.

4. AANPASSING IN VOERTAAL EN TAALGEBRUIK

• Zo nodig moet kunnen worden gecommuniceerd in de eigen taal van de ouders, of is er (voor-lichtings)materiaal voorhanden in de eigen taal.

• Bij tweetaligen, zeker de laagopgeleiden onder hen, kan het raadzaam zijn abstracties te vermijden, of vaker te checken of een

M E E R W E T E N ?

Voor een voorbeeld van een advies uit de Antilliaanse gemeenschap aan beleidsmakers klik hier .

boodschap is begrepen.

• Persoonlijke communicatie en gebruik van

audiovisuele materialen kan effectiever zijn dan gebruik van schriftelijke materialen.

• Het is aan te raden symbolen, concepten en gezegden te gebruiken waardoor mensen zich

‘thuis voelen’.

5. COMPETENTIES VAN PROFESSIONALS

• Uitvoerende professionals dienen te beschikken over diversiteitscompetentie, of hieraan te (kunnen) werken met behulp van bijvoorbeeld trainingen of (na)scholing.

• Diversiteitscompetentie omvat zowel kennis als vaardigheden en attituden waarmee de professional zich optimaal kan instellen op de kenmerken van cliënten. Het meest cruciaal zijn culturele sensitiviteit, een open en respectvolle houding zonder vooringenomenheid, en

vaardigheid in interculturele communicatie.

6. BEREIKEN EN VASTHOUDEN

• Er kunnen specifieke inspanningen nodig zijn om allochtone jeugdigen en ouders te bereiken, zoals bemiddeling via intermediairen, het betrekken van zelforganisaties en

‘vindplaatsgericht werken’, bijvoorbeeld door middel van inloop of spreekuren op school of in zelforganisaties.

• Om mensen blijvend te binden, is een persoonlijke benadering van belang en

voldoende tijd voor het winnen en behouden van vertrouwen en motiveren.

• Gezinsomstandigheden kunnen aandacht verdienen, zoals alleenstaand moederschap, werktijden, kinderopvang, laag inkomen, reisafstand en vervoer.

• Verbreding van de behandeling kan geboden zijn, zoals erkenning van lichamelijke klachten, een slechte socio-economische positie of

acculturatiestress. Er moet ruimte zijn om extra praktische hulp te bieden (concrete adviezen, steun en oefeningen; hulp bij

maatschappelijke, werkgerelateerde, financiële of huisvestingsproblemen).

7. CLIËNTBETROKKENHEID

• Betrokkenheid van de jeugdigen en hun ouders bij de (vormgeving van de) interventie kan de slaagkans verhogen.

• Hetzelfde geldt voor het betrekken van

(sleutelfiguren uit) doelgroepen, zelforganisaties of cliëntorganisaties bij ontwikkeling/

aanpassing van interventies, bijvoorbeeld door behoefteonderzoek of andere vormen van raadpleging.

8. DIVERSITEITSGEVOELIGE SCREENING OF DIAGNOSE

• Bij screening en diagnose moet rekening worden gehouden met de achtergrond van de cliënt. Zijn de ingezette instrumenten cultureel valide, en zijn afnameprocedures van diagnose- en andere instrumenten geschikt?

• Voor de vormgeving van de diagnostische fase kan aandacht van belang zijn voor de

Leeswijzer Introductie

106

B R O N

Pels, T., Distelbrink, M. & Tan, S. (2009). Meetladder Diversiteit Interventies. Naar verhoging van bereik en effectiviteit van interventies voor verschillende (etnische) doelgroepen. Utrecht: Verwey-Jonker insti-tuut.

M E E R W E T E N ?

Het Nederlands Jeugdinstituut heeft, mede aan de hand van de meetladder, een overzichtsstudie gemaakt van onderzoek naar het bereik en de effec-tiviteit van interventies voor preventie en vroeghulp bij migrantenjeugd en hun ouders. Daaruit blijkt dat van de meeste interventies niet bekend is wat het be-reik is onder migrantenjeugd en -ouders. Hierdoor is ook niet bekend of deze interventies effectief zijn bij deze groepen. Aansluitend op deze overzichtsstudie is een project van start gegaan waarin een aantal inter-venties verder wordt ontwikkeld, zodat ze een beter bereik en een grotere effectiviteit krijgen bij migran-tengroepen.

Verdieping > Meetladder diversiteit

denkbeelden van de betrokkenen over het probleem, de oorzaken ervan en de mogelijke oplossingen. Soms kan het overigens beter zijn al doende de diagnose/achterliggende problematiek scherper te krijgen, bijvoorbeeld omdat voor het slechten van taboes een goede vertrouwensband nodig is.

9. VERANKERING VAN DIVERSITEITSDENKEN IN DE INSTITUTIONELE CONTEXT

• Voor een succesvolle uitvoering van een diversiteitsgevoelige interventie is draagvlak noodzakelijk in de betrokken instelling. Dit vergt institutionalisering van diversiteitsbeleid, met criteria als aandacht voor gelijke

toegang tot functies door aanpassing van

procedures voor werving en selectie, een open organisatiecultuur, monitoren van etnische diversiteit van het personeel.

• Continue zelfevaluatie is van belang,

bijvoorbeeld door het meten van waardering van klanten en personeel.

• Ook de (kwaliteit van de) institutionele keten waarin de interventie/ instelling is ingebed is van belang. Dit in verband met toeleiding naar de interventie en schakeling vanuit de interventie — indien nodig — met andere relevante voorzieningen.

10. DIVERSITEITSGEVOELIG ONDERZOEK

• Bij beoordeling van interventies dient standaard bereik en effectiviteit van de interventie van/

voor etnische groepen aan de orde te komen, als

deze tot de doelgroep behoren.

• Bij monitoren, tevredenheidsonderzoek,

evaluatie- en effectonderzoek is aandacht nodig voor diversiteit.

• In resultaatmetingen moet aandacht zijn voor het bereik van de beoogde (moeilijk bereikbare) doelgroep, voor gegevens over (diversiteit

in) implementatie, programma-integriteit en effectiviteit en de specifieke factoren die de effectiviteit positief of negatief hebben beïnvloed.

In document HANDLEIDING Maatwerk voor risicojongeren (pagina 104-107)