• No results found

Theoretische achtergrond

Cognitief gedragstherapeutisch Psychodynamisch therapeutisch Therapeutische

attitude

Empathisch, samenwerken, steunend, structureren.

Rationale Het vermijders en bijters principe is aan de hand van het vreesvermijdingsmodel van Vlaeyen uit te leggen. Hierbij worden dan niet de begrippen ‘catastroferen’ en

‘geen angst’ gebruikt, maar de begrippen ‘vermijders’ en ‘bijters’.

Wanneer de vermijders eenzelfde gebeurtenis nog eens meemaken, zullen ze ook die situatie vermijden. De doorbijters daarentegen zullen de situatie niet

vermijden, maar een andere manier vinden om er mee om te gaan (andere copingstijl).

Wanneer raak je gefrustreerd? Wat zou je het liefste willen doen? Wat als je de situatie vermijdt, zou dit jou in de toekomst helpen? Wat als je de uitdaging en de frustraties aangaat? Probeer eens te experimenteren met ander gedrag.

Activiteiten Confronteren en uitdagen in bewegingsactiviteiten en onderzoeken van en experimenteren met copingstijlen.

PMT-bijeenkomst

Small talk, mental set en rationale

De therapeut start de bijeenkomst door iedereen te begroeten en door te vragen of iedereen de spanningsmeter wil invullen. Na een kleine small talk zal de therapeut het (nieuwe) thema dat aangeboden gaat worden activeren door gebruik te maken van een van de manieren die bij een mental set horen (metafoor, zelfonthulling, informatieve inleiding, enz.). Tenslotte geeft de therapeut de rationale van deze bijeenkomst. Hij geeft aan wat de reden is van de te ondernemen activiteiten. Hiervoor kan het schema op de vorige bladzijde gebruikt worden.

Activiteit: Tennisballen in hoepels rollen

Dit is een mikspel dat op verschillende manieren gespeeld kan worden. De bedoeling is om lichte frustratie (last) op te roepen bij de revalidanten. Het kan hier zowel gaan over de frustraties van je eigen, of omdat de ander je frustreert.

Iedereen gaat achter een

aangewezen lijn staan en moet in zijn of haar hoepel een aantal balletjes rollen. Iedereen krijgt 5 verschillende ballen.

- Heb je tijdens de activiteit een frustrerend gevoel bij jezelf of bij de ander gemerkt?

- Wat gebeurt er als je een bal mis gooit?

- Ga je door, of stop je? En waarom maak je deze keuze?

- Zie je jouw reactie in het spel terugkomen in het dagelijks leven?

- Zou je dit graag anders willen zien?

Er worden twee teams gemaakt.

Afhankelijk van de hoeveelheid spelers, worden er hoepels naast elkaar gelegd. Het is de bedoeling dat één persoon bij de eerste hoepel begint. Hij of zij moet

proberen om een bal in de hoepel te rollen. Pas als er een bal in de hoepel ligt, mag de volgende in het team een bal in de tweede hoepel proberen te rollen. Het team dat als eerste een bal in de laatste hoepel weet te rollen, wint.

- Heb je tijdens de activiteit een frustrerend gevoel bij jezelf of bij de ander gemerkt?

- Wat gebeurt er als je een bal mis gooit?

- Ga je door, of stop je? En waarom maak je deze keuze?

- Zie je jouw reactie in het spel terugkomen in het dagelijks leven? Zou je dit graag anders willen zien?

- Wat gebeurt er met je wanneer het presteren van een team afhangt van jou? Komen er dan sneller frustraties naar boven?

- Is er een verschil met wat je voelt en denkt t.o.v. het eerste spel?

Als er nog tijd is: Iedereen speelt weer voor zichzelf. Er liggen 3 tot 5 hoepels in een schuine rij. De eerste hoepel ligt dus het dichtste bij de revalidant en de laatste het verste.

Wanneer de revalidant een bal in de eerste hoepel rolt, mag hij pas door naar de tweede, enz. Diegene die als eerste een bal in de laatste hoepel kan rollen, heeft gewonnen.

- Heb je tijdens de activiteit een frustrerend gevoel bij jezelf of bij de ander gemerkt?

- Wat gebeurt er als je een bal mis gooit?

- Ga je door, of stop je? En waarom maak je deze keuze?

- Zie je jouw reactie in het spel terugkomen in het dagelijks leven? Zou je dit graag anders willen zien?

- Is er een verschil te merken in jou ervaringen t.o.v. het vorige spel?

Activiteit: Rond de wereld basketbal

Er staan 6 pylonnen in een halve cirkel om de basket. Men begint bij pylon 1, en eindigt bij de eindpylon. Dit wordt aangegeven door de therapeut. Je gooit om de beurt de basketbal richting de basket. Gaat hij erin, dan mag je een pylon omschuiven.

Evaluatievragen

- Merk je frustraties? Waar komen deze uit voort, frustratie dat het je niet lukt, of frustratie omdat de anderen steeds een pylon verder mogen?

- Ga je ondanks de frustraties toch door? Zo ja, heb je geprobeerd om andere gedragingen/handelingen toe te passen, of ben je doorgegaan zoals je bezig was?

- Omdat je nu zo bewust bezig bent met frustraties hanteren, veranderd dit iets m.b.t. jou handelen?

Zou je dit ook in de thuissituatie kunnen toepassen?

- Wat stel je je zelf als doel? Hoe snel ben jij gefrustreerd en waar komt dat door?

Afsluiting

Aan het einde van de bijeenkomst wordt het schema (die aan het begin van de bijeenkomst te zien was) erbij gehaald. Door middel van dit schema wordt er de vraag gesteld of het gedrag wat men in de zaal laat zien ook in het dagelijks leven terug te zien is. Het antwoord op die vraag zal voor iedereen verschillend zijn.

Vervolgens krijgen de cliënten de tijd om hun werkboek in te vullen en dus ook de spanningsmeter.

De groep krijgt de volgende vraag mee naar huis waar ze over na kunnen denken: Heeft zich deze week een situatie voorgedaan waarbij er frustraties naar boven kwamen, en waarbij je niet op de automatische piloot hebt gereageerd, maar bewust overwegingen hebt gemaakt wat het beste zou zijn om te doen. In dit geval dus bijten of vermijden?

Benodigdheden bijeenkomst

Materiaal Aantal

De sportzaal 1x

Tennisballen Aantal = aantal deelnemers

Foamballen Aantal = aantal deelnemers

Gekleurde ballen (met water) Aantal = aantal deelnemers

Houten ballen Aantal = aantal deelnemers

Plastic ballen Aantal = aantal deelnemers

Hoepels Allemaal

Baskets 2

Basketballen Aantal = aantal deelnemers

Pylonnen 12

Thema