• No results found

Theoretische achtergrond

Cliënt centered

Therapeutische attitude

Empathisch, begeleidend, steunend, sturend.

Rationale In het leven bestaan er tal van bewegingssituaties (of algemenere situaties) waarin het je niet lukt om datgene te bereiken wat je graag had willen bereiken.

Je krijgt misschien last van je lichaam (pijn), ervaart beperkingen in de vaardigheden, krijgt steeds te horen dat je iets niet goed doet, enz. Dit zijn allemaal aspecten die ervoor kunnen zorgen dat je geen vertrouwen meer in jezelf en je lichaam hebt. Misschien weet je dat je iets eigenlijk wel kunt doen, maar wordt dat nu beperkt door de beperkingen die je op dit moment ervaart.

Misschien zijn het wel niet alleen de lichamelijke beperkingen, maar zijn er ook discognities en een tal van emoties die ervoor zorgen dat je geen vertrouwen meer hebt in je lichaam.

De altijd maar negatieve ervaringen in een bepaalde context (bijv. sporten) zorgen ervoor dat het gevoel hebt niks te kunnen, waardoor je dus geen vertrouwen kunt ervaren in je eigen. Op die momenten ervaar je vaak geen plezier.

Echter als we die situaties nu om zouden zetten in situaties waarin je plezier ervaart, succes ervaart en je weer trots op jezelf kunt zijn. Zou het vertrouwen dan weer wat meer terugkomen?

We gaan deze bijeenkomst kijken en bewust worden van wat jij nodig hebt om weer plezier te kunnen ervaren en weer vertrouwen krijgt in jezelf.

Activiteiten Succeservaringen arrangeren in bewegingsactiviteiten

PMT-bijeenkomst

Small talk, mental set en rationale

De therapeut start de bijeenkomst door iedereen te begroeten en door te vragen of iedereen de spanningsmeter wil invullen. Na een kleine small talk zal de therapeut het (nieuwe) thema dat aangeboden gaat worden activeren door gebruik te maken van een van de manieren die bij een mental set horen (metafoor, zelfonthulling, informatieve inleiding, enz.). Tenslotte geeft de therapeut de rationale van deze bijeenkomst. Hij geeft aan wat de reden is van de te ondernemen activiteiten. Hiervoor kan het schema op de vorige bladzijde gebruikt worden.

Activiteit: Volleybal met opblaasbare strandbal

Tijdens de bijeenkomst worden er verschillende activiteiten aangeboden met de opblaasbare strandvolleybal. Een strandvolleybal roept meestal positieve gedachten en gevoelens op en wordt geassocieerd met vakantie, strand en lol hebben met elkaar. Deze context zal er al meer voor zorgen dat men in succeservaringen en plezierervaringen gezet wordt. Tenslotte is de opblaasbare strandbal zacht en ligt, waardoor er makkelijker gespeeld en bewogen kan worden.

In tweetallen overspelen:

- Bal hoog houden met z’n tweeën.

Probeer eens op verschillende manieren met elkaar over te spelen (onderhands en bovenhands).

- Wedstrijdje: hoe vaak kun jij in het tweetal de bal hooghouden, binnen 1 minuut.

- Ga eens bij jezelf na of je plezier ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen plezier ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

- Ga ook eens bij jezelf na of je vertrouwen in jezelf ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen vertrouwen in jezelf ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

In viertallen overspelen: ruimte). Je moet hier wel diegene goed aanspelen.

- Welk team kan de bal het langste hooghouden, zonder dat de bal de grond raakt?

Hier ook weer dezelfde vragen:

- Ga eens bij jezelf na of je plezier ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen plezier ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

- Ga ook eens bij jezelf na of je vertrouwen in jezelf ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen vertrouwen in jezelf ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

- Ervaar je meer plezier/vertrouwen wanneer het team waar je mee samenspeelt groter wordt?

Wedstrijd: Er worden twee teams Hier ook weer dezelfde vragen:

gevormd en gaan in hun eigen veld staan. Het volleybalnet wordt opgehangen. In dit spel mag alles. Je mag de bal met je handen, hoofd, voeten, benen, enz. raken. De bal mag je ook vangen en dan overgooien. Echter, gelden er wel een aantal regels:

- Als de bal uit het veld valt is het buitenspel (punt voor de ander).

- Bal moet over net gespeeld worden.

- Echter moet men eerst de bal 3x keer overspelen in het eigen team, voordat hij naar het andere team gespeeld mag worden.

- Ga eens bij jezelf na of je plezier ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen plezier ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

- Ga ook eens bij jezelf na of je vertrouwen in jezelf ervaren hebt. Wat heeft gemaakt dat je wel of geen vertrouwen in jezelf ervaren hebt? Wat heb jij als persoon nodig?

- Ervaar je meer plezier/vertrouwen wanneer het team waar je mee samenspeelt groter wordt?

- Wat zorgde in dit spel voor plezier/vertrouwen, voor jou?

Afsluiting

Aan het einde van de bijeenkomst wordt het schema (die aan het begin van de bijeenkomst te zien was) erbij gehaald. Door middel van dit schema wordt er de vraag gesteld of het gedrag wat men in de zaal laat zien ook in het dagelijks leven terug te zien is. Het antwoord op die vraag zal voor iedereen verschillend zijn.

Vervolgens krijgen de cliënten de tijd om hun werkboek in te vullen en dus ook de spanningsmeter.

De groep krijgt de volgende vraag mee naar huis waar ze over na kunnen denken: In de zaal ben je vandaag bewust bezig geweest met welke aspecten jij als persoon nodig hebt om

plezier/vertrouwen te ervaren. Zet deze zelf voor je op een rijtje en ga eens na of je deze aspecten ook in het dagelijks leven kunt creëren?

Benodigdheden bijeenkomst

Materiaal Aantal

De sportzaal 1x

Volleybalnet 1x

Strandvolley ballen Aantal = aantal deelnemers : 2

Vaak als pijn aanhoudt, kan deze tussen de persoon in kwestie en zijn omgeving komen te staan. De pijn en het daarbij behorende pijngedrag heeft niet alleen invloed op de persoon met pijn zelf, maar ook op de relatie met partner, gezinsleden, familie en vrienden, werk en sociale verbanden als sport en vrije tijd. Het evenwicht van de wisselwerking tussen de persoon met pijn en zijn omgeving raakt verstoord. De pijn beïnvloedt posities en relatieverbanden.

De persoon met pijn kan in de positie van slachtoffer gaan zitten en zichzelf daardoor en daarmee op de achtergrond of juist op de voorgrond plaatsen. De persoon trekt zich enerzijds terug wat betreft het gangbare functioneren en stelt zich anderzijds juist op de voorgrond met de pijn. De relatie met de ander wordt beladen met pijn en de persoon loopt het risico uit allerlei verbanden weg te vallen.

Pijngedrag kan negatieve gevolgen hebben, maar kan ook wat opleveren in situaties en relaties in de vorm van ziektewinst (Neerinckx, 2001). Niet de vraag waar de pijn door komt is dan relevant, maar wat men met de pijn in relaties doet is belangrijk. Er wordt gewerkt met de vraag: ‘Hoe krijgt de pijn een plek in het aangaan en onderhouden van relaties?’ (van der Meijden & Bosscher, 2007).

Thema